Skip to main content

Full text of "Algemeene kerkelijke geschiedenis der christenen"

See other formats


> ,'  .■.• 


*.>.;:;v  J'-' 


;>>,V>  >VV::*^t  •^:,--.-éi-^  V-  ^;/, 


..  «.< 


^^^^  ^^ 


"v.  ■•,*♦"'., 


' s=^  '^-^ -"^ ^':;-? ■"■^:\ i:v"T--" W   "  -^^  '•■  ^■'^: 


•4. 


■.^'  4" ' 


*••••  ,;-    .,  ♦.-     »•.•.  .,.     ;.•,..••    ,    -i'.'.  ■     ..••..  .••     V'    •■-I'  '  .  ■       ;    •*''..,• 

:»■  '**    "        '"        '  :■■>               '    '■  ^J«,■' '-'►i.  V-*  • :.  •*,*."■   - '  ■' 

,  .            ■  .  -■   .  ^■.    ,  ■'"^  ■•■-  -.  '•  »  ■   *•   ••  •  ■■  ^■.  'ï'  »r  "• 
■<■■».■■} -y :: ,.:  ,{• .  -y   •■.,' '^'^v''"  ^*'>  ■'   '    !'  -  ■' ■     •  .V->'\ 

■■   v^  .>,;-.^^.  \.>'-    V^'-^-' --t •:,..••  *-.  V-i-   •  .-  •    ...V      v^... 

>•           A      ■»      ,     ...       •i.lv..*,         ^       '      .'       •.  .              ...               ■'      ..     -         .                     ■■        .   - 

-             ,■             ■■■•I-.**--    ,:^    ••■  ■'■•          -  ."fe-"".'.     ..•.•.•.»■-■■■     ■            . 


i". 


Presented  to  the 

LIBRARY  of  the 

UNIVERSITY  OF  TORONTO 

bythe 

INSTITUTE  FOR 

CHRISTIAN  STUDIES 


^ 


^ 


^OR  CltRJSri^.^ 


imi 


<0 


% 


"^'TO,  ONTARIO. 


m 


ALG     EMEENE 
K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

GESCHIEDENIS, 

DER 

CHRISTENEN. 


A     LGEMEENE 
KERKELIJKE 

GESCHIEDENIS, 


DER- 


CHRISTENEN, 


DOOR 


IJSBRAND  '^AN  /HAMELSVELD. 

A  C  è  T  TIEN  DE     DE  EL. 


MET       PLAAGT  EN. 


* 


TE     HAARLEM      BIJ 

FRANgOIS     BOHN, 

M  D  C  C  C  I  X. 


"i^ 


^  AU6  2  71097  ~»^ 


INHOUD 


VAN     HET 


ACHTTIENDE     DEEL. 


VIJFDE      BOEK. 

Bevattende  het  vijfde  tijdperk ;  van  den  tijd  der  kruislog- 
ten  ,  of  liet  Pausfchap  van  gregorius  VU,  in  de 
elfde  eeuw,  tot  de  Kerkhervorming  in  het  begin  der 
zestiende  eeuw. 

ZESDE      HOOFDSTUK, 

ToeRand  der  Monniken.  Nieuwe  Monniken- 
ordens.  •         .         •         •         .  Bladz.     x, 

ZEVENDE      HOOFDSTUK. 

Algemeene  Gefchiedenis  van  den  Godsdienst. 
Nieuwe  plegtigheden.  Heiligen.  Reliquien. 
enz.  •         ,  ,  ,  »  — .  224. 

KER. 


HAMELSVELD,  HAMELS  VELD , 

KERKELIJKE  KERKELIJKE 

CESCH I  EDENIS.  GESCH I  EDENIS. 

XVin.  XVffl. 

VOOR    DEN  BINDER. 

Plaat    I.  te  plaatfen  tegen  over  .          ,          Bladz.    7J. 

Plaat  II.  te  plaatfea  tegeu  over  •                                 306* 


KERKELIJKE 
GESCHIEDENIS. 

VIJFDE      BOEK* 

BEVATTENDE     HET     VIJFDE     TYDPERK ;     VAN     DEN 
TIJD   DER    KRUISTOGTEN,    OF  HET    PAUSSCHAP 
VAN  GREGORIUS  VII,  IN  DE  ELFDE  EEUW, 
TOT  DE  KERKHERVORMING  IN  HET  BE- 
GIN DER  ZESTIENDE   EEUW. 

ZESDE     HOOFDSTUK. 

Toeftand  der  Monniken»    Nieuwe  Mcnniken-ordenu 

JLle  Monnikenftand  bereikte  in  dit  Tijdvak ,  waar       V 
van  wij  de  Gefcliiedenis  befchrijven,  den  hoogden     ^^^ 
trap  van  aanzien  en  gezag,  welken  hij  tot  hier  toe  Hoofdffj 
had  kunnen  bereiken.    Men  hield  dezen   (land  voor  "^  C.  G. 
zoo   heilig  en  godzalig,   dat  de  naam  Religio  of 'q^^  °[^* 

Godsdienst,  bij  uiiHuiting,   den  Monnikenilimd  be- 

teekende.      Zij   hadden    invloed  on   alle    lotgevallen  foeftand 
van  de  Kerk  ,  en  werden   de  Iteunpilarèn   van   hst  niken» 
Pausfelijk  gezag,  zij  ijverden  om   het   heerfchend  ge- 
loof uit   te   breiden  ,  en  allen ,   die  zich  daar  tegen 
durfden  verzetten,  te  onderdrukken. 
De  Hervorming  van  de  Orde  der  Èenediaijne» ,  bIoqI  dei 
XVJII.  Deel.  A  de 


ft  KERKELIJKE 

V       de  eenige,  die  men  in  het  begin  van   dit  T-'dvak  in 

BOEK      het  Westen  kende,  te  Chiguy   'm  Frankryk  aaiige- 

Hoüfdft.  ^^ö*^ '  overtrof  fchielijk  alle   verwachtingen  der  Ti,)d- 

na  C.  G.  genooten ,  bijzonder  onder  den  zesden  Al>t  der  zo.o- 

••^^'^'°f^' genoemde  Co:;pJ-eQ-/7iie  van  Clui^ny,  hugo  ,   die  tot 

tot    151  /•  oi-  o^y  y 

liet  jaar  iicp  geleet'd  heeft,  en   die  fpoedig  als  een 

Conjrre-    Heilige    werd    aangemerkt,  van    hem   alleen   waren 
eatie  van  .  *  r       •.        •      i-  ^         j 

Clutiiy.    ^'^^^^  "^"  10,000  Monniken  m  dit  veib.eterd  genoot- 

fchap  aangenomen.  Het  bevatte  reeds  in  de  Xllde 
eeuw  omtrent  2,000  \\\ooi>\.Q\s'mFra}7kryk^Dititsch- 
land ^  Engeland^  Italië  en  Spanje  onder  zich;  en 
deszelfs  achting  nam  zoodanig  toe,  dat  men  heel 
fpoedig  alleen  die  genen  voor  ware  Benedictijnen 
hi^-^ld ,  die  tot  hetzelve  behoorden.  Ook  waren  de 
beide  andere  Congr&gatien  der  Heïvovmde  Benedicrijm 
fier  Kloosters  van  Camaldoli  en  van  Vallomhrofa  , 
waar  van  wij  den  oorfprong  op  zijne  plaats  gezien 
hebben,  in  bloeijcnden  ihat. 
Reit^io  GREGORius  Vil ,  die  misfchien  zelve  Prior  te 
quadrata.  cjugjjy  geweest  was ,  en  waarfchiJDlijk  in  zijne  vroe- 
ger jaren  onder  de  Monniken  behoord  had,  wordt 
door  zijnen  Levensbefchrljver  paulus  bernried  ge- 
roemd ,  dat  hij  eene  bijzondere  regeling  voor  de 
Monniken ,  welke  hij  Religio  Quadrata  noemt ,  door 
zijnen  zegen  in  Duitschlaud  gegrond  en  uitgebreid 
licbbe.  Deze  beftond  uit  eigenlijke  Monniken;  (at- 
tonji  Christi  fervi ;}  uit  zoogcnoQmde Lcekebroeder^^ 
Qfratres  harhati  ^  )  die  men  gemeenlijk  Converji 
noemde ,  en  die  door  hunnen  handenarbeid  voor 
de  behoeften  der  Monniken  zorgden;  uit  eigenlijke, 
ia  Klooaters  cpgeQoteiie  Nonnen^  en  zulke  Maag- 
den ^ 


GJESCHIEDENIS.  3 

</</; ,  die  in  hare    zeden   de   Klooster  -  inrigting   na-       V 

volgden.     De  vier  voornaamfle   Opzieners   van  deze     *^^^* 

inrigting,    {Quadratura    of  Quadn'ga   genoemd ,)  ^oofdd. 

waren    altman,  Bisfchop   van    Pasfau^    dien    wij  na  C.  G. 

ook   als   herfteller    van  het   gemeen fch appelijk   leven  ^'^^J\°J'^ 

tot  1 5 '  t* 
ÓQi  Kanuiifiikenkeumn;  ULiiicii ,  Prior  van  C/w^;;3>;  _ _— 

WILLEM,  Abt  van  Hir/au;  en  siegfried.  Abt  van 
St.  Sa/vator. 

Doch  onder  den  opvolger  van  iiugo,  Abt  van  piETERde 
C/ugfty,  pONTius,  (of  PONCE,)  v*rloor  het  ver- ^5^^^^''" 
maarde  Cliigny  veel  van  zijne  achting.  ponce  Abt  van 
maakte  zich ,  door  zijne  verkwistingen ,  gehnat  bij  Clugny. 
de  Monniken ,  tot  hij  na  10  jaren  vol  onrust  zijne 
waardigheid  nederleide  in  handen  van  Paus  calix- 
TüS  n,  welke  Paus  hem  en  zijne  opvolgers  het 
voorregt  gefchonken  had ,  dat  zij  geborene  Kardina- 
len der  Roomfche  Kerk  zijn  zouden.  De  Monniken 
verkozen  toen  hugo  II  tot  hunnen  Abt,  en  toen 
deze  na  drie  maanden  overleed,  in  het  jaar  1122, 
petrus  MAURITIUS ,  dic  naderhand  onder  den  naam 
van  PETRUS  den  Eenvaardigen  veel  roem  behaald 
heeft.  PONTius  was  ondertusfchen  naar  Jeruzalem 
gereisd,  maar  in  Frankryk  wedergekeerd  ,  brngt 
hij  eene  bende  ftruikroovers  bijeen ,  met  welke  hij 
in  het  jaar  11 25  Clugny  overviel,  de  Monniken 
wegjoeg  ,  die  aan  hem  den  eed  weigerden  ,  het 
Klooster  plunderde,  en  de  Kerkelijke  gereedfchsppen 
wegvoerde;  waar  over  de  Paus  hem  in  den  ban 
deed,  doch  zijn  kort  daar  op  gevolgde  dood  maak- 
te een  einde  van  deze  verwarringen.  Evenwel,  het 
geen  zeldzaam  is,  ftaat  hij  in  fommige  lijsten  van 
A  a  Mar- 


4  KERKELIJKE 

V       Martelaren  der  Benedictijnen  Orden  onder  de  Hes'^ 

BOEK      li^en. 
VI 
Hoofdft.      Onder  den  Abt  pieter  herhaalde  zich  het  Kloos^ 

na  C.  G.  ter  van  Clugny.  Deze  petrus  biauritius  ,  de 
rtf^I?^^  Zoon  van  eenen  Edelman  in  Auvergne.^  door  zijne 
.  Moeder  reeds  vóór  zijne   geboorte   aan  het    Kloos- 

terleven  toegewijd  ,    was   al   vroeg    zoo    vermaard 
door  godsvrucht  en  geleerdheid,  dat  hij  in  den  ou« 
derdom  van  30  jaren  Abt  van  Clugny   werd.     Zijn 
ijver  voor   de    uitbreiding   van   het  gezag  van  zijn 
Klooster,  maar  ook  tegen  de   Ketters  van  zijn'  tijd 
was  zeer   groot,  en    zal   ons  in   het  vervolg  nog 
nader   bekend   worden.      Hij    overleed  in  het  jaar 
1156  in  Kersnacht.    Een  zijner  Leerlingen,  de  Mon- 
nik RUDOLF,  die   zijn  leven   befchreven   heeft,   ge- 
waagt ook  van  verfcheidene  wonderen,  die   hij  ver- 
rigt  zal  hebben ,  evenwel  is  hij  niet  onder  de  Hei- 
ligen geplaatst,  hoewel  hij  door  den   naam   Venera' 
lilis ,  de  Eenvaardige  ^  onderfcheiden    wordt.     Hij 
heeft  zich  ook  door  fchriften  bekend  gemaakt.    Hij 
heeft  een  Boek  gefchreven  tegen  de  Joden,  en  eene 
Overzetting  van  den   Koran,  als   ook  eene   weder- 
legging van  den  aanhang  der  Saracenen ;  doch  zijn 
werk  de  miraculis  [ai   temporis   Libri   duo,   doet 
hem  weinig  eer  aan ,  gelijk  ook  zijne  Predikatien  en 
Latijnfche  Gedichten.      Zijne   Brieven   zijn  belang- 
rijk ,  door  verfcheidene  gefchiedkundige  -berigten  van 
j^ebeurtenisfen   van   zijnen   tijd.      Behalve    dit   alles' 
heeft    hij    ook   nieuwe   grondregelen  aan  zijne   Or- 
de   voorgefchreven  ;   nog   is    'er   van    hem   overig* 
een  voorfchrift  ,  hoe   men   levensmiddelen  ,.  wijn  ,, 

klee» 


GESCHIEDENIS.  5 

Meederen  voor  zijn  Klooster  had  te  bezorgen,  (Z);j-      v 
pofitio  rei  familiaris  Cluniacenfis.')  ^'>^^ 

Behalve  de  Reformatie  der  Benedictijnen ,   virerd  Hoofdft 
ook  die  der  Orde  van   Citeaux^   of  Cisfercium,   in  "s  C.  G. 
de  Xllde  eeuw,  vermaard,   voornamelijk  federt   zii '^^'^'°^^' 

BERNHARDus  ,    den    Tijdgcnoot    van    pieter    den  1 — 

Eerwaardigen ,  tot  haren  voorflander  had.  De  ffich-  Ci'-'erci. 
ter  dezer  Orde  was  robert  of  rotrert.  Zoon  i\ïonni- 
van  een*  Edelman  in  Champagne,  Alzoo  zijne  moe-  keu. 
der  van  hem  zwanger  zijnde,  gedroomd  had,  dat 
de  Maagd  mar  ia  ,  hebbende  een'  gouden  ring  in 
de  hand ,  haar  beloofd  had ,  dat  zij  met  den  zoon 
zou  trouwen ,  dien  zij  ter  wereld  zou  brengen  , 
werd  ROBERT ,  reeds  in  zijn  15de  jaar  ,  Monnik 
in  het  Benedictijner  Klooster  Moutier  la  Celle, 
Eenige  jaren  daar  na  werd  hij  Prior  van  dit  Kloos- 
ter en  vervolgens  Aht  van  St,  Michel  de  Tonnerre  ^ 
waar  hij  vergeefs  de  (Irenge  regelen  der  Orde  weder 
onder  de  Monniken  zocht  in  te  voeren.  Eenige 
Kluizenaars  in  een  naburig  woud,  die  zich  in  de 
woestijn  Colan  verzameld  hadden ,  verzochten  hem 
toen,  dat  hij  hun  leidsman  wilde  worden,  en  wend- 
den zich  tot  den  Paus,  op  wiens  bevel  robert 
zich  aan  hun  verbond.  Alleen  verplaatfte  hij  hen 
uit  het  ongezonde  Colan ,  in  het  woud  van  Moks- 
me ,  waar  zij  Kluizen  van  boomtakken  en  een  klein 
Bedehuis  bouwden.  In  het  eerst  waren  zij  zeer  be- 
hoeftig, gingen  bijkans  naakt,  en  leefden  enkel  van 
peulvruchten.  Maar  eenige  voorname  Heeren  in  de 
nabuurfchap  verzorgden  hen  zoo  overvloedig,  dat 
zij  weldra  dartel  en  weelderig  werden,  robert  , 
A  3  die 


6  KERKELIJKE 

V  die  hen  niet  zag  te  verbeteren ,  verliet  hen ,  en  ver<* 
BOES  voegde  zich  bij  andere  Monniken  in  de  woestijn 
Hoofdft.  ^'^"^  of  Juz ,  die  flrenger  leefden ,  en  die  hem  tot 
na  C.  G  hunnen  Abt  verkozen.  Ondertusfchen  hadden  de 
ton?!?  Monniken  van  Molesme  berouw  van  hun  gedrag; 
■  en  door  den  Paus  onderfteund  ,   bragten  zij  het  zoo 

ver  ,  dat  robert  hunne  befturing  weder  op  zich 
nam.  Doch  fpoedig  bleek  het,  dat  hun  berouw 
geene  andere  reden  had,  dan  omdat  door  zijne  af* 
wezigheid  hunne  inkomllen  verminderd  waren.  Ein- 
delijk befloot  een  groot  deel  van  hen  de  regelen  van 
den  Heiligen  benedictüs  weder  gemoedelijk  te  ge- 
hoorzamen ,  en  met  bewilliging  van  hunnen  Abt 
zich  naar  eene  eenzame  plaats  te  begeven,  robert 
wilde  hen  zelf  geleiden  ,  en  zijne  waardigheid  te 
Molesme  nedergelegd  hebbende,  begaf  hij  zich  met 
twintig  der  ijverigfte  Monniken  naar  Citeaiix ,  eer- 
tijds Cistercimn ,  vijf  Franfche  mijlen  van  D/'jo»  , 
in  het  Bisdom  Chalons ,  alwaar  zij  in  het  jaar  1098 
eenige  houten  kluisjes  oprigtten ;  kort  daar  na  bouw- 
de de  Hertog  van  Burgondi'é  daar  voor  hun  een 
Klooster,  hetwelk  de  Bisfchop  van  Chalons  tot  eenó 
Abdij  maakte,  waar  robert  Opziener  was.  Maat 
in  het  jaar  1099  keerde  hij,  op  bevel  van  den  Paus, 
weder  als  Abt  na  Molesme^  alwaar  hij  in  het  jaar 
iico  dezer  wereld  overleed.  Hij  werd  door  Paus 
HONORius  III  onder  de  Heiligen  geplaatst  (♦). 

robert  had  tot  zijnen    opvolger  als  Abt   te  C/- 
teaux^   en  beiluurder    der  Cistercienfer  Orde,  al- 
be- 
(*;  MADILLON.  Ann.  Ord.  S.  Bened.  T.  V.  p.  394. 


GESCHIEDENIS.  7 

BERICH,  Hie  in  het  jaar    1100    den   Paus   pascha-       v 
LIS  II  om  zijne  bercherming  voor  het  Nieuwe  Kloos*    ^^^-^ 
ter  verzocht  ,    welke   hij    ook    van   den    Paus  ver-  [joofdfl. 
kreeg.    albErioh  ftierf  in  het  jaar    1109.     Hij    zal  n^  C.  G, 
de  bruine  of  zw.irtachtige    kleederen  ,  zoo   ais   de  •"^^^^''S. 

LOC    1^1^% 

Cistercienfen  'm  het  eerst  droegen,  met  witte  ver-  — 
andcrd  hebben ,  welke  hun  eigen  gebleven  zijn ,  uit- 
gezonderd dat  zij  in  den  fcapulier  of  het  fchouder- 
kleed  en  den  reismantel  de  oude  kleur  behouden 
hebben,  waarom  zij  ook  wel  Graamv- Monniken ^ 
{Gri/ii,)  genoemd  worden.  Deze  verandering  be- 
viel echter  den  ouden  IVIonniken  niet,  en  misfchien 
is,  om  dit  misnoegen  weg  te  nemen,  het  Verhaal 
vervolgens  uitgedacht,  dat  de  Heilige  iVIaagd  ver- 
fchenen  zij ,  en  hem  een  wit  kleed  voor  zijne  Mon- 
niken gefchonkcn  heeft.  Ten  minflen  ter  gedachte- 
nis van  deze  verfchijiiing  is  'er  bij  de  Cistercienfer 
Orde  een  Feflst  ingefteld :  Descen/ïo  B,  Mariis  Ftr- 
ginis  in  Cistercium,  en  de  Orde  heeft  zich  in  het 
vervolg  onder  de  befcherming  der  Heilige  Maagd 
begeven,  aan  welke  alberich  reeds  zijn  Klooster 
gewijd  had. 

STEVEN  HARDING ,  een  gcborcu  Engelsman ,  werd 
in  het  jaar  1109  derde  Abt  van  Citeaux,  Deze 
fchreef  eene  nog  fcherper  tucht  en  armoede  voor , 
en  alle  pracht  van  goud  en  zilver  tot  den  Gods- 
dienst werd  uit  het  Klooster  verbannen.  Dit  gaf 
naarijver  onder  de  andere  Monniken,  die  de  Cister- 
cienzcn  als  uitvinders  van  nieuwigheden  bcfchuldig- 
den,  waar  uit  naderhand  verfchülen  tusfchen  hen 
in  de  Monniken  van  Chigny  ontdaan  zijn.  Het 
A  4  KIoos- 


8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Klooster  was  thans  nog  zoo  arm,  dat  men  bijna 

BOER     vvonderdadige    hulpmiddelen  behoefde ,   om    het  te 

Hoofdil.   onderhouden  ,  echter   kreeg   het  onder   dezen    Abt 

na  c.  G.  STEVEN  het  eerst  vaste  goederen  en  landerijen   ten 

J^«rio73.  gelchenk. 

tot  1517.  =" 

..  De  Orde  kwam  volkomen  in  bloei,  toen   bern- 

BF.RN-       HARD,  CC  vcrmaardc  Abt,  Schrijver   en  Heilige,  in 

HARD  van    ,         ,  j       •       l.    .    •  ri--  J        n 

Clairyaiix  ^^2*^^^^  trad,  m  het  jaar  11 13.  Hij  was  de  Zoon 
van  eeiien  Edelman  in  Burgondi'è^  en  kwam  in  het 
jaar  1091  ter  wereld.  Zijne  Moeder  aleth  wijdde 
^lie  hare  kinderen  ,  zes  Zonen  en  eene  Dochter  , 
terftond  na  hunne  geboorte,  aan  het  Kloosterleven, 
en  voedde  ze  volkomen  naar  deze  beftemming  op. 
Toen  zij  van  bernhard  ,  den  derden  van  hare  Zo- 
nen,  zwanger  was,  droomde  zy,  dat  zij  een  klein, 
fpierwit,  blaffend  hondje  droeg.  Een  Monnik,  dien 
zij  over  dezen  droom  raadpleegde,  voorfpelde  haar, 
dat  zij  de  moeder  zou  worden  van  eenen  getrou- 
wen befcherraer  der  Kerk,  die  voor  dezelve  tegen 
de  vijanden  des  geloofs  zijne  (lem  flerk  zou  laten 
hooren.  Zij  liet  dezen  Zoon  in  het  School  te 
^hatillon  aan  de  Seine  door  Geestelijken  onderwij- 
zen, alwaar  hij  buitengewone  vorderingen  maakte. 
In  zijn  Pdl  en  ingetogen  leven  geloofde  hij  als  kind 
in  den  flaap  de  geboorte  van  jezus  gezien  te  heb- 
ben. Als  jongeling  weerde  hij  alle  aanvechtingen 
tot  onkuischbeid  af,  en  als  hij  eens  een  vrouws- 
perfoon  te  lang  befchouwd  had,  fprong  hij  tot  den 
hals  toe  in  een'  vijver  koud  water ,  waar  in  hij 
zoo  lang  bleef ,  dat  hij  bijna  het  leven  verloor. 
Toen  hij  befloten  had,  in   het  Klooster    Ciieaux  t^ 

gaan. 


GESCHIEDENIS.  9 

gaan,   overreedde  hij  alle   zijne  broederen,  behalve       v 

den  jongden,    om   hem   te  verzeilen  ,    zelfs  zijnen     "o^* 

pudften  broeder,    die   reeds  getrouwd   was,    ^^^^  HooMÜ 

zich,  na  lang  tegenftreven,  eindelijk   met  hare  be- na  C.  G. 

williging  van  zijne   vrouw  fcheidde,   bovendien  zij-  I^3'''°73' 
°    "  -  '  •*  toe  1517, 

nen  Oom  en  andere  bloedverwanten ,  zoodat  hij  met  , 

een  gevolg  van  meer  dan  30  perfonen  in  het  Kloos- 
ter kwam,  tevens  voor  de  vrouwen  der  getrouwden 
den  opbouw  van  een  Klooster  te  jfui//y  bezorgen- 
de (*). 

Het  Klooster  te  Citeaux  was  voor  dezen  aanwas 
te  klein  en  te  arm.  De  Abt  steven,  onderfleund 
door  den  Bisfchop  van  Cbalon ,  bezorgde  de  (lich- 
ting van  een  nieuw  Klooster  La  Ferte,  In  het  vol- 
gende jaar  11 14  werd  een  tweede  Klooster  Pontigny 
in  het  Kerspel  van  Auxerre  gebouwd, maar  het  der- 
de in  het  jaar  11 15  i^Clairvaux  werd  het  vermaard- 
fte  van  alle  ,  doordien  het  bernhard  tot  eerften 
Abt  kreeg,  die  onder  den  naam  van  /ibbas  Clarcz^ 
vallenfis  zoo  vermaard  is.  De  Abt  steven  ont- 
wierp vervolgens  eenen  grondregel  voor  de  thans 
ontftaande  Orde  van  Citeaux^  welken  hij  de  Oor- 
honde  der  Liefde  noemde ,  hoofdzakelijk  overeenkom 
jnende  met  den  regel  van  den  Heiligen  benedictus. 
Deze  regel  werd  door  de  Bisfchoppen  ,  in  wier 
Kerspel  Kloosters  van  deze  Orde  lagen ,  goedgcr 
keurd,  met  afdand  van  hunne  regten  op   dezelve, 

en 

(*)  De  Abt  WILLEM  van  St,   Thierry   bij    Rheims^  m 
Vit»  iS,  Bernhardi  Opp.  Bemh.  T.  VI. /•.    ii^z.  fnq. 

A5 


lo  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       en  ook  door  calixtus  IÏ  in  het  Jaar  1119  c"  <5oór 

BOEK     andere  Paufen  bekrachtiffd. 
VI 
Hoofdft.       D^  aanwas  van  deze  Orde   was   groot    en  fnel. 

na  C.  G.  Vijftig  jaren   na  derzelver    ftichting  telde    zij  reeds 

jaario73.  Abdijen,   welk   getal  eene    eeuw  daar   na  zelfe 

tot  15 17,  «^  -"     '  ° 

■■  tot  1800  was  aangegroeid.    Zoo  groot  was  de  roem 

der  Godzaligheid  van  deze  Orde  ,  dat  ieder  land 
Kloosters  van  dezelve  begeerde  te  bezitten.  Het 
was  echter  voornamelijk  de  roem  der  Heiligheid  van 
BERNHARDUS,  die  haar  zoo  veel  aanziens  gnf.  De- 
ze had  zich,  toen  hij  nog  Monnik  te  Citeaux  was, 
fchoon  zwakkelijk  van  ligchaara  ,  reeds  op  de  hard- 
fle  zelfsverloochening  en  boete  toegelegd.  Hij  zag 
en  hoorde  buiten  zich  bijkans  niets;  hij  beklaagde 
tiiets  zoo  zeer,  daii  den  korten  tijd,  welken  hij  aan 
den  flaap  bedcedde  ;  ook  gebruikte  hij  enkel  met 
tegenzin,  en  als  het  ware  tot  kwelling,  eenige  fpij- 
ze ;  hebbende  ook  door  menigvuldig  vasten ,  waken 
en  arbeid  zijne  maag  volftrekt  bedorven.  Onder  het 
arbeiden  liet  hij  niet  na  te  bidden ;  in  wouden  gaf 
hij  zich  over  aan  geestelijke  overdenkingen ,  zoodat 
hij  plag  te  zeggen  ,  dat  eiken  en  beuken  zijne  leer- 
meesters in  de  uitlegging  der  Heilige  Schrift  geweest 
waren.  Nadat  hij  Abt  te  Ckirvaux  was  geworden, 
verdubbelde  hij  deze  (Irengheid  van  levenswijze. 
Halfnaakt,  onder  koude  en  lang  waken,  gebruikte 
hij  meermalen  met  zijne  Monniken  enicel  een  moes 
van  de  bladeren  van  een*  beukenboom ,  en  hun 
brood,  uit  gerst,  haver  en  boonen  gemengd,  was 
zoo  ellendig,  dat  een  Monnik,  wien  het  eens  voor- 
ge* 


GESCHIEDENIS.  ii 

fezet  werd ,   het  onder  vele  tranen   heimelijk   weg-       V 

nam,  om  het  aan  anderen,  als  een  wonder,  te  ^'er-     ^^^^ 

toonen,  dat  menfchen ,  en  zulke  uitgemergelde  mi;n-  Hoofdft. 

fchen ,  daar  van  leven   konden.     Dan  verklaarde   hij  oa  C.  G. 

zich  voor  onwaardig,  dat  'er  iets   goeds  door  hem  T^'^'frf* 
" '  ^  tot  151 7« 

zou   kunnen   gefchieden  ;   dan  brandde   hij   van   Ibe-  ■ 

geerte,  en  zag  het  als  zijn'  eenigen  troost  aan,   (.^at 
hij  het  heil  van  velen  mogt  bevorderen.    Hier  voor 
gebeurden  hem  ook  ,  zegt  zijn  vriend  en  LevensfcK> 
fchrijver  willem,    die    rog    voor    hem    overleed  , 
Goddelijke  verfchijningen  ,  en  bijzonder   de  gave  der 
wonderwerken.    Hij  genas  zieken   op  eene  wonder- 
dadige wijze;  liet  midden  in   den  regen  eenen   Brii^f 
fchrijven,  zonder  dut  dezelve  nat  werd;   bande  eene 
verbazende  menigte  vliegen ,   die  een  Bedehuis   ver- 
vuld hadden,   zoo  nadrukkelijk  ,  dat  zij  alle   doodi 
nedervielen;  hij  liet  eenige  j')nge  Edelh'eden,   die  in 
de  vasten  zijn   Klooster  bezochten ,    en    zelfs  toen 
zich  niet  van   de  wapenen  wilden  onthouden,   bif.T 
te  drinken  geven,  waar  op  zij  onwederftaanbaar  ge- 
negen werden,   om  den  Monnikenftand  te   aanvaar- 
den;  hij    behield  in   eenen   twist  met    den    Duivd 
voor  Gods  Rigterfloel  de  overhand ;  hij  verdreef  ze* 
ven  Duivelen  uit   het  ligchaam    eener  Hertogin   van 
Lotharingen ,   en   wat  dies  meer   is ,   waar  van   de 
Levensbefchrijver  zegt   ooggetuige   geweest  te   zijn , 
en  ze  aan  zich  zelven  ondervonden  te  hebben.  Door 
dit  alles  verbreidde  zich  de  roem  van  heiligheid  van 
Clairvattx  door  geheel  Europa^    zoo  dat   men  aller- 
wege Monniken  van  daar  begeerde, terwijl  'er  ook  tel- 
kens nieuwe  Kloosterbroeders  in  hetzelve  aankwamen. 

De 


ta  KERKELIJKE 

V  De   berigten  van    dezen    willem   zijn  vervolgd 

*\fi'  *^'^°''  ^^"  ^^^  ERNALD  van  Bonneval ,  gelijk  niet 
Hootdft.  ''g^  ^^"  Heilige  van  de  Middeleeuwen  zoo  veel  Le- 
na  C.  G.  vensbefchrijvers  gehad  heeft,  als  bernhard.  IJve- 
«0^1517.  ^^^  ^^^  BERNHARD  volgeHs  dczcn ,  in  het  voor- 
■  ftaan  van  de  belangen  der  Paufen.    Ten  dien  einde 

te  Milaan  en  Pavia  gekomen  ,  verrigtte  hij  vele 
wonderen.  Naar  Clairvaux  terug  gekeerd,  had  hij 
het  genoegen,  van  verfcheidenen  van  zijne  Monni- 
ken tot  Bisfchoppen  te  zien  verkiezen  ,  ja  zelfs, 
eenen  tot  Paus ,  onder  den  naam  van  eügeniüS" 
lü,  gelijk  wij  in  de  Gefchiedenis  der  Paufen  ge- 
zien hebben ,  als  ook  hoe  veel  invloed  eernhard 
op  dezen  geoefend  heeft. 

Nu  vervolgt  een  derde  Levensbefchrijver,  gau- 
FRiED,  die  zijn  Geheimfchrijver,  en  naderhand  ,  Abt 
van  zijne  Orde  geweest  is ,  de  Gefchiedenis  van 
BERNHARD.  Dcze  befchrijft  ons  zijne  hoedanighe- 
den ,  en  onder  dezen ,  zijne  nederigheid ,  waar  door 
hij  fleeds  poogde  alle  verwondering  en  toejuiching 
te  ontgaan ,  en  zich  als  een  gewoon  mensch  te  ge- 
dragen. Onder  zijne  zeldzaamheden  meldt  hij,  dat 
hij,  door  zijne  onthouding,  allengs  alle  onderfcheid 
van  fmaak  in  het  eten  verloren  had.  Nog  zeldza- 
mer was  de  kracht  zijner  welfprekendheid  ,  waar 
door  zelfs  de  Duitfchers  ^  die  zijne  taal  niet  ver- 
ftonden,  nogtans  door  zijn  prediken  zoo  aangedaan 
werden,  dat  zij  op  hunne  borst  floegen,  en  tranen 
ftortten.  Hij  meldt  vervolgens  den  ongelukkigen 
iiitflag  van  den  kruistogt,  welken  bernhard  in  het 
jaar  1 147  bewerkt  had ,  en  welken  hij  poogt  te  ont^ 

fchul» 


GESCHIEDENIS.  i$ 

fchutdigen,  met  een  aantal  wondergenezingen ,  welke       V 
BERNHARD  ten    zclfdeu    tijde    verrigt   zal    hebben ;     "oek: 
Vervolgens    verhaalt  hij    de  dienften  ,  welke  bern-  Hoofdff. 
HARD  aan   de  Kerk  gedaan   zal  hebben  ,   door  het  ^  C.  G, 
onderdrukken  van  de  Ketterijen  van  abailard,  gil- {q^^^J^^^* 

BERT    VAN   porrei  ,   en    den   Monnik   hendrik  , 

waar  van  wij   op  zijne  plaats  meer  zullen  moeten' 
zeggen. 

Ten  aanzien  van   de  onophoudelijke  wonderwer- 
ken van  BERNHARD,  meldt  ons  gaufrïed   dit  bij- 
zondere:   dat  deze  heilige  man  het  met  zich  zelvr 
fïiet  eens  was ,  hoe  hij  zijne  wonderwerken  behoor- 
de te  befchouwen.    Eindelijk  zeide  hij,   uit  de   vol- 
heid  van  zijn  hart,  tegen  zijne  Monniken:    „  Ik 
,,  verwonder  mij  zeer,  wat  deze  wonderwerken  be- 
„  duiden    moeten ;    of   waarom    het  God  behaagd' 
„  heeft ,   dezelve  door  zulken  man  te  volbrengen. 
5,  Mij  dunkt,  dat  ik  van  deze  foort  van  wonderen' 
5j  niets  in  de  Schrift  gelezen   heb.     Want  fomtijds* 
„  zijn    wonderwerken    door    heilige    en    volmaakte 
„  menfchen ;  maar  ook  door  gewaande  Heiligen  ge- 
„  fchied.     ïk  ben  mij   zelven   noch  van  volmaakt- 
„  heid   noch   van   geveinsdheid   bewust.     Want  ik: 
„  weet,  dat  ik  zulke  verdienden   der  Heiligen  nief 
j,  heb,  die  door  wonderen  in  het  licht  moeten  ge- 
„  plaatst  worden;  doch  ik   hoop  ook,  niet  in  de* 
,,  klasfe  van  die  lieden  te  behooren,   die  vele  won- 
5,  deren  in  den  naam   des  Heeren  zouden   werken, 
,,  maar  van  den  Heere  niet  zullen  gekend  worden.'^ 
Naderhand  echter  had  hij  'er  iets   op  uitgevonden  j 
„  Ik  weet,  zeide  hij,  dat  zulke   wonderen  niet  op 

„  ds; 


^  KERKELIJKE 

V       „ds    heiligheid  van  eeirien  enkelen  ,  ma^r  op  het 

Bofin     ,,  h  eil  van  velen  doelen:  en  dat  God  in  den  men;-cb  , 
VI 
Hoofdft    3»  '^  ^^^  ^^'^"  ^^y  dezelve   werkt ,  niet  zoo   zeer  op 

na  C.  G.  „  di  volmaaktheid,  als  wel  op   dat  gevoelen   ziet, 

Jaario73'      q  01  den  menfchen  de  deugd  aan  te   prijzen,   wei- 
tot 1517.  "  o  r  j        1 
^             5,  hl  zij    gelooven  ,   dat  in  hem  gevonden  wordt. 

„  Want    deze   wonderen   gefchiedcn   niet   voor  die 
5,  g<  jnen ,   door  welken    zij    gefchieden  ,   maar  veel 
„  meer  voor  die,  welke  ze  zien  of  weten.  "    Met 
dit   al  fchijnt  het  toch,  dat  bernhard  in   der  daad 
gclo  lofde ,  dat  hij  wonderen  deed ;  dit  geloofden  dui- 
zend 3en  van  zijne   Tijdgenooten ;   tijdgenooten  verha- 
len 'er  eene  menigte   van   met   al   derzelver  onitlan- 
digheden.    En  nogtans  zou  men  te   voorbarig   zijn, 
indi  en  men  daar  uit  wiide  bewijzen  de  echtheid  van 
deziï   wonderen.     Trouwens  ,   dit  is  vooreerst  op- 
mcv  kelijk ,  dat  wij   in   de   fchriften   van  bernhard 
zelv  en    geen    gewag    van    zijne    wonderen    vinden. 
Een'ï  enkele  plaats   flechts   uit  zijne   Brieven  (♦)   is 
ten    c-.ezen  einde  door  mabillon   bijgebragt,  en  de- 
ze   zelfs  fpreekt  daar  van  niet  min   dan  duidelijk. 
AllcS  komt   dus    op   het    gezag  van   anderen   aan, 
Dar.r  en   boven   waren   die   tijden  gekenmerkt  door 
ligt  geloovigheid  en  onwetendheid,  welke  overal  won- 
der en  ontdekten  ,  zonder  te  onderzoeken  ,  zonder  dat 
iemand  üout  genoeg  ware,  hen  te  durven  tegenfpre- 
keii.    Ook  ontdekt  zich  in   de  meesten  dezer  won- 
denen het  bijzonder  oogmerk ,   om   aan   den  Monni- 
kealland  eer  en   aanzien  te   verfchaflèn,    en   andere 

wa- 
(*)  Ej>.  CCXLII.  T.  I.  O/;»,  p.  240. 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  NM  S.  15 

^if^n   2iel.fs  (jpgerijmd ,   bij  voorbeeld ,   het  bannen       v 
VAU  vliegen  uit  de  Kerk ,  en   de  gevolgen  van  deze     ^^^^ 
wonderen  waren  niet  een  zuiver,  rein  geloof  en  ver-  Hoofdft. 
betering  van    zeden ,   maar  eene   vereeriiig  van   den  na  C.  G. 
Heiligen  bernhardus,  tot  aanbidding  toe,  een  ijver  I^J'"'°73* 
001  ter  kruisvaart  te  trekken,  of  Monnik  te  wor- — — 5' 
^en,  of  de   Ketters  te   beftrijden  enz.    bernhard 
Zfi\{  was  met  wonderen  ingenomen,   zijn  gebed  was 
jneermalen,  dat  God   wonderen  mogt  doen,  dewijl 
de  Predikers  anders  door  hunne  woorden   niets  kon- 
den uitregten,    zoo  dezelve   niet  door  wonderteeke- 
fien  Ijekrachtigd  werden."    De  genen,  die  hem  ver- 
zelden ,  hadden  het  hoofd   zoo   vol  van  wonderen  , 
dat  men  menigwerf  in  het  gedrang  der  menigte ,  won- 
der! hoorde  roepen,  zonder  dat  zelfs  zijne  vrienden 
door  het  gewoel  zien  konden ,  wat  'er  eigenlijk  voor- 
gevallen was. 

Zijn  Levensbefchrijver  gunfrid  roemt  bijzonder 
zijne  zachtheid  en  nederigheid.  Zijne  zachtheid 
Itrckte  zich  zelfs  tot  de  dieren  uit,  zoo  dat  hij  me- 
nigen  haas ,  door  het  teeken  des  kruis ,  van  het  ge- 
weld der  honden ,  en  menigen  vogel  uit  de  klauwen 
van  havik  of  geit  verloste ;  men  kan  uit  zulke  Ibalt- 
jes  opmaken,  van  hoedanigen  aard  vele  der  wonde- 
ren waren ,  die  hem  worden  toegefchreven.  Ook 
zal  hij  bij  zijn  leven  afwezend  in  den  geest  aan  an- 
deren verfchenen  zijn,  onder  anderen  ,  aan  eenen 
Monnik ,  om  aan  denzelven  het  uur  van  zijnen  dood 
aan  ie  zeggen. 

Kort  voor  zijn'  dood  verzoende  hij  nog  de  flad 
'Jlaz  met  de  naburige  Vorsten.    Hij  overleed  den 

i2oilea 


i6  KERKELIJKE 

V  iolten  Augustus  1153.  Volgens  zijn  bevel,  werd 
fioEK  een  kistje  met  de  overblijfzelen  van  den  Apostel 
Koofdft.  THADDEus  in  het  graf  op  zijne  borst  gelegd.  Kort 
na  C.  G.  na  zijn  dood  verfcheen  hij  aan  meer  dan  éénen 
ï"^''^^°^^' Monnik,  ook  aan  amalrich.  Koning  van  ferifm 
„  zalem^  wien  hij   de   overwinning   op    de   Saracenen 

beloofde,  maar  te  gelijk  een  ftukje  van  het  kruis 
van  CHRISTUS ,  hetwelk  de  Vorst  om  den  hals 
droeg,  aan  denzelven  ontnam,  en  het  naar  Cïair^ 
vaux  bezorgde.  In  het  jaar  1274  heeft  alexander 
III  hem  onder  de  Heiligen  van  zijne  Kerk  geplaatst, 
wien  een  bijzondere  Feestdag  gewijd  werd,  en  iii 
het  jaar  1301  fchreef  innocentius  III  een  Kerk- 
dienst voor,  (^officium ^')  welke  op  dien  dag  gebruikt 
moest  worden. 

Wij  hebben  reeds  in  het  voorgaande  gelegenheid 
gehad ,  om  van  verfcheidene  van  zijne  verrigtingen 
te  fpreken  ^  en  hij  zal,  bij  gelegenheid  ,  ons  in 
het  vervolg  nog  voorkomen;  wanneer  wij  ook  vaft 
zijne  fchrif[en  zullen  fpreken.  Men  noemde  hem 
wegens  de  zachtheid  van  zijnen  flijl  den  honigvloeim 
lenden  Lteraar,  (^Doctor  meliifluus ^')  en  heeft  hem 
met  de  oude  Kerkvaders  gelijk  ,  ja  boven  hefi 
gerteld;  luther  zelf  achtte  hem  meer  dan  de 
oude  Kerkvade'-en,  alleen  vond  hij  hem  niet  regt- 
zinnig  in  de  leer  van  den  vrijen  wil;  ook  hebbeö 
hem  andere  Proteftantfche  Godgeleerden  als  een  god- 
vruchtig en  heilig  man  geprezen;  waar  uit  blijkt, 
welke  roemrijke  nagedachtenis  hij  bij  de  Nakome- 
lingfchap  heeft  nagelaten. 
Mialve  zijae  drie  Tijdgenooten ,  van  welke  wij 


GESCHIEDENIS.  17 

gefproken  hebben,  is  zijn  leven  in  de  naastvolgende       V 

tijden  nog  van  meer  anderen   befclireven  geworden,     ^®^* 

wier  werken   bij  de  uitgave  van  zijne  fchriften  ge-  Hoofdf!, 

voegd  zijn.    Een  onder  dezelven  (♦)  vermeerdert  de  na  C.  G* 

wonderverhalen  hem  aangaande  met  vele  voorbeel- 1''^^^°73* 

tot  1517* 
den.    Zoo  verloste  hij  eenS'  eenen  overledenen  Mon-  ..    1.  — 

nik ,  door  gebeden  en  Misfen ,  uit  het  Vagevuur  j 
waar  hem  de  Duivelen,  naar  zijn  eigen  verhaal,  in 
cene  verbazend  diepe  bron  nedergelatcn  hadden.  Als 
zijne  Monniken  eens  hunnen  nachtgodsdienst  hiel- 
den ,  zag  hij  bij  elk'  derzelven  een'  Engel  flaan , 
die  elks  gezang,  naarmate  hij  meer  of  miii  aandach- 
tig was,  met  goud  of  zilver,  of  inlct  of  water,  of 
in  het  geheel  niet  opfchrecf.  Als  hij  eens  in  de 
Kerk  alleen  bad,  en  onder  het  gebed  een  Crudfiks 
kuste,  merkte  een  Monnik  op,  dat  hetzelve  hem 
met  uitgebreide  armen  omliclsdc.  Aan  ftervenden 
gebood  hij  dikwijls,  met  goed  gevolg,  in  den  naam 
van  CHRISTUS  ,  hunnen  dood  voor  een'  bepaalden 
tijd  uit  te  ftellen.  Te  Freyburg  in  Brisgau,  wekte 
hij  eenen  overledenen  goddeloozen  lasteraar,  die  op 
het  punt  Hond ,  om  in  de  hel  gefleept  te  worden , 
weder  op,  en  gaf  hem  het  kruis,  om  naar  Jerufa^ 
hm  te  trekken.  Doch  onder  alles,  wat  dit  gefchiift 
van  dezen  Heiligen  verhaalt,  is  dit  het  zonderling- 
fte ,  hoewel  wij  in  het  voorgaande  bij  wonderge- 
fchiedenisfen  reeds  iets  dergelijks  ontmoet  hebben.  Als 

zijn 

(*)  T>e  Vita  S.  Bernh.  Abb.  Liber  VII.  excerptui 
ex  Libro ,  Ciii  titulin :  Exordium  magnum  Cistcrcieiife 
Dijlinct.  II. 

.  XVm.  Deel.  D 


18  KERKELIJKE 

V  zijn    lijk   onder  godsdienftige  ftatelijlïiieden    openlijk 

BOEK  ten  toon  lag,   en  zijne  wonderkracht  niet  ophield, 

Hoofdft.  ^'"^^  ^^"  ^^^^"  '■^  openbaren ,  die  hulp  bij  hem  zoch- 

na  C.  G  ten,  was  het  gedrang  der  aanfchouwers  zoo  groot, 

Jaano73.  ^^^  ^^^^  Bisfchoppen  en  Abten ,  die  daar  tot  de  uit- 

toc  isi/- 

,1  vaart  zamengekomen  waren ,  bijna  geen  eerbied  meer 

bewezen  werd.  De  Abt  goswin  van  Citeaux 
vreesde,  dat,  indien  dit  mogt  aanhouden,  de  ge- 
heele  Kloostertucht  te  Clairvaux  te  niet  zou  loopen. 
Na  eenige  raadplegingen  trad  hij  eerbiedig  tot  het 
lijk  van  den  Heiligen ,  en  verbood  hem ,  uit  kracht 
van  de  fchuldige  Monnikengehoorzaamheid  ,  voor- 
taan eenige  wonderwerken  meer  te  verrigten.  Sedert 
hielden  ook  de  openbare  wonderwerken  op;  hoewel 
hij,  in  het  geheim,  nog  voortging,  aan  fommigen, 
bijzonder  aan  zijne  Ordensbroederen ,  de  verzochte 
hulp  te  bewijzen. 

Zijne  Brieven  zijn  voor  ons  belangrijker,  dan  de- 
se  zijne  wonderdaden.  In  het  eerfle  Deel  van  zijne 
werken  komen  'er  419  voor ,  behalve  zulke ,  die 
door  anderen  aan  hem  gefchreven  zijn.  Deze  Brie- 
ven zijn  grootendeels  aan  Koningen,  groote  Heeren, 
Paufen,  Kardinalen,  Bisfchoppen,  Abten  en  Mon- 
niken gerigt,  en  betreffen  alle  foorten  van  Kerkelijke 
gevallen  van  zijnen  tijd,  in  welken  hij  groot  aandeel 
nam  gedurende  zijn  leven.  De  ftijl  dezer  Brieven 
is  wel  de  zuiverde  niet,  maar  toch  vloeijend  en  le- 
vendig, fomtijds  zelfs  geestig,  niet  zonder  zinrijke 
gedachten,  kort  en  puntig.  In  verfcheidene  der- 
zelven  zegt  hij  aan  de  Paufen  ftoute  waarheden. 
Dus  fchrijft  hij  in  deii  i78Iten  Brief  aan  innocen- 

TI- 


GESCHIEDENIS.  19 

TIUS  II  in  het  jaar  11 39,  dat  hij  uit  liefde  tot  hem       V 
de  algemeene  klagtcn  tegen    den  Pausfelijken  Stoel    ^^^^ 
wilde  voordragen;  dat  alle  geregtigheid  in  de  Kerk  f-jgof^jif^ 
te  grond  ging;  de  fleutels  der  Kerk  vernietigd  wer-  na  C  G. 
den  ;   en  het  gezag   der  Bisfchoppen  in  verachting  jot'^j^i^* 
geraakte ,  terwijl  de  Paus  en  het  Roomfche  Hof  on-  ■ 

deugende    Leeken ,    Kerkdijken    en    Monniken    be- 
fchermden  en  begunftigden. 

Hij  was  geftadig  de  groote  voorflander  van  het 
Monnikenleven ,  hetwelk  hij  zelf  in  de  uiterfle  flreng- 
heid  oefende;  voorts  was  hij  genoegzaam  de  aan- 
zienlijkfte  Kerkleeraar  van  zijn'  tijd,  die  zulk  een 
gezag  door  den  roem  van  zijne  godsvrucht  en  hei- 
ligheid verworven  had,  dat  zijne  flem  op  de  Kerk« 
vergaderingen,  bij  welke  hij  tegenwoordig  was,  het 
meeste  gold.  Zijne  gevoelens  omtrent  de  pligtea 
van  het  Monnikenleven  vertoonen  zich  allerdnide- 
lijkst  in  een  bijzonder  gefchrift :  Lwer  de  pracepto 
et  Dispenfatione  (*). 

In  dit  gefchrift  floeg  hij  een  zijdelingsch   oog  van  Twisttufi- 
minachting    op   de  levenswijze  der   Monniken  van  ^'^^^n  de 
Clugiiy.      Maar  omtrent  het  jaar  11 25  fchreef  hij  ken  vau 
een  bijzonder  fcherp  gefchrift  tegen  dezelven :  (^Jpo-  Clugny 
logia  ad  Gulielmum  S,  Theoderici  ahbatem)  (f).     In 
deszelfs  eerfte  afdeeling   verdedigt  bernhard  zich, 
tegen  het  verwijt,   als  of  hij   de  Orde   van   Clugnj 
wilde  hoonen,  en  erkent,   dat  ook  velen  van  zijne 
Cistercienfer  Monniken  niet  naar   den   regel  leven, 

C*)  Opp.  Tom   II.  p.  505-530. 
Cf)  Opp.  Tom.  II.  p.  53 f -545. 
B  a 


en  Cice» 
aux. 


at>  K  E  R  K  E  L  rf  K  E 

V  die  pelfen  dragen,  als  zij  gezond  zijn;  vleesch  en 
BORK  yet  etgn  ^  op  éénen  dag  drie  of  vierderlei  fpijzen  bij 
Hoofdft.  hun  brood  eten ,  iietwelk  de  Regel  verbiedt  ,  en 
ra  C.  G,  geen  handwerk  veriigten,  hetwelk  de  Regel  gebiedt. 
tot'^K'i'?  Doch  in  de  volgende  afdeeling  vaart  de  Schrijver  he- 
■.  vig  uit  tegen  de  menigvuldige   misbruiken  en  erger- 

nisfen  der  Monniken ,  onder  anderen  uitroepende  : 
„  Ik  ellendig  mensch!  waarom  leve  ik  dan,  om 
zulk  een  verval  van  onze  Orde  te  zien?  die  Orde, 
welke  in  de  Kerk  de  eerde  geweest  is;  ja  van  wel- 
ke de  Kerk  haren  aanvang  heeft  genomen,  die  on- 
der alle  op  aarde  aan  de  Engelenkoren  het  meest 
gelijkvormig,  en  aan  het  Hemelsch  yeruzakm  het 
naaste  is ,  zoo  wel  uit  hoofde  der  kuischheid ,  als 
uit  hoofde  der  brandende  liefde;  welker  (lichters  de 
Apostelen,  en  welker  eerde  voorbeelden  die  genen 
geweest  zijn,  die  paulus  zoo  dikwijls  Heiligen  ge- 
noemd heeft." 

Niets  heeft  ondertusfchen  den  Heiligen  bern- 
HARD  meer  kwaden  naam  veroorzaakt ,  dan  even 
dit  Boek.  De  Monniken  van  Clugny  ftonden  toen» 
maals  in  zoo  hoogen  roem,  dat  hij,  die  hen  durf- 
de berispen,  de  geheele  wereld  fcheen  te  veroordee- 
len;  ook  waren  zij  zoo  talrijk,  dat  bernhard  zich 
een  heer  van  tegen  dr ijders  op  den  hals  haalde.  Onder 
de  Brieven  van  bernhard  (*)  ftaat  een  lange  Brief 
van  PIETER  den  Eerwaardigst,  den  beroemden 
Abt  van  Clugny,  aan  den  Heiligen  bernhard,  in 
het  jaar  1134.     Deze  Brief,  welke  de  oorzaken  on- 

der- 
(*)  Episf,  229. 


HARD. 


GESCHIEDENIS.  ai 

derzoekt  van  den  twist  tusfchen  de    Cluniacenfer  en        V 
Cistercienfer    Monniken  ,    is   evenwel   geene  beant-     ^'^^^ 
woording  van  het  bovengemeld  gefchrift  van  bern-  Hoofdft. 

na  C.  G» 

Onder  het  Pausfchap  van  urbanus  IV,  omtrent  1^^  j^^* 

het  jaar  1264,  ontftond  'er  ook  verfchil  tusfchen  de • 

Cistercienfen  zelven  ,  over  de  verklaring  van  de 
hoofdoorkonde,  Cherta  caritatis  genoemd,  op  wel- 
ke de  Orde  van  Citeaux  gegrond  was,  welke  twist 
aanleiding  gaf,  dat  de  opvolger  van  urbanus  IV, 
KLEMENS  IV,  in  het  jaar  1265,  deze  oorkonde, 
door  eene  bijzondere  verordening,  welke  in  de  Orde 
Clementina  genoemd  wordt ,  cenigzins  verr.nderde, 
en  de  regering  en  het  regtsgebied  der  opperften  van 
de  Orde  nader  bepaalde. 

Terwijl  de  beide  0:dens   van   Chigny  en   Citeaux  Orde  van 

onderling  kibbelden ,   niet  alleen  over  de  llrengheid  ^''^°'^" 

^         mouu 
der  gebruiken,   maar  ook   over   de  Tienden,  welke 

die  van  Citeaux  aan  de  JMonniljen  van  Clugny  van 
zekere  landerijen  hadden  behooren  te  betalen,  welke 
twist  zoo  hoog  liep,  dat  die  van  Clugny  in  het  jaar 
II 50  het  Cistercie;:fcr  Klooster  k  Miroir  ten  gron- 
de toe  flooptcn ,  ontftonden  tegen  het  einde  der  Xlde 
eeuw  nog  twee  Ordens ,  die  beroemd  zijn  geworden, 
die  van  Grandmont  en  die  der  Karthuizers, 

De  eerfte  dezer  Ordens  werd  gefticht  door  ste- 
ven van  Tigerm,  gemeenlijk  naar  de  plaats  van 
zijn  eenzaam  verblijf  steven  van  Muret  genoemd, 
den  Zoon  van  eenen  Vicomte  'm  Am-er gne,  die  in 
het  jaar  1040  te  Thiers  of  Tigerno  geboren  werd. 
Van  zijne  ouders ,  die  hem  door  gebeden  ,  v.isten 
B  3  eu 


a«  KERKELIJKE 

V  en  aalmoezen  van  God  geloofden  gekregen  te  heb» 
BOFCK  jjen ,  van  jongs  af  aan  den  Godsdienst  gewijd  ,  ver* 
Hoofdil.  zelde  hij ,  in  den  ouderdom  van  twaalf  jaren ,  zijnen 
na  C.  G.  Vader  op  eene  bedevaart  naar  het  ligchaam  van  den  H. 
|^^'^j°^^"  NiKOLAUS  te  Bari  in  Beneden -Italië,  Op  de  terug- 
m-  reize  te  Benevento    krank  geworden,   bleef  hij   daar 

onder  het  opzigt  van  den  Aartsbisfchop  milon, 
die  hem  liet  opvoeden  en  onderwijzen,  en  wegens 
zi^ine  godzaligheid  tot  Onderdiaken  en  vervolgens  tot 
Diaken  benoemde.  Daar  was  ten  dien  tijde  in  Ka- 
lahrië  een  gezelfchap  JMonniken  ,  beroemd  door  de 
ftrengheid  van  hunne  levenswijze,  welke  door  den 
Aartsbisfchop  meermalen  in  zijne  Kerkredenen  ge^. 
prezen  werd.  Dit  wekte  onzen  steven  op ,  tot 
het  befluit,  om  ook  de  wereld  te  verlaten  ,  welk 
befliiit  hij,  met  bewilliging  van  den  Paus  grego- 
fiius  vil ,  in  het  jaar  1073  ten  uitvoer  bragt ,  en 
eene  Orde  (lichtte ,  bij  voorraad  naar  den  Regel  van 
den  Heil.  benedictus  ,  maar  fpoedig  fchreef  ste- 
ven aan  zijne  Monniken  eenen  bijzonderen  Regel 
voor,  in  welks  Inleiding  hij  hun  gebood,  dat  zij, 
gevraagd  wordende  ,  naar  welken  Regel  zij  leefden  ? 
zouden  antwoorden:  naar  den  Christelijken  Gods* 
dienst,  den  eerften  en  voornaamften  Regel,  namelijk 
van  het  Euangelie,  uit  welken  alle  Regels  zijn  voort» 
gevloeid.  Zelve  wilde  hij  niet  voor  een'  Monnik^ 
noch  voor  een'  Kanunnik^  noch  voor  een'  Khiizs^ 
paar  gehouden  zijn ;  namen ,  zeide  hij ,  die  te  Hei* 
lig  waren ,  of  te  groote  volmaaktheid  onderftelden , 
^an  dat  hij  zich  dezelven  zou  kunnen  aanmatigen, 
^erst  begaf  steven    zich  naar    Aureil  ^   eenige 

mij- 


GESCHIEDENIS.  23 

mijlen  van  Limoges  ^  alwaar  hij  onder  de  leiding  V 
van  GAUCHER  leefde,  die  daar  Opziener  van  een  '^°'J* 
Klooster  was.  Maar ,  als  deze  in  de  nabuurfchap  Hoofdf!. 
ook  een  Klooster  voor  Nonnen  ftichtte ,  begaf  ste-  na  C.  G. 
VEN,  duchtende,  dat  deze  nabuurfchap  voor  hem  j^J"°f|j 
gevaarlijk  mogt  worden ,  zich  in  het  jaar  1076  naar  ». 
Muret,  een'  berg  nabij  Limoges^  waar  hij  voor 
zich  tusfchen  eenige  digt  met  boomen  bewasfene 
rotfen  eene  hut  van  boomtakken  opfloeg.  Om  zich 
hier  geheel  aan  Christus  te  wijden,  ftak  hij  een' 
ring,  het  eenige,  hetwelk  hij  van  zijns  vaders  goed 
medegenomen  had,  aan  zijnen  vinger,  en  fprak  daar 
bij  de  woorden:  „  Ik,  steven,  verzaak  den  Dui- 
,,  vel  en  alle  zijne  pracht,  (^pompae^^  ik  geve  mij 
„  zelven  over  aan  God  den  Vader,  aan  zijn  Zoon, 
„  en  aan  den  Heiligen  Geest."  Thans  fchreef  hij 
zijne  gelofte  op,  welke  hij  op  het  hoofd  leide,  on- 
der het  uitfpreken  dezer  woorden:  „  Almagtig  m 
barmhartig  Heer ,  Vader ,  Zoon  en  Heilige  Geest ! 
die  gij  altijd  dezelfde  blijft,  leeft  en  regeert,  een 
drieëenig  en  eenig  God  !  Ik ,  Broeder  steven  , 
beloof,  dat  ik  u  ,  van  nu  af  aan ,  in  deze  woeftijn , 
in  het  Katholijk  Geloof,  dienen  zal,  en  daarom  leg 
ik  dit  fchrifc  op  mijn  hoofd,  en  fteek  dezen  ring 
aan  mijn'  vinger,  opdat  op  den  dag  mijns  doods 
deze  gelofte  en  dit  fchrift  mij  een  fchild  en  verde- 
diging tegen  de  lagen  mijner  vijanden  zijn  mogen. 
Ik  bid  u,  Heere,  dat  gij  mij  het  Bruiloftskleed  ge- 
ven ,  en  mij  onder  de  •  Zonen  der  Heil.  Kerk  ftel- 
len,  en  mijne  ziel,  wanneer  zij  uit  het  ligchaam  tot 
het  bruilofcsmaal  van  uwen  Zoon,  6  Heiligde  Va- 
B  4  der! 


24  KERKELIJKE 

V       <3er !  zal  overgaan ,    met  het  kleed   uwer  liefde    be- 

BOEK     ideeden,  en  met  alle  uwe  Heiligen  in  uw  Rijk  in- 

Hoot'drt.   brengen  wilt  enz."    Ook  voegde  hij   'er  nog  bij : 

na  C.  G.  „  Heilige  maria!  Moeder  van   onzen  Heere  jezus 

jaario73  (.^p^^jsTugf  aan  uwen  Zoon  en  aan  U  bevele  ik  mij- 
tot  15»/ 
n, ne  ziel  5  mijn  ligchaam  en  zin  aan  (*)." 

Sedert  leide  steven  eene  heel  gedirenge  levens- 
wijze. Eerst  maakten  kruiden  en  wortelen,  die  ne- 
vens hem  groeiden ,  zijn  voedfel  uit ,  tot  dat  eenige 
Herders,  zijn  verblijf  ontdekt  hebbende  ,  hem  nu 
en  dan  wat  brood  bragten,  hetwelk  hij  met  water 
gebruikte;  fomtijds  at  hij  meelpap,  zoo  laf  als  mo- 
gelijk was.  Vleesch  at  hij  nooit.  Tegen  de  be- 
kooringen des  vleefches  en  wellust  ging  hij  Reeds 
piet  een  ijzeren  panfier  op  het  bloote  lijf  bekleed  ; 
maar  ten  laatfien ,  zegt  zijn  Levensbefchrijver ,  had 
hij ,  in  een  geheel  uitgedroogd  ligchaam ,  eene  vol- 
komene overwinning  over  zich  zelven  bevochten.  Over 
dit  panfier  droeg  hij  's  winters  en  's  zomers  eener- 
lei ligte  kleeding.  Zijn  bed  ,  hetwelk  uit  twee  plan-^ 
ken ,  in  eene  zekere  diepte  van  aarde  gelegd ,  beftond , 
geleek  meer  naar  een  graf.  Alle  zijne  gebeden  ,  die 
hij  menigvuldig  deed ,  deed  hij  knielend ,  zoodat  hij 
niet  alleen  aan  handen  en  knieën  eelt  had ,  als  een 
kameel ;  maar  dat  hij  zelfs  zijn'  neus  krom  gebogen 
had. 

Een  jaar  lang  bragt  hij  in  deze  levenswijze  door; 
vervolgens    vervoegden   zich   nog  twee  anderen   bij 

hem, 

(*)  GERAUDi  Vita  S.  Stephani  in  Marlen,  et  Dnrand^ 
4mpU  Collcct.  VF.  SS.  T.  VI.  p.  1055. 


GESCHIEDENIS.  fl5 

hem.     Allengs  kreeg  hij    meer  nabootfers  ,    terwijl       V 

nog    anderen    hem    bezochten  ,     aan     welken    hii     ^°^'^ 
,  Vl 

onderwijs  en  vermaningen,  maar  ook  aalmoezen  uit-  HooWfï. 

deelde.    Die  bij  hem  bleven  ,   mogten  hem  niet  Abt  "^  C.  G. 

oï  Leermeester  .   maar  Verbeteraar.   (Correcteur .")  '^^^^°'^^' 

'   ^                   '^  tot  15 17. 
noemen.     Dat  zulk  een   man  in  die  tijden   fpoedig 

den  naam  van  wonderdoener  kreeg ,  behoeft  ons 
niet  te  verwonderen ;  gelijk  'er  dan  ook  wonderen  van 
hem  verteld  werden.  Hij  fiierf  den  Sdien  Februari] 
II 24.  Men  hield  de  plaats  in  de  Kerk  te  Muret 
verborgen  ,  waar  hij  begraven  lag ,  opdat  de  rust 
van  het  Klooster,  door  den  aandrang  van  het  volk, 
om  hem  te  vereeren,  niet  gelloord  mogt  worden, 
en  toch  gebeurden  'er,  zoo  men  zegt,  vele  won- 
deren. 

Naauwelljks  had  pieter  van  Limoges ,  die  aan 
STEVEN  was  opgevolgd,  vier  maanden  lang  het  op- 
zigt  over  het  Klooster  te  Muret  gehad ,  of  zekere 
reguliere  Kanunniken  van  de  Orde  van  den  Heil. 
AUGUSTiNus,  of  volgens  anderen  zekere  Benedictij- 
nen in  de  nabuurfchap,  maakten  aanfpraak  op  Mu- 
ret,  STEVENS  leerlingen  wilden  voor  dezen  onbillij- 
ken  eisch  liever  wijken ,  dan  te  twisten ;  zij  zochten 
des  eene  andere  verblijfplaats,  en  befloten  ,  in  de 
onzekerheid  der  keuze,  dat  hun  Prior  eene  Misfe 
zou  houden ,  en  God  met  hen  bidden ,  om  hun 
zulke  plaats  aan  te  wijzen.  En  nu  hoorden  de 
Prior  en  eenige  Monniken,  onder  het  bidden,  eene 
hemelfche  ftem ,  ^velke  tot  driemalen  toe  zeide :  naar 
Grandmont  !  Daar  op  gingen  zij  ,  vol  vreugde, 
naar  dQZQ  plaats.  Hechts  ééne  mijl  van  Muret  ge- 
3  5  la- 


«6  KERKELIJKE 

V  legen ,  alwaar  zij  zich  Kluizen  bouwden  ,  en  eene 
BOEK  kleine  Kapel ,  in  welke  zij  het  ligchaam  van  hun- 
Hoofdft.  "£ïi  ftichter  overbragten.  Zij  hielden  hier  weder  de 
na  C.  G.  plaats  van  zijn  graf  verborgen ,  om  den  toeloop  van 
^J^j'^l^^^"  volk  te  verhinderen,  doch  het  werd  fpoedig  ont- 
■  dekt,  door  de   wonderen  ,   welke    daar   bij   gebeur- 

den; weshalve  de  Prior  zich  genoodzaakt  zag,  uit 
vrees  voor  den  toeloop  van  menfchen  ,  naar  het 
graf  te  treden ,  en  den  Pleiligen  te  beftrafFen ,  dat 
hij  het  van  hem  geftichte  gezelfchap  van  den  engen 
weg,  welken  hij  hen  geleerd  had,  af-,  en  door 
2ijne  wonderen,  den  breeden  weg,  die  tot  het  ver- 
derf brengt,  opleiden  wilde,  dewijl  hij  in  hunne 
nabuurfchap  eene  jaarmarkt  aanleide.  „  Wij  zijn 
zoo  nieuwsgierig  niet ,  zeide  hij ,  dat  wij  uwe  won- 
derwerken zien  willen;  wij  gelooven  die  van  uwe 
Heiligheid  genoeg.  Wacht  u  dus,  in  het  vervolg 
zulke  wonderen  te  doen ,  welke  uwe  Heiligheid  prij^ 
zen,  maar  onzen  ootmoed  vernietigen!  Zorg  niet 
zoo  zeer  voor  uwen  lof,  dat  gij  ons  heil  zoudt 
vergeren !  Wij  bevelen  u  dit ;  wij  eifchen  het  van 
uwe  liefde.  Maar  indien  gij  anders  handelt,  zoo 
zeggen  en  verzekeren  wij  u  flandvastig  bij  de  ge- 
hoorzaamheid, welke  wij  u  beloofd  hebben  ,  dat 
wij  uw  gebeente  hier  uithalen  en  in  de  rivier  zullen 
werpen."  Volgens  het  oud  verhaal,  bij  zijn*  Le- 
Vensbefchrijver,  zijn  'er  nog  lang  daar  na  wonder- 
werken door  STEVENS  hulp  gefchied,  doch  niet  bij 
zijn  graf,  ten  miufle  niet,  dat  'er  een  toevloed  van 
menfchen  door  veroorzaakt  werd.  Genoeg ,  deze 
wonderen  bewogen  Paus   klemens  III  in   het  jaar 

1189, 


GESCHIEDENIS.  27 

1189,  op  aanzoek  der  Monniken   van   Grandmont ,       V 

zoo  als  zij  thans  genoemd  werden,   hunnen  Stichter     ^^^ 

onder  het  getal  der  Kerkheiligen  aan  te  nemen.  Hoofdfl. 

Meer  dan   vijftig  jaren  lang  werd  de   Regel  van  ^^  C.  G,> 

STEVEN    in    acht   genomen ,    zonder  befchreven  te  ''y!?{'^' 
°  tot  I  :>  1 7» 

zijn.  De  vierde  Prior  ^  steven  van  Lifiac  ^  (lelde  ., 
ze  omtrent  het  jaar  1141  in  gefchrift,  en  door  den 
zevenden  Prior  gerard,  den  Levensberchrij\'er  van 
den  Stichter ,  werd  deze  Regel  in  dien  vorm  gebragt, 
waar  in  wij  dien  nog  lezen.  D^'zelve  fcherpt  voor 
alle  dingen  armoede  en  gehoorzaamheid  in.  Alleen 
wanneer  de  Monniken  twee  dagen  zonder  eenige  on- 
derfleuning  te  genieten,  gebrek  aan  het  noodige  ge- 
leden hebben,  is  het  geoorloofd,  dat  twee  Monni- 
ken van  huis  tot  huis  aalmoezen  verzamelen.  Na- 
derhand hebben  de  Paufen  veel  in  dezen  Regel  ver- 
zacht, voornamelijk  innocentius  IV,  in  het  jaar  - 
1245,  die  verfcheidene  afdeelingen  verwierp. 

Onder  het  Priorfchap  van  steven  van  Lijiac  be- 
gon de  Orde  fneller  toe  te  nemen.  In  minder  dan 
30  jaren  kreeg  zij  meer  dan  60  Kloosters.  Deze, 
die  men  Cellen  of  Kluizen  noemde ,  waren  aan  het 
Klooster  Grnndmont  onderworpen.  Men  gaf  in  de 
Giftbrieven  aan  deze  Monniken  ook  den  naam  Bons" 
Hommes, 

Tusfchen  de  eigenlijke  Monniken  ,  Priesters  en 
Geestelijken,  en  tusfchen  de  Leekebroeders ^  (^Con- 
verfi,^  welke  zich  alleen  met  de  tijdelijke  zaken  der 
Orde  moesten  bezig  houden ,  ontftonden  dikwijls  he- 
vige twisten,  met  welke  Pausfen  en  Koningen  ge- 
moeid waren,  door  welke  de  Orde  in  verval  geraak- 
te,     ' 


s§  KEPvKELIJKE 

V       te ,  tot  dat  Paus  joannes  XXII  de  Orde  hervormde 

^?^J*     in   het    Jaar   1317  ,   en    tevens   het    Priorfchap   van 

Hoofdfi.   Grandmont  tot  eene  Abdij   verhief,   welker  eerften 

na  C.  G.  Abt  hij  zelf  benoemde. 

toE  I-Ï7      Gelukkiger  behield  eene  andere  Orde  der  Karthtii- 

■- zers ,  die  kort  na  die  van  Grandmont  gedicht  werd , 

Ordeder  j^^j-gj^  ^^^^  y^^j   ftrenge  levenswijze.     Zij  werd   ge- 
zers  ^e-     fticht  door  bruno  ,  omtrent  het  jaar  1040 ,  te  Keu- 
ilicht       jgfj  geboren.    Daar  in  de  Stiftsfchool  van  St.  cuni- 
EE.ÜJNO.     BERT  onderwezen,  begaf  hij  zich  naar  Rheims,  om" 
daar  in  de  Domfchool  zijne  kundigheden  uit  te  brei- 
den.   Hier  maakte  hij  zoo   groote   vorderingen,   dat 
hij  Kanunnik  en  Scholasticm ^   (Opziener  der  Dom-" 
fchole , )  werd ,  alwaar  hij  vele  Leerlingen  had ,  on- 
der anderen  otto  ,  naderhand  Paus  onder  den  naam 
van  URBANUS   II.     Ook   deed  hij   als  Kanfelier  der 
Kerk   te    Rheims  omtrent    het  jaar   1073    gewigtigê 
dienften. 

MANASSES  ï  was  toenmaals  Aartsbisfchop  van 
Rheims ,  een  trotsch ,  hebzuchtig  en  geweldig  Pre- 
laat, die  Kerken,  Abdijen  en  huizen  der  Kanunni- 
ken uirplunderde.  Hij  werd  daarom  in  eene  Kerk- 
vergadering te  Lions  in  het  jaar  1080,  onder  voor- 
zicting  van  eenen  Pausfelijken  Legaat,  afgezet;  en 
dit  vonnis  door  gregürius  VII  bekrachtigd.  Doch, 
als  de  Aartsbisfchop  zich  hier  tegen  met  de  wape- 
nen zocht  te  handhaven,  deed  de  Paus  hem  in  den 
ban,  en  federt  doolde  hij,  onder  zeldzame  lotgeval- 
len, in  verfcheidene  landen  rond. 

BRUNO  en  eenige  andere  Kanunniken  te  Rheims , 
(door    deze   buitenfporigheden   van  hunnen  Aartsbis-- 

fchop 


GESCHIEDENIS.  29 

fchop  geërgerd  en  bedroefd,    befloten  in   het   jaar      V 

1080,  de  wereld  scheel  te  verlaten.      Dus  verhaalt   [soek 

VI 
een   tijdgenoot  guibert,  Abt  van  Nogent,    Maar  ^qq^^jI^ 

tegen    het   einde    dtr  Xlllde  eeuw  vindt  men  eerst  na  C.  G« 

fporen  van  een  verhaal,  hetwelk  eene   geheel  andere  l^^^^°73'' 
^  '  '^  tot  1517-. 

beweegreden    opgeeft  ,   waarom  bruno    zich   in   de      „    -, 

eenzaamheid  begeven  heeft.  Dit  verhaal  komt  hier 
op  neder.  In  het  jaar  1084  (lierf  te  Parys  een  al- 
gemeen vereerd  Leeraar  aldaar,  die,  als  zijn  lijk  nu 
uitgedragen  zou  worden ,  op  ec;ns  riep  :  , ,  Ik  fia 
voor  het  oordeel  I "  Men  ftelde  zijne  begrafenis  uit 
tot  den  volgenden  dag ;  toen  riep  hij  andermaal : 
5,  Ik  ben  geoordeeld ! "  En  als  men  nog  eenen  dag 
wachtte ,  liet  hij  deze  woorden  hooren ;  „  Ik  ben 
door  Gods  regtvaardig  oordeel  verdoemd!"  bruno, 
ontfleld ,  dat  een  zoo  eerwaardig  man  verdoemd  zou 
zijn,  verloor  allen  lust,  om  langer  onder  de  men- 
fchen  te  blijven.  Hij  vermaande  zijne  leerlingen  , 
zes  andere  aanzienlijke  Leeraars  te  Parys  ^  hem  daar 
in  na  te  volgen,  hun  zijne  gezindheid  met  het  vol- 
gende versje  inboezemende: 

Linquo  coas  ranis,  cras  corvis ,  vanaqiie  vanfs, 
Ad  Logicam  pergo,  quae  mortis  non  timet  ergo. 

Vervolgens  begaf  hij  zich  met  hen  naar  den  Bis- 
fchop  HUGO  van  Grenohk ^  die,  reeds   vooraf  door 
eene    Goddelijke    openbaring  verwittigd,    hun   eene    • 
verblijfplaats  in  zijn  Bisdom  aanwees. 

Deze  vertelling  werd  in  het  Roomfche  Breviarium 
of  Gebedeboek ,  op  den  6  len  October ,  den  Feest- 
dag van  den  Heil.  bruno,  ingevoegd,  en   verkreeg 

dus 


•o  KERKELIJKE 

V       dus  des  te    meer   geloofwaardigheid   in   die.   Kerk* 

BOEK     Doch  in  het  midden  der  XVIIde   eeuw  heeft  Paus 

Hoofdfl.  URBANus  VIII  ze  daar  uit  laten   ligten  ;    evenwel 

na  C.  G.  werd  ze    nog    door   den  Jezuit    tfleophilï    ray- 

tot  i-i-  NAUD  en  den  Paryfchen  Godgeleerden  andreas  du 

M  ■!  saussay  verdedigd,  maar   door  joan  launoi  we- 

derlegd,    hoe  zeer   naderhand  de  Karthiiizers    nog 

gepoogd  hebben,  de  geloofwaardigheid  van  dezelve 

te  handhaven. 

Nadat  bruno  met  eenige  vrienden,  waarfchijnlijk 
in  het  jaar  loSo,  Rheims  verlaten  hadden,  leefden 
zij  eenigen  tijd  te  Saisfe  •  Font  ai  ne  ,  in  het  Bisdom 
Langres,  op  de  wijze  van  Kluizenaars,  bij  malkan- 
der. Doch  naar  grooter  volmaaktheid  ftrevende  , 
begaf  bruno  zich  op  raad  van  roeert  ,  Abt  van 
Büolesme  ^  met  zes  zijner  medgezellen,  onder  de  lei- 
ding van  den  Bisfchop  hugo  van  Grenohle,  Deze 
wees  hun  de  woestijn  van  Chartreufe  ter  woning 
aan  ,  een'  bijna  ontoegankelijken  oord  ,  tusfchen 
vreesfelijk  hooge  rotfen ,  die  bijna  altijd  met  fneeuw 
en  nevel  bedekt  waren,  twee  of  drie  Franfche  mij- 
len van  Grenohle,  Hier  bouwden  zij  kleine  Cellen 
of  Kluisjes  op  eenigen  afftand  van  malkander ,  in 
welken  altijd  twee  bij  eikanderen  woonden.  Deze 
plaats  heeft  aan  de  Orde  den  naam  Chartreux  gege- 
ven, waar  van  de  naam  Karthuizers  met  den  tijd 
ontflaan  is.  Het  begin  der  Orde  zal  in  het  jaar 
loSö ,  doch  waarfchijnlijker  in  1084  ,  te  plaatfen 
zijn. 

BRUNO  leide  bij  de  fiichting  van  zijn  nieuw  ge- 
zelfchap  den  Regel  van  den  Heiligen  benedictus 

tea 


GESCHIEDENIS.  31 

ten  grofidflag.    In  de  eerde  tijden  der  Xllde  eeuw       V 
feefden  deze  Kluizenaars  heel  flreiig.      Op   Zondag    *^^* 
deelde  hun  de  huisbezorger  brood  en  peulvruchten  uit ,  Hoofdfl, 
welke  ieder  voor    zich   zelven  kookte.    Eene  beek ,  nn  C.  G, 
door  hunne  Kluizen  rondloopende  ,  verfchafte  hun  j^!!"?f:?* 

tüt  i5i/» 

water.  Op  Zondag  en  hooge  Feestdagen  kregen  zij  i^.i 
kaas  en  visch ,  als  hun  die  van  iemand  gefchoiiken 
werd.  Als  zij  al  wijn  dronken,  was  dezelve  zoo 
verfchaald ,  dat  hij  niet  beter  was  dan  water.  Een 
geitenharen  deken  bedekte  hun  bloote  lijf,  ook  wa- 
ren zij  voorts  zeer  flecht  gekleed.  Zij  fpraken  bijna 
geheel  niet,  en  vraagden  alles  door  teekenen.  In 
hunne  Kerk  was,  behalve  een  zilveren  kelk,  geen 
de  minfte  fieraad.  Zekere  Graaf  van  Nivernois  zond 
hun  veel  zilvergereedfchap  ten  gefchenk ,  maar 
zij  zonden  het  hem  terug,  en  verzochten  daar  voor 
osfenhuiden  en  pergament ,  hetwelk  zij  noodiger  had- 
den, omdat  zij  zich  ijverig  bezig  hielden  met  bet 
affchrijven  van  Boeken ,  waar  van  zij  eenen  aanzien- 
lijken fchat  verzamelden.  Zij  ftonden  onder  ecnen 
Prior  ^  en  de  Aartsbisfchop  van  Grenohk  bekleedde 
de  plaats  van  hunnen  Abt. 

BRUNO  was  naauwelijks  zes  jaren  lang  hun  Op- 
ziener geweest,  toen  hij  in  het  jaar  1090  door  ur- 
BANus  II,  weleer  zijn'  leerling,  naar  Rome  ontbo- 
den werd  ,  om  hem  in  de  regering  der  Kerk  met 
zijnen  raad  bij  te  ftaan.  Hij  gehoorzaamde  ,  maar 
nu  verlieten  zijne  leerlingen  ook  fpoedig  Chartreufe  ^ 
evenwel  overreedde  hij  hen  dra  ,  om  deze  woon- 
plaats op  nieuw  te  betrekken.  Ondertusfchen  kon 
hij  het  Hofleven  te  Rome  niet  lang  verduren.    Ook 

vindt 


3ü  KERKELIJKE 

V  vindt  men  hem  reeds  in  het  jaar  1092   in  de  woes- 

BOEK     tLjn  te  Torre  in   Kalahriê .  alwaar  hij  eene   nieuwe 

VI  ■>  j 

Hoofdfl:.  Chartreufe  aanleide.  roger  ,  Graaf  van  SicilVè  en 
na  C.  G.  Kalabri'è ,  hem  op  de  jagt  ontdekt  hebbende ,  liet 
tot "^i  ^1^7'  ^^^^  ^^"  Klooster  voor  zijne  leerlingen  flichten,  die 
■  het  harde  Kluizenaarsleven   niet  verdragen  konden, 

en  hier  flierf  bruno   den  6den   October  iioi.      In 
zijne  laatfle  oogenblikken   leide  hij  zijne  Geloofsbe- 
lijdenis af,  inzonderheid  belijdende  ,   dat  brood  en 
wijn  na  de  wijding  op  het  altaar  het  ware  ligchaam 
en  bloed   van  christüs   zij.    Kort  na  zijn'  dood 
werden,  zoo  als  gewonelijk,  eene  menigte  wonderen 
van  hem  verhaald,  welke  van  zijne  heiligheid  moes- 
ten getuigen.     Evenwel  duurde   het  meer  dan  400 
jaren,  eer  hem  de  eere  der  Heiligverklaring  in  zijne 
Kerk  te  beurte  viel.     Eindelijk  vergunde  leo  X  in 
het  jaar  1514  aan  de  Karthuizers  ^  dat  zij  zijn  Feest 
jaarlijks   op  den   6den  October  zouden  vieren.    En 
nu  befloten  de  Monniken  van  zijn   Klooster  in   Ka^ 
lahri'è  zijn  ligchaam  uit  het  graf  te   nemen,   en  het 
met  alle  ftatelijkheid  onder  het  hoog  altaar  van  hun- 
ne  Kerk  te  plaatfen;  ja  opdat  de  godsvrucht  van 
zijne   vereerders    te    beter    voldaan    mogt    worden  , 
fcheidde  men  het  hoofd  van  het  ligchaam;   en  zorid 
een  gedeelte  van  het  onderfte  kinnebakken   met  twee 
tanden  naar    de  groot  e  Chartreufe  ;    terwijl  andere 
ftukjes  van  het  hoofd  onder  de    Karthuizen  aan  den 
Rhyn  en  te   Parys   medegedeeld  werden.     Eindelijk 
heeft  GREGORiüs  VII  zijnen  Feestdag  in  zijne  Kerk 
algemeen  ingevoerd. 
BRUNO  heeft  ook  het  één  en  ander  gefchreven, 

hoe- 


GESCHIEDENIS.  33 

hoewel   verfcheidene  fchriftcn,  die   op  zijnen  naam       V 
gaan,  aan  den  Bisfcliop   bruno   van   Segni  behco-    ^^^^ 
ren.    In  eene   veriilaring  van  de   Brieven   van  pau-  Hoofdft. 
LUS,   Expo  fit  io  in    omnes   Epistolas   D,    Pauli  ^  is  "^  C.  G. 
dit  merkwaardig,  dat  liij  de  leere  van  augustinus  [^^  ^^\^^ 
aangaande  de  eeuwige  voorverordiiiering  in  derzelver  ■ 

iiitgeflrektheid  heeft  aangenomen. 

Toen  BRUNO  ftierf,  waren  'er,  behalve  de  twee  UitbreJ- 
Karthuizen ,  in  Daufineé  en  Kalabri'è^  geene  ande- ^'"^  van 
re.  In  het  jaar  1137,  toen  hun  Prior  guigues  der  Kar- 
overleed ,  waren  'er  flechts  drie  nieuwe  in  Frankr^k  thuizers* 
bijgekomen.  Deze,  die  het  vijfde  opperhoofd  der 
Orde  was,  fchreef  haar  het  eerst  hare  verordenin* 
gen  op,  (Cartufice  Confuetudines ^  welke  vrij  flreng 
waren.  In  1258  vond  de  Prior  ruffer,  die  eigen* 
lijk  BERNHARD  DE  LA  TOUR  heette,  zich  genood- 
zaakt ,  deze  verordeningen  te  vernieuwen  ,  welke  ver- 
nieuwing in  een  algemeen  Kapittel  der  Orde  in  het 
jaar  1259  bevestigd  werd  ,  en  doorgaans  de  ouch 
Statuten  der  Orde  heet,  te  weten,  de  Orde  was 
ver  afgeweken  van  hare  oude  voorfchrifren  ,  waar 
van  de  Monniken  zich  Dispenfatien  hadden  weten 
te  bezorgen,  waar  door  de  Orde  bij  de  Leeken  ver- 
achtelijk was  geworden.  Zij  droegen  fraaije  klecde- 
ren ,  en  reden  op  paarden  met  kostbare  tuigen  enz, , 
waar  tegen  nu  nieuwe  voorfchriftcn  gemaakt  wer- 
den. Sedert  is  de  Orde  merkelijk  toegenomen^  ook 
in  rykdom  en  vermogen,  evenwel  hebben  de  Kat- 
thuizers  hunne  oorfpronkelijke  flrengheid  tot  in  <3e 
laatstverloopene  tijden  zoeken  te  bewaren ,  zoodat  Van 
deze  Orde  getuigd  wordt,  dat  zij  de  eenige  gebleven 

XVni.  Deel.  C  is. 


34  KERKELIJKE 

V       is ,  die  in  bet  vervolg  geene  hervorming  noodig  ge- 

BOEK      ijad  beeft. 

Hoofdrt.      Eenigermate    echter    mag  men  zeggen ,   dat  eene 

na  C.  G.  andere  Orde ,  die  namelijk  van   den  Heiligen  anto- 

jaario73.  ^j^^g      eene  meer    algemeen    nuttige    bedoeling  ter 

tot    I5I7  '  o  D  o 

..  hulpe  van  kranken  had.    De  Heilige  antonius   is 

Orde  van  uit  de  Gefchiedenis  der   IVde  eeuw,  als  het  eerfte 
.!ü^«,„c  voorbeeld  van  alle  Monniken    bekend.      Naar  hem 

AJNTOrMXUS 

noemde  het  gemeen  in  Frankryk  in  de  XI  en  Xllde 
eeuw  eene  vreesfelijke  ziekte  ,  van  welke  men  ons 
geen  naauwkeurig  denkbeeld  gegeven  heeft,  het  St. 
Anton'Cs  Vuur ^  hetwelk  ook  het  Heilige  Vuur ^  en 
in  eene  oorkonde  van  het  jaar  1254  zelfs  het  lleU 
fche  Vuur  genoemd  wordt.  Het  lid  van  het  lig- 
chaam  ,  hetwelk  daar  door  aangetast  werd  ,  ver- 
droogde zoo  zwart,  als  of  het  verbrand  was:  en 
men  vertoonde  nog  in  onzen  tijd  zulke  ledematen 
in  het  Hospitaal  van  het  vlek  St,  Antcine  'm.  DaU' 
finée;  fomtijds  rotte  zulk  een  lid  zelfs  wel  geheel 
af.  ANTONius  ,  die  onder  andere  wonderen  ook 
vele  ziekten  genezen  zal  hebben,  werd  bijzonder  als 
helper  in  deze  ziekte  aangemerkt. 

GASTON,  een  rijk  Edelman  iwDaufinée^  tegen  het 
einde  der  Xlde  eeuw,  was  de  Itichter  dezer  Orde ,  hij 
geloofde  zijne  gezondheid  wedergekregen  te  hebben, 
door  den  bijüand  van  den  H.  antonius,  wiens  lig- 
,chaam,zoo  men  voorgaf, in  1050  door  jocELiN,een 
V,  oornaam  Heer  in  dit  gewest ,  van  Konflantimpolsn  in 
eei  X  vlek  van  Daufinée ,  St.  Didier  la  Mothe  gebragt 
et7  i  iaar  in  eene  Kapel  der  H.  Maagd  geplaatst  was. 
öAsi  'on's  eenige  Zoon,  girinde  of  güerin,  van 

de. 


GESCHIEDENIS.  35 

déze  ziekte  aangetast  wordende,  begaf  gaston  zich       V 
naar  deze  Kapel ,  en  bad  om  de  herlleJling  zijns  Zoons ,     ^^^^ 
iriet  eene  gelofte,  dat  zij  beiden  zich  in  het  vervolg  Hoofdü. 
aan  lièt  oppasfen  en  verzorgen  van   kranken  zouden  n-^  C.  G* 
toewijden,  waar  op  de  Heilige  antonius,  zoo  luidt  fori5f7 
het  verhaal,  hun  verfcheen,  zijne  gelofte  aannam,   ■ 
en  te  gelijk  beval ,   dat  hij   en   aüen ,  die   zich   aan 
zlinen  dienst  zouden  overgeven,  zich   met  de  letter 
T  van  hemelsblauwe  kleur  zouden  teekenen  ,  welke 
hij  aan  gaston  op  de  punt  van  zijnen  flaf  vertoon- 
de ,  uit  welken  takken   voortfproten  ,   welke  de   ge- 
heele  aarde  bedekten,     gaston    vond  zijnen   Zooil 
gezond,   en  ook  gereed,   om   het  beloofde  te   vol* 
brengen.     Zij   begaven  zich   dan   terftond   naar  St, 
Didier  la   Mothe  ;  gaven  zich  en  hunne  goederen 
over  ten  dienlte  der  armen,   en  bouwden  een   Hos- 
pitaal naast  de  nog  onvoltooide   Kerk  ,    in    welker 
Kapel  het  ligchaam  van  den  Heiligen  lag. 

Nu  leiden  Vader  en  Zoon  den  28 den  Junij  1095 
hunne  wereldlijke  kleeding  af,  en  trokken  zwarte 
kleederen  aan ,  met  een  blaauwe  T  geteekend.  Spoe- 
dig verbonden  zich  nog  zes  andere  perfonen  met 
hen.  urbanus  II,  die  de  Katthuizer  Orde  be- 
vestigd had ,  bevestigde  ook  deze ,  toen  hij  in  het 
jaar  1096  de  Kerkvergadering  te  Clermont  hield. 
GASTON  was  de  eerfte  Grootmeester  zijner  Orde, 
en  bleef  zulks  tot  zijnen  dood  in  het  Jaar  1120. 
Paus  HONORius  III  vergunde  aan  deze  Orde  in  het 
jaar  1218,  daar  zij  tot  hier  toe  flechts  Leeken  ge- 
weest waren  ,  om  de  drie  Monnikengeloften  af  te 
leggen.  Zij  hadden  al  vroeg  verfcheidene  verfchillen 
C  a  met 


«6  KERKELIJKE 

V       met  de  Benedictijnen ,  doch  werden  door  de  Paus>» 

BOEK     fen  gehandhaafd,    bonifaciüs  VIII  verhief  hun  Op- 

Hoofdft.  perhoofd    tol  de    waardigheid    van   Abt,   en    veror- 

na  C.  G.  dende ,  dat  zij  naar  den  regel  van  den  HeiHgcn  au- 

Jaario73  q^stinus  leven,  en  zich  reguliere  Kanunniken  zou- 
tot 1517.  7  Ö 

.1,   -         den  noemen.    ]l)q.zq  Kanunniken   maakten  fpoedigen 
opgang,  voornamelijk  door  de  wonderen,  welke  bij 
het  graf  van  den  H.  antonius  gezegd  werden  te  ge- 
beuren ,  hetwelk  eene  menigte    Bedevaartgangers   tot 
zich  lokte.  —  Dat  de  Heilige  antonius  gewonelijk 
met  een  klein  verken ,   hetwelk  een    klokje  aan  den 
hals  draagt,  gefchilderd    wordt;   en    dat    zijne    Ka^ 
nunniken  met  een   klokje  of  fchelletje  huune  komst 
tot  het  inzamelen   van   aalmoezen   aankondigen  ,   en 
ook   van    het   gemeen    daarom  jaarlijks  een    gemest 
zwijn  ontvangen,  opdat  hun  vee  niet  van  het  An- 
tdui's  Vuur   aangetast  mogt    worden;   deze  omftan- 
dïgheden  mogen  op  het  getuigenis    van  eenen    Pro- 
tejlanifchen  Schrijver  berusten.      Eindelijk  had  deze 
Orde  cene  Hervorming  noodig,   welke   in   de  eerfte 
jaren  der  XVlIde  eeuw  tot  ftand  kwam ,   doch  al- 
leen door  de  Franfche  Kloosters ,  vier  Italiaanfche 
en  vier  Diiitfche ,  werd  aangenomen. 
Ordevnn       Doch  zeldzamer  in  hare  inrigting,   dan    alle    ove- 
Fonte-      j.jg2  Geestelijke  gezelfchappen ,  die   in   deze   eeuwen 
ontfliaan  zijn,  was  de  Orde    van  Fontevraud.    Der- 
zelver  {lichter  was  robert  of  rotbert  ,  hij  voert 
i\Q\\  bijnaam  van  Arhriszel  ^  naar  een  dorp  in   Bre" 
tagne^   hetwelk  thans    Alhrefec  heet,   in  het   Kers- 
pel van    Rennes ,  in    hetwelk  hij    omtrent   het  jaar 
1045  of  1047  geboren  werd.    Nadat  deze   in  eeni- 


GESCHIEDENIS.  37 

ge  fleden  \';in  Frankryk  onderhoud  en  onderwijs  ver-       V 

Icregen  had;  ging  hij  naar  Parys,  alwaar  hij  openlijk     ^^^^ 

■onderwiis  gaf  in   de  Godgeleerdheid.    De  Bisfchop  Hoofdlt. 

van  Rheïms  ^  die  geheel  ongeleerd  was,  verkoos  hem  na  C.  G. 

tot  zijnen  Fikaris ^  om  de  wanorden  in  zijn  Bisdom  J^'^"°73. 
•^                    '                                     •'                 cüt  1517. 
weg  te  nemen,  waar  in  hij  vier  Jaren   ijverig  werk- 

zaam  was;  doch  na  den  dood  des  Bisfchops,  be- 
ducht voor  den  haat  der  Kanunniken ,  die  hij  had 
zoeken  te  hervormen,  begaf  hij  zich  naar  Angers ^ 
waar  hij  andermaal  Leeraar  der  Godgeleerdheid  werd. 
Maar  ook  hier  vond  hij  het  zedenbederf  zoo  groot, 
dat  hij  befloot ,  der  wereld  geheel  vaarwel  te  zeggen. 
Zijn  eerfte  weg  bragt  hem  in  de  groote  en  woes- 
te wildernis  van  Craon  ^  waar  hij  in  gezelfchap  van 
eenen  Priester  een  ten  uiterfte  flreng  leven  aanving. 
Zijn  voedfol  beftond  uit  wortelen  en  kruiden  ;  de 
aarde  diende  hem  tot  een  bedde,  als  hij  den  flaap 
vólftrekt  niet  langer  weeren  kon,  en  in  plaats  dat 
andere  Kluizenaars  met  vellen  van  geiten  of  lamme- 
ren gekleed  waren,  droeg  hij  eene  borftelige  zwijnen- 
huid,  om  zijn  ligchaam  te  meer  te  kwellen.  Tegen 
zijne  bedoeling  werd  dit  voorbeeld  der  boete  fpoe- 
dig  bekend;  men  fnelde  van  alle  zijden  heen,  om 
hetzelve  te  bewonderen ,  en  velen  begonnen ,  onder 
zijn  opzigt,  hem  na  te  volgen.  Derzelver  getal  ver- 
meerderde zoo  fpoedig,  dat  zij  drie  gezelfchappen 
aanleiden,  een  van  welken  hij  zelve befluurde, terwijl 
hij  het  opzigt  over  de  beide  anderen  aan  twee  zijner 
leerlingen  opdroeg,  die  hij  voor  de  volmaaktften 
hield.  In  het  jaar  1094  bouwde  hij  voor  hun  een 
Klooster  en  fchreef  hun  den  zoogenoemden  regel  van 

C  3  den        . 


38  KERKELIJKE 

V       ^en  Heiligen  augustinus  voor.      Zij  verwisfelf?eti 

BOEK     na  eenigen  tijd  hun  armhartig  leven  met  de  inrigting 

Hoofdft.  ^^^  reguliere  Kanunniken,    robert  zelve  kreeg  in 

na  C.  G.  het   jaar  icpS    van    urbanus    II    bevel  ,  om    het 

Jaario73.  j^j.^jg  ^^  prediken  ,  hetwelk  hij  met  veel  ijver  deed, 

tot  1517.  ^  •'  ,  , 

j,j.  waar  door  hij  tevens  eene   menigte   aanhangers  voor 

zich   verkreeg,   voor    welke    hij    eene    verblijfplaats 
zocht  en  vond  in  de  Provintie  Poitou^  niet  ver  van 
de  ftad  Candes ^  in  een  wijd  veld,  met  kreupelbosch 
en    doornen    begroeid ,    hetwelk    men     Fontevraud 
noemde.      Hier  bouwde  hij  in  het  jaar   11 00  eene 
menigte  Kluizen,  en  dewijl  hij  aanhangers  van  beide 
kunnen    bad ,    leide    hij    ook    twee   onderfcheidene 
Kloosters    en  Bedehuizen    voor  hun   aan.     Vervol- 
gens hield  hij  zich   bezig,  om   ontuchtige  vrouwen 
te  bekeeren.     Te  Rouen  ging  hij  in  een  hoerhuis ,  en 
wist  al    deszelfs   bewoonflers   te   bewegen,    dat  zij 
hare  levenswijze  veranderden.     De  toeloop  tot  zijn 
gezelfchap  was  zoo  groot,   dat  hij   alleen  voor  de 
vrouwen  drie   Kloosters  oprigten  moest.     Het  ééne 
(/e  Grand  Moutier^  een  woord,  dat   uit  Monaste- 
rium  ontflaan  is,)  bevatte   300  maagden  en   wedu- 
wen; in  het  tweede,  (^de  Si.   Lazare,^  waren  120 
melaatfche  en   kranke;   maar  in   het   derde,   (de  Ia 
Magdelaine , )  de  gevallene.    Voor  de  mannen  werd 
een   groot    Klooster,  en    voor  de    beide  geflachten 
eene  gemeenfch appel ijke    Kerk  gebouwd,      robert 
zworf  ondertusfchen ,  als  Apostolifche ,   (of  Pausfe- 
lijke,)  Prediker,  geheel  Frankryk  rond,  terwijl  Paus 
PASCHALis  II  in  1106  zijne  Orde  bevestigde,  die  hij 
ook  vervolgens  oiimiddelijk  aan  den  Paus  onderwierp. 

Ou- 

i 


GESCHIEDENIS.  2<> 

Ondertusfchen  had  robert  of  roteert  aan  zij-       V 

ne  Orde  eeiie  zeldzame  en  in  hare  foort  ecnige  in-    ^^^-^ 

ligling  gegeven.    Devv'ijl  hij  dezelve   aan   de  Maagd  Hoofdfl. 

»iARiA  en   aan  den  Apostel  joannes  gewijd  had,  na  C.  G. 

geloofde  hij ,  ingevolge  de  woorden  van   den  Zalig-  i''''''"°73- 

maker,   die  aan   dezen    Apostel  zijne  Moeder,   als  — -— ' 

aan  eenen  Zoon  ,  had  aanbevolen ,  ( jToam,   XIX.  ^-^e  Or- 

«6.)  dat  zijne  Orde  onder  liet  beftuur  ecner  vrouw,  eene*^^  "^ 

die   de    plaats   van    marïa    vervangen    zou,    ftaan  vrouw  tot 

moest ,  en  dat  aan  de  Abdisfe   van  Fontevraud  niet  J?^^"""^" 

iter. 
alleen  de  vrouwen,  maar  ook  de  tot  zijne  Orde  be- 

hoorende  Monniken,  met  derzelver  Abten  onderge- 
fchikt  behoorden  te  zijn  ,  als  plaatsvervangers  van 
den  Apostel  joannes.  Deze  zeldzame  inrigting  is 
op  nog  zeldzamer  wijze  vervolgens  verdedigd.  Men 
heeft,  bij  voorbeeld,  gefchreven,  dai  de  H.  Maagd 
God  zelven  heftuurd  hehhe ,  nademaal  de  H.  Schrift 
zegt,  dat  JEZUS  zijne  moeder  onderdanig  geweest 
is  (*>  MABILLON  (f)  merkt  aan ,  dat  robert 
echter,  gedurende  zijn  leven,  het  hoofd  der  Orde 
is  gebleven,  die  hem  haren  Prczlatus  en  Magister 
noemde,  doch  heeft  echter  niet  kunnen  bewijzen, 
dat  bij  eenige  andere  Orde  foortgelljke  inrigting  heb- 
be  plaats  gedad,  als  robert  in  de  zijne  invoerde. 
Misfchien  had  deze  zeldzame  inrigting  zoo  veel 
of  meer  invloed  tot  uitbreiding  der  Orde ,  dan  de 
boetprecliking  van  robert  zelve.  Bij  zijn  leven  wa- 
ren 'er  reeds   3,000,  en  kort  na  zijn   dood  4   of 

SjOOO 
(*)  BAYLE  Dict.  Art.  Fontevraud. 
Ct)  Annal.Qrd,  S.  Bened.  T.  V.  p.  425.. 
C4 


40  KERKELIJKE 

V  5,000  Nonnen  enkel  in  het  Klooster  Fonfevraud» 
BOEK  dq  Regel  van  den  Heiligen  benedictus  was  het 
Hoofdft.  voorfchrifc  voor  al  de  leden  der  Orde.  Aan  allen 
na  C.  G.  was  het  vleescheten  verboden ,  zelfs  aan  de  zieken. 
10^1^17'^^  Nonnen  moesten  beftendig  zwijgen ;  alle  gemeen- 
■  .  fchappelijk  ter  Kerke  gaan,   en  met  het  flechtfte  la- 

ken gekleed  zijn ;  de  ftervende  mogten  de  Sacramen- 
ten alleenlijk  in  de  Kerk  ontvangen.  De  Monniken, 
die  niets  in  eigendom  mogten  bezitten,  waren  ver- 
pligt  te  zingen  en  de  Mis  te  hooren,  en  de  Lee^ 
Gebroeders  tot  handenarbeid.  De  eerfle  mogten  gee- 
ne  Parochiekerken  noch  Tienden  aannemen ;  eedzwee« 
ren  en  de  vuurproeve  waren  hun  verboden;  zij  had- 
den flechts  op  zekere  tijden  verlof  om  te  fpreken. 
Evenwel  gaf  robert  in  vele  opzigten  ontflag  aan 
zijne  Broeders  en  Zusters ,  maar  hij  zelf  overtrof 
allen  in  waken,  vasten  en  flecht  voedfel,  en  ging 
altijd  barrevoets. 

Hij  kon  echter,  met  al  zijne  vroomheid,  kwade 
vermoedens  en  achterklap  niet  ontgaan;  ook  werd 
liij  door  verftandige  lieden  tot  meer  voorzigtigheid 
vermaand.  De  beroemde  Abt  goffried  of  got- 
FRiED  van  Fendome  ^  naderhand  Kardinaal  gemaakt 
door  URBANüS  II,  fchreef  hem  (♦):  dat  hij  van 
hem  gehoord  had,  dat  hij  met  eenige  vrouwen  , 
wier  opzigt  hij  aanvaard  had ,  in  eene  te  gemeen- 
zame verkeering  zamenvvoonde ,  met  haar  dikwijls 
in  het  bijzonder  fprak.  Ja  zich  niet  fchaamde,  meer- 

ma- 
(*)  GOFFRED  Fendocin,  Libr,  IV,  Ep.  47.  in  sirmon* 
Dl  Opp.  T.  III.  p.  549. 


GESCHIEDENIS.  41 


malen  bij  en  met  haar  te  flapen.  „Daar  door  fchijnt       v 
„gij  u  zelven,"    dus   vervolgt  hij,    „  gelijk  gij     boek 
j,  voorgeeft,  het  kruis  des  Heeren   Verlosfers  waar-  Hoofdfi. 
p,  dig  te  gedragen,  naardien  gij  de  verkeerd   ontfto-  na  c.  G, 
.,  kene  drift   des  vleefches  poogt  uit  te  blusPchen.  r^''''°/'5- 

5,  Indien  gij  dit  thans  doet ,  of  eens  vooral   gedaan 

5,  hebt,  dan  hebt  gij  u  een  nieuw  ongehoord,  maar 
„  onvruchtbaar  foort  van  Martelaarfchap,  (^  Martijd 
^j  rium  ^^  uitgevonden."  Verders  onderhoudt  de 
Abt  den  goeden  robert  over  het  onvoegzarae, 
onvoorzigtige  en  gevaarlijke  in  dit  zijn  gedrag.  Men 
heeft  aan  de  echtheid  van  dezen  Brief  wel  willen 
twijfelen,  maar  vergeefs,  en  mabillon  erkent  zel- 
ve, dezen  Brief  in  een  Handfchrift  te  Florence  ge- 
zien te  hebben,  hoewel  hij  uit  het  Handfchrift, door 
siRMOND  gebruikt,  was  uitgefcheurd.  Ook  is  'er 
nog  een  andere  Brief  van  foortgelijken  inhoud,  wel- 
ke  aan  robert  gefchreven  zal  zijn  door  riarbod, 
Bisfchop  van  Rennes;  bayle  is  breedvoerig  over 
dit  een  en  ander  in  zijn  Woordenboek,  hoewel  hij 
in  de  herhaalde  uitgave  van  dat  werk  erkent ,  dat 
'er  geen  ergerlijk  gedrag  bewezen  is. 

ROBERT  v^n^rbrisfelles  overleed  in  het  jaar  11 17, 
in  het  Klooster  Orfan  in  Berry.  In  het  vervolg 
verminderde  het  getal  der  bewoneresfen  van  Fonte- 
yraud  zoodanig,  dat  het  in  het  jaar  1248  flechts  700 
bedroeg,  ja  40  jaren  daar  na  tot  360  gedaald  was  5 
jnaar  daartegen  had  de  Orde  ook  in  Spanje  en  En* 
geland  Kloosters  aangewonnen.  Naderhand  ger;iakfe 
zij  in  Frankryk  zoo  in  verval ,  dat  de  Paufen  fcdert 
bet  midden  der  XVde  eeuw  meer  dan  eeus  op  eene 
C  5  Her- 


4»  .KERKELIJKE 

V       Hervorming  derzelve   bedaclit  zijn  geweest ,  wellie 

soEK     ,31^1-  zonder  tegenftand  aangenomen  werd  (*). 

Hoofdfl.      -ï^o^  veel  gelijkvormigheid  *er   ook   ware   tusfchen 

na  C.  G.  de  zoogenoemde  reguliere  Kanunmken  en   de  il/ö/?- 

■*^^^*°^^' «//t^;?,  zoodat  men  zelfs   van   den  éénen  (land  lig- 

telijk    overging  in   den   anderen,  greep   'er  nogtans 

Twisten    j^y  aanhoudendheid  een  naarijver  plaats  tusfchen   de 

T*i  1  ^  \C  il  f*  n 

de  Moii-  ^^"^  ^"  anderen;  te  meer,  omdat  het  niet  zelden 
nikenen  gebeurde,  dat  aan  de  Monniken  de  plaatfen  en  goe- 
Knnunni-  ^gj.gj-j  ^^-^  Kanunniken  gegeven ,  of  deze  in  het  bezit 
van  de  eigendommen  der  Monniken  gcfteld  werderv 
Ook  betwistten  ^t  Kanunniken  aan  de  Monniken,  het 
regt,  om  Kerkelijke  ambten  te  beklceden.  —  Ee^ 
der  voornaam üen,  die  de  vooriegten  der  Kanunni' 
^en  boven  de  Monniken  ten  hoogfien  top  verhief, 
was  LAMBERT,  Abt  van  Si.  Rt/fus,  in  eenen Brief, 
gefchreven,  omtrent  het  jaar  iiio  (f).  Maar  aan 
den  anderen  kant  hebben  de  Monniken  eenen  uit- 
muntenden voordander  gevonden  in  den  bekenden 
AT5ELARD ,  die  iiisgelijks  in  eenen  Brief  hunne  waar- 
digheid nadrukkelijkst  verdedigde,  gelijk  ook  zijn 
Tijiigenoot  rupert.  Abt  van  Duits;  en  inderdaad 
neigde  ook  de  menigte  tot  hooger  vereering  van  den 
Monnikenftand ,  gelijk  ook  de  Monniken  thans  niet 
eens  altijd  de  Priesterwijding  noodig  hadden,  om 
als  openlijke  Leeraars  te  kunnen  optreden.  Desniet- 
temin bezat  de  zoogenoemde  Wereldlijke  Geestelijk- 
heid 
(*)  iiELYOT  Eijioire  des  Ordres  Monajiiques  Tom.  VI, 

r.  86.  fqq- 

(t)  ïn  MiiiiTEKE  Thcs.  Jnecdot.  T.  I.  p.  329-332. 


GESCHIEDENIS.  43 

lieid  toch  het  gewone  Leeraarambt;  de  Kanunniken       V 
handhaafden  zich  door  hunne,  rijke  ftichtingen ,  en     ^°^* 
doordien  zij  de  naasten  waren ,  om  den   Bisfchoppe-  Hoofdft. 
lijken  Stoel  te  bezitten ,  in  fpijt  van  de  buiteufporig-  na  C.  G. 
heden,  waar  mede  zij  befciiuldigd  werden,  en   die  Jot^Jj^^l 
zij  zochten  te  ontgaan,   door  herhaalde  Hervormin-  . 
gen  van  hunnen  ftand.    Van  daar  in  dit   Tijdperk 
verfcheidene  Congregatien  of  verzamelingen  van   r«- 
guliere    Kanunniken.     Zoo  oniftonden  in  liet  jaar 
II 14  te  'Jeruzalem  de  reguliere  Kanunniken  van  het 
Heilige  Graf,  die  door  den   Patriarch   arnülf   be- 
wogen   werden,  om  zonder  eenig  bijzonder  eigen- 
dom zamen  te  wonen,  en  die  door  Paus   calixtu? 
II  in   110.2  bevestigd   zijnde,  zich   ook  in  Europa 
voortplantten.    Nog  vermaarder   werd   de   Congrega- 
tie der   Kanunniken  van   den   Heiligen   victor   te 
Parys.    lodewyk  de  Dikke  liet  deze  Abdij  omtrent 
het  jaar  1113  voor  hun  bouwen,  toen  willem  van 
Champeaux ,  Aartsdiaken  in  die  Hoofdflad ,  zich  fe- 
dert  het  jaar  1108  met  zijne  talrijke  leerlingen  in  de 
Kapel  van   Si.  Fictor   begeven   had,  om   daar  zijij 
onderwijs  te  vervolgen.      Kort  daar  na  hebben  de 
beide  Kanunniken,  hugo  en  richard  van  St.  FiC' 
tor,  den  roem  van  het  Klooster  bijzonder  vermeer- 
derd.     De    ftrenge  orde,  welke    in  hetzelve  werd 
waargenomen ,   wekte    verfcheidene    Collegiaatkerken 
en  Kloosters  van  deze  foort  op,   om  zich  met  dit 
Klooster  in    ecne   Congregatie  te  vereenigen;   doch 
welke  naderhand  weder  gefcheiden  is. 
Onder  al  de  Hervormingen   der  Kanunniken   heefc  Orde  der 

^ich  echter  geene  zoo  uitgebreid,  en  zco  veel  aan- P''"'"°"" 

ftrr.tenfen 
zien 


44  KERKELIJKE 

V  zien  en  rijkdom  verworven,  als  de  Orde  der  Pre- 
eoEK  fnonftratenfen,  bartholomeus  ,  Bisfchop  van 
Hoofdft  Laon^  wilde  omtrent  het  jaar  1119  onder  de  Ka- 
na  C.  G,  nunniken  dezer  ftad ,  die  reguliere  heetten ,  hoewel 
jaario73.  ^j;  gygn  200  ongeregeld  leefden,  als  de  meeste  an- 
.  deren ,.   eene    hoofdverbetering    invoeren.      Hij   ver- 

en derzel- gocht  daarom  den  Paus  calixtus  II,  die  zich  toen 
<ter  NOR.' ^"  Fr^nkryk  onthield,  om  zich  daar  toe  van  den 
3ERT.  Apostolifchen  Boetprediker  norbert  te  mogen  be- 
dienen. Deze  NORBERT  was  in  het  jaar  1082  te 
Xanten^  eene  ftad  in  het  Hertogdom  Kleeft  uit  het 
geflacht  der  Heeren  van  Gennip ,  geboren.  Na  eenig 
onderwijs  genoten  te  hebben  ,  werd  hij  door  den 
Aartsbisfchop  frederik  van  Keulen  tot  Onderdia' 
ken  gewijd,  en  kreeg  eene  Kanunniksplaats  in  zijne 
vaderftad;  vervolgens  kwam  hij  aan  het  Hof  van 
den  Aartsbisfchop,  alwaar  hij  te  Keulen  nog  eene 
Kanminiksplaats  kreeg.  Na  eenigen  tijd  begaf  hij  zich 
aan  het  Hof  van  den  Keizer  hendrik  V ,  die  hem 
tot  zijn'  Hofkapellaan  benoemde,  en  hem  meermalen 
raadpleegde.  Met  dezen  Vorst  reisde  hij  ook  in  het 
jaar  11 10  naar  Italië^  en  was  tegenwoordig,  toen 
Paus  PASCHALis  II  met  zijne  Kardinalen  op  bevel 
des  Keizers  gevangen  werd  genomen.  Doch  nor- 
bert  had  daar  van  zoo  groote  droefheid,  dat  hij 
zich  bij  den  gevangenen  Paus  vervoegde,  en  hem 
te  voet  viel,  om  vergeving  biddende,  dat  hij  door 
zijne  tegenwoordigheid  daar  aan  deel  fcheen  geno- 
men te  hebben,  hendrik  in  Dtiitschland  terug  ge- 
keerd ,  droeg  aan  norbert  het  Aartsbisdom  Ka- 
fjiev^k  op  j  maar  norbert  bedankte ,   omdat  hij  de 


GESCHIEDENIS.  45 

ïnyestituur  des  Keizers  niet   ontvangen  wilde.    On-       V 

der  groote  ontwerpen,  om  in  de  Kerk   tot   hooger    °°^* 

ftaat  te  komen,  reed  norbert  eens  in  het  jaari 1 14  f^QQ^y^^^ 

een  toertje ,  van  eenen   bedienden  verzeld ,  naar  het  na  C.  G. 

ftadje  Freden,  niet  ver  van   Kanten,      Onder  weg  Pj"°f?" 

COC  1 5 1 7» 
overviel  hem  een  onweder;  zijn  bediende  vermaande  , 

hem  terug  te  keeren.  Vergeefs.  Onverziens  —  zoo 
verhaalt  eene  oude  Levensbefchrijver  van  norbert  , 
riep  hem  een  (lem  van  den  Hemel  toe :  Waarom 
hij  JEZUS  vervolgde  en  zich  kantte  tegen  zijne  be- 
flemming,  waar  toe  hij  verordend  was?  Op  deze 
ftem  volgde  een  blikfemftraal ,  die  norbert  van  het 
paard  en  diep  in  den  modder  floeg.  Hier  lag  hij, 
een  uur  lang ,  voor  dood ;  toen  hij  weder  bijkwam , 
geloofde  hij  van  God  tot  bekeering  geroepen  te  zijn 
ea  voelde  berouw  van  zijne  vorige  zonden. 

Sedert  deze  gebeurtenis  ,  die  vrij  duidelijk  eene 
nabootfing  is  van  de  bekeering  van  paulus,  befloot 
norbert  tot  eene  geheele  verbetering  van  zijn  le- 
ven. Hij  maakte  daar  van  een  begin  met  vasten, 
en  trok ,  onder  zijne  praclitige  kleederen ,  een  haren 
hemd  aan.  Vervolgens  begaf  hij  zich  onder  het  op- 
zigt  van  den  Abt  conon,  (chuno,)  van  Siegberg; 
en  onderging  al  de  godvruchtige  oefeningen  van 
eenen  boeteling,  ook  (lichtte  hij  het  Klooster  F«r/7f/;- 
herg  bij  Xanten,  In  het  jaar  11 15  werd  hij,  op 
zijn  ernflig  aanhouden,  door  den  Aartsbisfchop  van 
Keulen  tot  Diaken  en  Priester  ingewijd.  Zich  ver- 
volgens 40  dagen  lang  in  het  Klooster  Furjfenberg 
voorbereid  hebbende ,  hield  hij  zijne  eerde  Misfe  te 
Xanten^  welke  hij  afbrak  door  eene  kleine  rede  over 
::  de 


4Ö  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V"      de  ijdelheid  en  het  gevaar  van   de  wereldfche  groot- 
BOEK     jieid    en  vermaken ,  vermanende    zijne    Kanunniken 
Hoofdft.  ^^^  verandering  van  levenswijze.    Als  hij  deze  ver- 
na  C.  G.  maningen  dsn    volgenden   dag   in  het    Kapittel  der 

^^""^i^ï^r  Domheeren  herhaalde,  voer  een  Geestelijke  heviff  te- 
toc  15 17'  ■>  o 

-  gen  hem  uit  met  fcheldwoorden ,   en  fpoog  hem  in 

het  gezigt.  norberg  verdroeg  dit  met  geduld  ,  en 
dankte  God,  dat  hij  hem  een  zoo  roemrijk  lijden 
toezond.  Zijn  ijver  in  de  werken  van  Godzaligheid 
werd  verfterkt  door  een  geval,  hetwelk  hem  gebeur- 
de, als  hij  de  Mis  las.  Eene  groote  fpin  viel  in 
den  gewijden  wijn,  norbert  had  ze,  volgens  Ker- 
kelijk gebruik,  'er  kunnen  uithalen,  omfpoelen  en 
verbranden,  en  de  asch  in  het  water  werpen,  of  in 
de  Sacristie  verbranden,  maar  zijn  geloof,  dat  zij 
hem  in  het  bloed  van  Christus  niet  fchacien  kon, 
was  zoo  groot ,  dat  hij  ze  doorflokte ,  en  zijn  ver- 
trouwen werd  vervuld. 

Zl-n  buitengewoon  gedrag  verwekte  hem  meer  vij- 
anden behalve  de  Geestelijkheid.  Als  de  Pansfclijke 
Legaat  conon  in  het  jaar  11 18  eene  Kerkvergade- 
rhig  te  Frizkr  hield,  werd  hij  door  de  Aartsbis- 
fchoppen,  Bisfchoppen  en  Abten  bij  den  Legaat  be- 
fchuldigd  ,  als  een  onrustig  en  hoogmoedig  man. 
nor  bert  verdedigde  zich,  maar  vond  weinig  heul 
bij  den  Legaat.  Eindelijk  befloot  hij,  in  Apostoli- 
fcbe  armoede,  in  vreemde  landen  te  prediken;  hij 
ieide  dan  al  zijne  Kerkelijke  waardigheden  neder , 
verkocht  zijne  aanzienlijke  goederen,  en  deelde  het 
geid  onder  de  armen;  vervolgens  floeg  hij  op  weg, 
als  een  rondzwervend  Prediker,  alleen  verzeld  van 

twee 


GESCHIEDENIS.  47 

twee  bedienden,  ziine  reisgenooten.    Dus  kwam  Mj,       V 
gekleed  in  eene  grove  pij  en  barrevoets,  ie  Sf.  GaU    ^^^^ 
ies  in  Provence,  alwaar  de  Paus    gelasius  II  zich  Hoofdfl, 
toen  bevond,  van  wien  hij,   in  het  jaar   1118  ,  de  na  C.  G, 
vrijheid  verwierf,  om  als  Boetprediker  rond  te  f  ei-  ;qj"^JJ^5' 
zen.  ^ 

Op  deze  wijze,  trok  hij,  als  een  landlooper,  half 
naakt  met  een  bedelaarsrok ,  en  als  een  boeteling, 
Verfcheidene  Provinciën  van  Frmikryk  door.  Te 
Orleans  bekeerde  hij  cenen  Onderdiaken  ^  die  hem 
voorts  verzelde.  Te  Valencien  ondervond  hij,  dat 
de  inwoners  geen  Hoogduitsch  verftonden ,  zoo  min 
als  hij  Fransch  fprak.  —  Dit  moet  zeker  bevreem- 
den, dat  hij  dit  niet  reeds  eer  ondervonden  had.  — 
Hoe  het  zij ,  hij  bad  God ,  dat  hij  wilde  geven ,  dat 
hij  voor  zijne  Toehoorders  in  eene  vreemde  Taal 
verftaanbaar  werd :  Dit  gebeurde  ook ,  zegt  zijn  Le- 
vensbefchrijver ,  en  dit  wonder  bragt  in  elke  ftad 
wonderbare  bekeeringen  voort,  iiugo  des  fossees  , 
Kapellaan  van  burkard,  Bisfchop  van  Kameryk^ 
Werd  zijn  aanhanger,  en  is  naderhand  zijn  opvolger 
geweest.  Van  dezen  verzeld,  voer  hij  voort,  al 
reizende  te  prediken  ,  en  overal  goed  te  ftichten. 
Als  hij  in  de  nabuurfchap  van  Gemblours  twee  vij- 
anden wilde  verzoenen,  en  de  één  zich  niet  wilde 
laten  verzoenen,  wilde  deszelfs  paard  niet  van  de 
plaats,  voordat  hij  naar  norbert  geluisterd  ha.i. 

CALIXTUS  II,  die  ten  dezen  fijde  Paus  was, 
hield  in  het  jaar  1119  de  vermaarde  Kerkvergadering 
te  Rheims.  Op  dezelve  verfchenen  ook  norbert 
en  HUGO,  en  verwierven  van  den  Paus  bevestiging 

van 


4$  KERKELIJKE 

V  van  het    verlof,  om  te  prediken,  door  voorfpraa^ 

BOEK  van  BARTHOLOMEUS,  Bisfchop  van   Laon  ^  die  ook 

Hoofcin.  befloot,  NORBERT  te  gebruiken  tot  Hervorming  vati 

na  C.  G  zijne  Kanunniken  te  Laon  ^  waar  toe  de   Paus   hera 

jaario73  ^^        zijnen  zin  noodzaakte»    norbert  deed  echter 

tol  1 5 1 7  • 

— vergeeffche  moeite,  waarom  hij  van  deze  onderne- 
ming afzag,  hoewel  hij  den  Bisfchop  niet  kon  wei- 
geren, om  in  deszelfs  Kerspel  eene  verblijfplaats  te 
zoelven.  Bij  verfcheidene  plaatfen,  die  hem  in  het 
Jaar  1120  gewezen  werden,  vond  hij  in  het  gebed, 
dat  het  Gods  wil  niet  was,  dat  hij  zich  daar  neder- 
zette. Eindelijk  bragt  hem  de  Bisfchop  op  een  der 
ruwfte  en  afgelegenfte  oorden,  in  een  Dal  in  het 
woud  van  Coiic^ ,  waar  het  water ,  hetwelk  van  de 
naaste  bergen  afdaalde  ,  een  moeras  maakte.  Dit 
donker  ongezonde  Dal  Premontrc  ,  (  Prémontrè  ^ 
Prctmonjlratum  ^  Pr  at  urn  monjïratum^')  genoemd, 
liad  eene  vervallene  Kapel ,  in  welke  norbert  , 
biddende,  een'  geheelen  nacht  in  verrukking  door- 
bragt.  Den  volgenden  morgen  riep  hij  vol  vreugde 
uit,  dit  was  de  plaats  zijner  ruste,  en  de  haven 
zijner  zaligheid,  waar  hij  met  andere  dienaren  des 
Heeren  deszelfs  lof  zingen  wilde;  evenwel  zou  deze 
Kapel  de  Hoofdkerk  van  het  Klooster  niet  zt^xï  , 
naardien  God  hem  in  een  gezigt  daar  eene  andere 
plaats  toe  aangewezen  had. 

Toen  norbert  en  hugo,  benevens  een  Engel' 
fche  Geestelijke,  in  het  jaar  11 20  bezit  van  PrémoU' 
irè  genomen  hadden,  gaf  de  Bisfchop  bartholo» 
wEus  hun  in  plaats  van  de  kleeding  van  boetelin- 
gen eene  witte  kleeding  ,  welke  de  Maagd  marïa 


GESCHIEDENIS.  45 

Eelve  aan  norbert  aangewezen  zal  hebben.     Het       v 

duurde  niet   lang,   of  zij   kregen  meer    aanhangers,     ^°^* 

onder    anderen    bragt  norbert  uit  eene  bloeijende  Hoofdft  ■ 

Leerfchool  te  Laon  zeven  jonge   Lotharingers ,  en  na  C.  G. 

met  hen  veel  geld,  naar  Prémontrè .   maar  de  £«.  I^^'^'°73» 

tot  1517, 
gelfche    Geestelijke ,    aan   wien    hetzelve  aanbevolen  ■« 

was,  ging  met  dit  geld  bij  nacht  door.  Des  te 
meer  prentte  norbert  zijnen  leerlingen  armoede  en 
boetdoeningen  in. 

Tot  hier  toe  had  norbert   zijne  leerlingen,  zon* 
der  gelofte  te  doen ,  de  zoogenoemde   Apostolifche 
levenswijze  leeren  onderhouden,   maar  thans  fchreef 
hij  hun  den  regel    van  augustinus   voor,  en  zij 
leefden  als  reguliere  Kanunniken  ^  doch  tevens  paar- 
de hij  met  die  levenswijze    het  een   en   ander,    het- 
welk den  Monniken  anders  eigen  was ,   aanhoudende 
gebeden,  eenzaamheid,  onthouding  van  vleesch  enz. 
In  het  jaar   11 22  ftichtte  hij   eene  prachtige   Kerk, 
vervolgens  een  Klooster,  waar  in  aanzienlijke  jonge 
Dochters  denzelfden    Regel  waarnamen.      Men   ver- 
langde zijne  tegenwoordigheid  in   Westfalen  ^    alwaar 
GOTTFRiED,  Graaf  van   Cappenherg^   hem   zijn   flot 
en  zijn  gebied   fchonk,   waar  uit  in  het  jaar   11 23 
de  nog  bloeijende  Proostdij  der    Premonftratenzen  te 
Cappenberg  in  het  Bisdom  Munjïer    ontftaan   is,  en 
de  Graaf  werd  naderhand  zelve  een   Heilige  van  de- 
ze Orde.     De  magtige  Graaf  van  Champagne  thie- 
BAULT   wilde  ook  te    Prémontrè  aangenomen    wor- 
den, maar  norbePxT  verklaarde  hem,   dat  het  Gods 
wil  was,  dat  hij  zou  trouwen,   en    dat  zijne  nai:o- 
melingfchap  talrijk    zou  zijn  ,  waar    aan  de  Graaf 
XVIIf.  Deel.  D  zich 


^  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

^       zich  onderwierp.    De  overwinning,  welke  norbèr'? 

BOEK     in  het  jaar  1124  op  den  zoogenoemden  Ketterfchen 

Hoofdil.   aanhang    van    tanchelin   behaalde,  welke  in   het 

na  C.  G.  vervolg    befchreven   zal   worden  ,   vergjootte  zijnen 

tot"?! 7*  ^^^^ »  ^"  ^^^^^  ^^^^  ^°^  ^^^  "^"  ^^^^'^  ^^"  ^y"^ 

—    Orde. 

In  het  jaar  11 24  verkreeg  hij  de  Pausfelijke  beves- 
tiging van  dezelve,  die  in  het  jaar  11 26  bekrachtigd 
werd.  Hier  tegen  had  hij,  volgens  zgnen  Levens- 
befchrijver,  veel  te  dulden  van  den  Duivel  en  des- 
zelfs  vervolgingen ,  die  eens  in  de  gedaante  van  een 
Beer  met  uitgefperde  kaken  en  uitgeftrekte  klaauvven 
op  hem  losging,  maar  dien  hij  door  het  teeken  des 
kruis  verdreef.  Op  zijn  gebed  werden  de  wolven 
zoo  tam,  dat  zij  zijne  kudden  bewaarden,  en  een 
derzelven  ftond  te  Prémontrè  als  een  fchildwacht 
tegen  andere  wolven  enz.  In  het  jaar  1126  predikte 
hij  te  Spiers  voor  den  Keizer  lotharius,  met  zoo 
veel  toejuic^hing ,  dat  hij  als  met  eene  algeraeene 
geestdrift  tot  Aartsbisfchop  van  Blnagdenburg,  niet- 
tegenftaande  zijne  tegenkanting,  verkoren  werd.  En 
nu  zag  men  eenen  Aartsbisfchop  van  Maagdenburg 
uit  Spiers  op  reis  gaan,  in  een  flecht  kleed,  barre- 
voets ,  op  eenen  ezel.  Hij  werd  te  Maagdenburg 
prachtig  ingehaald ,  maar  zonder  iets  in  zijnen  uiter- 
lijken  toeftel  te  veranderen  ,  volgde  hij  enkel  den 
ftoet,  zoodat,  toen  hij  in  het  Paleis  meende  te 
gaan ,  de  poortier  hem  als  een  bedelaar  afwees. 
Toen  men  dezen  zijnen  misflag  bekend  maakte , 
wilde  hij  vlugten,  maar  norbert  zeide  al  lagchend 
tegen  hem:    „  Vrees  niet,  lieve    Broeder I  gij  kent 

Blij 


GESCHIEDENIS.  51 

mij  en  mijne  onbekwaamheid  tot  deze  waardigheid       V 
beter,   dan   allen,   die  mij  noodzaken   in  dit  Paleis     °°^^ 
binnen  te  gaan."     Terdond   bezuinigde  de   nieuwe  Hoofdrt» 
Aartsbisfchop  de  uitgaven,    die   zijne  voorzaten  ge- "^  C.  G. 
daan  hadden ,    en    fchreef  zijnen  huisgenooten   zoo  lori?!?! 
ftrenge  zeden  voor,  dat  zijn  Paleis  naar  een  Kloos-  - 

ter  geleek.  Hij  vond  de  meeste  goederen  van  zijn 
Aartsbisdom  in  handen  van  naburige  Heeren,  maar 
eischte  ze  terftond  van  hen  terug,  op  flrafFe  van 
den  ban.  Hij  noodzaakte  zijne  Geestelijken  kuisch 
te  leven ,  het  zij  dat  zij  echte  vrouwen  of  bijzitten 
hadden.  In  het  jaar  1127  deed  hij  koenraad  , 
Hertog  van  Frankenland ^  in  den  ban,  omdat  hij 
zich  tegen  Keizer  lotharius  verzette ,  en  in  het 
volgende  jaar  leide  hij  de  waardigheid  neder  van  Ge- 
neraal en  Hoofd  zijner  Orde,  in  welke  hij  door  hu- 
GO  werd  opgevolgd ,  die  de  vervallene  Kloostertucht 
in  dezelve  thans  weder  herftelde.  Te  Maagdenburg^ 
waar  de  Kojlegiaatkerk  van  St,  Maria  hare  meeste 
inkomften  verloren  had,  zoodat  de  Kammniketitwcn 
zoo  onordenlijk  als  behoeftig  leefden ,  ftelde  hij  in 
het  jaar  11 29  in  derzelver  plaats  een  aantal  van  zij'» 
ne  Premonflratenzen. 

Ondertusfchen  had  norrert  ,  door  ijverige  ver* 
beteringszucht ,  zich  den  haat  van  een  groot  deel 
zijner  Geestelijkheid  berokkend,  zoodat  men  zamen- 
zweeringen  tegen  zijn  leven  maakte,  en  zelfs  in  het 
jaar  11 29  een  opftand  tegen  hem  in  Maagdenburg 
ontftond.  Het  volk  plunderde  de  Mariekerk  ,  en 
viel  het  Paleis  van  den  Aartsbisfchop  aan ,  die  door 
zijne  huisgenooten  echter  ter  naauwernood  bcwogan 
D  2  kon 


52  KERKELIJKE 

V  kon  worden ,  den  ftorm  met  de  vlugt  te  ontwijken. 
BOER  j^y  begaf  zich  in  het  nabijgelegen  Klooster  op  den 
Hoofdrt.  Petersberg.  Eindelijk  vereenigde  zich  alles  in  Maag- 
na  C.  G,  denburg  weder ,  om  hem  eerbiedig  terug  te  roepen. 
J^"J°^^'  Terftond  daar  op  volgde  in  \\ix  jaar  1130  de  Pau- 
11  felijke  fcheuring  tusfchen  innocentius  II  en  ana- 

CLETUS  II,  welke  norbert  reeds  twee  jaren  te 
voren  voorzien  wilde  hebben ,  gelijk  bij  thans  aankon- 
digde ,  dat  binnen  kort  het  Rijk  van  den  Antichrist 
een  begin  zou  nemen.  De  Heilige  bernhard, 
wien  hij  dit  insgelijks  zeide,  wilde  dit  niet  geloo- 
ven  (*),  evenwel  erkende  hij  vervolgens  in  ana- 
CLETüS,  omtrent  zoo  als  norbert,  een'  Anti^ 
christ ,  of  een  algemeen  vervolger  der  Kerk  ( f ). 
Ook  bragt  norbert  veel  toe,  dat  de  Keizer  lo- 
THARius  zich  voor  innocentius  verklaarde.  Ook 
onderdeunde  hij  deszelfs  gezag  op  de  Kerkvergade- 
ring te  Rheïms  in  het  jaar  11 31,  en  bezocht  met 
hem  zijn  Prémontrè,  alwaar  toen  bijkans  500  van 
zijne  leerlingen  zoo  getrouw  naar  zijne  voorlchriftcn 
leefden  ,  dat  de  Paus  dezelve  door  eene  eigene 
Bulle  bevestigde.  Na  het  overlijden  van  den  Bis- 
fchop  van  Keulen,  droeg  de  Keizer  aan  norbert 
de  waardigheid  van  Aartskanfelier  voor  het  Rijk  van 
Italië  op.  Hij  verzelde  daarom  dezen  Vorst  op  den 
krijgstogt,  dien  hij  in  het  jaar  1132  ten  behoeve 
van  Paus  innocentiqs  naar  ItaJi'ê  ondernam.  Maar 
op  de  terugreize  overviel  hem  eene  ziekte,  aan  wel- 
ks. 
(*)  Epist.  LVI 
Ct)  Epist,  CXXIV.  CXXXVI.. 


GESCHIEDENIS.  53 

i<e  hij  op  den  6den  Junij  11 34  te  Maagdenburg  zïyx       V 
leven  eindigde.  ^^^"^ 

Was  hij  reeds  voor  eenen   wonderdoener   gehou-  Hoofdfï. 
den  bij   zijn    ieven,   geen   wonder,  dat  liet  na  zijn  na  C.  G. 
dood  niet  aan  openbaringen,  verfchijningen  en  won- ^^^^^^1°^^* 

derwerken  van  hem  ontbrak ,   ook  werd  zijne  heilig- 

heid ,  zegt  men ,  aangeduid  door  het  niet  vergaan 
van  zijn  lijk ,  en  den  liefelijken  reuk ,  dien  het  uit- 
gaf. De  Kanunniken  der  Kathedrale  Kerk  twistten 
met  de  Preinonflratenzen  van  de  Mariekerk ,  over 
de  eere  van  zijne  begraafplaats,  tot  dat  de  Keizer 
voor  de  laatflen  uitfpraak  deed.  Sedert  hielden  de 
bedevaarten  naar  zijn  graf  en  de  wonderen  bij  het- 
zelve niet  op ,  hoewel  abelard  met  het  laatfte 
wonder,  hetwelk  norbcrt  ,  kort  voor  zijn  dood, 
zal  verrigt  hebben ,  door  het  opwekken  van  drie 
dooden ,  den  fpot  drijft.  De  Kanunniken  der  Marie- 
kerk  gaven  in  het  begin  der  XlIIde  eeuw  aau  inno- 
CENTius  III  eene  lijst  over  van  de  wonderen  van 
hunnen  Stichter,  en  volgens  eene  oude  overlevering 
in  zijne  Orde,  zal  deze  Paus  hem  reeds  Heilig  ver- 
klaard hebben.  Ten  minfte  had  men  al  vroeg  in 
vele  Kerken  begonnen ,  hem  als  eenen  Heiligen  te 
vereeren  ,  tot  eindelijk  gregorius  XIII  in  het  jaar 
1582  verordende,  dat  norberts  Feestdag,  in  alle 
Kloosters  en  Kerken  der  Premonfitatenzer  Orde  op 
den  6den  Junij  gevierd  zou  worden.  Doch  nader- 
hand heeft  uRBANus  VIII  in  het  jaar  1625  dezen 
Feestdag  op  den  elfden  Julij  verplaatst. 

Bij   de   Hervorming  bezat   de  ftad  Maagdenburg 

aog  het  ligchaam  van  dezen  Heihgeu,  doch,  na  ve- 

D3  Ie 


54  KERKELIJKE 

V       Ie  pogingen,  werd  hetzelve  in  het  jaar   1629  naar 

50EK     Praag  overgebragt,  in  de  Abdij  Sira.bow,  van  deze 

Hoofdft.  Or^e,  en  norbert  onder  At  Patronen  of  Befcherm- 

na  C.  G.  heiligen  van  Bohemen  aangenomen ;    doch  naderhand 

Jaario/3.  j^^^^^^  fjlip    muller    in   een   afzonderUjk    gefchrift 

._ -    beweerd ,  dat  niet  het  ligchaam  van  norbert  ,  maar 

van  eenen  anderen  ouden  Aartsbisfchop  ten  dien  tij- 
de naar  Praag  gebragt  is.  Van  de  vruchten  van 
NORBERTS  geest  is  niets  anders  gedruist  dan  eene 
Vermaningspredikatie  aan  zijne  Leerlingen  (*).  Zij- 
jie  Commentarien  over  Bijbelboeken  worden  in  het 
Klooster  te  Cappenberg  bewaard.  Bovendien  heeft 
hij  nog  verfcheidene  Predikatien  ^  Zedekundige  Fer^ 
handelingen  en  een  Boek  van  de  gezigten  en  open» 
baringen^  die  hij  gehad  zal  hebben,  nagelaten  (f). 

Dertig  jaren  na  de  (lichting  zijner  Orde  had  de- 
zelve bijna  700  Abten.     In  het  jaar   1344  waren  *er 
1332  Abdijen,  350  Proostdijen,  en   500   Vrouwen - 
Kloosters.    Een  groot  deel  van  dezelve  is   door  de 
Kerkhervorming   te  niet   gegaan,  ja  zelfs  in   Italië 
was  'er  in  het  begin  der   XVIIIde  eeuw  van   de  65 
Abdijen  geen  ééne  overgebleven. 
Orde  der       Insgelijks    omtrent  het   midden   der  Xllde  eeuw, 
Karmeli-  ^^^^  ^g  Ox^t  der   Premanjiratenzen  zich  begon  uit 
te  breiden  ,  nam  ook  de  Orde  der   KarmeUten ,   dus 
genoemd  naar  den  \itx%Karmel ^  in  het  Heil.  Land, 
haren  oorfprong;  hoewel  de  Orde  zich  beroemt,  en 
door  verfcheidene  gefchriften   heeft  pogen  te  bewij- 
zen, 
(*)  In  de  Biblioth.  PP.  Ltigd.  T.  XXI.  p.  118. 
(f)  FABR.  Bibl,  Lat.  Med.  et  inf.  atat,  T.  V.  p.  143, 


GESCHIEDENIS.  55 

zen,  dat  de  Profeet  elias,  die  op   den   berg   Kar-       V 
mei  veel  zijn  verblijf  had  ,  haar  eerfte   Stichter  zou     ^^^ 
geweest  zijn.     De  ijdelheid  van  dit  voorgeven  heeft  de  Hoofdft 
Jefiiiet  p/\PENBRocH  opzettelijk  aangetoond  (♦) ,  waar  "»  C.  G, 
uiteen   hevige   ftrijd    tusfchen   hem    en    deze   Ordei^^j-jy 
ontftond ,  welke  hem  niet  alleen  in  verfcheidene  ge-  ■ 

fchrifren  aanviel  ,  onder  anderen  in  een ,  hetwelk 
niet  minder  dan  IV  Deelen  in  Folio  uitmaakte,  maar 
hem  ook  bij  den  Paus  beklaagde,  terwijl  een  hun- 
ner Schrijvers  meer  dan  2,000  dwalingen  bij  de  ^<?- 
fuiten  ontdekt  had.  Zoo  hoog  liep  de  twist ,  dat 
de  Paus  inxocentius  Xll  in  het  jaar  1698  door 
een  bijzonder  Breve  aan  de  beide  partijen  het  ftil- 
zwijgen  opleide. 

De  waarheid,  door  papenbroch  uit  tijdgenoten 
bewezen,  is  :  Zekere  bkrthold  uit  KalahrVè  be- 
gaf zich  omtrent  het  midden  der  Xilde  eeuw  met 
eenige  Bedevaartgangers  naar  den  Berg  Kar  mei ,  otn 
hun  gebed  te  doen,  en  nam  zijn  verblijf  ter  plaat- 
fe,  waar,  gelijk  men  geloofde,  de  Profeet  elias 
voorraaals  gewoond  had  ,  alwaar  hij  met  hen  een 
ftreng  en  arbeidzaam  Kluizenaarsleven  leidde  ,  worden- 
zijn  gezelfchnp  fpoedig  door  anderen  vermeerderd. 
Natuurlijk  heeft  men  ook  van  dezen  berthold  vele 
wonderen  verteld.  In  de  belegering  van  Antiochil 
door  de  Saracenen^  zou  jrzus,  de  Heilige  M;iagd 
en  de  Apostel  petrus  aan  hem  verfchenen  zijn  ,  en 
hem  de  H.  Lande  aangewezen  hebben  ,  welker  bezit 
aan  de  Christenen  de  overwinning  bezorgde    enz, 

lo 

(*)  In  de  Acta  SS,  Anfverp, 
D  4 


56  KERKELIJKE 

V  In    het   Jaar   1209  ontvingen    de   Karmeliten   het 

BOEK      eerfte  voorfchrift  van  eenen  regel,  door    den    Patri-- 
VI 
HoofdA.  ^^^^  AL  BERT  van  Jeruzalem ,  naderhand   vereenig- 

m  C.  G.  den  zij  zich  met  de  Monniken  van  den  Heil.  basi- 
t  riu?'  ^^^^5  ^^^^  befchuldigden  dezen  in  het    jaar    1670, 

m-, .    dat  zij  hunnen  genieenen  vader  in    ééne  van   hunne 

Kloosterfchilderijen ,  riet  als  een'  Karmeliet ,  maar 
als  een'  Titrkfchen  Basfa,  met  eene  hooge  roode 
muts  afgebeeld  hadden;  na  eenen  twist  van  tien  ja- 
ren deed  de  Roomfche  Congregatie  der  Kerkgebrui- 
ken uitfpraak ,  dat  de  BafïHanen  een  ander  beeld 
van  den  Profeet ,  gelijkformig  aan  zijnen  leeftijd , 
zpuden  laten  maken,  evenwel  ook  niet  in  het  ge- 
waad van  eenen  Karmeliet, 

Van  tijd  tot  lijd  zijn  'er  veranderingen  in  den  bo- 
vengemeldcn  regel  ingevoerd ,  en  is  dezelve  merke- 
lijk verzacht  geworden.  Zij  ,  die  zich  van  deze 
verzachtingen  bedienen,  heeten  Conventuakn  of  ge» 
fchoeide  Karmeliten^  terwijl  de  andere  Ohfcrvanten 
of  Barrevoeter  -  Karmeliten  genoemd  werden.  De 
aófte  Generaal  dezer  Orde ,  jf>AN  Bif\PTisTA  se-» 
RETH,  ontwierp  eene  nieuwe  Hervorming  der  Or- 
de, maar  werd  deswegens  in  zijn  Klooster  met  ver- 
gift onigebragt.  Hij  was  echter  de  Stichter  der 
Karmeliter  Nonnen.  Eene  naderhand  zoo  vermaard 
gewordene  H.  theresia,  eene  Spaan fche  ]\i^tx  'm. 
de  XVIde  eeuw,  ondernam  in  vereeniging  met  eenen 
Monnik  dezer  Orde,  joan  de  la  croix  ,  eene 
Hervorming  derzelve  voor  de  beide  kunnen,  die  te 
meer  toejuiching  gevonden  heeft ,  hoe  vernuftiger  zij 
was  in  de  kunst,  om  het  ligchaam  te   kwellen  en 

op 


GESCHIEDENIS.  57 

op  te  offeren.     Zij   is  eigenlijk    de    (liciiteresfe    der       V 
ongefchoeide    Karmeliten    en    Karmelit'mncn  ,    wier     boek 
boetdoeningen  en  hardheid  regen  zich  zei  ven  dikwijls  Hoofdft, 
even  zoo  ongerijmd    als   wreed  waren.     Nog   is  'er  ia  C.  G, 
eene  Tertiarier  -  Orde   der  Karmeliten ,    die    in    het  'or'^Jci^* 
jaar  1477  uit  kraclit  cener  Bulle  van   sixtus  IV  ha     ■  ■   ■  ■- 
ren  aanvang  genomen  heeft.     In  dezelve  worden  lie- 
den van  alle  ftanden  en  gedachten    aangenomen ,  on^- 
der  voorwaarde,   dat  zij   God,   de   Heilige   Ma;)gd, 
en    den    Generaal    der    Orde ,    gehoorzaamheid    en 
kuischheid   beloven  ,   eene   bijzondere   VleeJing  dra- 
gen, en  vele  oefeningen  van   Godzaligheid   venigten 
moeten. 

Nadat  de  Karmeliten^  op  uitdrukkelijk  bevel  , 
zegt  men,  van  de  Moedermaagd,  den  Berg  Karmel 
verlaten  hadden,  breidde  de  Orde  zich  zeer  fnel  in 
het  Westen  uit,  en  federt  de  later  jaren  der  XlIIde 
eeuw  kreeg  zij  een  nieuw  aanzien ,  door  het  fcapU" 
lier ,  {fcapulare ,  )  of  fchouderkleed ,  een  foort  van 
bovenmantel,  zonder  mouwen,  aan  beide  zijden 
open ,  waar  van  het  ééne  deel  van  voren  ,  het  an- 
der op  den  rug  afhangt,  zijnde  de  deelen  op  dizn 
fchouder  zaamverbonden.  Het  is  van  graauwe  wol 
gemaakt,  ten  minden  vier  duimen  breed,  en  zes 
lang  ,  met  het  beeld  der  Maagd  maria  verfierd, 
die  aan  deze  Orde  zoo  genegen  is  ,  dat  derzelver 
ledeii  onzer  lieve  vrouwe  broeders  en  zusten  heeten 
(  iratres  B.  Maria  Firg.  de  Mant  e  Carmelo.  ) 
Dit  fchouderkleed,  hetwelk  de  Karmeliten  over  hun- 
ne witte  kleederen  dragen ,  zal  volgens  hunne  Schrij- 
vers van  den  Hemel  gekomen  zijn.  simon  stock 
JD5  ifl 


55  KERKELIJKE 

V       in  Engeland  ,  haar  zesde  Generaal ,  bad  in  het  jaar 
BOEK     J246  de  Heilige  Maagd,  gelijk  zij  zijne  Ordensleden 
Hoofdil.  ^^""^  Broeders  noemde ,  mogt  zij    zich   ook   als  der- 
na  C.  G.  zelver  Moeder  vertoonen ,  en  door  een  of  ander  tee- 
Jaario73.  j^^^^  ^^^  ^^^^^  gunst  ondcrfcheiden.     (Onder  anderen 

tot   I5'7*  "^  n      • 

-  bad  hij :  Flos  Canneli ,  vitis  florigera ,  fplendo'r  coe* 

U ,  virgo  puerpera ,  fïngularis  mater  mitis ,  fed  viri 
nefcïa  ,  Carmelitis  da  privikgia  ,  JJella  /naris ! ) 
Onder  het  bidden  verfcheen  zij  hem  met  een  groot 
gevolg,  en  fprak  hem,  houdende  het  fcapuHer  'm 
de  hand ,  met  deze  woorden  aan :  ,,  Dit  zij  een 
voorregt ,  {privikgium , )  voor  u  en  alle  Karmeli* 
ten!  wie  in  hetzelve  fterft,  zal  het  eeuwig  vuur 
niet  lijden!  "  Verders  verzond  zij  hem  aan  den 
toenmaligen  Paus  innocentiüs,  die  alle  bezwaren 
der  Orde  verhelpen  zou.  Ook  verfcheen  zij,  vol- 
gens verhaal  der  Karmeliten^  in  het  jaar  1320  aan 
Paus  joANNES  XXII,  wien  zij  beval,  de  voorregten 
der  Orde  te  bevestigen,  en  bijzonder  dit,  wat  het 
fcapulier  betrof.  Zij  beloofde  ook,  dat  zij  weke- 
lijks op  Sabbath  of  Zaturdag  na  den  dood  van 
Monniken  dezer  Orde,  van  den  hemel  zou  dalen, 
en  allen,  die  zij  van  hen  in  het  Vagevuur  zou  vin- 
den ,  naar  den  Hemel  zou  overbrengen.  Dit  had , 
zegt  men  ,  de  Paus  in  eene  bijzondere  BuUe  be- 
vestigd. 

Zulke  vertellingen  wederleggen  zich  zelve;  onder- 
tusfchen  heeft  het  fcapulier-  of  fchouderkleed  der 
Karmeliten^  hetwelk  zij  ook  het  kleine  Meed  der 
Maagd  maria  genoemd  hebben,  zeer  groote  uit- 
werking gedaan.     Om  niet    van   de  voordeelen  te 

fpre- 


GESCHIEDENIS.  59 

rpreken,  welke    de   Orde    daar  van    genoten  heeft,       V 
vele  duizenden    zijn  'er  door   bewogen  ,   om   zich,     ^^^^ 
door  het  dragen  van  hetzelve,  ten  minfte  in  hunne  ^qq^j^j^ 
laatfle  levensftonden ,  van  hunne  zaligheid  te    vqtzQ'  na  C.  G. 
keren.    Ook  is  'er  in  de  jongde    eeuwen   nog  eene  'oJ^J^j?* 
talrijke  fcapuUer  -  broeder fchap  ontftaan,  die  door  dit  ..-     - 
teeken,  door  eene   bijzondere   vereering  van   de   H. 
Maagd,  en  door  zoogenoerade  goede  werken,  heeft 
zoeken  uit  te  munten.    De  Roomschgezinde  Schrij- 
ver LANNOi  heeft  het  fabelachtige    van    de   verfchij- 
ning  aan  stock  ,  en  der  zoogenoemde  Sabbat imfche 
Bulle   van  joannes  XXII   overtuigend   bewezen    iti 
vijf  Verhandelingen:     De  Simonis   Stochti  vifo ^  de 
Sahbatina  Bull<£  Privilegio ,   et  de  Scapuhris  Car» 
melitarum  Soda  Ut  at  e  (*}, 

Alle  deze  Geestelijke  broederfchappen  zijn  in  de  Domlni- 
XlIIde  eeuw,  als  het  ware,  verdonkerd  door  twee  ^^^'^ 
nieuwe  Orden  van  Monniken ,  de  Dominikanen  en 
Franciskanen  ,  die  de  voornaamfle  zijn  geworden 
onder  de  Bedelmonniken ,  en  aan  de  Pausfelijke  heer- 
fchappij  uitnemende  dienften  hebben  bewezen,  waar 
door  zij  zich  ook,  niettegenfiiaande  hunne  gedurige 
twisten  en  verfchillen,  en  zelfs  inwendige  verdeeld- 
heden, hebben  flaande  gehouden. 

De  eerfte    dezer    Orden   heeft  tot   haren    Stichter  domini. 
eenen  5/)^«/^«r^,  dominicus,    die   uit  het  Adelijk  ^^■'' °^^ 

/,        ,  ,  r-       r.  ,  MAN. 

gedacht  GUZMAN  zal  afgeltamd  zijn,   hetwelk    ech- 
ter door  den  Jefuifchen  Schrijver  van  zijn  leven  in 

de 
(*)  Op^.  Tom.  II.  P.  II.  p.  385. 


6o  K  E  R  K  E  L  I J  K  E 

V       de    /^cta    SS.   Antverp   ( * ) ,    in    twijfel    getrok- 

BOER     ijen  en  betwist   wordt.      Daar   in   komt   men    meer 
Vi 
Hoofdfl.  overeen,  dat  dominicus   in  het  jaar  1170  re   Qala- 

na  C.  G,  ruega ^  (^of  Ca/aroga ,)  een  vlek  in  Oud-Kastilië^ 
,TJJtlx,'v^  het  Bisdom  Osma ,  geboren  is.  Voor  dat  ziine 
— — —  moeder  nog  van  hem  zwanger  was,  zoo  vertellen 
zijne  Levensbefchrijvers ,  werd  haar  in  eene  verfchij- 
ning  aangewezen ,  dat  zij  een  klein  hondje  in  haar 
iigchaam  had,  hetwelk  een'  brandenden  fakkel  aan 
den  fliaart  droeg,  en  daar  mede  te  voorfchijn  ko- 
mende ,  de  geheele  wereld  fcheen  aan  te  fteken ;  dit 
zal  beduid  hebben,  dat  zij  een'  voortrefFclijk  Predi- 
ker zou  baren ,  die  door  het  blaffen  zijner  heilige 
geleerdheid  de  zondaren  zou  opwekken,  en  het  vuur, 
hetwelk  christus  op  aarde  gebragt  heeft,  door  de 
geheele  wereld  verftrooijen.  Ook  verfcheen  hij  aan 
haar  of  aan  eene  andere  voorname  vrouw,  als  een 
kind  met  eene  ftar  op  het  voorhoofd,  welke  door 
de  geheele  wereld  fchitterde ;  als  kind ,  (liep  hij 
reeds  liefst  op  den  blooten  grond,  en  fpeelde  hij 
niet  met  andere  kinderen.  Hij  beoefende  de  God- 
geleerdheid op  de  Hooge  School  te  PaJeucia^  die 
naderhand  naar  Salamanka  verplaatst  is.  Zich  eenen 
naam  van  geleerdheid  en  heiligheid  verworven  heb- 
bende ,  verkreeg  hij  van  den  Bisfchop  van  Osma , 
in  het  jaar  1199,  met  de  Priesterlijke  waardigheid, 
den  post  van  regulier  Kanunnik  bij  deszelfs  Kerk. 
Spoedig  werd  hij  Onder -Prior  van   zijn  gezelfchap. 

Nacht 
(*)  Mcnf.  Aug,  T.  L  p.  358-ÖS8.  , 


GESCHIEDENIS.  6t 

Nacht  en  dag  bleef  hij ,  vlijtig  biddende,  in  de  Kerk,       V 

en   vergoot  tranen   voor  zondaren  en  ellendelingen.     ^°^* 

Ook  bad  hij  God  voornamelijk ,  dat  die  hem  de  wa-  Hoofdft. 

re  liefde  en  beste  middelen  wilde  fchenken ,  om  het  na  C.  G, 

heil  der  menfchen  te  bevorderen ,    zoo  als  weleer  de  ;^^^°l^' 

tot  1517* 

Zaligmaker.  i. 

Zijn  wensch  werd  fpoedig  vervuld.  Zijn  Bisfchop 
nam  hem  mede  naar  het  Zuiden  van  Frankryk  ^  on- 
derweg bekeerde  hij ,  na  lang  redetwisten ,  eenen 
Ketter.  Te  Rome  gekomen,  kregen  de  Bisfchop  en 
hij  de  vergunning  van  den  Paus,  om  aan  de  bekee- 
ring der  Albigenzm  te  arbeiden,  dominicus  kweet 
zich  hier  ijverig,  en  bleef  weldra  in  dit  werk  al- 
leen; en  niet  zonder  gevaar,  voornamelijk  toen  de 
Paus  in  het  jaar  120S  eenen  ki'uistogt  tegen  hen  liet 
prediken  ,  evenwel  volhardde  dominicus  ,  en  ver- 
klaarde, als  men  hem  dreigde,  dat  hij  niet  vreesde, 
want  dat  hij  niet  waardig  was  ,  een  Martelaar  te 
zijn.  Allengs  verzamelde  hij  een  gezelfchap  van  lie- 
den om  zich  ,  die  insgelijks  aan  de  bekeering  der 
Ketters  arbeidden:  nu  voornemens  om  eene  nieuwe 
Orde  te  (lichten,  reisde  hij  in  het  jaar  1215  met 
hen  naar  Rome,  alwaar  de  Paus  hem  zijne  begeerte 
inwilligde,  omdat  hij  zich  grooten  dienst  van  hem 
beloofde  tegen  de  Albigenzen ,  die  wel  bij  duizen- 
den door  den  kruistogt  omgekomen ,  maar  niet  uit- 
geroeid waren.  Evenwel  ftreed  dit  verlof  met  een 
beOuit  van  de  vlet  ds  al^emeene  Kerkvergadering  van 
Lateranen^  die  het  uitvinden  van  nieuwe  Orden  on- 
langs verboden  had ,  ( ne  quis  de  ccetero  novam  re- 
ligionem  inveniat^  fed  quicurtque   voluerit  ad  reli- 


«i  KERKELIJKE 

V       gionem  converti^  unam  de  approbatis  fumatS)  Doch 

BOEK     jjet  belang  zijner  zaak  deed  den  Paus  tegen  dit  be- 

Hoofdft.  flui'^    handelen,     dominicus    nam    den    Regel   van 

m  C.  G.  AUGUSTiNus  aan  voor  zijne  Orde,   met  eenige  by- 

torJ?!^?'  voegfelen  ten  aanzien  van  het  eten ,  vasten  en   an- 

,  dere  ftrengheden.    In  het  jaar  1216  verkreeg  hij  van 

HONORius  IIÏ  eene  vernieuwde  bevestiging  van  zijne 

Orde,  in  drie  handvesten,  in  welker  laatfle  van  het 

jaar  1217,  de  Paus  hen  naar  hunne  hoofdbedoeling  5 

het    Prediken  noemt,   Fratres   Pradicatores ^   gelijk 

zij    naderhand    Frêres   Prêcheurs  ,   Predikmonniken 

en  Predikheeren  genoemd  zijn. 

In  het  jaar  1206  flichtte  dominicus  ook  een 
Klooster  voor  Nonnen  ,  in  welk  hij  elf  vrouwen 
bragt,  onder  welke  negen  door  hem  bekeerde  Alhi* 
genzen  waren.  Vervolgens  nam  hij  voor  naar  Afri* 
ka  over  te  fteeken ,  om  aan  de  ongeloovigen  het 
Christendom  te  verkondigen;  terwijl  hij  matthias 
van  Parys  intusfchcn  tot  Opperhoofd  der  Orde  aan- 
llelde.  Deze  ftichtte  in  het  jaar  iai8  het  eerfte 
Klooster  der  Orde  te  Parys.  Dit  Klooster,  aange- 
legd in  de  ftraat  van  St,  Jahoh  ^  werd  naar  dezen 
Heiligen  genoemd  ,  en  de  bewoners  van  hetzelve 
heeten  Jacobbis  of  Jakobijfien  ,  welke  naam  aan 
deze  Dominikanen  tot  in  onze  tijden  eigen  gebleven 
is,  toen  een  geheel  ander  gezelfchap  in  dat  zelfde 
Klooster  zijne  vergaderingen  hield,  en  daar  van  den 
naam  ^akohijnen  ontleende. 

In  het  jaar  1218  kwam  renaud  of  reginald. 
Deken  der  Kanunniken,  te  Orieans ,  een  geleerd 
man ,  te  Rome ,  alwaar  hij  ziek  geworden ,  op  de 

aaï5- 


GESCHIEDENIS.  € 


3 


sanrpraak  van  DomNicus  een  gelofte  deed,  en  vol-      V 
gens  dezelve,  herfleld   zijnde,  lid   der   Orde  werd.     ^^^^ 
Dit   wordt  toegefchreven   aan  eene   verfchijning  van  Hoofdft. 
de  Maagd  maria  ,  aan  hem ,  die   hem   in  het   mid-  na  C.  G, 
den  der  heete  koorts  met  eenen  heiligen  olie  zalfde,  J^^^^°73» 
en  tevens  ook  aan  dominicus  zal   verfchenen  zijn ,  — — 
en  dien  een  ordensgevvaad  voor  zijne  Monniken  zal 
vertoond    hebben  ,    hetwelk    dominicus    naderhand 
zijnen    Monniken   heeft    voorgefchreven.     Ondertus- 
fchen  is  het  bewezen,    dat  dominicus  zijne  eigen- 
lijke  ordenskleeding    reeds   vroeger  gedragen    heeft, 
zoodat    deze    geheele    vertelling    vervalt.      Nogtans 
heeft  men  daar  voor  ten   dienfle  van  hen,   die  dit 
gewaad    vereeren  ,   ( gt4i    aliquam  in    veste  e  coelo 
allata  pietatis  partem  ponunt ,')   uitgevonden  ,   dat 
reeds  innocentius  III  dezen  Heiligen  in  een  gezigt 
gezien  zou  hebben,  hoe  dezelve  in  dat   gewaad   de 
Kerk  van  Later anen  ondcrfleunde;  en  dat  de  Maagd 
MARIA  in  het  jaar  1216  hem  en   den  H.  francis- 
cus  in  hetzelfde  gewaad  aan  haren  Zoon  vertoond 
zal  hebben,    om  zijnen  toom  tegen   de   wereld  te 
verzachten.    Ook  wederleggen   Dominikaner  Schrij- 
vers het  voorgeven  der  Franciskanen ,  als   of  dorii- 
Nicus  van  franciscus  een  touw  met  knoopen  ge- 
vraagd zouden  hebben,  om  zijn  ligchaam  daar  mede 
te    omgorden  ,   dewijl  dominicus   altijd  een  ijzeren 
keten  om  het  bloote  lijf  gedragen  hebbe. 

In  de  jaren  1220  en  1221  hield  dominicus  twee 
Kapittels  van  zijne  Orde,  in  welker  eerfte  hij  alle 
bijzonder  eigendom  en  vaste  inkomflen  aan  zijne 
Monniken  verbood,  waar  over  naderhand  de  Domi- 


64  KERKELIJKE 

V        nikanen  en  Franciskanen   vrij  hevig  geftreden  heb* 

BOES     \itxiy  willende  de  laatstgemelden  beweeren,  dat  do- 

Hoofdft.    MiNicus    dit    voorfchrift   van   armoede  van  fran- 

Da  C.  G.  ciscus  zal  hebben  overgenomen ,  alhoewel  de  eerfle 

Jaar  1073.  j^^g^gj^    erkennen  ,    dat  dominicus   dit  gebod  later 
tot  1517.  '  ° 

„  heeft  gegeven  dan  franciscus. 

Voorts   breidde  zich  de  Oide  nog  bij  het  leven 
van  DOMINICUS  in  verfcheidene  landen   van   Europa, 
uit.     Hij  zelve  overleed  te  Bologna,   den   6den  Au- 
gustus   1221.     Terwijl  hij   leefde,   wist  men  reeds 
veel  van  zijne  wonderwerken  te  vertellen.    Te  Rome 
zal   hij  in  het  jaar   1220    eenen    dooden    opgewekt 
hebben  ;    eens  op   reize  zijnde   met   een'  van  zijne 
Monniken,  overviel  hen  eene  zware  regenbui,   maar 
door  het  teeken  des  kruis  maakte  hy,    dat  geen   en- 
kele droppel  hen  trof  enz.     In   het   uur  van   zijnen 
dood  zag  een  Prior  van  zijne  Orde   in  den  llaap  uit 
den  geopenden  hemel  twee  witte  ladders   dalen,   een 
van  welken    Christus,   en   de  andere  maria  vast- 
hield; op  beiden  klommen  de  Engelen  op  en  neder; 
eindelijk  werd  tusfchen   beiden   een  flocl  gezet ;  op 
welken  een  Broeder  der.  Orde  zat,   met   het  aange- 
zigt   bedekt;  waar  op   Christus   en    zijne  Moeder 
de  ladders  ophaalden ,  en  dus  werd  de   doode  onder 
het  gejuich  der  Engelen   in   den   Hemel  opgenomen. 
Na  zi;n  dood  vermenigvuldigden  de  wonderen,   zoo- 
dat de  nieuwe  Generaal  der  Orde,  jordan,  die  ook 
het  leven  van  dominicus  befchreven  heeft,  van  den 
Paus  GREGORius  VII  de  Canonizatie  van   benedic- 
Tus  in  het  jaar   1233  verwierf,   nadat  zijne  (Irenge 
deugd  bewezen ,  en  zijne  wonderen  door   eene  me- 
nigte getuigen  bevestigd  waren.  Hoe 


GESCHIEDENIS.  6i 

Hoe  het  eigenlijk  gefteld  ware,  met  het  karakter       V 
van  DOMiNicus  ,  met  zijne  kundigheden ,  en  bijzon-     ^^V^ 
der  met  zijne  predikatien ,  wordt  ons  niet  gemeld.  Hoofdfl. 
Zijne  Levensbefchrijvers   verheffen   hem  fiechts  met  "^  C.  G. 
uitbundige  algemeene  loffpraken,  of  fchilderen  zijne  |^j"°{'^* 
Monnikenftrengheid.      Over    dag    was   hij  de    aan-  ■  ^ 

genaamde  man ,  zeggen  zij ,  in  de  verkeering  , 
en  werkzaam  in  het  leeren  en  onderwijzen ;  de  nach- 
ten bragt  hij  zeer  dikwijls  door  in  de  Kerken,  on- 
der gebeden  en  tranen.  Ook  kastijdde  hij  zich  el- 
ken  nacht  driemaal  met  eene  ijzeren  ketting;  eens 
voor  zich  zelven;  de  tweede  keer  voor  de  zondaren 
in  de  wereld ;  en  ten  laatften  voor  de  genen ,  die  in 
het  vagevuur  gepijnigd  werden. 

Men  heeft  voordezen  doorgaans  als  zeker  aange- 
nomen, dat  DOMTNicus  de  Inquifitie  of  het  Ketter- 
gerigt  in  zijne  Kerk  heeft  gedicht,  en  dat  hij  zelve 
de  eerde  Inquijiteur  of  Geloofsonderzoeker  zal  ge- 
weest zijn;  hier  van  is  echter  geene  blijk,  doch  het 
zou  eene  andere  vraag  zijn ,  of  hij  door  zijn  predi- 
ken onder  de  Ketters  aanleiding  gegeven  hebbe  tot 
zulk  een  gerigtshof ;  meer  hier  van  in  het  vervolg. 
DOMINICUS  heeft  ook  het  een  en  ander  gefchreven, 
doch  alles  fchijnt  van  weinig  belang  geweest  te  zijn, 
en  is  grootendeels  niet  meer  voorhanden.  Men  vindt 
daar  onder  eene  verdediging  van  het  toenmalige  Ker- 
"kelijk  geloof  tegen  de  Ketters,  en  uirieggingen  van 
eenige  Bijbelboeken.  Hij  moge  een  ijverig  en  wei- 
meenend  godsdiendig  man  geweest  zijn ,  en  een  be- 
vorderaar van  het  prediken  ,  hetwelk  te  dien  tijde 
zoo  verwaarloosd  werd,  maar  hij  was  een  gezworen 
-XVÜI.  Deel.  E  vij. 


66  K  E  1^  K  E  L  IJ  K  E 

V       vijand  van  al  wat  Ketter  heette,  en   een  bijgeloovig^ 

DOEK     hoogachter  van  eigenwillige  Monnikenvrooniheid. 

Hoofdft.       De  opvolger  van  dominicus   in  het  bezuur  der 

na  C.  G.  Orde  was  jordan  ,  die  ook  het  leven   van  dojviini- 

t  t'^i^^?  cus  befchreven  heeft,  en  berigten  van  zich  zelven  , 

,__  bevattende  verfcbeidene  gezigten  ,  openbaringen  enz. 

In  zijn'  tijd  kregen  de  Domin'i kanen  het  eerst  vrij* 

heid,  op  de  Univerfiteit  te  Parys ,  om   openlijk   te 

leeren.    jordan  was  zeer  werkzaam,  om  de  Orde 

verder  in   aanzien   te  brengen.    Eindelijk  reisde   hij 

naar  het  Heilig  Land,  om   de  Broederen   aldaar  te 

bezoeken,  en  overleed  op  de  terugreize  in  het  jaar 

1237. 

Zijn  opvolger  was  in  het  Jaar  1238  raymundus 
DE  PENNAFORTE ,  een  bekend  verzamelaar  van  De- 
dretalen ,  dien  wij  als  zoodanig  reeds  hier  voor 
hebben  leeren  kennen.  Reeds  in  het  jaar  1240  leid- 
de hij  zijne  waardigheid  neder ,  en  leefde  tot  het 
jaar  1275  in  zijn  Klooster  te  Barceilona,  wanneer 
.hij  dezer  wereld  overleed.  Behalve  zijne  verzameling 
der  Decreiakn  van  gregorilts  IX,  heeft  hij  zich 
voorn:imeIijk  toejuiching  verworven  door  een  hand- 
boek voor  de  Biechtvaders  van  zijne  Orde  en  voor 
de  Geestelijken  in  het  gemeen,  (^Siimim}  de  Poerit- 
tentia  et  Matrimonio ^^  hetwelk  liet  eerfte  v/erk  van 
die  natuur  was. 

De  Orde  maakte  voorts  fnelle  voortgangen.  Zij 
bragt  ten  dezen  tijde  de  beide  groote  lichten  in  de 
«Sc^oö/yc/^^ Wijsbegeerte  en  Godgeleerdheid,  voort  al- 
BERT  den  Grooten  én  thomas  van  ^quino.  Andere 
geleerde  mannen  op  Univerfitciten ,  en  bcbrijvers  uit 

.de- 


GESCHIEDENIS.  6f 

deze  Orde  voortgekomen,  de  roem  van  heiligheid,       V 
van   wonderwerken ,  en  godzalige  ftrengheid  ,    haar     °°^* 
aanzien  aan  het  Paufelijk  Hof,  hare  vlijt  in  het  pre-  Hoofdft. 
diken  en  beftrijden  der  Ketteren ;  ook  de  Inquifitie ,  na  C.  G. 
welke    GREGORius  IX  in  het  jaar   1233  aan  haar  {ot^^5f/* 
aanbeval ,  dit  alles  vereenigde  zich ,  om  haren  luis-  '. 

ter  te  vergrooten,  en  haar  ongemeen  te  doen  toene- 
men. Zij  heeft  zich  door  geheel  Europa  uitgebreid, 
en  ook  in  Azië^  ja  zelfs  in  Abysfïni'é.  Door  de 
Reformatie  heeft  zij  vele  Kloosters  en  inkomften 
verloren,  en  niet  min  door  de  Jefuiten,  en  even- 
wel bezat  zij  in  het  begin  der  voorgaande  eeuw  nog 
45  Provinciën ,  behalve  twaalf  Congregatien  of  bij- 
zondere Reformatien  enz. 

Voor  dezen  hebben  de  Dominikanen  wel  beweerd, 
dat  hun  ftichter,  behalve  zijne  Monniken  en  Non- 
nen, nog  eene  derde  Orde,  (^Tertiarii ,  Ie  Tiers 
Ordre ,  vollediger  Fraires  et  forores  de  militia  'Je^ 
fu  Chrtsti,  de  Poenitentïa  B,  Dominici  ,^  gedicht 
hebbe.  Doch  hun  XXlIfte  Generaal,  raymund  van 
Kapua,  die  in  het  jaar  1399  geftorven  is,  erkent, 
dat  dezelve  eerst  na  den  dood  van  den  Heil.  domi- 
Nicus  ontdaan  is.  Volgens  hem  had  dominicus 
eenige  vrome  lieden  verzameld ,  die  zich  bij  eede 
verbonden,  om  de  Ketters  met  de  wapenen  te  be- 
dwingen en  uit  te  roeijen.  Deze  noemde  hij  den 
krijgidienst^  (^mi/iiia,')  van  christus,  en  fchreef 
hun  eene  gemengde  zwarte  en  witte  kleeding  voor. 
Doch  na  zijne  Heiligfpreking  in  het  jaar  1234,  toen 
de  zoogenoemde  Ketterijen  bijna  vernietigd  waren , 
veranderden  ditzt  lieden  in  eene  foort  van  Boeteliii- 
E  a  gen  , 


68  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V       gen  ^  aan  welke  in  het  jaar  1300  de  regel   van  aü- 

BOEK     GUSTiiXUS  vvcrd  vooreefchreven. 
VI 
Hoofdft        ^^^"    ^^^^"^    °°^   DSMiNicus   voor   den    uitvinder 

na  C.  G  van  den  Rozenkrans  Vv^illen  houden,  aoch  wij  heb- 

Jaari073.  ^      ^j   ^,^^j.  ^ijn'  tijd  fporen  van   het    gebruik    van 

tot  151 7.  j         j       1  t. 

n  deiizelven  ;   fchoon   men    niet  kan   onikennen  ,    dat 

DOMiNicus    dit    gebruik    zeer   bevorderd    heeft ,  en 

dat  daar  door  in  zijne    Orde    de    Broederfchap  van 

den  Rozenkrans  ontdaan  is. 

Francis'        Hoe  aanzienlijk  ook  de  Orde   van  den   Heil.  do- 

kanen.      minicus    zich    verheven   had,    ecliter  ontfiond   'er 
FRANCIS-  ,-.         ..,  ,  ,.      , 

cus  van    genoegzaam  ten  zeilden  tijde  eene  andere,  die   haar 

Asfifi.  (Jen  voorrang  betwistte,  en  die  zich  voornainelijk 
daar  op  grondde,  dat  zij  de  eerfle  Orde  van  EedeU 
monniken  geweest  is.  Derzelver  ftichter  verbeeldde 
zich  de  volmaaktheid  van  het  Monnikenleven  daar 
door  te  zullen  bereiken,  als  hij  aan  zijne  Monnikcii 
allen  bijzonderen  eigendom  verbood,  om  alleen  van 
het  bedelen  te  beflaan  ,  hoewel  hij  zijn  oogmerk 
niet  bereikt  heeft,  alzoo  zijne  Monniken  van  het 
bedelen  rijk  zijn  geworden,  en  langen  tijd  hevig 
onder  malkanJeren  getwist  hebben,  waar  in  deze 
volkomene  armoede  eigenlijk  bedaan  zal. 

De  dichter  van  deze  Orde,  franciscus  van  As^ 
jifi ,  naar  de  plaats  zijner  geboorte,  een  klein  dadje 
van  het  oude  Umbri'é,  in  de  middeleeuwen  het  Her- 
togdom Spokto,  kwam  daar  in  het  jaar  1182  ter 
wereld.  Zijne  Levensgefchiedenis ,  befchreven  door 
BONAVENTURA,  die  zelve  een  Heilige  in  deze  Orde 
geweest  is,  vervolgens  door  eenen  anderen  Francis- 
kaner  lukas  vvadding,  door  helyot   en   anderen 

is 


GESCHIEDENIS.  <5(, 

ïs  voi  zonderlingheden  ,  wonderen  en  hemelfche  ver-       V 

fchljningen  ,   welke  niet  -waardig  zouden   zijn  ,  ge-     ®°^* 

noemd  te  worden,  indien  het  niet   ware,  om  ons  Hoofdft. 

den  geest  dier  eeuwen  te  Iccrcn  kennen.  na  C.  G* 

TnnrioT^ 
De  ftichter  dezer  Orde   zal  van  de  Ër'^jthréifche  jj^^  j.j^J 

Sibylle  reeds  te  voren  verkondigd  zijn,  ook  zal  de  '«  •  ■ 
Profeet  zacharia  (XÏ.  7.)  van  iietn  voorzegd  heb- 
ben, en  één  der  Engelen  Openh.  VH.  2.  is  niemand 
anders  dan  franciscüs.  Zijn  Vader  pietf.r  ber- 
NARDONi  was  een  rijk  koopman.  Zijne  Moeder 
kon  niet  anders  van  hem  verlosfen ,  dan  in  eeneii 
ftal  op  wat  hooi,  en  dus  had  hij  reeds  in  zijne  ge- 
boorte gelijkvormigheid  met  den  ZUigmaker.  Bij 
den  doop  kreeg  hij  den  naam  joannes  ,  maar  dewijl 
hij  al  vroeg  vlug  Framch  leerde  ipreken  met  de 
Franfchen ,  met  welken  zijn  vader  handelde ,  gaf  zijn 
vader  hem  daarom  den  naam  frans  of  francis» 
cus. 

De  Zoon  zou  insgelijks  koopman  worden  ,  maar 
was  genegen  tot  verkwisting,  en  een  liefhebber  van 
alle  vermaken.  In  het  Jaar  1201  werd  hij  in  eenen 
kleinen  oorlog  tusfchen  de  fleden  Asftfi  en  Pcrugia 
gevangen  weggevoerd  ,  maar  voorfpelde  aan  zijne 
medegevangen  toen  reeds,  dat  zij  hem  een  van  de 
geheele  wereld  vereerd  zouden  zien.  Na  zijne  be- 
vrijding eenen  foldaat  ziende  ,  die  flecht  gekleed 
was,  trok  hij  zijn'  rok  uit  en  gaf  hem  denzelven. 
Den  daar  op  volgenden  nacht  zag  hij  in  den  flaap 
een  groot  paleis  met  wapenen ,  die  met  het  kruis 
geteekend  waren :  op  zijne  vraag ,  w  ien  dezelve  toe- 
behoorden ,  ontving  hij  ten  antwoord ,  hem  en  zijne 
E  3  fol- 


70  KERKELIJKE 

V       foldaten.    Daar  op  wilde  hij  eenen   veldtogt  bijwo» 

BoüK     Hen ,  die  in    Beueden  -  Italië  ondernomen   zou   wor- 

Ho'jfdfl    ^^^"5  ^^^^  onderweg  verfcheen  God  licm  bij  nacht, 

11:1  C.  G.  en  gebood  hem   naar  zijne  vaderftad  terug   te  kee- 

J  aan  073  •  alzoo  het   voorgaande  gezigt   eene    geestelijke 

lot     1517  '  ^  C  Z3  ^  J 

,  beteekenis  had.     Van   toen  at  onttrok  franciscus 

zich  meer  en  meer  aan  het  gewoel  der  gezelfchap- 
pen ,  en  hield  zich  bezig  met  geestelijke  oefeningen. 
Eens  ontmoette  hij  buiten  Asjtfl  eenen  melaatfchen , 
en  begrijpende  ,  dat  hij  zich  zelven  overwinnen 
moest,  als  hij  eeu  foldaat  van  christus  wilde  zijn, 
ftapte  hij  van  het  paard,  kuste  den  melaatfchen,  en 
gaf  hem  een  aalmoes.  Voortrijdende,  zag  hij  den^ 
zelven  niet  meer,  en  dit  nu  voor  een  wonder  hou- 
dende, befloot  hij  tot  grooter  dingen  voort  te  gaan. 
Eens  verfcheen  hem  christus  aan  het  kruis,  ter- 
wijl hij  zijn  gebed  deed,  en  hij  geloofde,  zich  te 
hebben  hooren  opwekken ,  dat  hij  zich  zelven  ver- 
loochenen, zijn  kruis  op  zich  nemen  en  hem  volgen 
zou.  En  van  dien  dag  af,  leide  hij  zich  met  ijver 
toe  op  armoede  en  nederigheid.  Eens  zich  onder 
eenen  hoop  Bedelaars  aan  de  deur  der  Sr.  Pieters 
Kerk  te  Rome  vervoegd  hebbende,  wisfelde  hij  met 
een'  van  de'zelven  van  kleederen,  en  ftond  dus  in 
bedelaarsgewaad  den  geheelen  dag  onder  de  Bede- 
laars ,  zich  verbeeldende  ,  op  deze  wijze  nader  te 
zijn  aan  de  Euangclifche  volmaaktheid.  Naar  zijne 
vaderftad  terug  gekeerd,  zocht  de  Duivel  hem  van 
Zi.ine  godsvrucht  af  te  fchrikken ,  door  hem  te  drei- 
gen, dat  hij  den  verfchrikkelijken  bogchel  van  zeke- 
re oude  vrouw  ,  waar  van  franciscus  altijd  een 

af. 


GESCHIEDENIS.  71 

afkeer   gevoeld  had ,  hem  op  den  rug  zou  planten ,       V 

waarom    hij  den  Duivel ,  met    in    holen  en  kuilen     ^^ek 

VI 
buiten  de  Had  zijn  gebed  te  doen,  ontweek.  Hoofdlf 

Op  zekeren  dag  in  eene  bouwvallige  Kerk  buiten  na  C  G. 

As0fi  zijn  gebed  doende,  voor  een   Crucifix,    hoor-  J*'^^'"^°73' 
■"  ,  .  tot  1517, 

de  hij    hetzelve  dviemaal  zeggen:     „  franciscus,  — — . 

„  ga  en  verbeter   mijn  huis,  hetwelk,   zoo  als  gij 
„  ziet ,  geheel   vervallen  is  I  "     franciscüs  ,  dit 
van  het  Kerkgebouw  verllaande,   verkocht  eene  par- 
tij lakenen  van    zijnen  vader,   en  gaf  het  geld   aan 
den  Priester,  om  de  Kerk  te  doen  herftellen.     Zijn 
vader,  dit  ontdekt  hebbende,  kwam   woedend  toe- 
fchieten  met  eenige  nabtflaanden,    franciscüs,  die 
niet  ontvlugten  kon ,  drong  zich  beangst  tegen  eenen 
muur,   die  zidi  opende,   en  hem  voor  het  gezigt 
van    zijnen  vader    verbergde.     Na  eenige    maanden 
zich  in   een  kuil  verborgen    te    hebben  gehouden  , 
verfcheen  hij  weder  in  zijne  vaderllad,   alwaar  zijne 
burgers  hem  voor  krankzinnig   aanzagen,  hem  be- 
rpotten  en  met   drek  en  fteenen  wierpen ;   waar  op 
2ijn  vader  hem  in   boeijen  floot.    Zijne   moeder   be- 
vrijdde hem  uit  dezelve,  maar  de  vader  beklaagde 
zich  bij  de  overheid,  doch  deze  wees  den  vader  tot 
de  regtbank  des  Bisfchops.    Voor  dezen  verfcheen 
FRAKCJscus    waarfchijnlijk  in   1206.    Op  den  eisch 
zijns   vaders ,    dat    hij    van    zijn    vaderlijk    erfgoed 
afltand  zou  doen  ,   gaf  hij  alles  wat  hij  had  ,   tot 
zijne  kleederen  toe,  over,  waar   bij  men  ontdekte, 
dat  hij  een  grof  haren  vel  over  zijn  naakte  lijf  droeg. 
Nu  gansch  naakt,  zeide  hij  tegen  zijnen  vader:  „Tot 
5,  Uier  toe  heb  ik  u  mijn'  aardfchen  vader  genoemd; 
E  4  „  maai 


7a  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V       „  maar  van  nu  af  kan  ik  veilig  zeggen :    Mijn  va- 

BOEK      ^^  (jgi-,  die  in  de  hemelen  zijt;   bij  wien  ik  al  mijn' 

Hoofdll.   ?^  fchat  beware,  en  op  wien  ik  mijn  vertrouwen  en 

na  C.  G.  ^^  mijne  hoop  gezet  heb."    De  Bisfchop  rees  op , 

}^J"°J^' omhelsde  hem, en  gebood,  dat  men  hem  andere  klee- 

•*- deren  zou  brengen  enz. 

Vervolgens  ging  hij  als  een  bedelaar  in  de  wereld 
rond,  en  zijne  geliefde  bezigheid  was  weder  het  be- 
zoeken en  oppasfen  van  melaatfchen  ,  waar  voor 
God  hem  ook  de  gave  der  gezondmaking  fchonk. 
Nu  dacht  hij  weder  aan  het  herdellen  der  bovenge- 
melde bouwvallige  Kerk ,  waar  toe  hij  al  bedelende 
zoo  veel  bijeenbragt,  dat  hij  zijnen  wensch  voldoen 
kon ,  terwijl  velen  van  zijne  medeburgeren  hem  voor 
een'  Heiligen  hielden.  Men  begon  hem  te  vereeren, 
waar  door  hij  in  ftaat  gerankte,  om  nog  twee  an- 
dere Kerken  te  verbeteren ,  eene  van  welke  op  de 
plaats  Portïcella  of  Portiuncula  ftond ,  welke  plaats 
aan  de  Benedictijnen  behoorde;  deze  Kerk,  aan  de 
Maagd  mar  ia  en  de  Engelen  gewijd,  behaagde  hem 
meer ,  dan  eenige  andere  plaats  der  wereld  ;  hier 
leefde  hij  twee  jaren  lang,  en  leide  den  grond  tot 
zijne  Orde. 

De  (lichting  der  Orde  wordt  gemeenlijk  gefield  in 
het  jaar  1208.  In  dit  jaar  hoorde  franciscus  eens, 
als  de  Priester  in  zijne  geliefde  Kerk  de  Mis  las  , 
deze  woorden  van  den  Zaligmaker  voorlezen  ,  met 
welke  hij  aan  zijne  leerlingen  verbood ,  goud  of  zil- 
ver in  hunne  gordels  mede  te  nemen,  geen  buidel, 
twee  rokken ,  fchoenen  of  fliaven  te  hebben ,  en  nu 
riep   hij  met    vreugde  uit ,  dat  dit  het  juist  was  , 

waar 


GESCHIEDENIS.  73 

waar  hij  naar  verlangde.    Terftond  fchikte  hij  zich,      v 
om  deze  levenswijze  aan  te  nemen,  welke  hij  als  de     ^^^* 
hoogde  Euangelifche  volkomenheid  belchouwde.    Hij  [joofdft 
wierp  alles,  wat  hij  om  en  aan  had,  weg,   behalve  na  C.  G. 
eenen  rok,  welken  hij  den  vorm  gaf  van  een  Mon-  J"^^^°73» 
iiikenklced ,  aan  hetwelk  een  kap  of  k:ipot ,  (capuccio  ' 

capitium ^')  vastgenaaid  was,  van  een  fpiis  of  pljra- 
miedaal  fatfoen,  omtrent  zoo  als  de  Herders  in  Ita- 
lië gebruikten,  om  bij  flecht  weder  over  het  hoofd 
te  halen.  In  de:?e  kleeding  gedroeg  hij  zich  in  de 
omgelegene  oorden  als  een  Boetprediker,  en  vond 
nu  fpoedig  navolgers.  De  eerfte  was  in  het  jaar 
1209  BERNARDO  DE  QUINTAVALLA  ,  ecu  der  aan- 
zienlijk ftc  lieden  te  Aifijt;  een  Kanunnik  van  dezelf- 
de Ilad,PiETER  CATANEO  was  zljti  tweede  leerling, 
waar  bij  zich  in  het  jaar  laop  nog  een  derde  voeg- 
de, ^GiDius,  insgelijks  een  burger  dier  fiad. 

Met  deze  leerlingen  woonde  hij  eerst  in  eene  el- 
lendige hut  aan  een  riviertje  bij  y^sfiji.  Vervolgens 
gingen  zij  uit  om  te  prediken ,  en  werden  hier  en 
daar  als  landloopers  behandeld , hetwelk  zij  alles,  als 
eene  eer  om  christus  wil,  met  blijdfchap  verdroe- 
gen. Toen  in  het  jaar  1210  het  gezelfchap  tot  een 
elftal  was  aangegroeid,  oordeelde  franciscus,  dat 
het  tijd  was  ,  hetzelve  eenen  gemeenfchappelijken 
regel  voor  te  fchrijven ,  en  die  door  den  Paus  te  la- 
ten bevestigen.  In  dezen  regel  liggen  blinde  ge- 
hoorzaamheid, de  ftrengfle  kuischheid  en  verzaking 
van  allen  eigendom  ten  grondflag.  Geen  lid  der 
nieuwe  Orde  zou  Prior,  maar  alle  flechts  minder 
^ro^ders ,  {fratres  minores  ,^  heeten,  waar  uit  de 
E  5  naam 


74^  KERKELOKE 

V       naam  Mtnoriten  ontdaan  is.   Hunne  Opzieners  moe- 

"Bo?.^     ten  ook  Dienaars,   (^Mim'stri,)  genoemd  worden. 

Hoofdfl.   ^y  moeten  gezamenlijk  arbeiden;  doch  min  in   zul- 

sa  C.  G.  ke  zaken ,  welke  voor  hun  zielsheil  nadeelig  kunnen 

Jaario73.  ^ggen.    Zij  zullen,  onder  geen   voorwendfel  hoege- 
EO£  1517  '  .  ,  =• 

n  naamd  ,   behalve   alleen    voor  zieke    medebroeders  , 

geld  aannemen,  dewijl  de  Duivel  die  genen  begoo- 
chelen  wil,  die  geld  voor  beter  dan  fteenen  houden. 
Als  navolgers  der  nederigheid  en  ramoede  van  Chris- 
tus ,  zullen  zij  liefst  onder  verachte  perfonen ,  ar- ' 
men ,  kranken ,  meiaatfchen ,  en  bedelaars  wezen. 
Wanneer  de  nood  het  vordert,  zullen  zij  zich  des 
te  minder  fchamen ,  aalmoezen  in  te  zamelen ,  dewijl 
ook  de  Verlosfer,  de  Heilige  Maagd  en  zijne  Leer- 
lingen van  aalmoezen  geleefd  hebben.  Als  iemand 
hun  eene  aalmoes  mogt  weigeren,  zullen  zij  God 
daar  voor  danken,  dewijl  hun  voor  deze  befchim- 
ping  eens  groote  eer  voor  den  Rigterftoel  van  Chris- 
tus gebeuren  zal.  Bijzonder  zullen  zij  zich  wach- 
ten voor  verkeering  met  vrouwsperfonen.  Als  zij 
rondreizen,  mogen  zij  niet  het  geringlle  bij  zich 
dragen;  en  als  zij  in  een  huis  komen,  eerst  zeggen: 
Vrede  zij  dezen  huize !  maar  dan  daar  in  blijven , 
en  eten  en  drinken,  wat  men  hun  geeft.  Als  ie- 
mand hen  op  de  wang  flaat,  zullen  zij  hem  ook 
de  andere  toekeeren;  en  als  men  hun  den  rok  ont- 
neemt, zullen  zij  dien  niet  weder  eifchen.  Zij  zul- 
len geene  beesten  houden ,  en  niet  rijden ,  ten  ware 
ziekte  of  dringende  nood  hen  daar  toe  dwong. 
Hun  zal  ook  van  hunne  Overften  veroorloofd  wor- 
den, onder  de  Saracenen  en  andere  Ongeloovigen 

te 


GESCHIEDENIS.  75 

te  gaan ,  en  hun  ,  wanneer  zij  zien ,   dat  dit   God       V 

beiiaa^t,  dcszelfs   woord  te  verkonüircn.     Niemand     ^^^^ 

.  VI 

van  hen  mag  tegen  de  Kerkelijke  inrigung  en  zonder  i-ioofd.'ï. 

verlof  van  zijnen   Opperde  prediken  enz.  na  C.  G. 

Nu  fpofcdde    FRANCiscus  zich  nanr   Rome^  om  )''^rï°73» 
*^  '  rot  1517, 

de  bevestiging  van  den  Paus   te  verjjrijgen.    inno-  ■ 

CENTius  Ili  wees  hem  in  liet  eerst  met  verachting 
af,  maar  door  eene  Openbaring  den  volgenden  nacht 
vermaand  zijnde,  liet  hij  hem  terugroepen,  en  beves- 
tigde dadelijk  de  nieuwe  Orde,  op  voorwaarde,  dat 
zy  alleen  aan  hunnen  Opperde  en  deze  aan  den 
Paus  gehoorzaamheid  zouden  bewijzen. 

Van  hier  begaf  franciscus  zich  met  zijn  gezel- 
fchap  naar  eene  verlatene  Kerk  bij  Horta ,  eene  Pau- 
feüjke  ftad  op  de  grenzen   van   Toskanen  ^   maar  als 
de  toeloop  des  volks  hier  voor  hem  te   groot  werd, 
floot  hij  zich  met  zijne  leerlingen   weder  op  in  de 
kleine  hut  bij  ^sfïfi.     De  Benedictijnen   gaven   hem 
de  bovengemelde  Kerk  van  St,   Maria  in  Portiun" 
cula  over,  mids  dat  zijne  Orde  daar  naar  genoemd 
zou  worden.      Hier   had    franciscus  den  eerden 
nacht  reeds  eene  verfchijning  van  Christus  ,  verzeld 
van   deszelfs  Moeder,  hem   verzekerende,   gekomen 
te  zijn,  om  deze  van  hem  en   zijne   Moeder  geliefde 
Kerk    met  hem    te  verloven.     Zij  is  ook  met    de 
daar  tegendaande  hut  de   grond  en    zetel   der  Orde 
geworden,  uit  welke  dezelve   zich   verder  verfpreid 
heeft.    Naderhand  is  om  deze  Kerk  of  Kapel,  even 
als  om  het. heilige  huisje  te  Loretto^  eene   prachtige 
Kerk  gebouwd. 
De   Pausfelijke  bevestiging  was  oorzaak,  dat  de 

Or- 


76  K  E  R  K  E  L  rj  K  E 

V       Orde  fpoedig  in  getal  van  leden  aanwies,  velen  van 

BOEK     welken  nog   ftrenger  leefden  dan  franciscus,   die 

Hoofdfl:.   echter  hun  voorganger   en   voorbeeld    bleef;   hoewel 

na  C.  G.  hij  niet   wilde,   dat  zij  aan    die   geftrengheid  hunne 

Jaario73.  «ggondheid    en   leven   zouden   opofftren;   terwijl  hij 
£ot  1517.  ö 

r  hen  tegen  alle  lediggang  en  luiheid   vermaande  ,   op- 

dat het  oproerig  vleesch  door  arbeid  bedwongen 
mogt  worden.  Om  die  reden  noemde  hij  zijn  lig- 
chaam  Broeder  Ezel  ^  en  een  lediglooper  Broeder 
Flleg,  Opdat  hij  de  booze  lusten  des  viceschs  in 
zich  geheel  mogt  te  niete  doen,  \v\txry  hij  zich  dik- 
wijls in  een'  kuil  vol  ijs.  Hij  at  kwalijk  zoo  veel, 
als  de  hoogde  nooddruft  der  natuur  vorderde;  ge- 
kookte fpijzen  mankte  hij  onfmakelijk ,  en  dronk  niet 
ééns  water  genoeg. 

In  het  jaar  121 1  zond  hij  zijne  Broederen  weder- 
om uit  door  alle  oorden  van  Italië, om  te  prediken, 
en  de  Orde  werd  bijna  overal  met  nieuwe  Monniken 
en  Kloosters  vermeerderd.  Als  hij  eens  in  het  jaar 
I21S  in  eene  Kluis  bij  Siena  fliep,  werd  hij  door 
eene  ftem  wakker  gemaakt,  welke  hem  toeriep  : 
,,  Daar  is  geen  zondaar  in  de  wereld,  wien  God 
niet  vergeven  zou ,  indien  hij  zich  bekeert  ;  maar 
wie  zich  zelven  door  eene  te  harde  boete  ombrengt, 
die  zal  in  eeuwigheid  geene  barmhartigheid  vinden.'* 
FRANCISCUS  herkende  terftond,  door  eene  Godde- 
lijke Openbaring,  dat  dit  eene  verzoeking  des  Dui- 
vels was,  die  hem  nalatig  in  de  boete  maken  wilde. 
Hij  ondervond  naKielijk  fpoedig-  ontuchtige  bewegin- 
gen in  geene  geringe  mate.  Maar  nu  flond  hij  op; 
gÊCsfelde  zich  zelven  met  het  koord  hevig  op  het 

bloo- 


GESCHIEDENIS.  77 

bloote  lijf,  en  zeide:    „  Zoo,   broeder  ezel,  moet       v 
gij  gekl'pt  worden;  weet  gij  niet,  dat  deze  rok  den     ^^^^ 
Monnikenftand,  («//<?  Religione,)  dient,  en  dat  hij  Hoofdrt. 
een  teeken  van  kuischheid  en  heiligheid  is  ?    dat  een  na  C.  G, 
onkuifche  een  zoo   heilig  kleed  niet   (leelen   mag."  10^1^1^^* 
Vervolgens  ging  hij  naar  buiten  in   den  tuin;   wierp  ■    .     - 
zich  gansch  naakt  in  ^e\\  diepen   fneeuw,  van  wel- 
ken hij  zeven  figuren  maakte.  Deze  voor  zich  plaat- 
fende,  zeide  hij   tegen   zijnen  uitwendigen  mensch: 
,,  Zie,  deze  grootfte  figuur  is  uwe  vrouw;   deze 
vier  zijn    twee   zoons  en  twee  dochters;  de  twee 
overige   zijn  een  knecht  en  eene  meid.      Haast  u 
dus,  hen  te  kleeden ,  want  zij  zijn  genoegzaam  be- 
vrozen.    Maar  valt  u  dit  lastig,   om  voor  zoo  ve- 
len te  zorgen:  zoo   dien  éénen  Heer  des  te  ijveri- 
ger! "  Daar  door  noodzaakte  hij  den  verzoeker,  om 
hem  te  verlaten. 

In  het  jaar  1212  naar  Asjtjl  terug  keerende,  ont- 
ving hij  de  uitbondigfte  eerbewijzingen ;  men  achtte 
zich  gelukkig,  als  zij  zijne  kleederen  mogten  aanra- 
ken ,  en  zijne  handen  of  voeten  kusfen ;  de  Geeste- 
lijkheid ging  hem  te  gemoet,  de  klokken  werden  bij 
zijne  intrede  geluid  ;  men  fneed  flukken  uit  zijne 
kleederen,  zoodat  hij  op  den  rug  half  naakt  was; 
en  nog  was  hij  zoo  nederig,  dat  hem  dacht,  dat 
deze  eerbewijzen  te  gering  waren,  want  dat  dezelve, 
even  als  bij  een  beeld ,  niet  hem ,  maar  God  be- 
doelden. 

Geen   wonder,    dat  hij    eene  menigte   Monniken  Orde  dei 
aanwierf,  en  dat  ook   vrouwen   tot  een  ongehuwd  Klarisfen; 
leven  beQoten.    Onder  deze  laatlle  is  de  Heil.  kla- 

RA 


78  KERKELIJKE 

V       RA  naderhand  de  vermaardfte  geworden.    Deze  kla- 

BOEK     RA  was  de  dochter  van  een  voornaam  man  te  y^sfl- 

"H    ilft   fit   ^^^  ^^^^  rt&ès>  m  hare  vroegfle  jeugd  aan  een 

na  C.  G.  ftreng   leven   gewende,   en   onder  anderen  dagelijks 

J^''"'''°73«  driehonderd  gebeden  opzeide,  welke  zij  met  fteent- 

^ .    jes  aftelde.      Öp  raad  van  franciscus    ontvlugtte 

zy,   in  den  ouderdom   van   i8  jaren,    haar  vaders 
huis ,  in  de  Porthmcula  -  Kerk ,  alwaar  haar  fchielijk 
het  haar  door  de   broederen  werd  afgefneden  ;   vele 
maagden    en  vrouwen  volgden  haar  voorbeeld,  en 
zij   werd   in   het  jaar    121 2  de  Stichteresfe  van  de 
tweede    Orde    van    den  Heiligen    franciscus,  de 
Orde  der  Klarisfen^   ook   de   Orde  der   arme  vrou- 
wen genoemd.    Deze  ontvingen   van  den  Paus  den 
regel    van    den   Heiligen   benedictus  ,  en  werden 
Damimüftlnnen    genoemd.      In    het    jaar    1224  gaf 
FRANCISCUS    haar    nog    een  bijzonder  voorfchrift , 
hetwelk  in  het  jaar  1253  door   den  Paus  voor  haar 
tot  een'  algemeenen  regel  gemaakt    werd.      klara 
ftierf  in  het  eerstgeraelde  jaar ,  en   is  kort  daar  na 
door    ALEXANDER   IV    Onder    de    Kerkheiligen    ge- 
plaatst.   Hare  Orde  is  zoo  talrijk  geworden,   dat  zij 
in  het  begin  der  XVIilde  eeuw  nog  bijna  900  Kloos- 
ters bezat ,  in  welke  zich  meer  dan  25000  Nonnen 
zullen  bevonden  hebben. 

Terwijl  franciscus  nog  voor  het  beftuur  dezer 
Heilige  bezorgd  was,  (tond  hij  in  twijfel,  of  hij  zij- 
nen tijd  te  huis  in  heilige  oefeningen  zou  doorbren- 
gen ,  dan  of  hij  voort  zou  gaan ,  met  openlijk  te  pre- 
diken. Hij  raadpleegde  hier  over  de  Heil.  klara  , 
die  hem  verzekerde,  dat  het  Gods  wil  was,  dat  hij 

tot 


-/llï'UeUr   inv.dtl.tt/7u7f,. 

,Cij  vogelen:  :mjnc  broedei-s:  niocl  uwen    ScLepper 
.  pr  ij  zen  en  Loven,  en  ^.  XVIU.».  Blaaz- 75). 


GESCHIEDENIS.  7$ 

tot  heil  van  anderen  zou  prediken.    Zich  daar  op       v 
fpocdende,   om  aan  deze  beflemming  te  voldoen,     ^^^^ 
kwam  hij  op  eene  plaats ,  waar  eene  menigte  voge-  pioofdft, 
len  waren,  die  hij  groette,  en  ziende,  dat  zij  met  na  C.  G, 
gebogene  hoofden  hem  aanflaarden,   dus  aanfprak:  joJ"?f|* 
„  Gij  vogelen!  mijne  broeders I    moet  uwen  Schep-  _ 

„  per  prijzen  en  loven,  die  u  met  vederen  bekleed, 
„  u  vleugelen  gefchonken  heeft  om  te  vliegen,  en 
,,  eene  zuivere  lucht,  die  u  ook  zonder  uwe  zor- 
,,  gen  onderhoudt  en  beduurt!"  Over  deze  woor- 
den toonden  zij,  door  het  uitfleken  der  halzen,  het 
openen  der  fnebben,  en  andere  gebaarden,  hunne 
vreugde.  Eens  wilde  hij  prediken,  maar  men  kon 
hem  niet  verftaan  ,  door  het  geweldig  gepiep  en 
geraas  van  eenige  zwaluwen.  Hij  fprak  ze  aan ,  en 
zeide:  „  Zwaluwtjes!  mijne  zustertjes!  het  is  nu 
5,  tijd,  dat  ik  ook  fpreek,  nadat  gij  genoeg  gefpro- 
5,  ken  hebt,  zwijgt,  tot  dat  het  woord  Gods  voor- 
„  gedragen  is !  "  en  — •  zij  zwegen.  Men  verhaalt 
nog  meer  dergelijke  voorbeelden  van  zijne  magt  over 
de  beesten;  bij  voorbeeld  van  eene  krekel,  die  hij 
ook  met  den  naam  van  zuster  vermaande ,  om  Gods 
lof  te  zingen ;  waar  mede  dezelve  zoo  lang  aanhield , 
tot  dat  FRANCiscus  haar  veroorloofde,  uit  te  fchei- 
den ;  als  ook  van  een  visch ,  die  zonder  zijnen  zegen 
niet  heen  wilde  gaan. 

In  het  Jaar  1212  befloot  onze  Heilige,  onder  J/«- 
hammedaanfcke Molktn  te  gaan  prediken;  maar  werd 
eerst  door  tegenwinden,  vervolgens  door  eene  ziekte 
belet.  Ia  het  jaar  1214  doorreisde  hij  Spanje^  met 
voornemen,  om  naar  Marokko  over  ie  gaan,  maar 

werd 


8o  KERKELIJKE 

V  werd  op  nieuw  door  eene  ziekte  belet.  In  het  Jaar 
BOEK      J215   woonde    hij   de   groote    Kerkvergadering    van 

Hoofdft.   Lateranen  bij,  op  welke  innocentius   III  openlijk 

na  C.  G.  en  plegtig  verklaarde  >  dat  hij  deze   Orde  volkomen 

10^517!  goedkeurde. 

■  Aangemoedigd  door  zoo  veel  geluk,   hield   fran- 

ciscus  in  het  Jaar  1216  het  eerfle  algemeen  Kapittel 
zijner  Orde  te  Asfift^  alwaar  befloien  werd ,  tot  uit- 
breiding der  Orde  allerwege  broeders  te  zenden.  De 
afgezondenen  werden  overal  wel  ontvangen,  behalve 
in  Dtiitschland ^  alzoo  zij  de  taal  niet  verftonden , 
en  alle  vragen,  onder  anderen:  of  zij  Ketters  wa- 
ren ?  met  ja  beantwoordden ,  waarom  zij  gevangen 
gezet,  befpot  en  mishandeld  werden.  Maar  daar- 
tegen verzocht  franciscus  in  het  jaar  1217  den 
Kardinaal  ugolino  tot  Befchermheer  van  zijne  Orde, 
hem  tevens  voorfpellende  ,  dat  hij  eens  Paus  zou 
worden.  In  het  jaar  1218  hield  hij  het  groot  Kün 
pittel  zijner  Orde,  waar  bij  men  zegt,  dat  meer 
dan  5,000  Franciskanen  tegenwoordig  zullen  ge- 
weest zijn.  Nu  zond  hij  weder  Predikers  in  alle 
gewesten  der  wereld ,  terwijl  hij  zelve  met  XÏI  broe* 
deren,  gelijk  jezus  van  XII  Apostelen  verzeld  was, 
in  het  jaar  1219  naar  Egypte  reisde.  Hier  voorzei- 
de  hij  aan  de  Christenen,  die  toen  Damiate  vero- 
verd hadden,  de  ong>.'lukkige  uitkomst  van  hunne 
onderneming  ,  en  begaf  zich  in  perfoon ,  met  het 
uiterfle  gevaar,  naar  den  Sultan^  wien  hij  vermaaii- 
de,  het  Christendom  aan  te  nemen,  maar  van  wien 
hl-i  veracht  werd,  waar  op  hij,  door  eene  Godde- 
lijke Openbaring  vermaand  zijnde,  naar  Europa  te- 
rug 


GESCHIEDENIS.  .81 

Tug  keerde,  evenwel,  als  men  de  Schrijvers  dezer       V 
Orde  gelooven  wil,  zal  hij  vervolgens  dezen  Vorst,    ^^^^ 
door  middel  van  Franciskanen ,  bekeerd  hebben.        Hoofdfl. 

Gedurende  het  afzijn  van  franciscus,  matigde  na  C.  G, 
Broeder  elias,  diep  hij  tot  algemeenen  Fikaris  zij-  1^^^'°73. 
ner  Orde  had  aangelleld,  zich  aan,   om  verfcheide-  ■ 

ne  veranderingen  in  dezelve  te  maken.  Meermalen 
zeide  hij  in  zijne  vermaningsuren  aan  zijne  Broede- 
ren: dat  de  zuiverheid  en  heiligheid  van  hunnen 
Stichter  niet  aan  allen  verleend  was;  dat  men  zijn 
kven  beter  kon  prijzen  dan  navolgen ;  dat  hij  waar* 
lijk  het  een  en  ander  had  voorgefchreven  ,  hetwelk 
de  menfchelijke  krachten  te  boven  ging ;  daarom 
moest  veel  wegens  de  gebrekkelijkheid  der  menfchen 
en  wegens  het  verderf  des  tijds  geduld,  en  veel  ge- 
matigd of  afgefchaft  worden,  elias  haalde  niet 
weinige  leden  der  Orde  aan  zijne  zijde  over,  maar 
de  ijveraars,  met  hem  te  onvrede,  ontboden  hunnen 
meester  terug.  Deze  in  het  jaar  1220  teruggekeerd, 
verfoeide  de  kostbare  gebouwen,  die  ondertusfchen 
voor  de  Monniken  gebouwd  waren;  hij  fprak  den 
vloek  uit  over  eenen  Overfte ,  die  zonder  zyne 
voorkennis  een  fraai  Klooster  met  een  Gebouw  tot 
onderwijs  in  de  wetenfchappen ,  (^Jludium^^  gedicht 
had;  op  deze  wijze,  zeide  hij,  zouden  zijne  Mon» 
niken  meer  geleerd ,  dan  godzalig  worden  ;  hij  wilde 
liever ,  dat  zij  wisten  te  bidden ,  dan  te  lezen ,  en 
dus  vernietigde  hij  deze  School.  Aan  eenen  ande- 
ren Overfte  der  Orde  verbood  hij  zijne  boeken  te 
behouden ,  en  aan  eenen  Novitïus  ontnam  hij  zelfs 
zijn    Pfalmbo.k  ,     onder    voorwendfei ,    dat    men 

XVm.  Deel.  F  gee- 


Sa  KERKELIJKE 

V       gcene  boeken  mogt  bezitten,  dewijl  men  van  alle  el- 

BOEK     gendom  afftand  gedaan  had.     Hij   zelve,   zeide  h^, 

Hoofda.   '^^<^   voorheen    ook    begeerte   nasr    boeken    gehad  , 

na  C.  G.  maar  toen  hij  om  Gods  wil  daaromtrent  te  verllaan , 

Jaar  1073,  ^^^^^  gebeden  het  Euangelie  had  opejigeflaeen  ,  vva- 

tüt  I517.  ^  '^  ICO? 

»- ren  hem  deze  woorden  in  het  oog  gevallen:  ,,  Ulie- 
den is  het  gegeven,  de  verborgenheden  van  het  Ko* 
ningrijk  der  Hemelen  te  weten ,  maar  den  anderen 
is  het  niet  gegeven ; "  daar  waren  'er  200  velen  , 
die  angsivallig  naar  wetenfchappen  trachtten ,  da£ 
die  geen  zalig  was,  die  zich  daar  van  onthield,  oin 
alleen  den  gekruisten  Christus  te  weten, 

Onbefchrijfelijk  was  in  het  jaar  1220  de  vreugd© 
van  FRANCISCU3 ,  op  het  vernemen ,  dat  vijf  van 
zijne  Ordensbroederen  te  Marokko  den  marteldood 
ondergaan  hadden.  Trouwens ,  de  Reliquien  of 
OverbUiffelen  dezer  Martelaren ,  die  fpoedig  wonde- 
ren deden,  bezorgden  aan  de  Orde  Kloosters,  Ker-^ 
ken,  Kapellen  en  gefchenken.  Aan  den  anderen 
kant  had  echter  franciscus  t^n  dezen  tijde  minder 
reden,  om  te  vrede  te  zijn.  Hij  had  in  het  jaar 
1221  den  door  hem  afgezetten  Broeder  elias  weder 
tot  Generaal -Vicaris  van  de  Orde  benoemd;  maar 
deze  maakte  een  raerkeliik  onderfcheid  tusfchen  der- 
zelver  leden,  zoodat  hij  bijzondere  achting  betoon-^ 
de  voor  zulkcn,  die  in  gaven,  wetenfchap  en  ver- 
diensten uitmuntten.  Om  hem  deze  partijdigheid 
onder  het  oog  te  brengen,  liet  franciscus  eens 
twee  Broeders,  die  voor  de  eenvoudigRen  gehouden 
werden,  naast  zich  aan  tafel  zitten,  elias  dacht 
bij  zich  zelven  :     „  Ach,    Broeder  franciscus i-: 

uwe 


GESCHIEDENIS.  83 

tiwe  eenvoudigheid  zal  zeker  der  Orde  fchaden;   gij       V 
laat    onwelenden   naast  u  zitten,    en    aciit  geleerde    °9^* 
mannen    geheel  niet  1  '*    De  Schrijvers    dezer  Orde  Hoofdd. 
verzekeren ,  dat  deze  gedachten  terltond  aan  fran-  na  C.  G, 
ciscus  geopenbaard   werden.     Hij  antwoordde   ook  l^r^'^iy 
op   dezelve,    dat  elia's  hoogmoed  en   zijne    men-  ü 

fchelijke  fchranderheid  veel  meer  de  Orde  zouden 
benadeelen;  ja  hij  voorzeide  hem,  dat  hij,  alhoewel 
naar  den  Goddelijken  wil  tot  hoofd  der  Orde  ver- 
klaard, evenwel  een  afvallige  worden  zou. 

In  het  volgende  jaar  1223  fchonk  Paus  honorius 
aan  de  Orde  het  voorregt  van  den  zoo  vermaard 
geworden  Portiuncula  -  aflaat  ^  voor  allen,  die  op 
den  tweeden  Augustus,  als  <\tw  inwijdingsdag  der 
Kerk  van  dezen  naam  ,  in  die  Kerk  hunne  aandacht 
zouden  verrigten.  De  Franchkanen  verhalen,  dat 
de  Stichter  hunner  Orde  dit  voorreü,t  van  jezus 
zelven,  op  voorfpraak  van  deszelfs  Moeder,  ont- 
vangen hebbe.  Zoo  vermaard  is  deze  aflaat  gewor- 
den ,  dat  nog  zelfs  in  de  laatfle  tijden  menigmaal 
de  toeloop  naar  deze  Kerk  van  alle  oorden  meer  dan 
10O5O00  menfchen  bedroeg. 

In  der  daad  'er  behoort  geduld  toe,  om  zoo  vel© 
zonderlingheden  ,  welke  eenen  Dweeper  zullen  ge- 
beurd zijn ,  wiens  hoofdoogmerk  was  ,  de  wereld 
met  godvruchtig  fchijnende  l'edelaars  te  vervullen  , 
ra  te  fchrijvea ,  maar  dit  geduld  wordt  genoegzaam 
beloond ,  doordien  de  bloote  opgave  dezer  wónder- 
gevallen  den  Lezer  zonder  verdere  aanmerkini^en  ge- 
noeg in  (laat  ftelt,  om  over  derzelver  geloofwaar- 
digheid en  ware  gefchapenheid  te  oordcelen, 

F  2  Al- 


«4  K  E  R  K  E  L  ÏJ  K  E 

V  Alleen  moeten  wij  hier  nog  bijvoegen  het  verhaaï 

BOEK  yarj  (jg  lidieekenen  van  christus,  welke  francis- 
Hoofdft.  cus  van  den  Zaligmaker  in  zijn  ligchaam  zal  be- 
na  C.  G.  komen  hebben ,  opdat  hij  toch  aan  denzelven  vol- 
jQt'^J^^^'  komen  gelijk  mogte  zijn ,  zelfs  in  het  lijden  voor 
»■  ■  -  het  menschdom.  franciscus,  zoo  luidt  het  ver- 
haal, had  zich  in  het  jaar  1224  op  den  berg  AU 
verna  begeven,  om  ter  eere  van  den  Aartsengel 
MicHAëL  veertig  dagen  te  vasten,  tevens  bad  hij 
God,  dat  die  Iiem  zijnen  wil  zou  bekend  maken, 
ten  einde  zich  geheel  daar  naar  te  gedragen ;  onver- 
ziens  ontftond  de  gedachte  bij  hem,  dat  God  hem 
denzelven  zou  openbaren ,  als  hij  het  Euangelieboek 
opfloeg.  Hij  liet  zulks  door  zijnen  reisgenoot  doen , 
en  driemaal  vielen  hem  plaatfen  van  het  lijden  van 
CHRISTUS  in  het  oog.  Hier  uit  befloot  de  Heilige , 
dat,  gelijk  hij  christus  in  zijn  leven  had  nage- 
volgd ,  hij  hem  dus  ook  in  zijn  lijden  gelijkvormig, 
moest  worden.  Op  het  Feest  der  kruisverhooging 
dan  kwam,  als  hij  ijverig  in  het  gebed  en  geheel 
van  de  fmarten  des  Gekruisten  doordrongen  was  , 
een  Ser.ifv^n  den  hemel  naar  hem  toevliegen.  De- 
ze verzocht  hem  driemaal,  dat  hij  hem  iets  geven 
zoude;  en  even  zoo  dikwijls  vond  franciscus  een 
Ituk  gouds,  hetwelk  hij  hem  aan  kon  bieden,  daar 
door  moesten  zijne  drie  Ordens  aangeduid  worden. 
Vervolgens  drukte  jezus  —  want  deze  zelve  was 
de  Seraf  —  hem  zijne  lidteekenen  aan  handen  , 
voeten  en  zijde  in,  niet  zonder  groote  pijn  en  luid 
gefchreeuvv  van  onzen  Htiligen  ;  tevens  zeide  hij 
hem  eenige  woorden ,  maar  welke  deze  aan  niemand 


GESCHIEDENIS.  85 

geopenbaard  heefr.    Scucrt  Z5g  men  aan   de   lianden       V 
en  voeten  nasels  of  fpiikers  van  vleesch ,    doch  wel-     ^^f-J^ 
ke  zich   met   het  overige  vleesch   niet  vereenigden  ;  Hoofdft. 
zij  bleven  fteeds  opene  vi?onden,  gelijk  ook  de  zijde,  na  C.  G. 
en  uit  deze  wonden  liep  fomtiids  veel  bloed:  en  het  ;',    °C^, 
gaan  werd  hem  vooral  moeijelijk.  ■-■ 

Men  heeft  deze  omflandigheden ,  zegt  men,  uit 
den  mond  van  franciscüs  zelven  vernomen  ,  en 
van  den  Droeder  leo,  die  bij  deze  gebeurtenis  te- 
genwoordig vv'as,  en  naderhand  deze  lidteekenen  ge- 
woon was  te  verbinden.  Vele  anderen  van  zijne 
Ordensbroederen  ,  ook  de  Heilige  klara  ,  hebben 
ze  gezien,  zelfs  Paus  alexander  IV.  Zij  zijn  na 
*s  mans  dood  van  vele  inwoners  van  ^s/t/t  vereerd 
en  gekust ;  ook  zijn  'er  vele  wonderwerken  door 
verrigr.  De  Maagd  maria  ,  Engelen  en  zelfs  Dui- 
velen hebben  'er  getuigenis  van  gegeven  enz.  Paus 
BENEDiCTUS  XII  heeft  naderhand  aan  de  Orden  een 
Feestdag  van  de  lidteekenen  van  den  Heiligen  fran- 
ciscüs ,  QFestum  Stigmntum  S,  Francisci,)  toe- 
geftaan,  welke  verwaarloosd  zijnde,  door  taulus 
V,  op  verzoek  van  filips  III,  Koning  van  Spanje^ 
op  nieuw  bevoien  is  geworden.  Behoeven  wij  wel 
cenige  beoordecling  van  deze  gebeurtenis  hier  bij  te 
voegen,  welker  omdandigheden  eerst  na  den  dood 
van  FRANCiscus  verhaald  zijn  ?  Van  het  onderzoek, 
op  welke  wijze  !iij  deze  lidteekenen  ontvangen  heefr, 
zal  elk  Lezer  ons  ligtelijk  ontdaan,  of  franciscüs 
zelve  met  behulp  van  zijnen  reisgenoot  zich  d:e 
wonden  veroorzaakt  heeft,  ten  einde  toch  volmaakt 
F  3  aaa 


$6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       aan  christus  gelrkvormig  re  zi 'n ,  dan  of  anderea 

BOEK      ]^Q^  hebben  weten  te  be.lriegen  ? 
VI 
Hoofilih       ^y  mogen  bij  deze  gelegen !ieid  niet   met  (lüzwij- 

na  C.  G.  gen  voorbijgaan  het  boek,    hetwelk  in  het  jaar  1510 

Jon !•  T  f^*7  "^ 
jf  te  Milaan   in  Folio   gedrukt   is,    welke    druk   zeer 

— ^_ zeldzaam  is.     ITet  voert  ten   opfchrift:     Liber  Con- 

Liber       formitatum.     Het   is  gelclireven  in   het  jaar   1385, 

Confor-  ,  j 

mitntum.   ^^  nagelaten    door  bartholomeus  de   pisis  ,   met 

den  geflachtnaam  albizi,  een'  Italiaanfchen  Monnik 
van  deze  Orde,  die  in    het  jaar   141 1   overleden   is. 
Naderhand  zijn  'er  verfcheidene  uitgaven  van   in   het 
licht  verfchenen,  doch  meer  of  min  verminkt.     Het 
oogmerk   van   den    Schrijver  was ,    zoo    als   hij  in 
eenen  Brief  aan  het  generaal  Kapittel  van  zijne  Orde 
te  Asfift  in  het  jaar  1399,  door   hetwelk  zijn    Boek 
plegtig  bekrachtigd  werd ,   zegt ,  om  aan  te  toonen', 
dat   CHRISTUS    den   Heiligen    franciscus  zich  in 
alles  gelijk  gemaakt  heeft,  ten  welken  einde  40  Con- 
formttaten  of  gelijkvormigheden   tusfchen   hen   wor- 
den opgegeven,  ja  meer  dan   ééns   wordt  francis- 
cus boven  christus  gefield.     Men   kan   met  regt 
dit  Boek  den  volmaaktften  onzin  des  Bijgeloofs  noe- 
men, boven  welken  men    niets   ongerijmders  en   er- 
gerli'ikers  denken  kan.    Het   is   daarom   niet  te  ver- 
wonderen ,  dat  de  Proteftanten ,   in   de  eerde  tijden 
der  Hervorming,  'er  gebruik   van   gemaakt,   en   het 
der  Roomfche  Kerk  bitter  genoeg  voorgeworpen  heb- 
ben.   ERASMUS  ALBER ,  een  Predikant   der  Euange- 
lifche  Kerk,  gaf  in  het  ja  ir   1531  ,   zonder  zich  te 
noemen,  met  eene  voorrede  van  luther,  'er  een 

uit- 


GESCHIEDENIS.  «7 

uittrekfel  van   in   het  licht  ,  onder   den  titel :     der       V 
Sarrevceter  -  Monniken     Üileiifpiegel    en    Alkoran,     ^^^^ 
Daar  uit  nam    een    Boekdrukker   te   Geneve ,    koen-  Hoofdff, 
RAAD    BADius  ,    s;clegenheid  ,    om  een  Fransch    en  ia  C.  G. 
Latijnsch  uittrekfel  van  dit  Boek,  met  bijtende  ^^n- j^J'^J^J^* 
merkingen ,  onder  den   titel :    r Alkoran  des  Corde-  ■ 
liers  ^  in  het  jaar  155Ö  uit  te  geven,    waar  van   een 
fraaije  nadruk  te  AmJJerdam  in    1734  met  kunstpla- 
ten van  picARD  is  uitgekomen  in  II   Deelen  in  Oc- 
tavo.    In  de  Roomfche  Kerk  zelve  is  dit  aanfloote- 
lijk  werk  allengs  met  andere  oogen  befchouwd,  dan 
in  het  eerst,  toen  het  veel  goedkeuring  vond.    Ver- 
ftandige  Schrijvers  befchouwden   het   met   afkeer  en 
verachting ;   zelfs  is  het  op  de  Roomfche  Lijst  der 
verbodene  Boeken  geplaatst.     In  het  jaar  160;^   heeft 
iiogtans  de  Franciskaner  Provinciaal  hündrik  sedu- 
Lius  eene  Apologie  van  dit  werk  uitgegeven,   welke 
hem  echter  geene  eere  heeft  aangedaan. 
Na  den  tijd,  dat  franciscus  de  eere  der  lidtee- Dood  van 

kenen  van  Christus  ontvangen  zou  hebben,   leefde  ^^^'^^^^' 

cus 
hij   nog  twee  jaren  ,   volgens    berigt  der  Schrijvers 

van  zijne  Orden,  in  eenen  ziekelijken,  kwijnenden 
toeftand.  'Er  was  naauwelijks  een  lid  aan  zijn  lig- 
chaam  ,  hetwelk  hem  niet  pijn  veroorzaakte  ,  zoo 
dat  men  hem  van  de  édne  plaats  naar  de  andere 
moest  dragen.  Eindelijk,  toen  hij  de  aannadering 
van  zijnen  dood  befpeurde,  liet  hij  zich  in  de  Por» 
tiuncula  -  Kerk  brengen ,  waar  hij  zijne  Orde  ge- 
grond had.  Hier  wierp  hij  zich  naakt  op  den  bloo- 
ten  grond  neder  ,  om  ook  in  den  fland  der  vol- 
maaktfte  armoede  te  kampen  en  te  fterven.  Een  der 
F  4  om- 


88  KERKELIJKE 

V       omllaande  Ordensbroederen ,   dien  hij   zijnen   Guar- 

BOEK     diaan  noemde  ,  zijnen  wensch  bemerkende ,  gaf  hem 

Hoofdft.  ^^"'  ^'^^'  ^^"  koord  en  een  kapot,   met  bijvoeging, 

na  C.  G.  dat  hij  iiem  dit  gaf,  als  eenen  armen ,  die  om  Gods 

jaario73.     ji  ^^^  w^s^  en  dat  hij    hem,   uit  kracht  der  hei- 
tot 1S17.  j  •> 
,              lige  gehoorzaamheid  ,  vermaande ,   dit  aan  te  nemen. 

De  Heilige  man  deed  dit  ook  met  groote  blijdfchap, 
zeggende:     dat  hij  Christus  daar  voor  dankte,  dat 
hij ,  van  alle  dingen  vrij ,  en  zonder  zelfs   een   eigen 
kleed    te   hebben,   tot  hem   gaan   kon,   zoo   als  hij 
zelve  aan  het  kruis  had  gehangen.    Daarom   gebood 
hij  ook  aan  zijne  Ordensbroederen ,  hem  eenigen  tijd 
na  zijn'  dood  geheel  naakt  te  laten  liggen.     In  zijne 
laatlle  oogenblikken  beval  hij  hun  voor  alle   dingen 
geduld,  armoede  en  gehechtheid  aan   het  geloof  der 
Roorafche   Kerk  aan  ,    en  ftierf  den   4den   October 
1226,     Zijne  Ordensbroeders  weten  nog  veel  meer 
omftandigheden  van  zijn  overlijden   te   verhalen,   bij- 
zonder de  Schrijver  van  het  Boek  over   zijne  Gelijk- 
formigheden  met  ciiristus.     Toen  hij  zou  fterven  , 
waren  'er  vele  Duivelen  bij  de  hand,  om  hem  mees- 
ter te  worden,  maar  zij  konden,  wegens  de  menig- 
te  der   tegenwoordig  zijnde  Engelen  ,  inzonderheid 
van  den  Serafijnfchen  rang,  niet  doordringen,  welke 
laatften    zijne  ziele  in   den   Hemel   voerden.      Eerst 
evenwel  ging  zij  in  het   Vagevuur,  alwaar  zij  vele 
zielen  uit  hetzelve  verloste,  met  welke  verzeld  fran- 
ciscus  in  den   Hemel  zijne   intrede   deed ,  en   daar 
den    voormaligen    Stoel   van   lucifer   bezette,   op 
welken  hij  van  toen  af  vergood,   {Franciscus  dei' 
ficatus^^  zit. 

Men 


GESCHIEDENIS.  «9 

Men   had ,  uit  hoofde  van   zoo   vele   wonderen  ,       V 

als  verhaald  worden,  door  hem  verrigc  te  zijn,  mo-     ^^'^^ 

gen  verwachten,  dat  hii  reeJs  bij  zijn  leven  zou  ge-  Hoofdll. 

canojiizeerd  ge^'eest  zijn.     Dit  gefchicdde   ook  reeds  nn  C.  G, 

twee  itren  na  zijnen  dood  door  gregoriüs  IX,  die  )^"'''°73« 
•■  -  '        tot  1517. 

ook  in  het  jaar    1230    zijn'   rtcrfdag  tot  eenen  alge-  ■ 

meenen  Feestdag  verordende. 

Het  kan  ons  niet  verwonderen,  dat  eene  Orde ,  Voorreg- 
die  zulken  beroemden  Heiligen  tot  Stichter  had,  dje^cn^^nde 
door  bedelarmoede  tegen  eene  rijke  en  luije  Geeste-  leend. 
lijkheid  afdak,  en  op  eenen  aflaat  roemde,  haar  van 
den  Hemel  zelven  gefchoiiken ,  eenen  grooten  op- 
gang maakte.  Zij  kreeg  ook  van  de  Paufen  bet 
voorregt,  om,  zonder  bewilliging  der  Bisfchoppen 
en  Parochiepriesters ,  overal  te  prediken ,  ten  minüe 
in  hunne  Kloosters  en  openbare  plaatfen,  ook  mog- 
ten  zij  biecht  hooren  van  elk ,  die  bij  hen  kwam , 
en  hem  abfolutie  geven.  Nog  kregen  zij  van  de  Pau- 
fen verfcheidene  aflaten.  De  Zendelingfchappen  ga- 
ven ook  aanzien  aan  de  Orde,  welke  zij  onder  de 
Ongeloovigen  ondernamen.  De  Paufen,  aan  welken 
zij  de  onbepaaldfte  gehoorzaamheid  bewezen  ,  had- 
den alle  reden,  om  haar  te  begunfligen.  Zij  ver- 
kreeg verders  roem ,  door ,  tegen  de  oogmerken  van 
haren  Stichter,  ook  geleerde  leden  onder  zich  te 
hebben,  al  vroeg  telde  zij  onder  dezelve  de  beroem- 
de Schoolfche  Wijsgeeren  en  Godgeleerden  alexan- 
DER  HALRS  en  BON  AVANT  URA,  zelfs  tegen  het 
einde  der  XlIIde  eeuw  den  vernuftigen  en  fchrande- 
ren  roger  bacon,  en  den   fcherpzinnigen   Wijsgeer 

JOANNES    DUNS    SCOTüS.        FRANClSCüS     ZClve    lefc 

F  5  wel 


90  KERKELIJKE 

V        wel  eenige  fchriften  nagelaten,  die  ook  gedrukt  z'm, 

BOEK      jjj-ijii.  i^gj-  2ijn  enkel    middelmatige,   Askecdsch-mo- 

Hoofdil.   rele  opftellen,   gebeden,    regelen   voor  de  van   hem 

m  C.  G.  geiliichte  Geestelijke  Ordens  en  dergelijke  ,  waar  van 

tot  1517.  FABRicius  verfl:ig  geeft  (*). 

■  Wat  zal  men  nu  na  dit  alles  van  het  karakter  van 

Knrakter  franciscus  zeggen,  die  van  tljdgenooten  en  nako- 
^Icri'c  melingen  zoo  geheel  ftrijdig  is  befchouwd  gewor- 
den ,  immers ,  terwijl  velen  hem  voor  eenen  uitre- 
kenden Heiligen  hebben  gehouden,  hebben  anderen 
hem  aangezien  voor  eenen  krankzinnigen  van  de  eer- 
fte  foort!  Het  boven  van  hem  verhaalde  zal,  bij 
overweging  ,  den  Lezer  zelven  het  best  van  hem 
eene  beoordeeling  doen  opmaken,  en  hij  zal  bij  (lot 
gewis  erkennen ,  dat  het  'er  met  het  echte  en  ware 
Christendom  Hecht  uit  zou  zien  ,  indien  zulk  een 
zonderling  mensch  een  voorbeeld  en  fteunpilaar  van 
hetzelve  zou  moeten  uitmaken. 
ANTONius  Reeds  bij  het  leven  van  franciscus  ontbrak  het 
vanPadua  j-,eni  in  zijne  Orde  niet  aan  wonderdadige  navolgers  ; 
onder  dezen  is  een  der  voornaamlle  antonius  van 
Padua,  de  Befchermheilig  der  Portugezen,  naar  de 
(lad  Padiia  dus  genoemd,  waar  hij  meest  geleefd 
heeft,  en  ook  geftorven  is.  Hij  was  in  het  jaar 
1196  te  Lufahon  geboren,  en  trad  in  het  jaar  1220 
in  de  Orde  der  Franchkanen.  Nu  kwam  hij  in 
ItaU'è ,  werd  tot  Priester  gewijd ,  en  te  VercelU  door 
den  Abt  thomas  in  den  Godsdienst  onderwezen. 
Hij  heeft  ook  het  een  en  ander,   maar  naauwelijks 

mid- 
(*)  Bihl.  med.  et  inf.  Latin.  7",  II.  p,  i8p. 


GESCHIEDENIS.  91 

middelmatig,  gefc h reven ,  waar  onder  vele   Predika-       V 

tien.     Hij  overleed  in  het  jaar  1231,  en   werd  reeds     ^^^* 

In  het  volgende  jaar  door  grrgorius  IX    gecanoni-  Hoofdü. 

zeerd  ,   wegens   de   menigvuldige    wonderen  ,    welke  na  C.  G. 

hij  zal  verrigt  hebben.     Onder  andere  predikte   hij ,  J^j"^ '  °f |" 

toe  15 1 7  • 

in    navolging  van   den  Stichter   zijner   Orde  ,    eens  ■■ 

voor  de  visfchen ,  aan  welken  hij  na  het  eindigen 
der  preek,  den  zegen  mededeelde;  waar  op  zij  vol 
vreugde  met  hunne  vinnen  en  (laarten  floegen,  hun- 
ne hoofden  eerbiedig  bogen ,  en  zich  toen  in  een' 
oogenblik  in  het  water  dompelden;  nu  wendde  de 
Heilige  zijne  rede  tot  de  Ongeloovigon,  welken  hij, 
door  dit  wonder  ,  de  waarheid  van  het  Katholij'c 
Geloof  bewees ,  en  daar  door  velen  der  verllokllle 
Ketters  bekeerde. 

De  Orde  heeft  zich  felert  zoo  zeer  door  Europa  Talrijk- 
uitgebreid,  dat,  nietregenftaande  zij  in  de  XVlde  |l^^^ '^^ 
eeuw  vele  Kloosters  verloor,  men  in  het  begin  der 
vorige  eeuw  nog  meer  dan  7,000  Kloosters  van  die 
Orde  tellen  kon,  in  welke  meer  dan  115,000  Mon- 
niken leefden;  behalve  nog  meer  dan  900  Vrouwen- 
kloosters, wel'ie  over  de  28,300  Nonnen  bevatten. 
Eigenlijk  waren  het  drie  Ordens,  alzoo  ook  de  7>r- 
tierzen  of  Leek?nbroeders  'er  bijgekomen  waren , 
ook  waren  de  beide  eerften  weder  in  verfcheidene 
fcorten  verdeeld. 

De  uitbreiding  en  voorregten   der   beide  Hoofdor-  Hnatder 
dens  der  Bedelmonniken ,  en  het  gevoel    van  nadeel ,  ^"dere  ^ 
hetwelk  de  voorige  Ordens  en   de   Geestelijkheid    in  ken'tegen 
het  gemeen  daar  door  ondervonden, maakten derzelver  de  Domi- 
afgunst  fpoedig  gaan  Je.    Overal  verhieven  zich  klag-  "^^^"^'^ 

ten 


92  KERKELIJKE 

V       ten  over  hen ,  waar  van  de  blijken  nergens  fterker  te 

^9J'^     vinden  zijn  dan  in  de  Gefchiedenis  vsn  den  Engelfchen 

Hoofdft.   Gefchiedfchrijver,  mattheus  paris,   een'   Benedic- 

na  C.  G.  tyuer ,   die   ten   dezen   tijde  leefde.     Deze  berchrijft 

»^,  ^^{,  de  (lichting  van  de   Orde   der  Franc!ska?ien  uitvoe- 

rig,  en  fchilJert  derzelver  Stichter   met   hem  eigene 

en  Fran-   trekken.      Onder   anderen    verhaalt    hij  ,   dat  ,   toen 
ciskcincn» 

FRANC I SC  us  te  Rome  den  Paus  innocentius  III. 

om  de  bevestiging  zijner  Orde  verzocht,  deze,  het 
armhartige  voorkomen  befchouwende ,  Vi;aar  mede 
FRANCiscus  voor  hem  verfcheen,  tegen  hem  gezegd 
hebbe  :  ,,  Ga ,  Broeder  ,  en  zoek  verkens  op  , 
met  welke  gij  meer  dan  met  menfchen  vergeleken 
kunt  worden ;  wentel  u  zelven  met  hen  in  eene 
modderfloot  rond,  en  hun  uwen  regel  overgevende, 
hefteed  uwen  pligt  als  prediker  aan  hun."  fran- 
ciscus  boog  zich  op  dit  bevel,  en  eenige  verkens 
ontmoetende  ,  wentelde  hij  zich  met  dezelve  zoo 
lang  in  dtn  modder  roi^d ,  tot  hij  van  het  hoofd  tot 
de  voeten  bezoedeld  was.  Toen  weder  bij  den 
Paus  gekomen,  zeide  hij:  Heer,  ik  heb  gedaan, 
het  gene  gij  bevolen  hebt ;  verhoor  nu  mijn  ver- 
zoek! Toen  de  Paus  hem  in  dezen  toefland  zag, 
berouwde  het  hem ,  hem  dus  bejegend  te  hebben  , 
gebood  hem  zich  te  wasfchen,  en  vervulde  zijne 
begeerte.  Evenwel  wilden  de  Romeinen  zijne  pre- 
dikatien  niet  hooren.  Daarom  zeide  hij ,  na  ver- 
fcheidene  dagen  vergeeffche  proeven  genomen  te 
hebben ,  om  hen  te  bewegen  ,  tegen  hen :  Hij  wil- 
de thans,  om  hen  te  befchamen,  christüs  aan 
de  dieren  en  vogelen   verkondigen.     Zoo    gezegd  , 

zoo 


G  E  S  C  H  I  E  D  E  KM  S.  93 

200    gedaan,   ter  (lad   uitgegaan  ,    gebood   hij  eene       V 
menigte   raven,  gieren,   ekfters   en   andere  vogelen,     ^^f 
in  den  naatn  van  Christus,  het   woord  Gods  aan  Hoofdft. 
te  hooren.    Die  deden  zij ,  hem  (til  en   onbewegeUjk  "^  ^'  G» 
aanziende,  een'  halven   dag  lang;   hij  herhaalde  dit 'ót "5 17.' 
nog  twee  volgende  dagen,  wanneer  eindelijk  de  Ro-  ■ 

pj^imn  met  hunne  Geestelijkheid  'hem  eerbiedig  in- 
haalden. Ook  weet  paris  nog  deze  bijzonderheid 
van  onzen  Heiligen ,  dat  zich ,  veertien  dagen  vóór 
zijnen  dood,  wonden  aan  zijne  handen  en  voeten 
vertoond  hebben,  uit  welke  veel  bloed  vloeide,  en 
eene  heel  diepe  wonde  in  zijne  zijde.  Op  de  vraag- 
der  Kardinalen,  wat  dit  verfchijnfel  beteekende,  ant- 
woordde hij,  opdat  zijne  Toehoorders  des  te  vaster 
in  den  gekruisten  gelooven  mogtpn;  tot  hunne  ver- 
zekering zou  ook  van  deze  wonden  na  zijn'  dood 
geene  fpoor  meer  zigtbaar  zijn:  en  dit  was  ook  vol- 
komen zoo  gebeurd. 

Maar  des  te  meer  klaagt  deze  Schrijver  in  zijne 
Gefchiedenis  op  het  jaar  1243  over  de  Do-minikanen 
en  Fraiici:kanen,  „  Het  is  veifchrikkelijk  ,  zegt 
hij ,  en  van  eene  treurige  voorbeduiding ,  dat  de 
Monniksfland  fcdert  drie,  vier  en  meer  honderd  ja- 
ren geene  zoo  fchielijke  omkeering  geleden  heeft, 
dan  van  die  Ordens,  welker  Broeders  naauwelijks 
24  jaren  geleden  hunne  eerfte  woningen  in  Enge- 
land  gebouwd  hebben ,  die  thans  tot  eene  Konink- 
lijke hoogte  opklimmen.  Dezen  zijn  het ,  die  in 
kostbare  en  dagelijks  meer  uitgebreide  gebouwen  en  \^ 

hooge  muren  onfchatbare  rijkdommen  ten  toon  fprei- 
den,  terwijl  zij  de  grenzen  der  armoede  en  de  gron- 
den 


94  KERKELIJKE 

V  den  van  hunne  gelofre  fchaamteloos  overfchreden» 
^^^^  Zij  dringen  zich  heel  vlijtig  in  bij  ftervende  Grooten 
Hoofdft.  en  Rijken,  niet  zonder  nadeel  en  verlies  der  gewone 
na  C.  G.  Pfarheeren ;  zijn  gretig  op  voordeelen ,  persfen  daar- 
towsi?'  '^^  biechten  en  geheime  testamenten  af,  waar  bij 
p»-  zij  zich  zelve  en  hircne  Orde  alleen   aanprijzen ,   en 

boven  alle  andere  üellen.  Reeds  gelooft  geen  Ge- 
loovige  zalig  te  kunnen  worden ,  als  hij  niet  door 
den  raad  van  een  Prediker- monnik  of  Minderbroe- 
der beftuurd  wordt.  Ia  het  verkrijgen  van  Privile- 
giën zijn  zij  heel  zorgvuldig ;  aan  de  Hoven  van 
Koningen  en  Vorsten  zijn  zij  Raden ,  Kamerheeren  , 
Schatmeesters  ,  Bruidsleiders  en  Bruiloftsredenaars, 
en  Uitvoerders  der  Pausfelijke  Geldafpersfiiigen  ; 
maar  in  hunne  Predikaiien  vleijers,  of  zeer  bijtende 
berispers ,  of  ontdekkers  van  biechten ,  of  onvoor- 
zigtige  beftraffers.  I>e  eehte  van  heilige  Vaderen, 
zoo  als  van  den  Heiligen  benedictüs  en  augus- 
TiNus,  gedichte  Orden  en  derzelver  leden  worden 
van  hen  veracht;  de  hunne  ftellen  zij  boven  alle. 
Zij  houden  de  Cistercienzen  voor  ruwe,  eenvoudi* 
ge,  halve  Leeken,  of  liever  Boeren;  maar  de  Zwar- 
ten, (zoo  Koemde  men  de  Benedictijnen,^  voor 
trotsaards  en  Epikuristen.  Hij  merkt  verders  aan, 
dat  de  Pausfen  hun  de  hand  boven  het  hoofd  hiel- 
den, en  zegt  op  het  jaar  1247,  dat  hij  geloofde, 
dat  de  Paufen  hen,  tegen  wil  en  dank,  met  fchen- 
ding  van  hunnen  Ordesregel,  en  tot  openbare  erger- 
nis, tot  hunne  tollenaars,  {telonarii^^  en  boden, 
(^bedelli ^^  gemaakt  hadden. 
Twlsien        In  Fraukryk  maakten  de   Domnikanett  zich  ins- 


GESCHIEDENIS.  95 

gelgks  gehaat.     „  Het  volk,   zegt   de  bovengemelde       V 

Gefchiedrchrijver   op   het  jaar    1257,   befpotte   hen,     boek 

onthield    hun   de   gewone  aalmoezen ,   noemde  hen  f-joofdH. 

ïiuichelaars  ,   voorloopeis  van   den  Antichrist ,   val-  na  C,  G. 

fche  Predikers,  vleiiervS  en  Raden  van  Koningen   en  J^^^'°73« 

rt                    tot  1517; 
Vorsten ,  verachters   der  Bislchoppen  ,   flimma  deel* 

nemers   iii  Koninklijke  huwelijken ,  en   onregtmatige  derBedel- 
Biechtvaders ,  die,  terwijl  zij  onbekende  landen  door- j^°""j  ^" 
trokken,  tot  eene  roekeloosheid  in  het  zondigen  aan-  Univerli- 
leiding  gaven."    Maar  in  dit  Rijk  wikkelden  zij  zich  p^'.Y^** 
in  twist  met  de  Univerfiteit  van  Parys,    In  het  jaar 
1221  hadden  zij  reeds  eene  plaats  in    dezelve  gekre- 
gen, en  als  zij  in  1229  bijna  geheel  verftrooid  was, 
maakten  zij  zich  van  eene  openlijke   leerphiats  in   de 
Godgeleerdheid  ,   {Cathedra  MagiJlraUs  in    Theolo- 
gia^')  meester.    Zelfs  na  de  herflelling   der  Univer- 
fiteit trokken  zij  nog  eene  zoodanige  plaats  tot  zich , 
en  bezetten  de  eene   en  andere  met  de  bekwaamde 
mannen  van  hunne  Orde ,  als  roland  van  Cremona^ 
ALBERT  de  Groote ,   ( toen   Alhertus   Teutomcus  , ) 
en  HUGO  VAN  ST.   CHER,  of  DE  S.    CARO.  De  Unl- 

verfiteit  nam  wel,  ten  einde  voor  te  komen,  dat  de 
Monniken  niet  geheel  meester  werden,  een  befluit, 
dat  in  het  vervolg  geen  Klooster  eene  Theologifche 
leerplaats  bezitten  zouden;  maar  de  Dominikanen 
ftoorden  *er  zich  niet  aan.  Evenwel  bleef  de  rust 
eenigermate  ftand  houden  tot  het  Jaar  1250. 

De  Franciskanen  volgden  fpoedig  dit  voorbeeld 
der  Dominikanen  na  ;  en  alexander.  van  Hales 
werd  de  eerde  openlijke  Leeraar  der  Godgeleerdheid 
uit  hunne  Orde.    Om  zich  te  handhaven  verwierven 

de 


g6  KERKELIJKE 

V       de  beide  Ordens  in  het  jaar  1244  en   1249  Brieven 

BOEK     van   den  Paus,  in  welken   de   Univeifiteit   geboden 

Iloofdft.    werd,  hun  de  hooge  waardigheden,  als  zij   ze   ver- 

nn  C.  G,  dienden ,   mede  te  deelen.     Maar   in  het  jaar    1254 

,f!''!?'-'  zaa;  innocentius  IV,  door  de  menigvuldige  klagten 

tot  1517.        '^  000 

^  tegen  hen  ingebragt ,  zich  genoo.lzaakt ,  de  regten  der 

Wereldlijke  Geestelijkheid  te  handhaven;  doch  dewijl 
hij   kort  daar  na   (lierf,   ftrooiden   de  Dominicanen 
en  Frauciskanen  uit,  dat  hij  door  God  geftraft  was, 
en  dewijl  zij  zich   openlijk  lieten  verluiden ,   dat   zij 
den  Paus   dood   gebeden   hadden  ,   ontdond   'er   een 
fpreekwoord :     „  Lieve    Heer  ,   verlos    ons   van   de 
Litanien    der    Bedelmonniken.  "     O  ik    verzamelden 
deze  vrijwillige  armen  groote  rijkdommen  ,  waar  door 
zij  trotschen  laatdunkend  werden ,  en  hunne  Klooster- 
tucht  fpoedig  verviel ,  terwijl  zij  hun  aanzien  aan  de 
Hoven  dikwijls   misbruikten.     Weinig    fclieelde    'er 
aan,  of  de  Dominlkancn  hadden  den  Franfchen  Ko- 
ning LODKWYK    IX  ,    ook    de  Heilige  bijgenaamd, 
'     bepraat,    om   de  kroon  neder  te  leggen  ,     en  een 
Monnik  van  hunne  Orde  te  worden.     Een  van  hen 
vraagde  den  Vorst  eens ,  of  hij  wel   zou  wenfchen , 
zoo  veel  van  den  Zoon   van   God  dagelijks  in  han- 
den te  hebben ,  als  het  ligchaam  van  de  Maagd  ima- 
RiA  in  zich  bevat    had.     Toen   de  Koning  dit   met 
ja!  beantwoordde,  onderrigtte  hij  hem   verder,  dat 
hij,   om   zalig  te  worden  ,   alles  verlaten,  en   het 
kruis  van  zijne  Orde  op  zich  nemen  moest;  alsdan 
zou  hij  fchielijk  tot  het  Priesterdom  opklimmen,    en 
daireiijics  in  de  I\lis  den   Zoon   van  God  in   handen 
bekomen.     De  Koning  was  door  deze  voortellingen 

2e- 


GESCHIEDENIS.  97 

getroffen ;  maar  toen  hij  het  aan  zijne  Gemalin  voor-       V 
droeg,  en   deze   het  aan   den  Broeder   des  Konings     ^* 
en  aan  hare  kinderen  bekend  maakte,  werden  deze  Hoofdft. 
zoo  zeer  tegen  de  Dominikanen  vergramd ,   en   ftie-  na  C.  G* 
ten,  zelfs  in  lodewyks  tegenwoordigheid,  zoo  ^6-^^^"°^^* 
vige  bedreigingen  tegen  hen  uit,   dat  zij  van  hun  « 

oogmerk  moesten  afzien. 

Na  het  jaar  1250  ontflonden,  door  de  pogingen 
der  Dominikanen ,  om  meer  Theologifche  leerftoelen 
te  Parys  te  bezitten,  nieuwe  twisten  tusfchen  hen 
en  de  Univerfiteir.  Deze  befloot  in  het  jaar  1251 , 
dat  geen  Klooster  meer  dan  eenen  leerftoel  in  de 
Tlieologie  door  zijne  Monniken  zou  mogen  vervul- 
len. De  Dominikanen  zich  hier  over  willende  wree- 
ken,  vonden  in  het  jaar  1253  daar  gelegenheid  toe, 
wanneer  de  Leeraren  der  Univerfiteit  zich  te  zamen 
bij  eede  verbonden ,  om  het  aan  hun  geweigerd  regt 
over  zeker  groot  bezwaar  tegen  de  Burgers  te  Parys 
met  allen  ijver  te  zoeken.  Alleen  de  twee  Domini' 
kanen  ,  die  Leeraars  der  Godgeleerdheid  waren , 
weigerden  zich  bij  deze  verbindtenis  te  voegen,  en 
hun  ambtgenoot  de  Franciskaan  ,  verklaarde  zich 
even  zoo.  Na  hen  vergeefs  gezocht  te  hebben,  tot 
vereeniging  te  bewegen ,  ontnam  de  Univerfiteit  hun 
hunne  leerposten.  Hier  over  beklaagden  zij  zich  ten 
Hove  en  bij  den  Paus ,  en  verkregen  van  den  laat- 
ften  een  bevel  tot  hunne  hertelling.  Nu  kwam  het 
zelfs  tot  gewelddadigheden  tusfchen  de  partijen  en 
de  Univerfireit  (telde  in  eenen  Biief  aan  alle  Pre- 
laten het  onregt  nadrukkelijk  voor,  hetwelk  zij  ge- 
leden had. 

XVm.  Deel.  G  Tot 


98  KERKELIJKE 

V  Tot  liaar  ongeluk  was  alexander  IV,  een  on- 

BOEK  gemeen  begunfliger  der  Monniken  ,  Paus  geworden. 
Hoofdft.  Deze  bepaalde  in  April  1255,  dat  de  Kanfelier  dej 
na  C.  G.  Univerfiteit  het  regt  zou  hebben ,  om  aan  eiken  We- 
J^^J°^^'  reldlijken  of  Kloostergeesteüjken ,  dien  hij  bekwaam 
p  zou  vinden,  verlof  te  geven   tot   het  openlijk  Leer- 

aarambt,  en  vernietigde  het  befluit  der  Univerfiteit 
tegen  de  Dominikanen.  Deze  brak  daar  op  hare 
genooifchappelijke  verbindtenis  geheel  af,  om  niet 
verpligt  te  zijn,  deze  Monniken  daar  in  aan  te  nemen, 
maar  dewijl  dit  enkel  als  eene  nitvlugt  werd  aange- 
merkt, deden  twee  Franfche  Bisfchoppen,  als  Ge- 
volmagtigden  van  den  Paus,  haar  in  den  ban.  In 
het  jaar  1256  werd  wel  een  vergelijk  voorgefleld , 
waar  bij  de  Dominikanen  hunne  leerposten  behou- 
den, maar  van  de  Univerfiteit  afgezonderd  zouden 
blijven,  doch  dit  voldeed  den  Paus  niet,  die  inte- 
gendeel vier  van  hare  ijverigfte  Leeraren  van  derzel- 
ver  waardigheid  en  inkomflen  beroofde ,  en  hen  zelfs 
uit  Frankryk  gebannen  wilde  hebben  ,  en  dewijl 
Koning  lodewyk  IX  geheel  op  de  zijde  der  Mon- 
niken was,  noodzaakte  hij  eindelijk  de  Univerfiteit 
om  toe  te  geven.  De  Bedelmonniken  zegevierden 
volkomen,  toen  in  het  jaar  1257  twee  van  hunne 
uitdekendfte  mannen,  de  Dominikaner  tuomas  van 
AQUiNO,  en  de  Ffanciskaner  boj^aventura,  open- 
lijk te  Parys  met  de  Godgeleerde  Doctorale  waardig- 
heid bekleed  moesten  worden.  Evenwel  bleef  de 
Univerfiteit  haar  regt  zoo  nadrukkelijk  voorfiaan, 
dat  de  Paus  tot  aan  ziin'  dood  toe  in  het  jaar  1261 
de  Monniken  door  nieuv.'e  Bullen  geftadig  te  hulpe 
moest  komen.  De 


GESCHIEDENIS.  99 

De  voornaamfte  verdediger  der  Univerfiteit  tegen      V 
de  Bedelmonniken  was    willbm  van  Si,  Amour^    ^o^* 
Doctor  der  Sorbonne,   of  van   de  Godgeleerde  Fa-  Hoofdll. 
culteit  te  Parys.    Hij   had  zijnen   bijnaam   naar   het  na  C.  G. 
kleine  ftadje  St»  Amour ,  in  het  Graaffchap  Burgim-  F^''^°73- 

tot     J  S  m7 % 

die,   zijne   geboorteplaats.    Hij  behoorde  onder   de  ■ 

vier  Godgeleerden ,  welke  de  Paus  uit  Frankryk  ge-  willem 
bannen  wilde  hebben ,  ook  moest  hij  met  nog  een  Araour, 
ander  gevangen  gezet  worden.  De  Dominikanen 
hadden  hem  in  het  Jaar  1254  bij  den  Koning  en 
den  Bisfchop  van  Pary^  befchuldigd,  dat  hij  de  eer 
van  den  Paus  mondelijk  en  fchriftelijk  aangetast 
had;  hij  werd  echter  onfchuldig  verklaard.  Maar 
de  Monniken ,  die  hem  voor  hun  grootllen  tegen- 
partijder hielden,  bragten  nieuwe  bezwaren  te  voor- 
fchijn,  dat  hij  hunne  Orde  gelasterd,  en  dwaalbe* 
grippen  voorgedragen  had.  Ook  daartegen  verdedig- 
de hij  zich  volkomen  in  eene  Predikatie.  Maar  in 
het  jaar  1256  viel  hij  op  zijne  beurt  hen  aan,  en 
fchreef  tegen  hen  zijn  zoo  vermaard  geworden  Boek 
over  de  gevaren  der  laatfte  tijden ,  ( de  periciilis 
mvisfimorum  temporum,^  zijnde  deze  titel  ontleend 
uit  2  Timoth.  IlI.  i.  welk  Boek  met  andere  hier  toe 
behoorende  gefchriften  in  het  jaar  1632  in  Quarto, 
te  Konftans  volgens  den  titel,  maar  in  der  daad  te 
Parys  gedrukt  is.  In  hetzelve  noemt  hij  wel  de  Be- 
delordens  niet,  maar  fchildert  de  Monniken  echter 
met  zulke  levendige  kleuren,  dat  men  in  de  toepas- 
fmg  niet  dwalen  kan.  Deze,  inzonderheid  de  Do- 
minikanen  ,  beklaagden  zich  terllond  over  hetzelve 
bij  verfcheidene  Franfche  Prelaten,  die  zich  thans 
G  2  te 


100  KERKELUKE 

V       te  Parys  bevonden.     Maar  de   Schrijver  verdedigde 

B^K     zich,  omdat  hij  niemand  genoemd   had.     De  Mon-* 

Hoofdft.  "^k^"  wendden  zich  toen  tot  den   Paus,  en   wisten 

na  C.  G.  zelfs  den   Koning  te   bewegen ,   dat   deze  oen  Pau» 

toe  i<i7  ^^^^  ^^^^  Geestelijken  liet  verzoeken,   om   een  oor- 

•- deel  over  dit  Boek  te  vellen.     De   Univerfiteit  zond 

ook  hare  Afgevaardigden  naar  het  Pausfelijke  Hof, 
en  wel  die  vier  Godgeleerden  ,  die  van  den  Paus 
zoo  ftreng  behandeld  waren, willem  van  St.Amour 
zelven ,  en  zijne  drie  ambtgenooten ,  benevens  twee 
Leeraren  der  Wijsbegeerte.  Maar  eer  deze  nog  te 
Rome  kwamen,  was  het  Boek  reeds  van  vier  Kar- 
tlinalen,  onder  welken  de  vermaarde  Dominïkaner 
KUGo  DE  ST.  CARO  was ,  onderzocht  en  veroor- 
deeld ;  hetwelk  door  alexander  IV  in  het  jaar 
1256  bevestigd  werd,  met  een  gebod,  dat  elk,  die 
het  bezat,  hetzelve  verbranden  zou,  ook  werd  het 
te  Anagni ^  waar  de  Paus  zijn  Hof  hield,  openlijk 
verbrand.  De  drie  ambtgenooten  van  willem  werdeir 
daar  door  zoo  bevreesd,  dat  zij  herroeping  deden, 
maar  willem  bleef  ftandvastig.  Hij  werd  verhoord  ; 
en  behalve  den  Generaal  der  Dominikanen  ^  hum- 
BERT,  twistten  de  beste  vernuften  der  beide  Or- 
dens,  ALBERT  de  Groote^  thomas  van  aquino,. 
en  bonaventura  met  hem.  Hij  was  fiim  genoeg, 
om,  het  geen  hij  van  de  Bedelmonniken  gezegd  had, 
te  draaijen  op  zekere  dweepachtige  partijen ,  en  zich 
te  verklaren  ,  dat  hij  zijn  Boek  op  aandrang  der 
Fr^w/f^^  Bisfchoppen  gefchreven  had,  dat,  indien- 
de Paus  de  vierde  of  vijfde  door  hem  verbeterde 
uitgave  gezien  had ,  hij  het  Boek  zou  hebben  goed- 
ge- 


GESCHIEDENIS.  loi 

gekeurd,  en  eindelijk,  dat  hij  alles,  wat  hij  had  ge-       V 
Tchrevsn,  aan  het  oordeel  van  den  Paus  en  der  Pre-     ^^^ 
laten   onderworpen   haJ.     Niettegenüaande  dit  alles  Hoofdft. 
bleef  het  Boek   veroordeeld ,  en  aan    willem  werd  "?-  C.  G. 
het  leeren  en  prediken  als  ook  het  verblijf  in  i^/v7«^-  torisi?.* 
ryk  verboden,    willem  begaf  zich   dus   naar  zijne  - 

vaderftad ,  welke,  gt^lijk  het  geheele  Graaffchap  ^ï/r- 
gundi'è ,  van  het  Duitfche  Rijk  afhankelijk  was. 
Dewijl  de  opvolger  van  alexander  IV,  die  ia 
1261  overleed,  urbanus  IV,  zich  gundiger  jegens 
hem  uitliet,  keerde  hij  in  het  jaar  1263  weder  naar 
PiSTj»;  terug,  alwaar  hij  met  groote  blijdfchap  van 
de  Univerfiteit  ontvangen  werd,  zonder  dat  de  Do- 
minikanen  zich  tegen  hem  verzetten;  ook  heeft  hij 
nog  tot  na  het  jaar  1270  geleefd.  Hij  zond  in  het 
jaar  1266  aan  den  volgenden  Paus  klemensIV  eene 
omgewerkte  en  vermeerderde  uitgave  van  zijn  ge- 
fchrift  toe,  onder  den  titel:  CoUcctiones  Catholicce 
et  canontae  contra  pericula  immtnentia  Ecclefi<z  uni- 
ver  fait  per  hijpocritas ,  pfeudoprccdicatores ,  et  pene- 
trantes  domos   et  otiofos  et  curiofos  et  gyrovngos» 

Toen  de  hevige  twist  der  Paryfche  Univerfiteit  Verdedi- 
met  de  Bedehiionniken  ten  voordeele  der  laatden  ge-  fcJ^ften 
dndigd    was,   en    thomas  van  Aquim  als   Doctor  voorde 

der  Godgeleerdheid   was  aangenomen ,  maakte  deze  "^"^l" 

,     ^  ,      ,^  '  monmke» 

van  die  overwinning  gebruik,  coor  het  bekendma- 
ken van  eene  bijzondere,  reeds  vroeger  opgedelde 
wederlegging  van  het  werk  van  hunnen  tegenpartij- 
der. (  Opusculum  XIX,  contra  impugnantes  Dei 
eiiltum  et  religionem ,  in  S.  Thomce  Aquin.  Opm- 
cuUi  omnibus  p,  247—312.  Paris  1634  in  Folio.  ) 
Ga  In 


I02  KERKELIJKE 

V  In  hetzelve  onderzoekt  hij  zes  tegenwerpingen  tegen 
BOEK  de  Bedelmonnil^en  in  even  zoo  vele  vragen.  Voor 
Hoofdft.  ^^''st:  of  het  eenen  Monnik  geoorloofd  zij  te  lee- 
na  C  G  ren?  Ten  tweeden:  of  de  Monniken  in  een  we- 
^^^'^^°^^'  reldlijk  genootfchap  van  Leeraren  overgaan  mogen? 
p  'I'en  derden:     of  het   hun  geoorloofd  zij\   te  predi- 

ken^ en  biecht  te  hooren^  yvanneer  hun  geene  ziel' 
zorge  is  opgedragen  ?  Hier  zegt  hij ,  onder  ande- 
ren: dewijl  vele  Priesters  zoo  onwetend  zijn,  dat 
zij  geen  Latijn  kunnen  fpreken ,  en  de  minden  van 
hen  de  Heilige  Schrift  geleerd  hebben ,  zoo  hebben 
zij  des  te  meer  raedehelpers  noodig  ;  ook  zouden 
velen  niet  biechten ,  als  zij  dit  volftrekt  bij  hunnen 
Parochiepriester  doen  moesten.  Al  is  'er  dan  een 
gebod,  dat  elk  bij  zijn'  eigen  Priester  moest  biech- 
ten, zoo  moet  men  echter  daar  door  niet  alleen  zijn* 
Parochiepriester,  maar  ook  zijnen  Bisfchop,  en  den 
Paus  zelven  verdaan ,  als  ook  de  genen ,  aan  wel- 
ken zij  volmagt  geven.  De  Paus  bezit  een  algemeen 
regtsgebied  over  alle  Christenen  ,  en  alhoewel  hij 
niet  de  algemeene  Bisfchop,  (Univerfalis  Pontifex') 
genoemd  wil  zijn,  verbiedt  hij  dit  alleen  daarom, 
omdat  hij  geen  Opziener  is  van  elke  Kerk,  als  der- 
zelver  bijzondere  Leeraar.  christus,  de  Paus,  de 
Bisfchop  en  de  Priester  maken  te  zamen  maar  eenen 
Bruidegom  der  Kerk  uit.  Alleen  de  Paus  is  dit  van 
de  algemeene  Kerk,  van  wien  de  bijeenroeping  der 
Kerkvergaderingen,  en  de  daar  op  te  maken  beflui- 
ten  afhangen  ,  hij  kan  ook  de  voorfchriften  der  Apos- 
telen en  der  Heilige  Vaderen  veranderen ,  indien  zij 
Hechts  geene  Goddelijke  regten  betreffen,  en  gevol- 
ge- 


GESCHIEDENIS.  103 

gel^k  ook  aan  de  Monniken  het  gemelde  verlof  me-       V 
dedeelen.    De  vijfde  vraag:    of  een  Monnik  met  de    '^^^'^ 
handen  arbeiden  moet?     De  zesde:  of  het  den  Man-  Hoofdft 
niken  geoorloofd  is ,   al  het  hunne  te   verlaten ,  en  "^  C.  G. 
niets    eigens    noch   gemeen fchappelijks    te   bezitten  ?  ^^^^^'^'^^' 
Eindelijk  is  de  laatfte  vraag:     of  een   Monnik  van  . 

aalmoezen  leven  kan?  Alle  deze  vragen  behandiilt 
THOMAS  met  ongeraeene  fchranderheid  en  vlugheid, 
hoewel  met  dezelve  zijne  zaak  ver  of  na  niet  vol- 
dongen is.  THOMAS  heefc  in  zijne  fchriften  nog  veel 
meer  vragen  betreifende  het  Monnikenleven  behan- 
deld ,  doch  in  alle  bijzonderheden  te  treden ,  zou 
ons  te  wijdloopig  doen  worden. 

Het  geen  thomas  in  naam  der  Dominikanen  ter 
verdediging  der  Bedelmonniken  gedaan  heeft,  het- 
zelfde ondernam  ook  van  de  zijde  der  Franciskanen 
BONAVENTURA ,  Generaal  van  hunne  Orde ,  in  meer 
dan  dén  gefchrift;  bijzonder  in  een  verdediging  voor 
de  armen  ^  hetwelk  in  het  jaar  12Ó9  opgeiteld  en 
gerigt  is  tegen  girard  van  Ahheville  ^  eenen  vriend 
van  WILLEM  van  St.  Amour,  Hij  zoekt  daar  in  te 
bewijzen ,  dat  de  Christelijke  volmaaktheid  vordere  , 
dat  men  zich  in  doodsgevaar  begeeft;  en  meent  de 
fporen  van  volmaaktfte  armoede  in  de  Apostolifche 
Kerk  te  vinden;  en  vindt  die  tegenwerping  belag- 
chclijk,  dat  de  Franciskanen  ontkennen  ,  dat  zij 
iets  eigens  bezitten,  en  te  gelijk  zoo  veel  eigendom 
verteeren;  want,  zegt  hij:  dit  eigendom  behoort  aan 
den  Paus  en  aan  de  Kerk;  de  Franciskanen  hebben 
*er  flechts  het  genot  van,  en  hun  oogmerk  was  ook 
volftrekt  niet  op  iets  eigens  gerigt.  Men  moet  ze- 
G  4  ker 


104  KERKELIJKE 

V       ker  met  zijne  zaak  geheel  ingenomen  zijn,  wanneef 
soEK     men  zulk  foort  van  bewijzen  en  oplosfingen  wil  doen 
Hoofdft.   gelden. 

na  C.  G.  Evenwel  was  bonaventura  niet  zoo  geheel  par- 
iori<i7*  ^y'^'S  voor  zijne  Orde ,  dat  de  grove  vlekken  van 
n;-.  dezelve  zijn  oog  ontgaan   konden.    In  eenen   Brief, 

door  hem  als  Generaal  uit  Parys  in  het  jaar  1257 
aan  alle  Frajiciskaner  Provincialen  gefchreven  (*) , 
klaagde  hij,  dat  de  luister  en  glans  der  Orde  ver- 
donkerd  was;  en  wel  door  eene  menigte  verrigtin- 
gen,  waar  toe  geld  gevorderd  wordt,  hetwelk  nog- 
tans  de  grootfte  vijand  van  armoede  was.  Hij  be- 
zwaarde zich,  over  luije  ledigloopende  en  rondzwer- 
vende broeders,  en  derzelver  onbefchaamd  bedelen; 
hii  beleed,  dat  de  fchoonheid  der  voor  de  Orde  op- 
gerigte  gebouwen  derzelver  vrienden  lastig  viel  en 
aanleiding  gaf  tot  ongunftïge  beoordeelingen ;  de  ge- 
meenzame omgang  en  verkeering,  door  haren  regel 
verboden ,  verwekte  kwaad  vermoeden ;  ambten  wer- 
den zonder  keuze  uitgedeeld;  het  hebzuchtig  hunke- 
ren naar  begrafenisfen  en  erfmakingen  haalde  der 
Orde  het  misnoegen  der  Parochiepriesters  op  den 
hals;  de  Broeders  vergenoegden  zich  niet  meer  met 
iets  weinigs  ;  daar  door  vermeerderden  zij  hunne 
uitgaven;  evenwel  verkondde  de  Christelijke  liefde, 
en  zij  vielen  meer  en  meer  aan  anderen  tot  last  enz. 
De  Abt  Behalve  de  bovengemelde  en  andere  verfchillen  der 
joH-HiM,  Univerfiteit  van  Parys  met  de  Bedelmonniken,  is 
overliet    vooral   merkwaardig   het    verfchil  over   het  eeuwig 

Euan- 
(*}  Tm.  II.  Opp,  p,  352. 


GESCHIEDENIS.  105 

SuaMge/te  der  Franciskanen»      Onder  dezen   naam       V 

was  voor  eenigen  tijd   een   Boek  verfpreid,   hetwelk     "^^^^ 

deze    Monniken    zelve    in    beweging    bragt.      Men  Hoofdlh 

noemde  het  ook  htt  Boek  van  joachim,  omdat  de    '^^  C  G. 

ze  beroemde  Cistercienfer  Abt  van   Flora  in   Kala-  J^^^^°73« 
■'                                                  cot  1517. 
hrië,  die  het  gemelde  Klooster  en   de  Congregatie 

van  dezen  naam  gefticht  heeft,  en  in  het  ]a;ir  1201  Boek: het 
geftorven  is ,  deszclfs  Schrijver  zou  zijn.  Hij  had  p;,aQj,e- 
den  naam  van  een  Profeet  te  wezen.  '£r  zijn  nog  lie. 
dertig  voorzeggingen  aangaande  de  Roomfche  Pau- 
fen,  van  nicolaus  III  af^  tot  innocentius  Vill. 
welke  hem  worden  toegekend  (*).  'Er  zijn  nog 
meer  andere  voorzeggingen  onder  zijnen  nanm ,  die 
ook  gedeeltelijk  ftaan  in  zijne  mijftieke  ophelderin- 
gen over  de  Profeten  en  de  Openbaring  van  joan- 
NES.  (^  Super  jFeremiam  Prophetam  ad  Henr.  VI, 
Imp.  Venet.  1519.  in  a^to.  Colon  1577.  in  '^vo.  In 
jipocalypfïn  Explanatio ,  cum  Pfalterio  decem  chor^ 
darum.  Venet.  1527.  in  i^to,  etc.^  Andere  van  zij- 
ne fchriften  zijn  nog  ongedrukt.  Het  geen  hij  van 
de  Koningen  van  Kastili'é  en  Leon  tot  filips  V, 
Koning  van  Spanje ,  zal  voorzegd  hebben ,  is  eerst 
in  het  jaar  1670  bekend  gemaakt.  Hij  zal  ook  op- 
helderingen over  de  Voorzeggingen  van  anderen  heb- 
ben nagelaten.  Zulk  eene  (laat  'er  aan  het  hoofd 
«ener  oude  verzameling  van  foortgelijke  ftukjes:  Ex- 
pofitio  magni  Prophetae  Joachim  in  librum  heati 
Cirilli  de  magnis  tribulationibus  et  de  flatu  fanctae 
M^ttfis  Ecclefias^  ab  his   nostris  temporibus  usque 

in 

(*)  j.  WOLF.  Lectiones  Memorab.  T,  l.  p,  446-458, 
G5 


io6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  in  fimm  feculi  ,  una  cum  compilatione  ex  diverjis 
BOEK  Prophetis  Novi  ac  Veteris  Testamenti.  Theolospho- 
Hoofdft.  ^^  ^^  Cufentia,  Presbijteri  et  Heremitae.  Item  eX" 
na  C.  G.  planatio  figiirata  et  pulchra  in  Apochalypjin  de  re- 
l^^\Vjl /td^*o  Jlatif  Ecdefiae  ^  et  de  tribus  Veh ^  (/^^^,) 
.  venturis   debitis ,  femper  adjectis   textibus  f.  fcrip- 

turae  et  Prophetarum.  Item  tractattis  de  Antechris- 
to  Magistri  Joannis  Parificnlis  ,  Ordinis  Praedicam 
torum.  Item  Tractatus  de  feptem  ftatihus  Ecdefiae 
devoti  Doctoris ,  Fratris  Ubertini  de  Cafali,  Ordi- 
nis Minor um.  Venetiis  1516.  in  ^to.  De  hier  ge- 
noemde CYRiLLUs  was  een  Kluizenaar  op  den  berg 
Kar  mei ,  die  in  het  jaar  1225  gellorven  is.  De  ove- 
rigen zijn  van  later  tijden. 

Niemand,  die  de  dweepzucht  van  deze  eeuwen 
kent  en  gadeflaat,  zal  zich  over  deze  menigte  van 
voorzeggingen  verwonderen ,  welke  toen  te  voor- 
fchijn  kwamen.  Men  maakte  'er  ook  werk  van,  om 
de  gezigten,  in  de  Openbaring  van  joannes  voor- 
komende, uit  te  leggen  en  toe  te  pasfen.  Men  had 
reeds  voorheen  meermalen  gepoogd  den  tijd  van  de 
komst  van  den  Antichrist  te  bepalen,  en  geloofde, 
uit  de  gebeurtenisfen  van  den  toenmaligen  tijd  te  mo- 
gen befluiten,  dat  deszelfs  komst  met  rasfe  fchreden 
naderde.  In  de  Xllde  eeuw  had  men  den  Profeet 
MALACHiA ,  de  bovengemelde  cyrillus  ,  joachim, 
RAuvERius,  de  Heilige  hildegardis  in  het  Kloos- 
ter Bui  gut  bij  3Ieniz,  en  meer  anderen. 
Voorzeg'      Men  heeft  voor  dezen  aan  foortgelijke  voorzeggin- 

gingen  j^g  geringe  waarde  toegekend.     De   Roomsck" 

van  den    *'      °      ,  "  •      ,  ,       ...  ,    ... 

Abt  joA-  Kathlijken  vonden  daar  een  bewijs  lu  van  heihg- 

cüiM.  held 


G  E  S  C  H  I  E.D  E  N  I  S.  107 

heid  en  Goddelijke   ingeving;  maar  de  Proteflanten       V 
bedienden  zich   tegen  de  Roomfche  Kerk   van  die,     *^^* 
welke  voor    de  Pausfen  en  derzelver  Kerk  nadeclig  Hoofdft. 
waren    uitgevallen.     Ondertusfchen    is    de    echtheid  'i^'-  C.  G, 
van  alle  deze  voorzeggingen,   bijzonder   die  van  den  ^^^  ^  '^' 
Abt  joACHiM  ,  niet  volkomen   bewezen ,   hoewel  hij  — — . 
overigens  van  de  Roomfche  Kerk  met  geen  groeten 
roem  fpreekt.    Zoo  fchrijfc  hij   onder  anderen   (♦^ï 
„  De  vleefchelljke  Kerk,   welke  het  nieuwe  Babyion 
genoemd  wordt,   zal  niet  een'  driedubbelden  geefel 
gekastijd  worden:  te  weten,  met  het  verlies   van  ha- 
re tijdelijke  goederen  door  het  Duitfche   Rijk ;   met 
Ketterij ,  bijzonder  van  de  Patarenen ,    uit  wier  fek- 
te  de  mijftifche  Antichrist  zijn    zal ,   en   ten  derde  , 
met  het  zwaard  der  Ongeloovigen ,  inzonderheid  van 
de  Mohammedanen.    Deze  drie  zullen  te  gelijk  te- 
gen de  Hoere ,  (^fornicaria , )  opfliaan ,    om  haar  ge- 
heel op  den  grond  te  werpen ,  en  opdat  zij  eindelijk 
van  haren  bruidegom  Christus  ,  als  de  jeugd  eenes 
arends  vernieuwd  worde.''    De  Roomfche  Schrijver 
MANSi  (f)  vertroost  zich  daar  mede,  dat,  alhoewel 
JOACHIM  zich  op  zoodanige  wijze  tegen  de  Roomfche 
Kerk  hebbe  uitgelaten ,  hij  haar  echter  geene  verval- 
fching  van  het  geloof  heeft  toegefch reven. 

Men  hield  hem  dus  ook  voor  dezen  voor  den 
opfteller  van  een  in  het  Latijn  gefchreven  eeuwig 
Euangelie^  een  boek,  welks  titel  uit  Openh.  XIV 
6.  ontleend  is.    Dit  boek  bevat  de  voorzegging  van 

eene 

(*)  Apud.  J.  WOLF.   /.  c.  p.  491.  fqq, 
(t)  Ad  FABRICIUM  /.  C.  />.  41. 


io8  KERKELIJKE 

V  eene  gelukkige  en  volmaakte  eeuvv,  de  eeuw  en  het 
»oEK  Euangelie  van  den  Heiligen  Geest  genoemd,  welke 
Hoofdft.  de  plaats  der  eeuw  van  den  Fader  en  ó^n  Zoon  van 
na  C.  G,  God  vervangen  zal ;  welke  groote  verandering  de 
^^"J°^^'  Bedelmonniken  zullen  voortbrengen ;  en  dit  mag  de 
m  «  reden  wel  zijn ,  waarom  men  dit  Boek  aan  joachim 
heeft  toegefchreven. 

Vijf  en  vijftig  jaren  lang  was  dit  eeuwig  Euan* 
geïie  onaangevochten  gebleven  ,  toen  het  door  Wil- 
lem van  St,  Amour  in  het  jaar  1254  in  zijn  Boek : 
van  de  gevaren  der  laatfte  tijden ,  en  te  gelijk  door 
de  overige  Godgeleerden  der  Paryfche  Univerfiteit 
werd  aangevallen.  Eigenlijk  echter  was  het  een 
nieuw  gefchrift,  hetwelk  aanleiding  tot  dezen  aan- 
val gaf,  zijnde  eene  inleiding  en  opheldering  op  het- 
zelve, (^Introductorius  in  Evangelium  jfEternum,') 
welk  werk  van  het  voorgemelde  boek  wel  moet  on- 
derfcheiden  worden  (*)  ,  wordende  dit  laatfte  aan 
eenen  broeder  gerhard  toegefchreven.  Toen  de 
Univerfiteit  van  Parys  in  het  jaar  1256  hare  Afge- 
vaardigden aan  den  Paus  zond,  liet  zij  hem  tevens 
verzoeken,  om  dit  Boek  van  gerhard  te  veroor- 
deelen,  als  behelzende  vele  goddelooze  leerftukken, 
te  weten ,  in  hetzelve  werd  beweerd  ,  dat  het  Ëu- 
angeïie  van  je  zus  flechts  tot  het  jaar  1260  zon 
duren ,  en  dan  zou  een  volmaakter  Euangelie  van 
den  Heiligen  Geest  aanvangen,  en  met  hetzelve  een 
ander  Christendom  ,  van  veel  grooter  aanzien , 
dan    in    de   eerfte    Kerk  ;   het  tot  hier   toe    enkel 

werk- 
(*)  MosHEiM  Kerk.  Hijl.  Deel  V.  Bladz.  115?. 


GESCHIEDENIS.  105 

werkdadig  leven  zou  in  een  befchouwend  overgaan,       V 
hetwelk  zelfs  Christus  en  de  Apostelen  niet  volko-    ^°^!^ 
men  beoefend  hebben ;  maar  eene  nieuw  op  te  ko-  Hoofdff. 
men  Orde  zal   daar  het  hoogfle  voorbeeld  van  ge-  na  C.  G, 
ven ,   en    den    waren  weg  ter  zaligheid  aanwijzen.  fQj'^J^fl' 
Men  voegt  'er  bij ,    dat  in  dit  werk  ook  geleerd  is ,  , 

dat  het  geestelijk  verltand  van  het  Nieuwe  Testa- 
ment zelfs  in  de  Roomfche  Kerk  niet  gevat  wordt; 
dat  de  derde  Orde  der  Uitverkorenen ,   of  de  volko- 
mene Bedelorde  niet  verpligt  zij  ,  haar  leven  voor 
den  Godsdienst  op  te  offeren;  dat  de  fcheuring  der 
Griekfche  Kerk  van  de  Roomfche  een   werk  van  den 
Heiligen  Geest  zij,  en  dat  daarom  Geestelijke  man- 
nen niet  verpligt  zijn ,  aan  de   laatfte  te  gehoorza- 
men; dat  de  Griekfche  Paus^  ( of  Patriarch , )  meer 
geestelijk  is,  en  zich  meer  in   den  ftaat   van  zalig- 
worden   bevindt,   dan  de  Latijnfche;  dat  het   heil 
des  Joodfchen  Volks  van  den  Vader,  van  het Roofn" 
fche  van  den  Zoon,  en  van  het  Griekfche  van  den 
Heiligen   Geest  gewerkt  wordt  enz.    Men   begrijpt 
ligtelijk,  dat  de  Schrijver  van  dit  Boek  aan  de  Bar- 
revoeter  Monniken  ,  of  aan  de   Serafynfche  Orde, 
zoo  als  zij   zich   allengs  ,   even  als  haren   Stichter, 
naar  de  wonderbare    indrukfelen  ,   welke  een   Seraf 
hem  gegeven  had,  den  Serafynfchen  Vader  noemde, 
alleen  de  hoogfte  volkomenheid  van  het  Christendom 
heeft  toegekend;  maar  niet  zoo  klaar  is  het,   waar- 
om hij    den   Griekfchen  Patriarch  boven  den  Paus 
van  Rome  verheft;  hoe  het  zij,    de  Univerfiteit  van 
Parys  drong  zoo  fterk  bij  den  Paus  alexander  IV 
aan ,  dat  hij    het  Boek  moest  laten  onderzoeken , 

dat 


lio  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       dat  hij  hetzelve  eindelijk  veroordeelde  in  het  Jaar  1255. 
BOEK.     QqIj  v^ertj   hetzelve,    op   begeerte   der   Univerüteit , 
Hoofdlt.  i"  ^^^  Voorhof  der  Domkerk  te  Parys ,  openlijk  ver- 
na  C.  G.  brand. 

jaario73.      p^j^^.  gjjggj^  hadden    de   Bedelmonniken   met  ande- 
tot 15 17. 
. ren  te  ftrijden,  maar  zij  waren  het    al   fpoedig  met 

Twisten   malkanderen  oneens.    Zij  betwistten  malkanderen  de 
monniken  eerstheid  van  ontftaan ,  de  Dominikanen  beweerden , 
met  mal-    dat  zij  ouder  waren,  en  dat  zij  zich    welvoegelijker 
kandcren.  j^g^^j^jgj^ .  2ij  hadden  met  regt ,  hunnen  naam  en  ambt 
van  het  prediken  gekregen,  en  hun  kwam  eene  Apos- 
tolifche  waardigheid    toe.     De  Minoriten  of  Min* 
derbroeders  zeiden  hier  tegen :    dat  zij   een   firenger 
en  nederiger   leven   om   Gods   wille  verkozen   had- 
den; hun  leven  was  daarom  waardiger,  omdat  het 
heiliger  was;  en  de  Broeders   konden  van   de   Orde 
der  Dominikanen  heel  wel  tot  de   hunne  overgaan, 
als  van  eene  lagere  tot   eene  hoogere  Orde.     Maar 
de  Dominikanen  voerden  hun  te  gemoet ,  dat  fchooa 
de  Minoriten  barrevoets  gingen,  mannelijk  gekleed, 
en    met   koorden    omgord    waren  ,   hun   echter  het 
vleesch  eten    niet   verboden    was  ,  zoo  als  aan  de 
Predikmonniken;   gevolgelijk    moest  men  van   der- 
zelver  Orde  liever  tot  de  hunne  overgaan  (*}.    Bij 
het  verfchil  onder  de  Wijsgeeren  van  dezen  tijd,  de 
Nominalisten  en  Realisten^  hielden    het  de  Domini- 
kanen met  de   eerften,   de  Franciskanen   met   deze 
laatilen.    In  het   Godgeleerd    zamenflel  verdedigden 
de  Dominikanen  het  leerftelfel  van   augustinüs   in 

zij- 
(*)  MATTH.  Parii.  L  c»  p.  611. 


GESCHIEDENIS.  ni 

ïljne  volle  fterkte,  terwijl  de   Francïskanen   tot  het       V 

Semipelagianismm    neigden.      Eindelijk     waren    ook     °°^* 

deze,  de    Minderbroeders ^   ijverige   aanhangers   van  Hoofdft. 

het  in  deze  eeuwen    opgekomen   gevoelen   aangaande  "a  C.  G. 

de  onbevlekte  ontvangenis  der  Maagd  maria,  welke  ['qJ^'^7\' 

de  Predikermonniken  nooit  aangenomen  en  meerma-  » 

len  openlijk  beftreden  hebben. 

Onderling  waren  de  Franciskanen  zelve   al  vroeg  Verfchil- 

oneens ,  en  wel  over  het  geen   echter  de  hoofdzaak  l?^  ^^} 
.  °  Francis- 

van  hunne  Orde  uitmaakte,  de  armoede.    Reeds  bij  knnenoiir 

het  kven  van  franciscüs  ,  had  de  Broeder  elias  derling. 
zich  afwijkingen  van  den  Regel  veroorloofd,  gelijk 
wij  gezien  hebben.  Als  Generaal  der  Orde  handel- 
de hij  vervolgens  nog  willekeuriger,  waar  op  zich 
eene  partij  tegen  hem  vormde  van  zulken,  die  ftren- 
ge  ijveraars  wilden  zijn  voor  de  inzettingen  van  den 
Heiligen;  onder  welken  antonius  van  Padua  één 
der  voornaamflieH  was.  Deze  bragten  het  zoo  ver, 
dat  elias  in  het  jaar  1230  door  den  Paus  werd  af- 
gezet, en  p.  joAN  parent  tot  hoofd  der  Orde 
verkoren  werd.  elias  begaf  zich  in  een  van  de 
Kluizen,  welke  franciscüs  aangelegd  had,  alwaar 
hij  een  zoo  ftreng  leven  leidde,  dat  men  hem  voor 
een*  Heiligen  begon  te  houden,  terwijl  hij  heimelijk 
eene  partij  onderhield  ,  die  met  hem  overeen ftem- 
de  over  de  noodzakelijkheid ,  om  den  Ordensregel 
te  verzachten.  Deze  partij  bragt  in  het  jaar  i23(), 
op  een  algemeen  Kapittel  der  Orde,  met  onftuimig- 
heid  te  weeg,  dat  hij  op  nieuw  tot  Generaal  der 
Orde  verkoren  werd ,  hetwelk  door  den  Paus ,  die 
zich  zijne  zoogenoemde  bekeering  liet  welgevallen, 

be- 


ïia  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  bevestigd  werd;  evenwel  wilden  de  ijveraars  nïe<* 
BOEK  mand  anders  als  Generaal  erkennen,  dan  parent» 
Hoofdrt.  ELiAS  wist  zich  ook  te  handhaven ,  zelfs  met  ge- 
na  C.  G.  weid;  fommigen  van  zijne  tegenftrevers ,  die,  naar 
iori?^7  ^*  c.'ESARius  van  Spiers ,  welken  zij  aan  hun  hoofd 
.  hadden ,   Cczfarinen    genoemd  werden  ,   verzond  hij 

in  ballingfchap ,  andere  werden  in   gevangenis  opge- 
floten  en   hard  behandeld,      antonius  van   Padua 
moest    ketenen   en    ftokflagen   verdragen.      Ook  lag 
c-(ESARius  zelve  twee  jaren  lang  gekluisterd  in  eeneii 
Kerker;  en  als  hij  in  het  jaar  1239  buiten  denzelven 
gegaan  was  ,  terwijl  hij  door   verzuim  opengelaten 
was  ,  om  zich  in   de  zon  wat  te  verwarmen,  gaf 
de    Opziener    van    zijne     gevangenis  ,     een    ander 
Franciskaan ,  hem  een'  doodelijken   fiag.     Eindelijk 
zette  GREGORius  IX   ELiAS   in  het  jaar   1239  nog* 
maal  af;  en  albert  van  Pifa  kwam  in  zijne  plaats. 
Doch  bij  eene  nieuwe  verkiezing  in  het  jaar   1244, 
als   CRESCENzi    van    jfefi  verkozen  werd  ,  poogde 
ELIAS    zich   bij   den  Paus  innocentius  IV  weder 
in  aanzien  te  brengen,  door  in  deszclfs  twisten  met 
Keizer  frederik  II  voor  middelaar  te  fpelen;   doch 
de  Paus ,  bemerkende ,  dat  hij  in  naam  des   Keizers 
veel  beloofde,  zonder  volmagt  daar  toe  te  hebben, 
wees    hem  ,   in  plaats   van  een   naar  willekeur  om- 
zwervend leven ,  een   Klooster  tot  zijn  verblijf  en 
gehoorzaamheid  aan  zijnen   Generaal  aan.    Dit  kon 
ELiAS  niet  dulden,  waarom  hij  de  Orde   geheel  ver- 
liet, en  zich  bij  den  Keizer  begaf,  bij  wien  hij  den 
Pans  en    de    Roomfche   Kerk  in  het  gemeen   aller- 
fchandelijkst  affchilderde. 


GESCHIEDENIS.  ii^ 

Zijne  partij  bleef  echter  ftand  houden ;  en  inno-      V 
CENTius  zelve  kwam  haar  door  eene  zachtere  uitleg-    "^"L* 
ging  van  den  Ordensregei  te  hulp ,  vastftellende ,  dat  Hoofdft*, 
zij  wel  vaste  goederen ,  huizen ,  huisraad  en  boeken  na  C.  Gé 
konden  hebben  en   gebruiken ,  maar  het  regt ,  de  loJ'^Jrii 
eigendom  en  beheerfching  derzelve  zouden  aan  den  ■■. 

Heiligen  petrus  of  aan  de  Roomfche  Kerk  behoo- 
ren;  en  hier  toe  neigde  ook  de  Generaal  crescen- 
zi,  waar  over  de  ijveraars  ^  die  zich  ook  Geestelij- 
ken^ (Ze/atores,  Spirituaks,')  noemden,  zich  ver- 
geefs bij  den  Paus  beklaagden.  Eindelijk  evenwel 
oordeelde  de  Paus  het  noodig  in  het  jaar  1247,  om 
hem  af  te  zetten,  joannes  van  Parma ,  zijn  op- 
volger, hield  zich  nader  aan  het  voorbeeld  van 
FRANCiscüS,  doch  in  het  jaar  1256  bij  alexan- 
DER  IV  befchuldigd  zijnde,  leide  hij,  op  deszelfs 
raad,  zijn  ambt  neder,  en  benoemde  den  vermaar- 
den BONAVENTURA  tot  zijneu  opvolger ,  die  dg 
waarneming  der  oorfpronkelijke  regelen  bevorderde, 
waar  door  de  naam  van  Cafarinen  nu  geheel  op- 
hield, ook  volgden  drie  van  zijne  opvolgers  tot  het 
jaar  11278  denzelfden  weg, 

In  het  volgende  jaar  gaf  nicolaus  III  eene  nieu- 
we verklaring  van  den  gemelden  regel,  in  eene  ver- 
maarde Bulle  naar  het  eerde  woord  Exiit  genoemd, 
die  ook  in  het  Paufelijk  Wetboek  ftaat  (*).  Behal- 
ve andere  voorfchriften ,  werd  daar  in  de  vastftel- 
ling  van  innocentius  IV  vernieuwd,  de  Monni- 
ken 

(♦)  Sext.  Decrctt.  L.    V.    Tit.    VI.   de  Verb.   Signif\ 
C  3.  pag.   1028- 103 7. 

XVUI.  Deel.  H 


tt4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  ken  zouden  geene  bezittingen,  eigendom  noch  be- 
*9?|'  heering  hebben,  maar  alleen  het  eenvoudig  vrucht» 
Hoofdft.  gebruik  der  noodige  zaken  met  der  daad  ,  zonder 
na  C.  G.  eenig  regt ,  {Jimplex  iifus ,  non  jurh  fed  facti ; ) 
£ori5i7  ^^^'  eigendom  zou  aan  den  Room/eken  Stoel  voor- 
■  behouden  zijn. 

p.  j.  VAN  Hier  mede  echter  waren  de  verfchillen  in  de  Orde 
nog  niet  geheel  weggenomen.  De  flrengere  ijveraars 
waren  met  deze  BuUe  niet  te  vrede  ;  hoewel  nie- 
mand onder  hen,  in  het  voordragen  van  ongewone 
gevoelens ,  verder  ging  dan  pieter  joan  van  oli- 
VA.  Deze  was  te  Serignan  'm  Languedok  in  het 
jaar  IS59  geboren,  en  reeds  in  zijn  twaalfde  Jaar 
door  zijne  ouders  in  het  Klooster  van  St,  francis- 
cus  te  Beziers  gebragt.  Te  Parys  werd  hij  Bacca* 
laureus  der  Godgeleerdheid ,  en  verwierf  den  roem  van 
een  geleerd  en  heilig  man  te  zijn.  Hij  was  een  ijverig 
vereerder  van  den  Stichter  zijner  Orde,  en  een  ijve- 
raar voor  de  ftrenge  waarneming  van  deszelfs  Rege- 
len, waar  door  hij  vele  vijanden  maakte,  fchoon  hij 
te  gelijk  vele  aanhangers  had,  oliva  heeft  veel  ge* 
fchreven ,  maar  dewijl  hij  onder  de  befchuldiging  van 
Ketterij  geftorven  is,  zijn  zijne  fchriften  gedeeltelijk 
vernietigd ,  gedeeltelijk  in  de  Handfchriften  in  openbare 
Bibliotheken  blijven  liggen.  Uit  zijn  Boek  over  de 
Maagd  MARIA  werden  hem  reeds  in  het  jaar  1278 
aanftootelijke  gevoelens  tegengeworpen,  en  hij  door 
den  Generaal  der  Orde,  hiüronymus  van  AscoU ^ 
genoodzaakt,  het  Boek  zelve  te  verbranden.  Toen 
de  Generaal  der  Orde  imatthias  van  Aquas  Spar- 
tas,  die  in  het  jaar  1288  Kardinaal  werd,  niet  al- 
leen 


GESCHIEDENIS.  115 

leen  zich  zalven  alle  gemakken  vergunde,  maar  ook       V 

toeliet,  dat  zijne  Ordensbroeders  in  hunne   Kerken     °^^^ 

en  bij  hun  bedelen  geld  verzamelden ,  hetwelk  kin-  Hoofdft. 

deren  ,    die   hen    verzelden  ,    voor   hen    ontvangen  na  C.  G. 

moesten,  verzette  zich,  behalve  anderen,  ook   oli- ^^^'^ï^^^* 
'  tot  1517* 

VA  hier  hevig  tegen.    Hij  was  reeds  in  een  alge-  — — — 

meen  Kapittel  te  Straatsburg  in  1282  als  een  on- 
rustige Geest  en  Ketter  befchuldigd,  maar  had  her- 
roeping gedaan;  doch  in  het  jaar  1290  werd  hij  op 
nieuw  aangevallen.  Toen  hadden  verfcheidene  Fran' 
eiskaner  ijveraars  met  hem  een  gezelfchap  gevormd, 
hetwelk  de  Congregatie  van  Narbonne  genoemd 
werd.  NicoLAUs  IV  gebood  den  Generaal  der  Orde 
RAiMUND  GAUFREDY,  dcze  als  lustverftoorders  te 
ftraffen.  oliva  zelve  werd  ter  verantwoording  ge- 
roepen, doch  ftierf  te  midden  van  deze  verwarringen 
in  het  jaar  1297  in  een  Klooster  te  Narbonne.  Zijne 
vrienden  hebben  van  wonderen  gefproken  ,  door 
welke  zijne  heiligheid  zou  bevestigd  zijn.  Maar  zij- 
ne vijanden  bragten  het  bij  den  Generaal  joan  de 
MURO  zoo  ver,  dat  aan  de  Ordensbroederen  verbo- 
den werd,  zijne  fchriften  te  lezen,  welk  verbod  in 
het  jaar  130a  met  zulke  flrengheid  werd  uitgefpro- 
ken,  dat  Paus  sixtus  IV  hetzelve  eerst  tepen  het 
einde  der  XVde  eeuw  vernietigd  heeft,  verklhremle, 
dat  in  de  gemelde  fchriften  niets  te  vinden  wüs, 
ftrijdig  met  het  geloof  en  de  goede  zeden. 

De  Spiritualen ,  getrouwe  aanhangers  van  oliva  , 

konden  niet  verhinderen ,    dat  klemens   V  op   de 

Kerkvergadering  te  Fienne  in  het  jaar  1312   de   vol- 

gende  ftellingen  van  oliva  verwierp:  dar  het  v^t7.t\\ 

H  2  vaa 


ii6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  van  God  genereert  en  gegenereerd  wordt ;  dat  de 
BOEK  2iel  des  menfchen,  als  iets  redelijks,  niet  de  wezen* 
Hoofdft.  ly'^^  vorm  van  z'yn  ligchaam  is;  dat  ciiristus  de 
na  C.  G.  fteek  met  de  lancie  nog  vóór  zijn  dood  ontvangen 
jaario73.  j^g  f^ .  gjj  ^^j  ^e  kinderen  door  den  Doop  wel  de 
tot  15 17.  '  f        1     1    i_ 

-  vergeving  der  Erfzonde  bekomen ,  maar  niet  de  ge- 

nade en  deugden,  joannes  XXII  liet  zijne  fcbriften 
nogmaals  door  eenige  Doctoren  in  de  Godgeleerd- 
heid enz.  onderzoeken,  die  omtrent  42  Artikelen, 
voornamelijk  uit  de  verklaring  van  oliva,  over  de 
Openbaring  van  joannes  getrokken,  hun  oordeel 
velden.  In  het  eerlte  Artikel  had  oliva  een'z^ve//- 
voudigen  flaat  der  Kerk  opgegeven ,  als  door  even 
zoo  veel  gezegden  van  den  Apostel  aangeduid,  de- 
zen Artikel  verklaarden  zij  voor  Kettersch^  omdat 
de  zesde  en  zevende  Tijdkring  boven  de  andere  ge- 
field was.  De  zesde ,  had  oliva  gefchreven ,  begon 
eenigermate  van  den  tijd  van  den  heiligen  man,  on- 
zen Vader  FRANCiscus;  maar  volkomener  na  het  oor» 
deel  van  Babyion  ,  die  groote  koere.  Hier  mede  hangt 
het  derde  Artikel  zamen  van  het  oordeel  der  hoere  , 
en  van  het  beest  met  zeven  hoofden^  als  oolc  van  de 
nieuwe  bruiloft  des  Lams  met  zijne  bruid,  al  het- 
welk toegepast  wordt  op  de  verwerping  van  de  Ba' 
hylonifche  Oudheid,  en  de  vernieuwing  der  geftalte 
van  CHRISTUS.  Dit  wordt  voor  Kettersch  ver- 
klaard, omdat  OLIVA  door  de  koere  dQ  Roomfche  Kerk 
en  ook  de  algemeene  Kerk,  voor  zoo  ver  zij  haar 
als  hoofd  erkent,  verfliaat  enz.  Over  het  algemeen 
ftrookten  deze  Artikelen  vrij  wel  met  èm  inhoud 
van  het  Eeuwig  Euangelie ,  hetwelk  men  aan  den 

Abc 


GESCHIEDENIS.  117 

Abt  joACHiM  toefchreef,  maar  zoo  flout  waren  de       V 
Paufen   nog  door  geen'   Monnik   aangevallen.     Ook    ^^'^ 
werden  werkelijk  vier  Franciskanen ,  die  deze  Arti-  HoofdfL 
kelen  hardnekkig  verdedigden ,   in   het  Jaar   1318  te  "^  C.  G. 
Marfiilk  als  Ketters   verbrand.      De  Paus  veroor- J^j  j-j^J 

deelde  het  Boek  zelve,  waar  zij  in  voorkwamen,  in 

het  jaar  1326.  Ook  moesten  de  beenderen  des 
Schrijvers  opgegraven  en  verbrand  worden.  Deze 
had  wel  in  ubertino  van  Cafale^  eenen  zijner  leer- 
lingen,  eenen  ijverigen  verdediger,  die  hem  zocht 
te  verfchoonen  ,  maar  hij  kon  zijne  tegenpartijders 
Hiet  voldoen. 

ï)qzq.  twisten  onder  de  Franciskanen  over  de  wa-  Celesti- 
re  gedeldheid  der  hun  voorgefcbrevene  armoede,  "^/  ^""^ 
hadden  nog  verdere  merkwaardige  gevolgen.  De 
Sperhuakn  bleven  klagen  over  de  verflapping  van 
den  regel  hunner  Orde.  Hun  Generaal  matthias 
van  Aqiias  Spartas  liet  eenigen  daarom  gevangen 
zetten,  die  eerst  na  zijne  afdanking  in  het  Jaar  1290 
in  vrijheid  kwamen.  Vier  Jareii  daar  na  kwam  ce- 
LESTiNus  V  op  den  Pausfelijkcn  troon.  Dewijl  de- 
ze zich  zoo  moeijeiijk  van  zijn  Kluizenaarsleven  had 
iaten  aftrekken,  verzochten  hem  eenige  Spirituaïen ^ 
dat  zij,  als  een  bijzonder  gezelfchap,  een  Kluize- 
naarsleven zoo  arm  mogten  leiden,  als  hun  Stich- 
ter gewild  had.  De  Paus  bewilligde  dit,  onder 
voorwaarde,  dat  zij,  in  plaats  van  Minderbroeders^ 
voortaan  Celestiner  -Eremiten  zouden  heeten  en 
gaf  hun  p.  LiBERATus  tot  opperde.  De  Paus 
had  zelve  eene  nieuwe  Orde  gedicht,  die  onder  den 
jiaam  van  Celestinen  en  eenen  heel  fcherpen  regel 
H  3  nog 


ïi8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E' 

V  nog  beflaat.  De  Celestiner  Eremhen  moesten  ech- 
BOEK  ter  ^  onder  zijnen  opvolger  bonifaciüs  VIII ,  uit 
Hoofdft.  hoofde  van  vervolgingen  ,  op  een  Grieksch  eiland 
na  C.  G.  vlugten.  Maar  ook  hier  werden  zij  verdreven ,  en 
\TJ\V^'  ^^  Latiinfche  Patriarch  van  Konjlantimpolen  deed 
■  hen  in  den  ban.    Zij  werden  als  Ketters  te  regt  ge- 

field, eenigen  (tierven  onder  mishandelingen  in  de 
gevangenis;  anderen  werden  naakt  door  de  ftraten 
van  Napels  gegeeield,  en  uit  het  Rijk  gebannen. 
Fratrlcelli  Doch  door  de  vervolging  nam  hunne  geestdrift 
toe.  Even  voor  de  laatfte  jaren  der  Xlllde  eeuw 
plantten  zij  zich  voort,  onder  den  Italiaanfchen 
naam  Fratrkdli ,  of  kleine  Broedertjes ,  en  fcheid- 
dcn  zich  geheel  van  de  overige  Franciskajien  af  (*), 
Deze  Fratrkelli  hadden  even  zoo  wel  hunne  Lee- 
kenbroeders,  of  hunne  derde  Orde,  (Terilarii,') 
als  FRANCiscus  zclve  reeds  deze  inrigting  gemaakt 
had.  Bij  wijlen  heetten  zij  Bizochi  of  Bocafoti  ; 
waar  van  de  eerfte  naam  uit  het  Italiaanfche  Bizo* 
cho,  in  het  Fransch  Beface  ^  een  bedelzak  ^  ontdaan 
is,  en  het  tweede  waarfchijnlijk  oorfpronkelijk  eene 
gelijke  beteekenis  heeft.  In  Duitschland  werden  zij 
van  het  woord  Beggen  of  Beggeren ,  ( dat  is ,  Jierk 
of  herhaald  bidden  of  bedelen , )  Begharden ,  en  in 
Frankryk  Beguinen  genoemd,  alhoewel  deze  bena» 
mingen  ook  van  andere  gezelfchappen  gebruikt  zijn. 
Doch  van  deze  partijen  in  het  vervolg  meer. 
Augustij-      Behalve  de  Dominikanen  en   Franciskanen  ^  ont- 

ner  Ere-   (^Qu^ign    'gr  nog  andere    BedeJordens ,  maar   welke 
inuea  of 

nooit 

(♦)  Men  leze  mosheim  Kerk,  Gefèh.  Deel  V.  £1.136, 


GESCHIEDENIS.  119 

nooit  dien  trap  van  aanzien  en  vermaardheid  bereikt       V 
hebben.    Ëene  derzelve,   de   Orde  der  yliigmtijner     ^^^^ 
Eremiten,   of  Kluizenaars  van  den   Heiligen   au-  Hoofdft, 
GusTiNüS,  is,  alhoewel  de  geringfle  van   allen,   bij  ria  C.  G. 
de    nakomelingfchap  vermaard  geworden  ,  doordien  j  J"?^!* 
uit  dezelve  in  de  XVIde  eeuw  de  man  is  te  voor-  . 

fchijn  getreden ,  die  de  gevaarlijkfte  vijand  der  PaU'  Kluize- 
fen  en  van  derzelver  Heerfchappij  geweest  is.  Wij 
hebben  al  vroeg  opgemerkt,  dat  augustinus  geen 
Kluizenaar,  noch  Monnik,  ook  niet  Stichter  der 
nieuwe  Kanunniken  geweest  is ,  en  dat  evenwel  niet 
alleen  de  Reguliere  Kanunniken^  maar  ook  de  Au- 
gustijner Eremiten  hunnen  Regel  van  hem  willen 
ontvangen  hebben.  Hier  over  is  hevig  getwist , 
doch  van  welken  twist  wij  hier  niet  breedvoeriger 
willen  fpreken,  alleen  zij  het  genoeg  aan  te  merken, 
dat  'er  voor  de  Orde  der  Augustijner  Eremiten  , 
Congregatien  van  Kluizenaars  in  Itali'é  geweest  zijn , 
die  in  het  eerst  geenen  bijzonderen  Regel  hadden; 
en  eerst  van  innocentius  IV,  in  de  jaren  1244  en 
1252 ,  eenen  Regel ,  die  naar  augustinus  den 
raam  heeft,  ontvangen  hebben.  Soortgelijke  waren 
de  Kluizenaars  van  Toskane,  en  die,  welke  door 
zekeren  joan  bon  in  Normandi'é  gefticht  waren. 
GREGORius  IX  deed  hetzelve  ten  aanzien  der  Bris» 
tinifche  Kluizenaars,  dus  genoemd  naar  eene  een- 
zame plaats  Bristini  in  de  Mark  Ancona, 

Eindelijk  vereenigde  alexander  IV  alle  deze  en 
nog  meer  Kluizenaarsgenootfchappen  door  eene  bij- 
zondere Bulle  in  het  jaar  1265,  onder  den  zooge- 
noemden Regel  van  den  Heiligen  augustinus,  en 
H  4  gaf 


ï!2o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 


V  gaf  daar  aan  den  naam  van  Ordo  Eretnitarum  S, 
EOEK  y^uguitini.  Deze  kreeg  tot  Generaal  den  Broeder 
Hoofdft.  LANFRANK,  zïj  vvcrd  in  de  bijzondere  befcherming 
na  C.  G,  van  den  Apostolifclien  Stoel  genomen ,  en  de  Paus 
€.0^10  7  S^f  hun  zwarte  kappen.  Deze  Orde  werd  toen 
m.  1 1.11 1  reeds  in  vier  Provinciën  Fraukryk ,  Duitschland  , 
Spanje  en  Itali'é  verdeeld,  en  is  federt  zeer  aanmer- 
kelijk in  getal  toegenomen.  Ondertusfchen  zijn  het 
geene  eigenlijke  Eremiten  of  Kluizenaars,  maar  niet 
anders  dan  Kloosterbroedcrs ;  de  inrigting  van  hunne 
Orde  is  eerst  in  de  XVIde  eeuw  volkomen  tot  (land 
gekomen  ,  en  eenige  bijzonderheden  uitgezonderd  , 
ziet  men  aan  hen  alleen  gewone  Monniken,  welke 
pius  V  in  het  jaar  1567  eerst  onder  de  Bedelmort" 
viken  aangenomen ,  en  na  de  Dominikanen ,  Fran^ 
ciskanen  en  Karmeliten  ^  de  vierde  plaats  heeft  aan- 
gewezen. Het  verval  der  Kloostertucht  heeft  reeds 
federt  de  XlVde  eeuw  ook  hier  tot  Hervormingen 
en  nieuwe  Congregatien  aanleiding  gegeven,  onder 
welke  de  ongefchoeide  of  harrevoeter  Augustijnen^ 
die  eerst  in  de  XVIde  eeuw  ontftonden,  de  ver- 
maardfte  en  ftiengfte  uitmaken. 
•  Allengs  werd  echter  de  menigte  der  Monniken 
lastig  zelfs  voor  den  Paus,  hoe  zeer  zij  als  Geeste- 
lijke k rijgsbenden  mogten  aangemerkt  worden,  om 
het  Pausfeiijk  gezag  te  fchragen,  waar  aan  zij  ook 
geheel  onmiddelijk  onderworpen  waren ;  maar  hunne 
gedurige  twisten,  zoo  onder  malkanderen,  als  met 
de  overige  Geestelijkheid  ,  maakten  het  voor  de 
ÏVusfen  ten  uiterfte  moeijelijk,  om  hen  in  toom  te 
houden.    Het  was  dus  geen  wonder,   dat  reeds  in- 

NO- 


I 


GESCHIEDENIS.  lai 

NOCENTius  III  op  de  Kerkvergadering  van  Latera-       V 
nen  in  het  jaar  1215  verbood,  meer  nieuwe   Ordens     ^^^ 
van  Monniken  te  ftichten ,  opdat  derzelver  te  groore  Hoofdft. 
verfcheidenheid  geene  verwarringen  in  de   Kerk  zou  "^  C.  G. 
aanrigten,  welk  verbod  ook  door   volgende  Paiisfen  j^'j  1517J 
vernieuwd  is  geworden.  -■ 

In  de  XlIIde  eeuw  ontftonden  echter,  behalve  de  Orde  der 
reeds  gemelde,  nog  twee  Ordens,  welke  hier  ver-  '■^"^°* 
dienen  gewaagd  te  worden.  De  ééne  derzelve  is  de 
Orde  der  Serviten ;  van  deze  waren  zeven  Kooplie- 
den en  Raadsheeren  te  Florence  de  ftichters ,  bijkans 
allen  van  de  aanzienlijkfte  huizen  in  Toskane.  Deze 
allen  leden  zijnde  van  eene  Geestelijke  Broederfchap , 
wier  voornaamfte  pligt  was ,  Lofliederen  ter  eere  van 
de  Heilige  Maagd  te  zingen ,  bevonden  zich  op  ha- 
ren Hemelvaartsdag  in  het  jaar  1233,  in  haar  Bede- 
huis ,  alwaar  zij  geloofden  door  hemelfche  gezigten 
geroepen  te  worden,  om  de  wereld  te  verzaken.  Zij 
maakten  daar  mede  terftond  een  begin,  met  het  ver- 
koopen  hunner  goederen,  en  het  geld  aan  de  armen 
uit  te  deelen.  De  Bisfchop  van  Florence^  door  hen 
geraadpleegd,  vergunde  hun  een  Bedehuis  met  eenen 
Altaar ,  om  daar  Misfe  'm  te  lezen ,  en  dewijl  zij 
enkel  van  aalmoezen  wilden  leven ,  veroorloofde  hij 
hun,  om  openlijk  te  bedelen.  Zij  begaven  zich  dus 
in  een  armoedig  huis  buiten  de  (lad ;  trokken  flechte 
kleederen  aan  ;  bedekten  hun  ligchaam  met  haren 
hemden  en  ijzeren  kettingen ;  leefden  in  eene  volko- 
Eiene  gemeenfchappelijke  armoede ,  en  verfchenen  nu 
ifl  deze  toerusting  in  de  (lad.  Hier  ,  zegt  men , 
jyezen  de  kinderen,  die  nog  aan  de  borst  lagen, 
H  5  met 


laa  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  met  den  vinger  op  hen,  roepende:  zie  de  dienareM 
BOEK  fi^f  Heilige  Maagd,  De  Bisfchop  raadde  hen,  de- 
Hoofdfl.  zen  hun  zoo  wonderbaar  gegevenen  naam  te  behou- 
B3  C.  G,  (Jen ,  van  daar  werden  zij  Serviten ,  of  vollediger 
^^"°j^*  ^y^m  S,  Marine^  genoemd.  Maar  een  jaar  daar 
.  na  verwijderden  zij  zich  op  eei-ien  tamelijken  affland 

van  Florence  op  den  Berg  Monte  Senario ,  alwaar 
zij  van  een  vervallen  Kasteel  eene  Kerk,  en  verfchei- 
deiie  Kluisjes  bouwden,  en  onder  gedurige  Lofzan- 
gen ter  eere  van  maria  in  het  eerst  alleen  van  wor- 
telen en  kruiden  leefden,  en  naderhand  hunne  aal- 
moezen door  twee  hunner  te  Florence  lieten  op- 
halen. 

Op  raad  van  'sPaufen  Kardinaal  -  Legaat  verzoch- 
ten zij  den  bovengemelden  Bisfchop,  om  hun  eenen 
Regel  voor  te  fclirijven;  maar,  volgens  het  verhaal 
der  Schrijvers  van  deze  Orde,  befpaarde  de  Heilige 
Maagd  hem  deze  moeite,  dewijl  zij  in  het  jaar  1239 
dezen  Monniken  beval,  ter  gedachtenis  van  het  lijden 
van  haren  Zoon ,  een  zwart  kleed ,  lederen  gordel , 
een  fcapulier  en  kap  te  dragen ,  en  hun  tevens  den 
Regel  van  den  Heiligen  augustinus  voorfchreef. 
Hunne  Orde  werd  bevestigd  door  alexander  IV, 
in  het  jaar  1255,  doch  innocentiüs  V,  die  in  het 
jaar  1265  Paus  werd  ,  verbood  hunnen  Generaal, 
Novitien  aan  te  nemen,  en  was  bedacht  op  de  ver- 
nietiging der  Orde;  volgende  Pausfen  echter  waren 
hun  weder  genegen ,  en  honorius  IV  bevestigde  in 
het  jaar  1285  hunne  Orde  op  nieuw,  die  in  de 
XVde  eeuw  van  martinus  V  al  de  voorregten  der 
Bedelmonniken  ontving.    Men  heeft  deze  Monniken 

ook 


GESCHIEDENIS.  125 

ook  genoemd:    Broeders  van  het  lijden  van   omen       V 
Heere  jezus  Christus  ,   als  ook ,  omdat  zij  alle    *°^* 
hunne  gefprekken  met  de  groetenis   des  Engels   be-  Hoofdft. 
gonnen :    de  Broeders  van   het  Ave    Maria,     Deze  na  C.  G. 
Orde  is  "NtX  talrijk  geworden ,  maar  heeft  nooit  flerk  'o^Jri?* 
uitgemunt ,  alleen  heeft  in  het  begin   der   XVIIde  . 
eeuw  een  enkel  man  haar  grooten  roem  verworven, 
te  weten,  p.  paülus  sarpi,  die  van  de  Italianen 
FRA  PAOLO,  de  Broeder  Pauhts ^   genoemd  wordt, 
en  die  in  geest  en  verdienste  grooter  was ,  dan  eene 
menigte  der  vermaardfte  Monniksheiligen  te  zamen.  . 

Van  eene  andere  Orde  ,  met  deze  der  Serviten 
naauw  verwandt,  in  Franhryk  weleer  naar  hunne 
blauwe  kleederen  en  mantels,  Blanc - Manteaux  ge- 
noemd, die  in  het  jaar  1157  te  Marfeilk  ontllaan 
is,  is  het  onnoodig,  breeder  te  fpreken. 

Van  de  tweede  der  bovengemelde  Ordens  ,  die  Orde  der 
nog  eenige  aanmerking  verdienen,  kan  men  iets  zeg-  V'"^^^* 
gen ,  hetwelk  van  de  beste  der  overigen  niet  gezegd 
kan  worden ;  dat  zij  namelijk  ten  behoeve  des 
menschdoms  is  opgerigt ,  en  daar  toe  ook  tot  onze 
tijden  toe  nuttig  is  geweest.  Zij  is  de  Orde  der 
Trinitarier  Geestelijken  of  van  de  loskooping  van 
gevangenen.  Haar  oorfprong  wordt  weder  verhaald 
niet  zonder  hemelfche  verfchijningen  gebeurd  te  zijn. 
Hare  Stichters  waren  joan  van  matta,  de  Zoon 
van  eenen  Edelman  in  Provence^  geboren  in  het  Jaar 
1160,  en  FELix  VAN  VALOis ,  een  Kluizenaar; 
door  eenen  Engel,  zoo  men  zegt,  geboden  om  naar 
Rome  te  gaan,  en  daar  hunne  beftemming  te  verne- 
men, droegen  zij  aan  Paus  innocentius  IV  in  het 

jaar 


124  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       jaar  1198  deze  verfchijning  voor,  die  hun  vergunde 

BOEK     eene  nieuwe  Orde  op  te  rigten,  vireljjer  hoofdwerk- 

Hoofdft.  zaamheid  zou  zijn ,  de  gevangene  Christenen  bij  de 

na  C.  G.  Ongeloovigen  te  rantzoeneren  of  vrij  te  koopen.   De 

Jaar  1073.  p^^^  noemde  ze  de  Orde  der  Heilisie  Drie'éenheid ; 
Eot  I5I7' 
— — —    maar  zij  draagt  ook  den  nnam:  de  redemtione  capti- 

vorum*  Tot  kleeding  gaf  hij  aan  de  Monniken  van 
deze  Orde,  die  anderen  ook  Kanunniken  noemen, 
een  wit  kleed  met  een  rood  en  blaauvv  kruis  op  de 
borst,  in  welke  kleeding  de  Engel  verfchenen  was. 
In  Frankryk  wedergekeerd  ,  werden  zij  door  den 
Koning  filips  augustus  en  andere  Grooten  zoo 
rijkelijk  begiftigd,  dat  zij  fpoedig  verfcheidene Kloos- 
ters aanleiden.  Eenige  jaren  daar  na  werd  voor  hen 
te  Parys  het  eerde  Klooster  geflicht,op  eene  plaats, 
waar  eene  Kapel  ftond,  die  aan  den  Heil.  mathu- 
RiN  gewijd  was  ,  waar  naar  men  hen  in  Frankryk 
les  Mathurins  noemde,  matïa  overleed  te  Rome 
in  het  jaar  1213  of  1214.  felix  de  valois  was 
ongevaar  een  jaar  vroeger  overleden.  Hun  Regel 
vergunde  hun  vleesch  noch  visch.  Ook  mogten  zij 
niet  cp  paarden,  maar  op  ezels  rijden,  waar  van 
hunne  Orde  ook  Ordo  Ajinorum ,  en  zij  zelve  de 
Broeders  op  ezelen^  (^les  Fr  er  es  aux  Anes^^  heet- 
ten. Nog  in  de  jongde  tijden ,  hadden  de  Trinita- 
rien  tot  hunne  hoofdbedoeling  de  vrijkooping  van 
Christen  flaven,  waar  toe  zij  aalmoezen,  zelfs  in 
Protefiantfche  Landen,  inzamelden. 
Orde  van     Eerlang  begeerde    ook   de  Heilige  Moedermaagd, 

onzelieve  ^qq  j^j^g  ^^.^  verhaalt,  eene  dergelijke  Orde;  ten  dien 
vrouwdcr    ..,...,.  „  ,, ,  , 

vriikoo-    emde  zal  zij  m  het  jaar  1218  aan  eenen  Edelman 

ping.  uit 


GESCHIEDENIS.  125 

Bit    Latiguedok ,    pieter    nolasque  ,    verfcheiien       V 
zijn,  die  reeds  daar  op  bedacht  was,  om  Christen    *??* 
flaven  te  losfen,  hem  gebiedende,   tot  dit  oogmerk  Hoofdft. 
eene  bijzondere  Orde  te  (lichten.    Toen  hij   dit  aan  "^  C.  G. 
zijnen  Biechtvader,  den  vermaarden  raymund  van  jJqj  1517 
PENNAFORT,  toen  Kanunnik  te  Barcellona^  ontdek-  — 
te ,  gaf  deze  hem  te  kennen ,   dat  hij  dezelfde  ver- 
fchijning  had  gehad.    Om   dit  te  volbrengen  wend- 
den zij  zich  tot  den  Koning  van  Arragon^  alfon- 
zus  V,  die  uit  kracht  eener  volmagt,  hem  van  den 
Paus  vergund,  hier  in  bewilligde.    Reeds  in  het  jaar 
119a  hadden  eenige  Edellieden  in  Kataloni'è  een  ge- 
nootfchap  opgerigt,    hetwelk  voor  de  oppasfing  vati 
armen  en  gevangenen  zorgde.  Christen  flaven  vrij- 
kocht, en  de  kusten  der  Middellandfche  Zee  tegen 
de  aanvallen  der  Mooren  befchermde.      Deze  voeg- 
den zich  bij  de  nieuwe  Orde,  waar  bij  ook  eenige 
Priesters  kwamen,  en  men  maakte  fpoedig  een  ge- 
lukkig begin  met  het  losfen  van  flaven ,  bij  de  Ara" 
bieren  in    het   Spaanfche  gebied.      gregorius   IX 
bevestigde  deze  Orde  in  het  jaar  1234 ,  en  gaf  haar 
den  zoogenoemden  Regel  van  den  Heiligen  augus- 
TiNus.    De  Orde  voert  den  naam :  Onze  lieve  vrouw 
der  losjing;  in  het  Spaanschi   JSJostra  Senora  de  Ia 
Merced ;   in  het  Fransch  :      Nosire  Dame  de  la 
Merci. 

Met  voorbijgaan  van  eenige  Ordens,  die  in  deze  Humilia- 
eeuwen  ontflionden ,  maar  fpoedig  te  niet  liepen  (♦) ,  ^^°* 

ver- 

(*)  Men  zie  eene  lijst  van  dezelve  bij  mosheim  Kerk, 
Qefchied.  V  DeelyBladz.  323. 


iftö  KERKELUKE 

V       verdienen  de  Humiliaten  nog  eenige  melding,  een 

*vT     gezelfchap   van  eenige  ,  waarfchijnlijk    onder  hen- 

Hoofdft.  DRiK  II,  verdrevene  Milanezen  ^  èiQ  zich  'mDuitsch- 

na  C.  G.  land  vereenigden ,  maar  fpoedig  weder  naar  hun  va- 

Tflciri  07*^ 

tot  1517*  ^^'■l^"^  iQxxxg  keerden.   In  het  eerst  waren  zij  flechts 

I  Leeken,  die  zich  tot  handenarbeid,  en  bijzonder  het 

vervaardigen  van  lakenen ,  tot  eene  geringe  kleeding , 
vele  goede  werken,  en  godsdienftige  oefeningen  ver- 
bonden. In  het  vervolg  ontftonden  daar  uit  twee 
Ordens:  eene  van  Monniken  en  Nonnen;  maar  die 
bijeen  woonden,  om  hun  handwerk  te  oefenen;  de 
andere  van  Priesters;  doch  deze  bleven  ook  Leeken- 
broeders.  innocentius  III  bevestigde  ze  in  het  jaar 
1201.  Lang  bleef  deze  Orde  bij  haren  handenar- 
beid, maar  eindelijk  werd  zij,  naar  het  gemeene  lot 
der  Monniken,  rijk  en  dartel,  en  hare  zeden  zoo 
geheel  bedorven,  dat  pius  V  in  het  jaar  1571  de 
geheele  Orde  vernietigde. 

Kerkelij-      Hoe  zeer  fpoedig  en  vrij  algemeen  de  Monniken 

ke wetten  hunnen    Re^el  afweken  ,    en  tot  zedeloosheid 

omtrent  ^  ' 

deMoniii-  overhelden ,    blijkt  uit    menigvuldige    befluiten    van 

ken.  verfcheidene  Kerkvergaderingen,  alhoewel  met  wei- 
nig vrucht  omtrent  hen  genomen.  De  Bisfchoppen 
onder  voorzitting  van  eenen  Pausfelijken  Legaat  in 
het  jaar  1267  te  Weenen  vergaderd  ,  geboden  , 
dat ,  dewijl  de  Benedictijner  Abten  en  Monniken 
in  de  meeste  Kloosters  een  uitfporig  en  aanftote- 
lijk  leven  leidden,  de  Bisfchoppen  alle  half  jaren, 
verzeld  van  twee  Cisterjienzer  Abten  ,  de  Kloos- 
ters der  Zwarte  Monniken  in  hunne  Bisdommen 
bezoeken  ,  en  de  misbruiken  herflellen  zou- 
den. 


GESCHIEDENIS.  127 

den.  (*)     De  vergadering  te  Saumur  in  het  jaar       V 


BOEK 

VI 


1276  wilde  niet,  dat  de  Monniken  zijden  gordels 
en  beurzen,  mesfen  met  goud  en  zilver  beflag,  kost-  Hoofdft. 
bare  pelfen  en  ftevels  ,  gelijk  de  Leeken  ,  dragen  na  C,  G. 
zouden  (f).  Die  te  Buda  of  Ofen  in  Hongaryen  lH^lrij' 
in  het  jaar  1279  gebood,  dat  de  Monniken  hunne  ■ 

Kloosters  niet  wilkkeurig  verlaten,  zonder  verlof  der 
Bisfchoppen  geene  Kapellanen  bij  Kerken  worden, 
noch  met  honden  en  valken  ter  Jagt  zouden  gaan  (§) 
en  meer  andere,  die  echter  doorgaans  weinig  nut 
deden. 

Wanneer  wij  onze  oogen  vestigen  op  de  Nonnen  NonneiL. 
van  dezen  tijd ,  dan  vindt  men  een  aantal  nieuwe 
gezelfchappen  van  dezelve,  van  welke  reeds  gefpro- 
ken  is.  Zij  evenaarden ,  ja  overtroffen  zelfs ,  in  ha- 
ren eerden  aanvang,  de  Monniken  in  ftrenge  levens- 
wijze ,  en  dienden  dus  ,  om  het  Monniken-  en 
Kloosterleven  te  meer  aan  te  prijzen  en  uit  te  brei- 
den. Maar  weldra  eischte  de  Natuur  hare  regten 
weder,  en  de  Nonnen  verbasterden  even  zeer  als  de 
Monniken,  en  vervielen  van  de  ftriktfte  kuischheid 
en  onthouding  tot  het  tegenovergeftelde  uiterfle. 
IVO,  Bisfchop  van  Chartres ^  verzocht  den  Bisfchop 
van  Meaux ,  dat  hij  toch  zeker  Nonnenklooster  , 
hetwelk  volkomen  een  Hoerhuis  geworden  was,  op 
de  ééne  of  andere  wijze  wilde  hervormen  (♦*).  Zoo 
vindt  men  zelfs  wetten  van  Kerkvergaderingen  in 
l^ngelandy  tegen  de  ontucht  der  Nonnen,  en  an- 

de- 

(*)  /lp.  HARD.   T.  VII.  p.  584.  (t)  /.  C,  p,  -Jn, 

(J)  /.  c.      (**;  Epht.  127, 


laS  KERKELIJKE 

V       dere    tegen    haar    omloopen    buiten    haar   KIoos- 
BOEK     tej.^  enz. 

Hoofdft.  Merkwaardig  is  de  Regel  van  den  vermaardes 
na  C.  G.  ABELARD ,  welken  hij  voor  zijne  Nonnen  in  Para^ 
^  '  '  cktus,  op  verzoek  van  hare  Opzienfter ,  zijne  ge- 
.  liefde  HELOizA,  ontworpen  heeft  (♦).    In  eenen  bij- 

zonderen Brief  (f)  vermaande  hij  haar  ,  om ,  tot 
gemakkelijker  verftand  der  Heilige  Schrift,  behalve 
de  Latijnfche,  ook  de  Hebreeuwfche  en  Griekfchs 
Taal  te  leeren.  Op  verzoek  van  heloiza  befchreef 
hij  haar  in  eenen  bijzonderen  Brief  den  oorfprong 
der  Nonnen,  welke  hij  van  de  vrouwen  afleidt,  die 
CHRISTUS  in  zijn  leven  verzeld  hebben  (§). 

Duizend  jaren  waren  nu  verloopen  federt  den  oor- 
fprong van  het  Monnikenleven  onder  de  Christenen 
in  de  III  en  IVde  eeuwen ,  en  hetzelve  overtrof  thans 
die  vorige  tijden,  niet  in  de  volmaaktheid,  welke  de 
oude  Monniken  zich  hadden  voorgefleld,  maar  in 
zonderlingheid,  in  het  onnatuurlijke  en  bovenmen- 
fchelijke,  en  te  gelijk  niet  zelden  in  het  ongerijmde 
en  kluchtige.  Reeds  werd  dit  omtrent  het  jaar  1400 
aangewezen  door  eenen  Monnik  in  een  Hekel fchrift , 
hetwelk  hij  Brunellus  ,  feu  Speculum  Stultormn 
noemde,  en  hetwelk  te  Keulen  in  het  jaar  147 1  in 
Folio,  en  federt  meermalen,  en  het  laatst  te  WoU 
fenbuttel  in  1662  in  Octavo  gedrukt  is. 

De 
(*)  Epist.  VIII.    Injlitutio   in  regiila  fanctimoniaïium 

Opp.  pag.  130-197- 

(t)  Epht.  VI.  de  Studio  Litterariim  p.  251-^63^ 
(§)  ^J^'  VII,  de  origine  fanctimoniaïium  jp.  129. 


GESCHIEDENIS.  129 

De  onderlinge  twisten  der  Fraticiskanen  over  ïiet       V 

ftrenger  of  gematigder  waarnemen  van  de  voorfchrif-     ^^^^ 

ten  van  hunnen  Stichter  bleven  nog  fleeds  aanhou-  Hoofdff. 

den.    Hun  Generaal  gonsalvo,  begeerig,  om  de- na  C.  G. 

zelve,  al  ware  het  met  geweld,  geheel   te  bedwin- |^j"°J^* 

gen,  verzocht  in  het  jaar  1307  Koning  karel  van 

Napels^  dat  hij  de   Scheurmakers  en   Ketters,   waar  7^''^^'^ 

beri"'tv3n 
door   hij  de  Franciskanen  van  de  fbrenge    gehoor-  detwisten 

zaamheid  verftond  ,  uit  zijn  R.ijk  mogt  verdrijven,  der  Fran- 
De  Koning  beval  deze  zaak  aan  den  Inquifiteur  van  onderling 
zijn  Rijk  aan,  die  hen  gevangen  zetten  en  pijnigen 
liet,  en  eindelijk  te  Napels  openlijk  met  roeden  deed 
geefelen,  en  uit  het  land  jagen.  Sommigen  verloren 
hun  leven,  de  overigen  vlugtten  naar  den  Paus  te 
Avignon.  Hier  ontbood  de  Paus  in  het  jaar  1310 
de  voornaamfte  Spiritualen  en  derzelver  partijen  , 
die  zich  Fratres  de  Communitate  noemden  ,  maar 
kon  hen  niet  vereenigen.  Even  min  hielp  het,  dat 
de  Generaal  gonsalvo  op  een  algemeen  Kapittel  in 
datzelfde  jaar  verfcheidene  ftrenge  geboden  gaf;  de 
Spiritualen  hier  mede  niet  voldaan,  en  der  vervol- 
gingen moede,  verkoren  zich  eenen  eigenen  Gene- 
raal ,  waar  door  zij  hunne  zaak  flechts  erger  maak- 
ten. Eindelijk  deed  klemens  V  in  het  jaar  131 2 
uitfpraak  ten  nadeele  der  Spiritualen ,  en  veroordeel- 
de te  gelijk  eenige  ftellingen  van  oliva,  die  bij  hen 
zoo  geacht  was.  Sommigen  van  hen  keerden  toen 
wel  tot  de  gemeenfchap  der  Orde  weJer,  maar  an* 
deren,  bijzonder  van  de  Italianen^  verftrooiden  zicil 
in  verfcheidene  landen  ,  voornamelijk  naar  Sicilië ,  waar 
zij  de  befcherming  van  den  Koning  frederik  genuten. 
XVÜL  Deel.  I  Na 


5  I30  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Na  den  dood  van  klemens  V  in  het  jaar  1314, 

BOEK  grepen  de  ftrengere  Franchkanen  weder  moed,  en 
Hoofdft.  maakten  zich  in  Provence  en  Languedok  qiet  ge- 
na  C.  G  weid  van  eenige  Kloosters  meester  ,  waar  op  de 
tot"si7  ^o^^i^^^^Se  Generaal  der  Orde  in  het  jaar  1316  de 
■  ,,  hulp  inriep  van  Paus  joannes  XXII ,  welke   hen 

voor  zich  daagde  ,  gelijk  'er  ook  G6  te  Avignon 
verfchenen  in  het  jaar  1317.  Als  zij  weigerden  aan 
'sPaufen  bevelen  te  gehoorzamen,  liet  ditzQ.  hen  in 
bewaring  brengen,  en  beval  de  zaak  aan  den  Inqui- 
fiteur  hunner  Orde  aan.  Vijf  en  twintig  nogtans 
bleven  wederftreven ,  en  dezen  liet  de  Paus  nu,  als 
eigenlijke  Ketters,  behandelen.  Vier  van  hen  wer- 
den in  het  jaar  14 18  te  Marfeille^  op  bevel  van 
den  Inquifiteur  ^  verbrand  ,  de  overigen  moesten 
hunne  dwalingen  afzweren  ;  een  werd  tusfchen  vier 
muren  gemetfeld. 

De  Paus  geloofde  tegen  deze  ellendige  Dvvéepers , 
wier  hoofdmisdaad  was,  dat  zij  zich  tegen  zijn  ge- 
zag verzetten,  en  hetzelve  in  twijfel  trokken,  dus 
hard  te  moeten  handelen;  dewijl  zij  talrijke  navol- 
gers van  een  nieuw  foort  gekregen  hadden.  Wij 
hebben  in  het  voorgaande  gezien,  dat  'er  onder  de 
Fratricelli ,  of  ftrengere  Franciskanen  ,  even  zoo 
wel  eene  derde  Orde ,  (of  Tertiarii ,)  was ,  eigenlijke 
Le^kenbroeders ^  als  de  Heil.  franciscus  reeds  deze 
inrigting  gemaakt  had  ;  en  daar  door  werden  de 
eerstgemelden  nog  meer  gehaat.  Dezen  zocht  de  Paus 
in  het  jaar  1317  door  een  bijzonder  Decretale  uit 
te  roeijen.  Hij  zegt  daar  in ,  dat  tegen  het  Pausfe- 
lijk  verbod  eenigen  van   den  onheiligen  hoop,  die 

Fra- 


GESCHIEDENIS.  i^t 

f\ratriceUi ,  of  Fratra  de  pauper  e  vita ,    ook  5/2«-       V 

ehi ,  Beguini ,  en   nog  andere   namen   dragen ,  met     ^^^^ 

verdoemelijke    ftoutheid    onderdaan     hadden ,    eene  Hoofdf!. 

nieuwe  Orde  aan  te  nemen ;  zij   verdichten ,   dat  zij  na  C.  G. 

den  Regel  van  den  Heiligen  franciscus  letterlijk  ''\^'^J^^y' 

waarnemen ,  en  onttrekken  zich  nogtans  aan  de   ge-  ,!■ 

hoorzaamheid  van  den  Opperflen  van  deszelfs  Orde; 

en  bij  andere  befchuldigingen  voegt   de  Paus  deze, 

3at    zij  de  Kerkelijke  Sacramenten   verachten  ,   en 

andere  dwalingen  menigvuldig  uitRrooijen.     Maar  in 

een  ander  Decretale  in  het  jaar  1321  geeft   de   Paus 

zich  alle  moeite,  om  den  twist  der   Spirituahn  met 

(ïe  zachter  Broederen  over  de  flechte   ordenskleeding 

en  over  voorraad  van  levensmiddelen ,  bij  te  leggen , 

doch  hij  weet  'er  bij  flot  geen  ander  middel  op,  dan 

dSt  de  Generaal  de  Provincialen  en  andere  Opperflea 

der  Orde  zullen  bepalen,  van  welke  lengteen  breedte, 

grofte  en  fijnte  en  van  welke  gedaante  het  kleed  zijn 

moet ;  insgelijks  of  de  Broeders  zonder  aanzienlijken 

voorraad  hun  levensonderhoud  niet  vinden   kunnen. 

Ondertusfchen   gebood    hij    den   Spiritualen  ,   onder 

ftrafFe  van   den  ban  ,   hunnen  Generaal   in  alles  te 

gehoorzamen  ,    alzoo    gehoorzaamheid    de    grootile 

deugd  was. 

Hoe  glimpig  ook  de  beide  Pausfelijke   bevelen  zijn  DeFiatrl- 

mogten,  echter  was  daar  door  ééns  voor  al  het  fein  cclliwor- 

fit?n  ver* 
tot  vervolging  gegeven.     De  Spiritualen ,    FratriceU  ^jj-^^j^ 

Itn ,  en  zoo  als  zij  meer  heeten  mogten ,  werden  nii 

van  de  Inquifitie    zoo   min   als   andere  Ketters   ver- 

fchoond.     Uit  een  met  de  hand   gefchreven   Marte' 

laarsboek   van  deze  partij,   {Martijrohgium   Spiri- 

I  2  tua» 


1^2  KERKELIJKE 

V  tualium  et  Fratricellorum ^')  bij  mosheiim  (*),  het- 
^^^  welk  zij  in  het  jaar  1454  aan  de  Inquifitie  te  Car- 
Hoofdih  <^^^fone  in  Languedok  overgaven ,  biijkc ,  dat  van 
na  C.  G.  het  jaar  1318  af  tot  op  innocentius  Vi ,  die  in 
^^^"°[^' het  jaar  1352  den  Pausfelijken  troon  beklom,  113 
M  perfonen  van  beide  kunne  verbrand  zijn,   en  hij  ge- 

looft, dat  'er  in  de  XIV  en  XVde  eeuw  wel  aooo 
om  hunne  gekantheid  tegen  de  Pausfen ,  en  dweep- 
zuchtige  liefde  tot  armoede ,  een  gelijk  lot  gehad 
hebben.  Een  voorbeeld,  in  eene  oude  oorkonde  bij 
LiMBORCH  (f),  leert  ons,  hoe  deze  menfchen  ech- 
ter hunne  leerftellingen  verichoonden.  Zekere  rai- 
MOND  van  Btix  ^  (^de  Buxo  ^')  een  l^ertiarier  van 
den  Heiligen  franciscüs,  werd  in  de  jaren  1321 
en  1322  voor  het  Kettergerigt  te  Totdoufe  ter  ver- 
antwoording geroepen.  Hij  bekende,  dat  hij  uit  de 
Postille  of  de  verklaring  van  Broeder  oliva  over  de 
Openbaring  van  joannbs  had  hooren  lezen,  dat  de 
daar  in  voorkomende  Hoere  met  den  gouden  drink- 
beker ,  zittende  op  het  beest  met  zeven  hoofden  en 
tien  horenen,  de  Roomfche  Kerk  was;  niet  ten  san- 
zien  der  geloovigen  en  uitverkorenen ,  maar  met  be- 
trekking tot  de  verworpenen;  en  dat,  gelijkerwijze 
op  het  einde  der  eeifte  Kerkinrigting  de  Sijnagoge, 
welke  CHRISTUS  gekruist  had,  deswegens  verwoest 
was  geworden  ,  dus  ook  bij  het  einde  van  den 
tweeden  ftaat  der  Kerk ,  die  tot  den  Antichrist  duur- 
de ,   over   de    vleefchelijke   Kerk ,   welke  het   leven 

van 

(*)  Kerk.  Gefch.  Deel  V.  Bladz.  306. 
(f)  Achter  deszelfs  Hijl.  Inquijit.  p.  298. 


GESCHIEDENIS.  133 

5ran  christus  vervolgde  in  die  geestelijke  mannen,       V 
•die  deszelfs  armoede  naar  de  regelen   van   den   Heil.     ^°-" 
FRANCiscus  wilden  in  acht  nemen,   gerigte  zou  ge- HooWfl. 
houden  worden;  en  als  deze  na  den   dood  van   den  "?•  C.  G. 
.^»//Vj^r/V;  zou  verwoest  zijn ,   zou   in  de   Spiritim' H^f  Jl'z.' 

ien  de  derde  ftaat  der  Kerk   opgerigt  worden.     Ver- 

ders  geloofde  hij,  dat  christus  en  zijne  Apostelen 
niets  eigcndoramelyks  of  gemeenfchappelijks ,  ten 
minfle  niet  in  groote  menigte,  gehad  hadden; en  het 
tegendeel  te  zeggen  ,  hield  hij  voor  Ketterij.  Aan 
óm  Paus  ontzeide  hij  het  regt,  om  iemand  van  de 
gelofte  van  armoede  of  knischheid  te  ontheffen.  Hij 
geloofde  zelfs  ,  dat  de  Paus ,  die  Spiritualen  had 
laten  ter  dood  brengen,  een  Ketter  was;  hoewel 
riet,  als  Paus,  dewijl  hij  zich  van  zijne  Pausfelijke 
inagt  niet  ten  kwade  bedienen  kon;  maar  als  mensch, 
naar  de  boosheid  van  zijnen  wil  enz. 

Voorts  bewijzen  gelijktijdige  Schrijvers  genoeg, 
hoe  velen  van  deze  Ongelukkigen  door  de  Inquijt- 
teurs  het  leven  verloren  hebben.  Van  het  Jaar  1319 
af  werd  een  groot  getal  Beginnen  van  de  beiderlei 
kunne  aan  de  Wereldlijke  Overheid  ,  bijzonder  in 
Languedok ,  ter  ftraffe  overgeleverd.  De  genen ,  die 
hier  levende  verbrand  werden ,  (lieten  fcheldwoor- 
den  en  vloeken  uit  tegen  de  Bisfchoppen  en  Inqui- 
fireuren ;  op  andere  plaatfen  wierpen  zij  zich  zelven 
in  de  vlammen,  dewijl  zij  dit  voor  hunnen  martel- 
dood hielden.  Te  Narhonne  gebeurde  in  het  Jaar 
131 1  het  volgende  geval,  hetwelk  veel  opziens  baar- 
de. De  Anrtsbisfchop  aldaar  en  de  Inquiftteur  pAS 
VAN  BEAüKE  wildcH  ccneu  Begi'.in  of  Bizoi,  zoo 
I  3  als 


,54  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       als  zij  ook  genoemd  werden,  geregtelijk  verhooren, 
■ORK     vvaar    toe    zij  ook   de  Opzieners   der  Kloosters   ea 

VI  J  r 

Hoofdfl.  verfcheidene  Doctoren  zamenriepen.  Het  maakte  al 
na  C.  G.  een  groot  opzien ,  dat  de  gevangene  ftaande  liieid , 
l^^^f^l'^^,1'  dat  CBRisTus  en  de  Apostelen  niets  eigens   hadden 

KOI   1 5  ï /• 

»■'■'  gehad  ,    noch  voor  zich  ,    noch  in   gemeenfchap  ; 

maar  het  maakte  een  veel  grooter  opzien,  toen  de 
Lector  der  Theologie  in  het  Franciskaner  Klooster 
BERENGiiR.  TALON  vcrzekerde  ,  dat  dit  eene  heel 
regtzinnige  leer  was.  De  Inquifiteur  gebood  hem 
dit  te  herroepen ;  maar  hij  beriep  zich  op  den  Paus. 
TALON  werd  voor  een  geleerd  man  gehouden,  en 
beriep  zich  op  eene  Bulle  van  Paus  nicolaus  III  , 
in  welke  van  Christus  hetzelfde  gezegd  was.  Hij 
vervoegde  zich  te  Avignon  bij  den  Paus,  maar  deze 
reeds  door  den  Inquifiteur  vooringenomen  ,  hield 
hem  in  een  Klooster  der  Franciskanen  opgefloten. 
Deze  trokken  zijne  parij,  terwijl  de  Dominikanen 
zich  tegen  hen  verzetten ,  en  beiden  lelden  zij  mal- 
kanderen  Ketterij  te  last.  De  Paus  beval  daar  op  in 
het  jaar  1322  den  beroemden  Franciskaan  \iv,'2.v:JïY^Q> 
DF.  CASALi,  zijn  gevoelen  te  zeggen.  Deze  behoor- 
de wel  tot  de  ftrenge  partij  zijner  Orde  en  tot  de 
Ijverige  verdedigers  van  oliva,  ook  had  hij  den 
Pjus  al  verzocht,  om  in  de  Orde  der  Benedictijnen 
over  te  treden  ,  ten  einde  alle  vervolging  te  ont<» 
gaan;  d^ch  dit  fchijnt  hem  geweigerd  te  zijn.  On-» 
dertusfchen  had  men  groot  vertrouwen  op  zijne 
fchranderheid ,  en  deze  deed  hij  in  dit  geval  ook 
uitnemend  blijken ,  door  eene  heel  fijne  onderfchei-. 
^ing  te  maken,    jezus    en  zijne  Apostelen  konden 

aan- 


GESCHIEDENIS.  135 

aangemerkt  worden ,   als  de  algemeene  Prelaten  der       V 
Kerk  des   Nieuwen  Testaments ,    en    in  dit  opzigt     ^^^^ 
hadden  zij  gemecnfchappelijke  goederen ,   om  aan  de  Hoofdft. 
armen  en  de   Dienaren   der   Kerk   mede  te  deelen ;  ^^  C.  G. 
maar  zij  kunnen  ook  als  bijzondere   perfonen  aange  tori'^iri 
merkt  worden,  die  de  raadgevingen   van  Christus  — — 
over  den  hoogden  trap  van  volmaaktheid ,  (</<?  fuper- 
erogatione  perfect ioni s ^')   in  acht  namen;   maar  dan 
moest  men  weder  onderfcheiden ,  tusfchen  eene  bur- 
gerlijke bezitting,  waar  omtrent   de   Keizerlijke  wet- 
ten golden,  en  die  men  tegen  alle  geweldige  onder- 
nemingen kan  en   mag  verdedigen,   zoodanige   had- 
den JEZUS  en  de  Apostelen  niet,  en  de   Franciska- 
ften  hadden  in  dit  opzigt  gelijk,  dat  zij   het  tegen- 
geftelde   voor  Ketterij  verklaarden.     Maar  men   kan 
ook  iets  enkel  naar  een  natuurlijk  regt  bezitten,  het- 
welk fomoiigen  het  jus  poli  noemen ,  en  naar  dit 
regt  hadden  jezus  en  de  Apostelen  zoo   veel   bezit- 
ting,  als  hunne  noodige  behoefte  vereischte;  en  hier 
hadden  de  Dominikanen  gelijk ,    dat  zij  het  tegenge- 
ftelde  voor   Ketterij  hielden.    Dit   oordeel  behaagde 
aan  beide  de  partijen,  omdat  elke  haar  meening  nu 
voor  regtzinnig  hield,  en  de  Paus  insgelijks  daar  in 
berustende ,  wilde  van  dezen  twist  niet  langer  hoo- 
ren. 

De  tvlrist  brak   echter  in   het  volgende  Jaar    1322  T^^ist  der 
op  nieuw  uit.    De  Paus  flielde  daarom    aan  alle  Pre-  Francis- 
laten  en  Doctoren  in  de  Theologie ,  die  zich  aan  ^0"^^^^ 
zijn  Hof  bevonden,  de  vraag  fchriftelijk  voor:    0/joaknes 
het    Ketterij   was,   hardnekkig  flaande   te  houden,  ^^ll* 
dat  CHRISTUS  en  de  Apostelen  noch  elk   voor  zich, 
I  4  noch 


1^6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       fioch    tn    gemeenfchap  ,    goederen    bezeten    hebhen  ? 
BORK     Bijzonder  begeerde  hij,    dat  de  ware  zin  van  de  bo- 
Hoofdd.  vengenoemde  Decretale  van  eenen   zijner  voorzaten 
na  C.  G.  zou   onderzocht  worden.      De    Franciskanen  gaven 
Jaario73.  ^^^i,  op  twee  gefchriften  uit,   in   welke  zij  beweer- 
^    , ,  _       den ,  dat    de    vraag  met   ja  te  beantwoorden   gecne 
üetterij  was.     Ook  zonden  zij  hunnen  Medebroeder 
30NC0RTESE   of  BONAGRATiA   naar    Avignon  ,   om 
hunne  zaak  te  bepleiten ,    en   voeren   te  gelijk   hevig 
]uit  op  hunne  predik ftoelen.     De  Paus  hier  door  ver- 
bitterd, verklaarde  in  November  1322  bij  een  nieuw 
Decretale:  dat  het  alleszins  Kettersch  zij,  hardnek' 
hig  te  keren,  dat  Christus   en   de  Apostelen  voor 
zich  en  in  het  gemeen  geen  eigendom ,  en  geen  regt 
gehad  hebhen ,  om  het  geen  zij  hadden ,   willekeurig 
te  gebruiken ,   te   verkoopen ,   weg   te  geven ,   of  iet 
anders  daar  voor  te  verkrijgen.     Hij  ftond  te  gelijk 
af  van  het  eigendom   der  goederen  van   de  Francis- 
kaner  Orde ,  hetwelk  de  Paufen  zich  voor  de  Room' 
fche  Kerk   hadden  voorbehouden,  en   verbood   haar 
verder    ambtenaren,    {Sijndici ,   Procuratores  ,^  in 
naam  van   den   Apostolifchen   Stoel    aan  te   nemen , 
om  die  beziuingen  te   befluren  of  derzelver  inkom- 
ften  te  ontvangen. 

Niet  alleen  vonden  de  Franciskanen  dezen  (lap 
van  den  Paus  zoo  aandootelijk  als  ongehoord,  maar 
ook  één  der  aanzienlijk fle  Gefchiedlchrijvers  van  de- 
zen tijd,  JOAN  viLLANi  (*) ,    vvicus  Brocder  bij  het 

Paus- 
(*)  Bhtoria  'Fiorentine  L.  IX,  C.   155.  ;;;    murator* 
55.  Kev.  ItaL  T,  XIII.  />.  518. 


GESCHIEDENIS.  137 

Pausfelijke  Hof  in  dienst  wns ,  fchrijft ,   dat  men  dit       V 
voor  eene  groote  nieuwigheid  in    de   Koomfche   Kerk     ^^^'^ 
gehouden    hebbe.      Men   geloofde  ,   dat  behalve  de  (loofdft. 
vijanden  der  Orde,  bijzonder  ook   willem   occam,  n^i  C    G. 
die  als  Eugeifche  Provinciaal  op  een   algemeen  Ka-  J^^'"'°73» 
pittel  der  Orde  te  Perugia  zeer  ijverig  geweest  was,  , 

den  Paus  getergd  hebbe,  om  étz^  overhaasting  te 
begaan.  De  Zaakgehistigde  der  Orde  bij  den  Paus , 
BONAGRATiA,  appelleerde  in  het  volle  Confiflorie  in 
januari j  1323  van  dit  Dekreet  van  den  Paus,  en 
leverde  hem  een  gefchrift  over ,  om  de  hardheid  en  het 
wederregtelijke  als  ook  het  (Irijdige  van  hetzelve  met 
de  befluiten  van  vorige  Paufen  aan  te  toonen.  Daar 
voor  werd  hij  in  een'  ellendigen  Kerker  geworpen , 
in  welken  hij  een  jaar  lang  blijven  moest.  De  Paus 
zocht  door  een  nieuw  Dekreet  in  November  1323 
zijn  voorgaande  te  regtvaardigen ,  en  twee  jaren  daar 
na  verbood  hij  iedereen  het  lezen  der  Postille  van 
den  beroemden  oliva  ,  hetwelk  echter  naderhand 
door  siXTUs  IV,  toen  deze  onrusten  geheel  ge- 
dempt waren,  weder  toegelaten  is.  Alhoewel  de 
Paus  de  Orde  zelve  niet  ongenegen  was,  zoodat  hij 
aan  Inquifiteiiren  uit  dezelve,  welk  ambt  zij  thans 
nog,  bijzonder  in  Italië^  met  de  Dominikanen  deel- 
den, vele  zaken  opdroeg,  echter  daagde  hij  in  het 
jaar  1327  den  Generaal  der  Orde,  michael  van 
CESENA  voor  zich ,  omdat  hij  tegen  de  gemelde 
Decretalen  was  uitgevaren  ,  en  den  Keizer  lode- 
WYK  van  Beyeren,  die  zonder  zijne  fchuld  van  den 
Paus  gehaat  werd,  met  zijnen  raad  zou  hebben  blj- 
geftaan;  maar  deze  appelleerde  van  den  Paus,  waar 
1  5  op 


138  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  op  de  Paus  hem  in  het  jaar  1328  zocht  af  te  zd- 
BOEK  tej,  ^  niaar  het  algemeen  Kapittel  der  Orde  bevestig- 
Hoofdft,  ^^  ^^^  veel  meer  in  zijne  waardigheid.  Eindelijk 
m  C.  G.  ontvlugtte  hij ,  in  het  jaar  1328  ,  met  occam  en 
Sri^^r  BONAGRATiA  van  Avignon  naar  Pifa.  De  Paus 
. zette  hem  toen  cigeumagtig  af,  verklaarde  hem  on- 
bekwaam tot  eenige  waardigheid,  en  benoemde  den 
Kardinaal  bertrand  de  turre  tot  zijnen  plaats- 
vervanger. Zoo  dra  miciiael  dit  te  Pifa  hoorde, 
appelleerde  hij  in  1328  voor  de  derdemaal  van  deti 
Paus  aan  de  Katholijke  Kerk  en  aan  een  toekomend 
Concilie.  Ook  waren  hem  verfcheidene  geleerde 
mannen  toegedaan  in  en  buiten  zijne  Orde,  buiten 
zijne  Orde  marsilius  van  Menandrino  of  van  Pa* 
dua,  maar  onder  de  Franciskanen  de  beroemde  oc- 
cam, BERiNGARius  BOCHUsis ,  ceu  Leeraar  der 
Theologie,  dien  hij  tot  zijnen  Generaal -Fikaris  irt 
Italië  aanfielde;  franciscus  de  esculo  of  ascuj 
LANUS  enz.  Ook  bleef  hij  tot  aan  zijnen  dood  in  het 
jaar  1343  in  zijne  gevoelens,  noemde  zich  fteeds  het 
hoofd,  (^Minister  Generalis ^^  van  zijne  Orde,  ap»- 
pelleerde  te  Munchen  in  het  Jaar  1329  voor  de  vier- 
de keer  van  den  Paus,  en  gebood  zelfs,  dat  de 
Pausfelijke  Legaat  en  Stadhouder  gevangen  zouden 
genomen  worden.  Wederzijds  beflreden  ook  de  PauS 
en  MTCHAEL  van  Cefena  malkanderen  in  gefchriften^ 
in  de  zijne  befchuldigde  michael  den  Paus  van 
verfcheidene  dwalingen  en  zelfs  van  ketterijen. 

De  hevige  twisten  tusfchen  den  Keizer  en  ètn 
Paus  verfterkten  de  Franciskanen  in  hunnen  tegen- 
ftand  tegen  den  Paus  ,   waar  in  bijzonder  occAivt 

zich 


GESCHIEDENIS.  139 

zich  onderfcheidde ,  die  den  Paus   in  een   bijzonder       V 
gefchrift  aantastte ,  lietvvelk  hij  Compendium  errorum     ^^^-^ 
Joa.  XXÜ  noemde  ,  en  lietwelit  met  veel  hevigheid  ^oofdlt. 
is  opgedeld,  befchuldigende  den  Paus  joannes  XXU  na  C  G. 
van  verlcheidene  KettLrijen ,   waar  onder  het  merk-  r!^'°^£* 

■'        '  tot    iS'/» 

waardigfte  is,  dat  hij  den  Paus  verwijt,  dat  deze  in  ■ 

een  Leerrede  in  het  jaar  13  31  geleerd  hebbe,  dat  de 
zielen  der  zaligen  in  den  Hemel  Gods  aangezigt 
niet  zien ,  en  ook  het  Goddelijk  wezen  niet  zien  zul' 
len  voor  den  jongften  dag. 

Keizer  lodevvyk  verzuimde  niet  al  vroeg  vnn  de- 
ze ergerlijke  verfchillen  tusfchen  den  Paus  en  een 
groot  gedeelte  van  de  Orde  der  Franciskanen  ge- 
bruik te  maken ,  en  leide  den  Paus  in  meer  dan  een 
openbaar  gefchrift  dwalingen  en  ketterijen  te  last, 
terwijl  niet  alleen  die  beroemde  Franciskanen  ^  die 
*&  Keizers  en  hunne  eigene  zaak  tegen  den  Paus  met 
de  pen  verdedigden  ,  maar  ook  alle  Spiritualen , 
Fratricellen  ^  Begharden,  en  zoo  als  zij  meer  ge- 
noemd werden,  in  Duitschland  befcherming  en  toe- 
vlugt  vonden.  Van  daar  de  menigte  van  dweepen- 
de  ledigloopers  en  bedelaars,  die  dit  land  federt 
overftroomd  hebben.  De  Dominikanen  integendeel, 
die  de  zijde  van  den  Paus  waren  toegedaan ,  haal- 
den zich  's  Keizers  haat  op  den  hals ,  en  velen  van 
hen  werden  ten  lande  uitgebannen.  Deze  twisten 
duurden  dus  genoegzaam  de  geheele  regering  van 
JOANNES  XXII ,  die  met  het  Jaar  1347  eindigde , 
voort. 

Wel  werd  in  het  Jaar   1329  ten   minde  een  aan*  Gevoelen 
merkelijk  deel  der  oneenigheid  tusfchen  den  Paus  en  ^^"  ^^"' 

JOANNES 

de 


Ï40  KERKELIJKE 

V  de  Orde  der  Franciskanen  bijgelegd.  Op  een  alge- 
^^^  meen  Kapittel  der  Orde  werd  befloten,  dat  imicha- 
Hoofdft.  EL  van  Cefena  niet  meer  als  opperhoofd  derzelve 
na  C.  G.  zou  erkend  worden  ,  wordende  in  zijne  plaats  de 
tot  1517!  ^y  ^^^  ^^"^  geliefde  Broeder  gerhard  oddonis 
■■  verkoren.    Ook  nam  de  twist  over  de  armoede  van 

XXII.       CHRISTUS  een  einde ,  door    dat  men   de  Decretaïen 

omtrent  ,    r,-  n 

den  fiaat    van  nicolaus  lil  en  de  beflisnng;  van   de   Kapittel- 

dergeluk-  vergadering  te  Perufia  met  de  verordeningen  van 
^  *  den  tegenwoordigen  Paus  zoo  veel  mogelijk  plooide. 
Maar  nieuwe,  en  voor  het  gezag  van  den  Paus  nog 
gevaarlijker  twisten ,  konden  echter  bij  zijn  leven 
niet  beflist  worden,  occam  had  hem,  gelijk  wij 
gezien  hebben ,  onder  anderen ,  als  eene  Ketterij ,  te 
last  gelegd :  dat  de  Paus  ontkende ,  dat  de  zaligen 
voor  den  jongften  dag  tot  het  annfchouwen  van  God 
zelven  geraakten ,  niettegenflaande  zij  door  het  Vage» 
vuur  genoegzaam  gereinigd  waren.  Een  Engelfche 
Dominikaan  ^  joannes  vallensis,  beftond  het 
eerst  in  het  jaar  1331,  deze  leere  openlijk  te  ver- 
werpen ;  maar  werd ,  wegens  gebrek  aan  eerbied 
voor  den  Paus,  op  bevel  van  eenen  Inquifiteur,  die 
een  Minderbroeder  was ,  in  de  gevangenis  geworpen. 
De  Pans  handhaafde  zijn  gevoelen  in  het  volgende 
Jaar  nog  (louter,  en  zocht  hetzelve  uit  oude  Kerk- 
vaders te  bewijzen.  Doch  zoo  dra  een  Dominikaan ' 
en  Franciskaan  ,  door  hem  uitgezonden,  hetzelve 
begonnen  te  prediken  ,  werd  het  door  verfcheidene 
Godgeleerden  der  Univerfiieit  te  Parys  als  eene  Ket- 
terfche  nieuwigheid  verworpen.  Onder  dezen  was 
de   Franciskaan  nicolaus  de   lyra  ,  en   de   Bis- 

fchop 


GESCHIEDENIS.  141 

fchop  DURAND  DE  ST.  pouRCAiN ,  uit  de  Ofdc  dcr       V 

Dominikanen^  die  'er  ook   eene   Verhandeling  tegen    boek 

Ichreef.     üe  Koning  van  Frankryk    liet  daar  op  in  fjoofdft 

het  jaar  1332  in  zijn  Paleis  te  Vincennes  een  aantal  na  C.  G. 

Prelaten  en  Godgeleerden    bijeenkomen,   dertig  van  •'^^''°^^* 
»  ^  '  ö         tot  1517. 

dezelven  gaven  een  befluit  uit,   bij  wijze  van  eenen  , 

Brief  aan  den  Koning ,  waar  in  zij  zeiden ,  dat  de 
Paus,  wiens  onderdanigfte  Dienaars  en  Zonen  zij 
waren,  deze  ftelling  inec  als  een  leerftuk  behandeld, 
of  als  zijn  gevoelen  voorgedragen,  maar  'er  alleen 
van  gewaagd  had ,  ( non  asferendo  feu  opinando  pro- 
tuier it ;  fed  folummodo  recitando ; )  maar  voorts  dat 
dit  gevoelen  eene  dwaling  was.  De  Koning  filips 
van  Falois  werd  door  deze  uitfpraak  zoo  vertoornd 
tegen  den  Paus ,  dat  hij  hem ,  bij  het  overzenden  van 
hetzelve ,  in  eenen  bijgevoegden  Brief  dreigde ,  dat  hij 
hem  levende  wilde  laten  verbranden ,  Qqu'il  Ie  feroit 
ar  dr  e  ^'^  als  hij  zijn  gevoelen  niet  herriep.  De  Paus 
hier  door  ontfteld,  antwoordde  den  Koning,  dat  hij 
de  gezegde  ftelling  niet  als  een  leerftuk  beweerd, 
maar  flechts  als  eene  vraag  aan  de  Godgeleerden 
voorgelegd  had,  en  dat  hij  geene  van  beide  de  par- 
tijen volkomen  had  toegeltemd.  Toen  hij  eindelijk 
in  het  jaar  1333  den  dood  voelde  naderen  ,  en  be- 
fpeurde,  dat  hem  wegens  dit  gevoelen  nog  zekere 
vlek  aankleefde,  verklaarde  hij,  in  eene  bijzondere 
Bulle,  dat  hij  met  de  Katholijke  Kerk  geloofde,  dat 
de  gezuiverde  en  van  hare  ligchamen  gefcheidene 
zielen  in  het  Paradijs  zijn,  en  God  en  het  Godde- 
lijk wezen  van  aangezigt  tot  aangezigt  zien  ,  zoo 
ver  haar  toeftand  zulks  toelaat;  maar  zoo  hij  anders 

iets 


144  KERKELIJKE 

V  iets  mogt  geleerd  hebben,  het  geen  met  het  Katho» 
^^^  lijk  Geloof,  de  bepalingen  der  Kerk  ,  de  Heilige 
Hoofdft.  Schrift  en  de  goede  zeden  niet  overeenkwam  ,  dan 
na  C.  G.  wilde  hij  het  hier  mede  herroepen  hebben.  Dewijl 
tot'*is?7*  ond^rfusfchen  het  gemelde  vraagftuk  nog  fteeds  on- 
.  beflist  bleef,  onderzocht    de  volgende  Paus  bene- 

DicTus  XII  het  in  het  jaar  1336  met  de  Kardina- 
len, Bisfchoppen  en  Doctoren  in  de  Theologie,  en 
'er  eene  Verhandeling  over  gefchreven  hebbende, 
gaf  hij  een  bijzonder  Decretale  uit ,  waar  in  vast- 
gefteld  werd ,  dat  de  zielen ,  die  geene  verdere  zui- 
vering behoeven,  allezins  tot  het  aanfchouwen  van 
God  terftond  geraken;  verbiedende  tevens,  op  ftraf- 
fe  van  den  ban ,  het  tegendeel  te  leeren. 
Vervol-  Allengs  bedaarde  nu  de  fcheuring  bij  de  eigenlijke 
ging  der  Minderbroeders  grootendeels ,  terwijl  de  partijen  zich 
den,  zamen  vereenigden  tegen  de  bij  hen  gehaatte  Fratrt" 
cellen  en  Begharden,  De  Franciskaner  -Inquijiteurs 
vielen ,  op  bevel  der  Paufen ,  op  hen  aan ,  verjaag- 
den hen  of  leverden  hen  ter  ftrafFe  over.  De  veer- 
tien zoogenoemde  Luciferianen ,  mannen  en  vrou- 
wen, welke  een  Guardiaan  der  Franciskanen  in  het 
jaar  1336  te  Tangermunde  in  de  Mark  Branden* 
burg^  door  den  Voogd  van  den  Markgraaf  liet  ver- 
branden, behoorden  misfchien  ook  tot  deze  partij. 
Maar  hun  lot  verergerde  voornamelijk  in  Duitsch' 
land^  toen  karel  IV,  die  Keizer,  die  zoo  aan  de 
Paufen  onderworpen  was  ,  in  het  jaar  1347  den 
troon  beklommen  had.  Hij  fchilderde  hen  in  eene 
zijner  tegen  hen  gegevene  wetten  dus  af:  „  Uit- 
„  wendig  nemen  zij  eene  groote  armoede  aan,  en* 

„  doea 


GESCHIEDENIS.  143 

„  doen  voor  dezelve  eene  uitdrukkelijke  gelofte,  dat       y 
3^  zy  namelijk  niets  eigens    in   liet  bijzonder   of  ge-     boek 
„  meenfchappelijk    hebben    zullen.      Zij    vertoonen  HoofdCL 
„  ook  deze  armoede  met  bedriegelijke   boosheid   ui-  na  C.  G, 
„  terlijk  in  hunne  flcchte    kleeding;   maar  inwendig  ï^^'^^°73- 
„  zoeken  zij ,  als   de  kleine  vosfen ,   den  Wijnberg  ,  * 

„  des  Heeren  Zehaoth  te  verderven;  alzoo  toch  de- 
„  ze  fekte ,  gelijk  bekend  is ,  voor  lang  door  de 
„  Kerk  veroordeeld  ,  en  zoodanige  armoede  voor 
„  Kettersch  verklaard  is."  Hier  uit  kan  men  ge- 
noeg opmaken,  hoe  veel  overeenkomst  zij  hadden 
met  de  Spiritualen*  Zij  werden  in  Duitschland  ge- 
noegzaam onderdrukt,  en  vlugtten  omtrent  het  jaar 
1372  naar  de  Nederlanden  en  Braband ;  ook  zag 
men  nog  overblijfrelen  'er  van  in  Stettyn, 

Doch  met  al  de  pogingen ,  om  de  eensgezindheid  Hervor- 
in  de  Orde  der  Franciskanen  te  herftellen ,  kon  men  '"'"g^^i 
niet  verhinderen ,  dat  zij  in  twee   Hoofdpartijen  ver-  odre  dei 
deeld  werd.    Reeds  vroeger  hadden  zich  meer  kleine  Francis- 
hoopjes  in   dezelve  gevormd.    Van  de  Coelestinerm   ^^^^ 
Eremiien  is  reeds  gefproken.    De   Congregatie  der 
Clarentinen  ,   welke    angelo    van   Cordone    in   het 
jaar    1302    in   de   Mark   Ancona  ftichrte  ,    bij    de 
Rivier  Clarena  ,   eenc    foort  van   Kluizenaars  ,   die 
in    eene    grot    of    fpelonk     leefden  ,    duurde    tot 
het    jaar  1580  ,  wanneer   zij  vernietigd    is    gewor- 
den.    Andere  zoogenoemde  Hervormingen    der  Orde 
hadden  nog  minder  geluk,   gelijk   die,   welke   filip 
van    Majorka    ontwierp    in     het  jaar   1228,    maar 
wiens  verzoek    om   bevestiging   van  zijn   gezelfchap 
door  Paus  joannes  XXII  werd  afgewezen,  onder 

voor- 


144  K  E  Pv  K  E  L  rj  K  E 

V       voonvendfel,  dat  hij  een  Begharde  v»^as.    joan  des 

BOEK     VALLEES  vond  cenigen  ingang  in  het   jaar  1336  bij 

Hoofdd.  BENEDicTus  Xfl.    Zijn  gezelfchap  woonde  op  eene 

na  C.  G  eenzame  plaats  in  eene   ellendige  hut  te    Bruliano , 

jaaiio73.       p^l^^^    Q^jj^grino   en    Folipfii ,  tot    het   overlijden 

tot   1517.  ö         J  J 

■    van  DES  VALLEES  in  het  jaar   1351.    gentili  van 

Spoleto  volgde  hem  op,  maar  alzoo  hij  het  regtsge- 

-  bied  van  den  Generaal  der  Orde  volftrekt  niet  wilde 

erkennen,  en  befchuldigd  werd,  dat  hij  ook  Ketters 

aannam,  werd  hij  in  het  jaar    1355  gevangen   gezet 

en  zijn  gezelfchap  verdrooid. 

Obfer-         Doch  nu  kwam  'er  eene   nieuwe  Reformatie  op, 

vamen  en  ^^jj^e  (jg  Qrde   niet  aannam  ,   maar  ook  niet  heeft 

Conven-  ' 

tualen.      kunnen   onderdrukken,     paolucci,   (of  de  Kleine 

PAULUS,)  van  FoUgni ^  een  leerling  van  des  val- 
LEES  en  GENTILI,  was  derzelver  ftichter.  Deze 
kwam  in  het  jaar  13 13,  naauwelijks  veertien  jaren 
oud  5  in  de  Orde  der  Franciskanen  ,•  maar  wilde  en- 
kel een  Leekebroeder  zijn ,  om  nederigheid  te  oefe- 
nen. Men  moest  hem  eene  afgezonderd  kluisje  ge* 
ven ,  omdat  hij  zoo  luid  (leende  en  zuchtte  ,  dat 
niemand  het  digt  bij  hem  harden  kon.  Na  het  ver- 
nietigen der  Congregatie ,  begaf  hij  zich  alleen ,  op 
den  Berg  Ceji,  in  eene  hutte  van  boomtakken ,  in 
welke  de  Heilige  frakciscus  zich  meermalen  bege- 
ven had.  Hier  bouwde  bij  een  klein  Klooster  met 
een  Kerkje;  maar  de  Franciskanen  van  de  zachter 
foort  noodzaakten  hem ,  die  plaats  te  verlaten.  Hier 
op  floot  hij  zich  op  in  een  toren  te  Foligni^  voor- 
heen eene  gevangenis,  welke  de  Heer  dier  ftad  , 
UGOLINO  DE  TRiNci,   zijn  nabeftaandc ,    aan  hem 

over- 


GESCHIEDENIS.  145 

overgelaten  had;  alwaar  andere  Ordensgenooten  zich       V 
bij  hem  voegden ,  die  zich  met  hem  tot  de  volkomenfte    ^^^^ 
armoede  en  aanhoudende  geestelijke  oefeningen  ver-  Hoofdft, 
bonden.      Eindelijk    verkreeg   ugolino  voor   hun ,  na  C.  G. 
dat  de  Generaal  der  Orde  hun  vergunde  zich  in  het  Jo^J^fi* 

bovengemelde  Kluizenaars -verblijf  van   BruHano  ne- 

der  te  zetten.  Het  begin  daar  van  werd  gemaakt 
in  het  jaar  136!^,  hoewel  fommigen  het  gezelfchap 
fpoedig  verlieten,  alzoo  men  niets  ellendiger  dan  de- 
zen oord  kon  uitdenken.  Behalve  de  nabijheid  van 
een  meer,  waar  de  kikvorfchen  eindeloos  kwakten, 
was  dezelve  met  een  moeras  omringd ,  hetwelk  een 
boosaardige  lucht  uitdampte.  'Er  was  eene  zoo 
groote  menigte  flangen  ,  dat  zij  de  Monniken  in  den 
flaap  aanvielen,  en  de  geheele  omtrek  was  zoo  on- 
vruchtbaar als  onbewoond.  Van  fommige  boeren , 
op  de  naburige  bergen ,  die  eene  foort  van  houten 
fchoenen,  {focco,  )  droegen,  nam  paolucci  met 
zijne  Broederen  deze  dragt  over,  waarom  zij  Socco- 
lanti  of  Soccodragers  genoemd  werden.  Zij  breid- 
den zich  fpoedig  uit,  voornamelijk  toen  paolucci 
in  het  jaar  1374  de  Fr  a  tri  cellen  en  Begharden  te 
Perugia  in  een  openbaar  gefprek  overtuigde ,  met 
die  enkelde  aanmerking,  dat  de  Heilige  franciscus 
de  gehoorzaamheid  aan  den  Heiligen  Stoel  voorna- 
melijk had  aanbevolen ,  welke  zij  hardnekkig  weiger- 
den. Het  gevolg  hier  van  was,  dat  de  Fratricelli 
de  ftad  uitgejaagd  ,  en  hun  Klooster  aan  paolucci 
overgegeven  werd. 

Allengs  kwamen   'er  onder  de   Franchkanen  vier 
bijzondere  benamingen    op.    Conventuaïen ,  of  Cvn- 

XVUf.  Deel.  K  ven- 


14^  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       ventuale  Minderbroeders  ^  noemde   men  reeds  fedefi 

BOEK      het  jaar  1250,  al  die  leden  der   Orde,  die  gemeen- 

Hoofdfl.   rchappelijk  leefden  ;    Woudhroeders  of   Kluizenaars 

na  C.  G  heetten  zulken ,  die  zich  in  kleine  Kloosters  en  een- 

Kri^?  ^^™^  plaatfen    onthielden ;   allen ,  die    eene  nieuwe 

,  ,  levenswijze  voor  den  dag    bragten,  en  als  het  ware 

eene  nieuwe  Familie  ftichtten,  werden   Familiehroe- 

den  genoemd.    Eindelijk  ontftond  ook  de  naam  vaa 

Obfervanten ,   ( Obfervantes ,  Fratres    de  Ohfervati' 

iia^  of  Regularis    Obfervantia ^')  of  ftipte  waarne-. 

mers  van  den   Ordensregel;   welke  echter  eerst  van 

de   Kerkvergadering    van  Konflans  werd  bevestigd. 

Sedert  verdeelde  zich  de  geheele  Orde  in  twee  hoofd- 

ta' ken  ,  Conventualen ,  die  voor  de  verzachting  van 

den  Ordensregel  waren ,   en    Ohfervanten ,  die  den- 

zelven  ftrenger  in  acht  namen. 

Toen  de  groote  fcheuring  tusfchen  de  Paufen  te- 
gen het  einde  der  XlVde  eeuw  uiiberstte,  werd  'er 
telkens  van  den  Tegenpaus  een  andere  Generaal  der 
Orde  benoemd.  In  Frankryk  werden  aan  de  Co«- 
gregatie  van  paolucci  ,  die  in  het  jaar  1389  ge* 
ftorven  was,  vele  Kloosters  en  voorregten  door  de 
Provintialen  ontnomen.  Maar  de  Kerkvergadering 
van  Konftans  deed  in  het  jaar  14 15  eene  uitfpraak 
ten  voordeele  der  Obfervanten»  Vergeefs  wendden 
zich  de  Conventualen  aan  den  Paus  martin  us  V, 
die  in  het  jaar  1420  het  befluit  der  Kerkvergadering 
bekrachtigde.  Ondertusfchen  liet  hij  ,  op  begeerte 
van  den  beroemden  Heiligen  joan  van  capistra- 
NO ,  in  het  jaar  1430  te  Asfiji  een  algemeen  Kapit- 
tel der  Orde  houden,  op  hetwelk  ook  een  vergelijk 

ge- 


GESCHIEDENIS.  147 

fctroffeii  werd,  doch  van  hetwelk  de  ConvetituaUn       V 

nog  ftaande  deze  vergadering  terug  traden,  en  de     *°^* 

Obfervanten  op  nieuw  begonnen   te  vervolgen ;   ein-  Hoofdff. 

delijk  werden  de  twisten  onder  leo  X  geëindigd  in  na  C.  G. 

eene    algemeene   vergadering    der  Orde  in  het  jaar  r!^!°{^* 

tot  I5I7» 
1517,  in  welke  de  verkiezing  van  eenen  Generaal  ■ 

der  Orde  werd  opgedragen  aan  de  Obfervanten  en 
Hervormde  Congregafien ,  die  'er  verfcheidene  wa- 
ren :  Clareninen  ,  Amadeisten ,  Colletanen ,  Kapuclj' 
nen^  of  van  het  Heilige  Ëuangelie^  en  Barrevoet  er  s 
of  Ongefchoeiden  ,  (  Discakeati^  )  maar  die  zich 
voortaan  allen  Minderbroeders  van  de  Reguliere 
Obfervantie  noemen  moesten.  Zij  verkozen  dus 
GHRiSTOFFEL  van  For/i  tot  opperhoofd  der  Orde, 
(  Minister  Generalis.  )  De  Conventualen  verkozen 
een  ander,  aan  wien  de  Paus  alleen  vergunde  ótn 
naam  van  Magister  Generalis  te  voeren;  ook  zou- 
den de  Obfervanten  in  alle  oorkonden  den  voorrang 
hebben, 

Hoe  zeer  deze  tijden  de  Gouden  Eeuw   der  Mon   Verfcbil- 
niken  mogren  genoemd  worden  ,  hunne  trntschheid,  p^A^"" 
dartelheid    en    heerschzucht    ftond    der    Wereldlijke  nonni- 
Ceesielijkheid  zeer  tegen  de  borst, en  bijzonder  had-  '<enmfï 
den  de  Redelmonni'.-en  ve^e  vijanden   onder  dezelve,  v^jfiret't 
maar  ook    op  de   Univerfiteiten    of  Hoos;e   Scholen  vanP&jys. 
en  onder  de  overi'.!e  Mon-iiken.     Vnn  eerden  af  wa- 
ren zij  voor  de   Univerftteit   van   Parys  onverdrage- 
Hik  geweekt,  die  zic'i  van    tijd   rot   ti;d  tegen    hen, 
ja   zelfs    teg-Mi    de   P.uilen  ,    die   hun    begunfligden , 
verzette.     Omtrent  her  faar  1^20    beweerde  een   vaa 
dtf  Godgeleerden  der   Univerfueit,  joan  van   poil- 
K  a  LI, 


148  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       LI?  openlijk,  dat  de  genen,  die  hunne  zonden  aaa 

BOEK     eenen    Monnilf,  bijzonder    eenen  Bedelmonnik,   ge- 

Hoofdft.   biecht  hadden,   verpligt  waren,   die  nog  eens  aau 

na  C.  G.  hunnen  eigen'   Parochiepriester  te   biechten,  ja  dat 

jaario73.       j^  ^^  Paus,  noch  God  zelve,  de  geloovigen  van 

tot  15 17.  7  o  o 

-  deze  verpligting  ontflaan  kon,  zoo  lang  de  regel  van 

Lateraan :  ■  Omnis  utriusque  Sexus  gelden  zou. 
poiLLi  door  JOANNES  XXII  desvvegens  te  regt  ge- 
field, verdedigde  zich  wel  in  het  Pausfelijk  Conli- 
Itorie  te  Avigmn^  maar  onderwierp  zich  echter  aan 
de  beflisfing  van  den  Pausfelijken  Stoel ,  en  de  Paus 
veroordeelde  zijn  gevoelen  door  eene  bijzondere  Bul- 
Ie  in  1321,  met  bevel  aan  hem,  om  het  openlijk  te 
herroepen.  Doch  in  de  volgende  eeuw  nam  de 
Univerfiteit  zelve  hier  deel  aan.  Wanneer  een  Fran~ 
chkaner^  joan  gorel,  op  het  einde  des  jaars  1408 
in  een  openbaar  Dispuut  aan  de  Monniken  veel  groo- 
ter  regtendan  aan  de  Parochiepriesters  toegekend  had, 
noodzaakte  de  Univerfiteit  hem  terflond,  om  dit  te 
herroepen.  Daartegen  moest  hij  de  volgende  Hellin- 
gen openlijk  belijden  :  De  Parochiepriesters  zijn , 
naar  de  inftelUng  van  Christus,  de  geringere  Pre- 
laten en  liierarchen  in  de  Kerk ,  aan  welken ,  uit 
kracht  van  hunnen  ftand ,  het  regt  om  te  prediken  , 
biecht  te  hooren,  de  Sacramenten  te  bedienen,  be- 
grafenis te  verkenen,  en  daar  voor  hunne  inkomften 
te  genieten,  toekomt;  maar  den  Bedelmonniken  komt- 
het  regt,  om  te  prediken  en  biecht  te  hooren, 
fechts  toevalligerwijze  toe  ,  en  uit  een  Privilegie, 
hetwelk  de  Prelaten  hun  gefchonken  hebben.  On- 
dertusfthen  vond  dcze  gorel  middel  om  bij  alex-^ 


GESCHIEDENIS.  149 

'ANt»F.R  V  eene  Bul  te  verwerven  ,  in  het  jaar  1409,       V 
welke  geheel  ten  voordeele  der  Bedelmonniken  luidde.     ^^^ 

Zoodra  deze  Biille  te  Parys  bekend  was,   gaf  de  fjoofdl!. 
Utjiverfiteit  zoo  luid  haar  ongenoegen  over  dezelve  na  C.  G. 
te   kennen,  dat  de  Dominikanen ^  ziende,   dat  de  j^j'^  ^j""] 
Univerfiteit  op   het  punt  ftond ,   hen   volflrckt   van  — — 
haar   genootfchap   uit  te  fluiten  ,   verzekerden  ,   dat 
zi]  zich  aan  deze   Bnlle  -niet  begeerden   te   houden ; 
op  dezelfde  wijze  verklaarden  zich  de  Karmeliten, 
Maar  de  Franchkanen  liepen,  als  onzinnig,  bij  hoo- 
pen  in  de  ftad  rond ,  als  of  zij  eene  volkomene  zege 
behaald  hadden.     De    Univerfiteit  verwierf  daar  op 
«en  Koninklijk  gebod,  waar   bij  aan  de   Franciska- 
nen  en  Augustijnen  verboden  werd,   in  hunne  Ker- 
ken te   prediken   of  biecht   te   hooren.      Ook   hield 
haar  vermaarde  Kanfelier  joan  gerson,  in  het  jaar 
1409  eene  Predikatie  over  Luk.  XI.    18,   waar  in 
deze  Bulle  niet  verfchoond  werd  (♦). 

Nadat  de  Univerfiteit  door  Gevolmagtigden  de 
Bulle  had  laten  onderzoeken,  gaf  de  Theologifche 
Faculteit  haar  ad  vijs  uit,  waar  bij  zij  dezelve  voor 
onverdragelijk  verklaarde;  tevens  deed  zij  eenige 
voorflagen ,  onder  anderen ,  dat  in  al  de  Provinciën 
van  het  Koningrijk  kleine  opdellen  in  de  Franfche 
taal  over  de  noodzakelijkfle  leerftukken  en  pligten 
van  het  Christendom  zouden  bezorgd  worden,  op 

dat 

(*)  Sermo  faciu%  ad  popultim  Tari/ienfem  ex  parte 
'Univerfitatis  fitpfr  facto  Bullce  Mendicantium  ex  Cal- 
li'co  Latine  verfiis.  in  gurson.  Opp.  Tom.  I.  P,  III,  p, 
431-442- 

K3 


15©  KERKELIJKE 

V  dat  ook  de    eenvoudigfte    Parochiepriesters    volgen* 

^^j^  dezelve  op   Zon  -  en  Feestdagen    hunne  gemeenten 

Koofdft.  zouden  kunnen  onderrigten.     Paus  joannes  XKIIf, 

na  C.  G  een  van  de  drie  Scheur- Pausfen  van  dezen  tijd,  die 

Jaario73  ^     gunst    der    Univerfiteit    behoefde,   verzaciitte   in 

tot  1517.        »  ' 

,   I  het  jiar  1410  deze  Bulle,  maar  ook  hier  mede   was 

de  Univerfiteit  niet  voldaan. 

Van  tijvi  tot  ti'd  volgden  nog  andere  bezwaren 
van  de  Univefneit  o  ver  de  Bedelmonniken.  Dezt 
hadden  van  ecoenius  IV  eene  UulJe  bekomen  , 
w^I'^e  hen  in  zekere  gevallen  ontfloeg  van  de  flipte 
waarneming  der  grondwetten  van  de  Univerfiteit,  en 
hen  tevens  t^^eliet  tot  der/>eher  Theologifche  waar- 
digheden. De  Theologifche  Faculteit  floot  hen  daar- 
om in  het  jaar  1415  van  haar  genootfchap  uit,  ge- 
lijk ook  op  haar  verzoek  de  geheele  Univerfiteit  deed, 
tot  zij  eene  Bulle  zouden  bezorgd  hebben  ,  van 
woord  tot  woord ,  tegen  deze  overgefteld.  Dewijl 
EUGENius  thans  de  handen  volhad  met  het  Con- 
cilie van  Bafel^  moesten  de  Doctoren  en  Baccalau- 
reën  uit  de  Monnikenorden  beloven,  dezelve  te  zul- 
len bezorgen,  hetwelk  zij  in  het  jaar  1443  deden. 

In  het  jaar  1456  werd  de  oude  twist  tusfchen  de 
beide  partijen  weder  vernieuwd  ,  en  nu  bijzonder 
over  de  regten  der  Wereldlijke  Geestelijkheid,  ni- 
coLAUS  V  had  in  eene  Bulle  voor  de  Monniken 
het  regt  om  biecht  te  hooren  op  nieuw  bevestigd, 
maar  de  Univerfiteit  verzette  zich  ook  weder  zoo 
Üerk  tegen  dezelve ,  dat  'er  in  het  volgende  jaar  een 
vergelijk  getroffen  werd ,  hetwelk  niet  voordeelig 
was  voor  de  Bedelmonniken,  en  waar  tegen  de  Do- 
mi' 


GESCHIEDENIS.  151 

mimkanen  zich ,  hoewel  vergeefs ,  nog  een  jaar  lang      V 

annkantten.    Evenwel  gingen  de  Pausfen   nog  fteeds     ^9?i^ 

voort ,  om  de   Bedelmonniken  tegen  de   Univerfiteit  Hoofdft. 

en  ook  tegen  de  overige  Geestelijkheid  te   befcher-  "^  C.  G. 

Taan  073, 
»"en.  ^  Jot  IS17. 

De  Univerfiteit  van  Oxford  had  insgelijks  niet  zei- 

den  met  de  Bedelmonniken,  bijzonder  met  de  /)ö.  Metde 
minikanen ,  te  ftrijden.  Deze  begonnen  in  het  jaar  t^it  van 
131 3  de  AkademiCche  wetten  aan  te  vallen,  als  voor  Oxtbrd. 
hen  nadeelig,  en  op  zich  zelve  onvoegzaam.  Ook 
maakten  deze  Zwarte  Monniken,  zoo  als  men  de 
Dominikanen  noemde,  zich  omtrent  het  jaar  1390 
gehaat,  doordien  zij,  om  het  onderzoek  in  bun  va- 
derland te  ontgaan ,  zich  de  Akademifche  waardighe- 
den in  vreemde  landen  lieten  opdragen.  Hier  over 
beklaagden  zich  de  beide  Hooge  Scholen  van  Oxford 
en  Camhridge  bij  den  Koning,  die  nu  den  Domini- 
kanen gebood,  de  wettige  orde  niet  te  buiten  te 
gaan.  Deze  onrusten  duurden  tot  het  jaar  1460, 
dewijl  de  Pausfen  zich  dan  voor  de  ééne,  dan  voor 
de  andere  partij  verklaarden,  In  dat  jaar  ftierf  te 
Avignon  richard,  Aartsbisfchop  van  Armagh  in 
Ierland ,  die  te  voren  Kanfelier  der  Univerfiteit  te 
Oxford  en  een  groot  vi.iand  der  Monniken  geweest 
was;  ook  heeft  hij  een  Boek  tegen  hen  gefchreven: 
De  Audi  ent  ia  Confesfionum, 

Menigvuldig   waren    ook  de  twisten  tusfchen  de  Met  de 

Bedelmunniken  en  de  Wereldlijke  Geestelijkheid ,  die  gereld- 

lijke 
door  de  Monniken  in  hare  regten  en  voordeden  be   deeste- 

nadeeld  werd.     bonifacius  VIII  had   wel   door  een  IJjkheid, 

bijzonder  De:retate  in    het  jaar   1300  alle   twisten 

K  4  tus- 


ija  KERKELIJKE 

V  tusfchen  hen  zoeken  bij  te  leggen ,  door  de  bepaling 
BOEK  van  ^Q  grenzen  der  voorregten  van  de  Monniken, 
Hoofdft.  ^"  KLEMENS  V  liad  deze  Bulle  bevestigd  in  het  jaar 
na  C.  G.  1311.  Maar  echter  was  de  oorzaak  der  twisten  niet 
J^^'^^°^3' weggenomen.  De  Monniken,  die  bij  het  volk  in 
-  den  roem  van  bijzondere  heiligheid  ftonden,   eii  zoo 

vele  Aflaten  en  Heilige  Reliquien  bezaten,  onttrok- 
ken het  volk  aan  de  gewone  Geestelijkheid  en  ble- 
ven niet  binnen  de  palen  ,  hun  door  de  Pausfen  ge- 
field. Ook  hadden  de  Monniken  menigvuldige 
Exemtien  of  bevrijdingen  van  het  Regtsgehied  der 
Bisfchoppen  van  tijd  tot  tijd  vveten  te  verkrijgen, 
waar  over  vele  Bisfchoppen  zich  bezwaarden ,  ter- 
wijl de  Monniken  met  woorden  en  gefchriften  hunne 
zaak  voorflonden.  In  het  jaar  1384  fcheen  het  ech- 
ter, dat  de  Monniken  weder  onder  het  opzigt  van 
hunne  wettige  Kerkelijke  Opzieners,  de  Bisfchop- 
pen ,  zouden  hebben  moeten  keeren ,  toen  Paus  ur- 
BANUS  VI,  één  van  de  Scheur- Pausfen  van  dien 
tijd,  wien  zij  in  hunne  Kerkredenen  en  op  andere 
wijzen  hadden  mishandeld,  hun  het  voorregt  ont- 
nam om  willekeurig  te  prediken  en  biecht  te  hooren 
enz.,  maar  het  gezag  van  dezen  Paus  werd  niet  al- 
gemeen erkend,  en  zijne  befchikking  werd  door  vol- 
gende Pausfen  weder  vernietigd.  Trouwens,  de  Be- 
delmonniken hadden  doorgaans  eenen  witten  voet 
aan  het  Pausfelijke  Hof.  Eindelijk  flichtte  sixtüS 
IV  in  het  jaar  1478  een  foort  van  vergelijk,  volgens 
hetzelve  zouden  de  Parochiepriesters  niet  meer  zeg- 
gen ,  dat  'er  van  de  Bedelmonniken  Ketterijen  voort- 
gekomen   waren  ,  maar  integendeel  dat  door  hen, 

bij* 


GESCHIEDENIS.        -    153 

bijzonder  door   de   Dominikanen   en   Franc'tskanen ,       V 
het  Geloof  en  de  Kerk  veel  gewonnen  halden.  Daar     "^^* 
tegen    zouden   ook   de   Bedehnonniken   niet  keren  ,  [loofdft, 
dat  de  Gemeente  van  cenen  Parochiaan  niet  verpligt  :ia  C.  G« 
was  ,  op  Feest  -    en   Zondagen   de  Misfe  in  zijne  lot"?!^^ 
Parochiekerk  te  hooren;   hetwelk  zij  zonJer  gewig-  - 

tige  reden  niet  verzuimen  moest.  Geene  der  beide 
partijen  zou  de  Leeken  op  door  de  Kerk  gedreigde 
ftrafFe  overreden,  om  hunne  begrafenis  bij  haar  te 
verkiezen,  dewijl  dit  volkomen  vrijfliond.  De  Be- 
delmonniken zouden  verders  niet  prediken,  dat  de 
Parochiekinderen  niet  verbonden  waren  ,  om  ten 
minde  op  Pafchen  bij  bunnen  eigenen  Priester  te 
biechten;  evenwel  zouden  zij  zelve  daar  door  van 
het  voorregt  niet  uitgefloten  zijn,  hetwelk  hun  vol- 
gens zekere  fchikking  toegedaan  was.  In  hunne 
Predikatien  zouden  zij  niet  nadeelig  van  de  Prelaten 
en  Parochiepriesters  fpreken  ;  ook  aan  dezen  der- 
ielver  Toehoorders  niet  zoeken  te  onttrekken  ;  en 
dezen  zouden  ook  hen  insgelijks  minzaam  bejege- 
nen. 

In  het  voorgaande  hebben   wij   reeds   gezien ,   hoe  Gebrekea 
vele  misbruiken  en  gebreken,  in  de   vorige  eeuwen,  c" Her- 
bij   de  Monniken  hadden    fland   gegrepen  ,   en   hoe  o-en  der 
vaak  zij    Hervormingen  noodig  hadden.     De   oude,  Monni- 
rijke ,  en  reeds  voor  lang  meer  tot  levensgenot  dan  ^^"* 
tot  infpanning  van  den  geest  geneigde  Orde  der  Be- 
nedictijnen  openbaarde   inzonderheid   ècz^  behoefte. 
KLEMENS  V  verordende   daarom   op  de    Kerkverga- 
dering te  Vienne  federt  het  jaar   131 1   ten  aanzien 
^  5  de- 


154  KERKELIJKE 

V  dezer  Monniken  het  volgende  (*):  Zij  zouden  de 
BOEK  yQQj.  hunne  Orde  pasfende  befcbeidene  kleederen  dra- 
Hoofdft.  gen  5  niaar  zich  van  allerhande  kunftige  dingen ,  ook 
na  C.  G.  van  gordels ,  groote  mesfen  en  fporen  onthouden. 
tol  151^7  ^^^^  maanden  zouden  zij  ten  minde  eens  ter  biech- 
■  te,  en  op   eiken  eerften   Zondag  van  iedere  maand 

ten  Avondmaal  gaan.  Hun  Regel  zou,  als  die  in 
het  Kapittel  voorgelezen  werd ,  om  der  jongeren 
wil,  in  de  landtaal  voorgelezen  worden.  (^Fulga" 
riter  exponatur.  )  Zij  zouden  zich  van  jagen  en 
vogelen  voiflrekt  onthouden ,  gevolgelijk  ook  geene 
kleine  honden  en  valken  hebben.  Ook  verbood  de 
Paus  hun  volftrekt ,  hun  Klooster  zonder  verlof  van 
den  Prelaat  te  verlaten ,  of  in  hetzelve  wapens  te 
dragen  enz.  De  Pausfelijke  verordeningen  waren 
echter  in  het  jaar  1312  reeds  weder  vergeten,  zoo- 
dat zij  op  de  Kerkvergadering  te  Falend a  vernieuwd 
moesten  worden  (f).  In  een  Provinciaal  Kapittel 
dezer  Orde  der  zoogenoemde  Zwarte  Monniken  te 
Westmunfter  in  het  jaar  1422  bekende  men  ronduit, 
dat  in  dezelve  vele  grove  buitenfporigheden  waren 
ingeflopen,  en  men  verbood  aan  de  Abten  hunne 
kostbare  en  ergerlijke  Equipagien ,  (equitatura  fcan* 
dalofa , )  als  ook  hunne  verkwistingen ;  en  aan  de 
Monniken  hunne  geheele  afwijking  van  den  Ordens- 
regel,  in  fpijs,  kleeding,  bezitten  van  geld,  rond* 

zwer- 
(*)  Clementinar.  L.  III.  t.    lo.  de  Statu   Monachor, 
vel  Canonicorum  Regularium  C.  t.  p.  1072. 
(t)  HARD.  /Iet.  Concill.  T.  VII.  p.  147 1.  C  ia. 


GESCHIEDENIS.  155 

zwerven  in  fteden   en   dorpen,  e.  d.  m.  (♦)    Men       V 
heeft  meer  dergelijke  verordeningen.     Onder   anderen     *°^* 
beeft  de   Kerkvergadering    van    Konftam    werk   ge-  Hoofdft, 
maakt   van    het   Hervormen    der    Monnikenordens  ,  na  C.  G, 
door  het  afTchafFen  van  verfcheidene  Exemtien,    en  ;'.  ._;, 

tot    ij*  f  • 

het  bevelen ,  dat  de  drie  wezenlijke  p  dof  ten  van  — — — 
elke  Orde,  (  tria  Siihftantialia  cujusciinqtie  Heli' 
giom's ,  )  van  gehoorzaamheid  ,  onthouding  en  ar- 
moede ,  door  alle  Monniken  frreng  waargenomen  , 
en  de  overtreders ,  behalve  door  Excommunicatie 
en  Schor Jingy  met  gevangenis  zouden  geftraft  wor- 
den. 

Hoe  hoog  ook  de  eerbied  voor  den  Monniken- 
ftand  in  deze  eeuwen  gellegen  was,  nogtans  klaag- 
de men  fpoedig  vrij  algemeen  over  de  groote  menig- 
te derzelven,  gelijk  wij  dan  ook  boven  gezien  heb- 
ben, dat  de  Pausfen  het  ftichten  van  nieuwe  Ordeiis 
verboden,  piüs  II.  vernietigde  verfcheidene  kleine 
Monnikengenootfchappen ,  maar  daartegen  rigtte  hij 
twee  nieuwe  Geestelijke  Ridderordens  op,  gedeelte- 
lijk ook  op  kosten  van  de  vernietigde. 

Ook  ontftonden  'er  nog  in  de  XlVde  eeuw  nieu-  Orde  der 
we  Ordens ,  wel  niet  juist  door  Pausfen ,  maar  door  Ol'vita- 
godvruchtige  lieden,  die  van  het  Bijgel  lof  dier  tij- 
den befmet  waren,  dat  men  alleen  in  zulke  Ordens 
een  volkomen  regt  op  den  Hemel  verkreeg  Dus 
ontftond  in  het  begin  der  XlVde  eeuw  de  OrJe  van 
Monte  Oliveto ,  als  eene  Hervorming  der  Benedic- 
tijnen ,  waar  van  joan  tolomei  ,  een  Edelman  uit 

Sie- 

(*)   HAED.    T.   VIII.  p.   997. 


1-6  KERKELIJKE 

V       Siena,  de   (lichter  was.     Eerst  fiond  hij  nnar  den 

*°f-J^     roem  Vitn  een  geleerd  man  te  worden,    en  beoefende 

Hoofdft.  de   Wijsbegeerte.      Maar  eens  een   moeijeliik   vraag- 

na  C.  G.  (luk  willende  oplosfen ,  verloor  hij  zijn   gezigt ,   het« 

TjiïirioT*^ 

^Qjj^J^jwelk  hij  op  voorbede   der  Heih'ge  Maagd,   zoo   als 

■  hij  verzekerde,  fpoedig  wederkreeg.     Daar  op  beflo- 

ten  hebbende ,  zich  aan  haren  dienst  te  wilden , 
hield  hij  in  het  volgende  uur  voor  zijne.  Hoorderen 
eene  voorlezing  over  de  verachting  der  Wereld  , 
waar  door  verfcheidenen  aangezet  werden ,  om  zich 
daar  naar  te  voegen.  Hij  zelve  verhet  zijne  familie 
in  het  jaar  131 3,  en  begaf  zich  raet  twee  Senato- 
ren van  Siena ,  zijne  Toehoorders ,  eenige  mijlen 
ver  van  die  (lad,  in  eenen  eenzamen  oord  tusfchen 
rotfen  en  boomen ,  welke  hem  toekwam ,  alwaar  hij 
zich  met  zijne  medgezellen  in  alle  foorten  van '  lig* 
chaamskwellingen  oefende.  Binnen  kort  vereenigden 
zich  meer  anderen  met  hen.  Zij  werden  in  het  jaar 
1319  bij  joANNES  XXII  als  Ketters  opgegeven,  maar 
onfchuldig  bevonden.  Nu  tot  den  Regel  van  be- 
NEDiCTUS  gewezen  ,  ontvingen  zij  den  naam  van 
Congregatie  van  onze  Lieve  Prot/^y  van  den  'Olijf- 
berg; of  Kluizenaars  van  den  Olijfberg;  en  tolo- 
MEi  verwisfelde  zijnen  naam  joannes  met  dien  van 
BERN  HARD.  lu  het  cerst  leefden  zij  veel  ftrenger, 
dan  hun  Regel  verordende,  maar  verzachtten  allengs 
hunne  levenswijze.  De  pest  rukte  den  Stichter  in 
het  jaar  1348  weg.  De  Orde  plantte  zich  vervol- 
gens vrij  gelukkig  voort.  In  fommige  van  hare 
Kloosters  leide  men  zich  op  de  Wijsgeerige  en 
Godgeleerde  Wetenfchappen  toe;   doch,  hoewel  zij 

Tho-» 


GESCHIEDENIS.  157 

Thomisten   zijn,  echter  wijken   zij  in    vele   ftukken       V 

van  tiet  ftelfel  van  deze  School  af.    Daar  is  ook  een     ^°^f- 

Nonnenklooster  van   deze    Orde   te  Biponto  in   het  Hoofdft. 

Nopelfche  gefticht.  «^  C.  G. 

Kort  na  het  midden  der  XlVde  eeuw  vormde  zich  [^^  J^J^* 

ook  de  Orde  der  yezuaten^  insgelijks  in   Toskanen,  

Derzelver  Stichter,  toan  colombino,   was  ook  één  y^deder 

Jezuatea, 
der  rijkfle  en  voornaamfte  Edellieden  te  Siena ,  waar 

hij  de  waardigheid  van  Gonfaloniere  bekleedde.  Hij 
leefde  in  het  huwelijk;  en  geldzucht  en  drift  maak- 
ten hem  niet  beminnelijk.  Onverziens  veranderde 
dit  alles,  nadat  hij  het  leven  der  beroemde  Heilige, 
de  Egyptifche  maria,  gelezen  had.  Thans  was  hij 
ongemeen  milddadig  jegens  de  armen ;  matte  zijn 
ligchaam  af  door  kastijdingen  ,  en  bewoog  zijne 
Gemahn  ligtelijk,  dat  zij  voortaan  als  Broeder  en 
Zuster  leefden.  Hij  veranderde  zijn  huis  in  een 
Gasthuis,  waar  hij  armen,  vreemdelingen  en  zieken 
ontving,  onderhield,  oppaste  en  bediende.  Een  an« 
der  Edelman  van  «S/V;//? ,  franciscus  de  mino  vin- 
CENTi,  zijn  vriend,  ftond  hem  in  deze  liefdediens- 
ten bij.  Ziek  geworden  zijnde  en  vindende  ,  dat 
zijne  vrouw  en  zijn  vriend  hem  al  te  zorgvuldig  op- 
pasten, floop  hij  heimelijk  naar  het  armQe  Gasthuis 
van  de  (lad.  Zij  konden  hem  ook  flechts  onder  deze 
voorwaarde  naar  zijn  huis  terugbrengen ,  dat  zij  hem 
enkel  grove  fpijzen  geven  zouden.  Eens  zag  hij  bij 
de  Kerkedeur  eenen  Melaatfchen  liggen ;  dezen  droeg 
hij  op  zijne  fchouders  naar  huis ,  wiesch  zijne  zwee- 
ren,  en  droPik  zelfs  van  het  water,  dar.r  hij  hem 
mede  gewasichen  had.    Zijne  vrouw  had  des  te  meer , 

af. 


158  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  affchuw  van  dezen  kranken,  en  toen  zij  hem  einde- 
^^  lijk  ,  op  zijn  aanhouden  ,  wilde  bezoeken ,  kwam 
Hoofdrl.  haar,  zoo  als  zij  vertelde,  aan  zijne  knmerdeur  een 
m  C.  G.  200  heerlijke  reuk  in  plaats  van  den  gewonen  flank 
tot  IS17  ^^S^"'  ^^^  ^y  "'^  eerbied  niet  durfde  binnentreden. 
.  joAN    en  zijn  vriend  werden  dezen  reuk  insgelijks 

gewaar,  gingen  bij  den  kranken;  maar  vonden  nie- 
mand, waar  uit  zij  befloten,  dat  het  Christus  zel- 
ve geweest  was.  Des  te  meer  befloten  zij,  hem  in 
de  volkomenfle  armoede  na  te  volgen;  zij  fchonken 
hun  gebeele  vermogen  san  de  Kerken  en  Hospitalen, 
en  bedelden  hun  brood  in  de  armhartigfte  kleeding 
bij  de  huizen.  Behalve  haren  hemden  en  geefelen, 
vonden  zij  dagelijks  nieuwe  martelingen  voor  hun 
ligchaam  uit.  Ten  einde,  naar  hunne  verbeelding, 
den  Zaligmaker  geheel  gelijk  te  worden,  zochten  zij 
op  de  plaats  zelve  ,  waar  zij  als  regeringsleden  ver- 
eerd waren  geweest ,  de  algemeene  verachting  op 
zich  te  laden.  Zij  droegen  water  en  hout  in  het 
Paleis,  waar  de  Regering  bijeenkwam,  en  veegden 
het  vuilnis  weg.  Dewijl  het  Bijgeloof  zulke  levens- 
wijze tot  heiligheid  gemaakt  had,  kregen  zij  fchie* 
lijk  navolgers;  voornamelijk  federt  het  jaar  1365, 
toen  dit  gezelfchap  meermalen  door  de  ftraten  van 
Siena  rondging,  onder  het  zingen  van  liederen.  Den 
nieuwen  lei'en  vverden  harde  proeven  opgelegd.  Niet 
zelden  voerden  zij  hen  op  een*  ezel  zittende,  met 
eene  kroon  van  olijftakken  op  het  hoofd ,  door  de 
ftraten  rond  ,  terwijl  de  geleiders  ,  die  foortgelijke 
kronen  en  takken  in  de  banden  droegen ,  zonder  op- 
houden riepen  :     Leve  jezus   christüs  !     Hij  zij 

ge- 


GESCHIEDENIS.  159 

geloofd  in  eeuwigheid!    Menigmalen  voerden  zij  de-      V 
zelven  half  naakt  rond ,  met  de  handen  op  den   rug     ^^'^^ 
gebonden,  hen  befpottende  en  het  volle  vermanende,  HoofdlL 
om  voor  dezen  zondaar  te  bidden.     Maar  het  ge-  na  C.  G. 
wonelijkfte  was ,  dat  zij  zulk  eenen  voor  het  beeld  K!^'?j  J* 
der  Maagd  marta  op  de  openbare  markt  plaatften,  — — — 
hem  in  plaats   van   zijne  kleederen,  ellendige  lom- 
pen omhingetï,  terwijl  zij  allen  met  kronen  en  tak- 
ken behangen    Geestelijke  Liederen    aanhieven.     In 
minder  dan  twee  jaren  had  columbino  meer  dan 
70  aanhangers  ,   terwijl  hij  zelve  rondging ,  en  de 
zondaars  vermaande ,  boete  te  doen. 

URBANus  V  kwam  om  dezen  tijd  in  het  jaar  1367 
van  Avignon  naar  Rome  weder.  Om  van  hem  de 
goedkeuring  der  Orde  te  bekomen,  ging  colombi- 
NO  met  velen  zijner  aanhangers,  met  hunne  gewone 
kronen  en  olijftakken  hem  te  gemoet,tot  aanCro«(f/o, 
daar  hij  aan  land  trad,  en  riepen  hem  toe:  Geloofd 
zij  JEZUS  CHRISTUS.'  Lcve  de  Heilige  Vader!  De- 
ze ontving  hen  wel ,  maar  beloofde  hun ,  voor  hun- 
ne lappen,  eene  andere  kleeding  te  zullen  geven.  Hij 
gaf  hun  ook  kort  daar  na  een'  witten  rok ,  eene  der- 
gelijke muts  en  houten  muilen  aan  de  bloote  voeten 
ter  onderfcheiding ;  waar  bij  des  Paufen  Broeder  nog 
een'  valen  mantel  voegde.  De  Orde,  die  zich  in 
het  eerst  de  ApostoUfche  Klerken,  (^Clerici,')  noem- 
de, heette  in  het  vervolg:  de  Congregatie  der  j^e- 
zuaten ,  ( naar  het  onophoudelijk  gebruik  van  den 
naam  jezus,)  van  den  Heiligen  hieronymus,  dien 
zij  tot  Patroon  verkozen  had,  naar  den  Regel  van 
den  Heiligen  augustinüs.  columbino  ftierf  om- 
trent 


i6o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       trent  het  jaar  1367.    De  Paufen  hebben  hem  nader- 
BOER     i^^^f^  j(j  }^et  Roomfche    Martelaarsboek,  (  Martij- 
Hoofdft.  roïogium  ,')  geplaatst,  en  aan    die   genen  aflaat  be- 
na  C.  G.  loofd  ,    die   op    zijn  Feestdag  zijne   Ordenskerk  te 
tot  1-^17  ^^^^^^  zouden  bezoeken.    Meer  dan  200  jaren   lang 
m   ■  ■■■    waren  de  leden  dezer    Orde  flechts   Leekebroeders  , 
en  enkel  verpligt ,  om  dagelijks  150  Paternoster' s  en 
even  zoo  veel  ^ve  Maria's  te  bidden.    Eerst  met 
den  aanvang  der  XV^IIde  eeuw  werd  hun  geoorloofd 
zich  tot  Priesters  te  laten  wijden.    In  de  meeste  van 
hunne  Kloosters  hadden  zij  Apotheeken,   en  deelden 
de  geneesmiddelen  om  niet  onder  de   armen   uit.    In 
andere    distilleerden    en  verkochten    zij  brandewijn, 
waarom    zij  op    fommige   plaatfen    Gïi   Padre  deW 
aqua   vita  genoemd  werden.    Eindelijk  toen   zij  in 
het  Fenetiaanfche  Rijk  meester  waren  geworden,  en 
de  Republiek  tot  den  Turkfchen  oorlog  geld  noodig 
had,  vernietigde  klemens  IX  op  derzelver  verzoek 
in  het  jaar  1668  de   Orde  aldaar  en  over  het  alge- 
meen.    Buiten  ItaJi'è  had  zij  zich  alleen  te  Touloufe 
gevestigd.    Eene  Nicht  van   den   Stichter,   katha- 
RiNA    coLOMBiNA  ,    had   ook   een   gezellchap   van 
Nonnen  van  denzelfden  naam  en  ftrenge  levenswijze 
opgerigt. 
Eremiten       De    Eremiten    van    den     Heiligen    hieronymus 

van  den    yokden  de  '^ezuaien  op  den  voet,  en  maakten  vier 

H.  IIIERO-        °  "^  ,  .     .       „        .  _ 

KYAius.     ondel fcheidene  Ordens  uit  in   Spanje  en   Italië.     De 

eerde  ,  die  eigenlijk  den  naam  van  Hieronijmiten 
voert,  vormde  zich  door  eenige  Italiaan  f che  Mon- 
niken van  de  derde  Orde  van  den  Heiligen  fr/^n- 
ciscus  ,   die   zich   naar  Spanje  begaven  ,    en   daar 

Klui- 


GESCHIEDENIS.  i6i 

Kluizenaarsverblijven   aanleiden.    Heel  fchielijk  von-       V 
den  zij  navolgers ,  van  welke  de  merkwaardigfte  was     °^^* 
piETER   FERDiNAND  PECHA  ,  Kamerheer  van    den  Hoofdfï 
Koning  van  JCasiiiië,  pieter  den  Wreeden,    Deze  na  C.  G, 
verkreeg  voor  hun  in   het  jaar   1373  de  bevestiging  J^^''^°73» 
van  Paus  gregorius  XI, doch  met  die  verandering,  — __«  * 
dat  zij  nu  Kloosterbroeders  werden,      peciia  nam 
nu  ook  den  naam  aan  van  zijne  vaderflad  ^  en  noem- 
de zich  FERDINAND   vau   GuadaJüjara,    In   Estre- 
madura  kreeg  deze  Orde  in   het  jaar   1389  het  ver- 
maarde Klooster  van  Onze  Lieve  Vrouw   van  Gua- 
daïoupe.    Het   prachtigflie  van   alle   hare  Kloosters, 
ja  van  de  Roomfche  Kerk   in  het  gemeen,   is  dat, 
hetwelk   filips   II,    Koning  van   Spanje  ^   xtx  eere 
van  den  Heiligen  laurentius  ,   gefticht  heeft,   bij 
Escorial ,   niet   ver  van   Madrid ,    federt    het  jaar 
1557,  waar  aan  zijne  opvolgers  ter  verdere   voltooi* 
jing  millioenen  dukaten  befteed,  en   in   hetzelve  te 
gelijk  het  zoogenoemde  Pantheon  tot  eene  begraaf* 
plaats  der  Koningen  van  Spanje  beflemd  hebben. 

PIETER  gambacorti  ,  gemeenlijk  pieter  van 
Pifa  genoemd,  ftichtte  een  tweede  dergelijke  Con- 
gregatie van  Kluizenaars  van  den  Heiligen  hiero- 
NYMUS  ;  hij  was  een  Zoon  van  den  toenmaligen 
Heer  van  Pifa  en  Lucca  ^  en  begaf  zich  omtrent 
het  jaar  1377,  in  den  ouderdom  van  25  jaren,  met 
verzaking  van  al  de  groote  ultzigten  van  zijn  llnis, 
op  den  Berg  Montehello  in  Umbri'è  ^  niet  ver  van 
Casfana^  van  welken  hij  dagelijks  afkwam  ,  om  zijn 
onderhoud  in  de  naaste  dorpen  te  bedelen.  Daar 
door  kreeg  hij  zoo  veel  geld,  dat  hy  eene  kleine 
XVm.  Deel.  L  Kerk 


i^i.  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V  Kerk  en  woonplaatfen  voor  andere  Kluizenaars,  die 
BOEK  allengs  tot  twaalf  in  getal  bij  hem  verzamelden,  ko» 
Hoofdft.  bouwen.  Zij  namen  den  Htiligen  HiERONviMüSf  to£ 
na  C.  G.  hunnen  Befchermheilig  en  voorbeeld,  alhoewel  bij 
tot  1517.*  ^^^'^^  ^^"  Kluizenaar  geweest  was.  Eerst  heetten 
■--  zij  de  arme  Kluizenaars   van  Broeder  p  ie  ter   van 

jP//2r,  en  fchreven  zich  volkomene  armoede,  menig- 
vuldig bidden ,  vasten ,  geefelen ,  zuinig  eien  enz. , 
tot  eene  wet  voor,  welke  echter  in  de  X Vilde  eeuw 
merkelijk  verzacht  werd.  Eerst  in  het  jaar  15Ó8 
begonnen  zij,  op  bevel  van  Paus  pius  V,  de  Moa- 
liikengelofte  af  te  leggen. 

Behalve  deze  zijn  'er  nog  twee  bijzondere  Ordens 

van  Eremiten  van  den  Heil,  hieronyjsius  in    dezen 

tijd  in  Spanje  en  Italië  gefticht ,  welke  tot  onze  tijden 

zijn  ftaande  gebleven;   de  éénen  door  eenen  Spanf 

jaard,  Lupo  d'oLMEDO,   die  in  het  jaar   1433  gq- 

ftorven  is;    de  andere   door  den  Italiaan^  karei, 

van  Montegraneli ,   dfe  in   het  jaar    1417  overleed, 

en    de    Congregatie    van    Fiefoli    bij    Florence   op» 

rigite. 

Lollütds,     Een  veel  nuttiger,  en  voor  de  raenschheid  waar» 

of  CeUe-  ^^^^^  gezelfchap  van  lieden ,  dan  zoo  vele ,  ledigloo-* 

brof^ders,  pende,  bijgeloovige  Monniken,  Kluizenaars   en   Be-» 

Alexianen jgjgjjjg ^  ontftond  in   de   XlVde   eeuw;   namelijk   de 

Lolharden    of  Lollarden ,   welke  men   weleer  door-i 

gaans   onder    dweepachdge ,  ketterfche  of  zelfs  on^ 

deugende    aanhangen    heeft    gerekend  ,   maar    Welke 

men  thans   geregtigheid  laat  gefcnieden    (♦).    Men 

meen-. 
(*)  MosHEiai  Kerkgcfck.  V.  Dcd,  Bladz»  324.  volgg^ 


GESCHIEDENIS.  163 

meende,  dat  hun  ftichter  geweest  was  zekere  wal-       v 

THER  LOLLARD  ,   die   TRITTENHEIM   (*)  als   het  Op-       ^^^^ 

perhoofd  der  Fratricellen ,  en  eenen  der   ergfle  Ket-  Hoofdft. 

ters  befchrijft,  gelijk  hij  ook  daarom   te  Keulen  ver-  na  C.  G. 

brand  is  geworden.    Doch  hij  noemt  hem  niet  lol-  J^"^°73» 

tot  1 5 1 7» 
HARD,  maar  lohareus  ,  en  uit  zijn  verhaal   volgt  . 

niet,  dat  deze  man,  hoe  hij  ook  geheeten  mag  heb- 
ben, ftichter  der  Lolharden  zou  geweest  zijn.  Der- 
zelver  oorfprong  is,  volgens  geloofwaardige  berig- 
ten,  deze:  Kort  na  het  jaar  1300  ondernamen  eeni- 
ge  godvruchtige  lieden  te  Antwerpen  ,  onder  den 
naam  van  Aïexianen ,  of  Broeders  en  Zuster^  van 
den  Heiligen  alexius  ,  dien  zij  tot  hunnen  Be- 
fchermheiligen  verkoren  hadden  ,  zich  aan  werken 
van  barmhartigheid  toe  te  wijden,  door  het  oppas- 
fen  van  zieken  en  kranken  ,  inzonderheid  bij  de 
toenmaals  heerfchende  pest  en  befmettelijke  ziekre, 
en  door  het  zorgen  voor  de  begrafenisfen  en  het  be- 
ftellen  der  lijken.  Wegens  hun  matig  en  gefchikt 
leven  ,  noemde  men  hen  Matemans,  naar  hunne 
Cellen ,  of  geringe  woningen ,  CelHten  of  Cellehroe- 
dersi  en  omdat  zij,  bij  het  bezorgen  en  begraven 
der  dooden ,  op  eenen  weenenden  ,  treurigen  toon 
liederen  zongen  ,  Lolhards  of  Lollards ,  naar  hef 
oude  woord  lollen^  lullen^  lallen^  van  waar  nocr 
eene  ftraat  binnen  Utrecht  de  Loüe/fraat  genoemfï 
wordt,  in  welke  velen  van  deze  lieden  woonden; 
ook  werden  zij ,  met  een  woord  van  gelijke  betee- 
kenis  ,    Nolbroeders  genoemd.      Dewijl   deze  goede 

men- 
(*)  Chron.  Hirfaug.  T.  II.  p.  155. 

L  a 


1^4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  menfchen  dus  liefdedaden  verrigtten  ,   en   de  plaats 

BOEK  (Jer  Geestelijken ,  die   dezelve   verzuimden   en   geheel 

Hoofdft.  verwaarloosden,  vervingen,  kan  men  ligt  btgriipen, 

na  C.  G  hoe  het  gekomen   zij ,   dat  zij    van    dezelve  gehaat , 

Jaario73         ^^^    ^^    Begharden    vermengd,    en   veelal   hevig 

tot  15 17.  .  , 

,  vervolgd  zijn  geworden.     Misichien  vervoegden  zich 

eenige  dweepers  en  zonderlingen  met  hen,  maar  ze- 
ker (tonden  zij  den  Bedelmonniken  meest  in  den 
weg,  omdat  zij  de  giften  der  burgeren  ontvingen, 
ter  onderfleuning  in  hunnen  liefdearbeid ,  welke  de- 
ze Monniken  gewoon  waren  te  genieten.  Hunne 
weldadige  pogingen  maakten  hen  bij  het  volk  geëerd 
en  geliefd,  zelfs  werden  zij  door  Vorsten  en  Over- 
heden befchermd,  die  te  wege  bragten ,  dat  de  Pau» 
fen  hen  aan  de  magt  der  Inquifttenren  onttrokken, 
en  aan  het  regtsgebied  der  Bisfchoppen  onderwier- 
pen, Ja  op  verzoek  van  karel  den  Siouten^Htnog 
van  Burgundi'è ,  nam  sixtus  IV  hen  in  1472 
onder  de  Geestelijke  genootfchappen  aan  ,  die  on- 
middelijk  onder  den  Paus  ftaan,  en  julius  II  gaf 
hun  in  het  jaar  1506  nog  grooter  voorregten.  De 
latere  van  hen  afkomftige  genootfchappen  in  de  Ne- 
derlanden  eu  in  Keulen  zijn  van  hunne  eerfte  be- 
ftemming  geheel  afgeweken. 
Broeders      Nog  algemeen  nuttiger  was  het  genootfchap   van 

van  het      Geestelijken  en  Broeders   van    het  gemeen fchappelijk 
gemeen-     ,  ,  ,,  r  1 

fchappe.    i^"^^^^  5   hetwelk   gerkard   or   gerrit   groot   ook 

lijk  leven  jn  de  XlVde  eeuw  (ligtte.     Zijn  leven  is  door  tho- 

S^^Il'l^^    MAS   A   KEMPIS    of  VAN   KEMPEN     bcfchreven.       GER- 

HARD  of   RIT  GROOT  kvvaiii  in  het  jaar    1340  te  Deventer  in 

GE  RIT     Qy^t-ysfel  ter  wereld.      Zijn   Vader  ,  een  voornaam 
GROOT.  -^  -^ 

bur- 


GESCHIEDENIS.  165 

burger  dier  ftad ,  zond  hem  op  de  Univerfiteit  te  V 
Parys ,  alwaar  hij  in  zijn  XVlIde  jaar  de  waardig-  ^^^ 
•heid  van  Magister  verkreeg,  en  zich  vervolgens  in  Hoofdft. 
de  Godgeleerdheid  oefende.  Wedergekeerd  bekwam  "  C.  G. 
hij  eenige  Prebenden  ,  en  gaf  zich  aan  allerhande  ^^^  1C17] 
vermaken  over.  De  Prior  van  het  Karthuizer  - 
Klooster  te  Monnikhuizen  bij  Arnhem ,  die  zijne 
medeleerling  geweest  was ,  wenschte  zulk  een  ge  • 
leerd  man  op  eenen  edeler  weg  te  brengen,  en  hem 
te  Utrecht  ontmoetende ,  gelukte  het  hem  ook ,  door 
ernfl:ige  voortellingen  hem  te  beweoen,  om  de  we- 
reld te  verloochenen,  gerrit  flond  van  alle  zijne 
Prebenden  af,  en  trok  in  plaats  van  zijne  kostbare 
kleederen  heel  flechte  aan  ,  en  ging  voorts  tot  etne 
armoedige  levenswijze  over.  Vervolgens  begaf  hij 
zich  in  het  bovengemelde  Karthuizer  -  Klooster  ^  al- 
waar hij  een  ftreng  leven  leidde.  Drie  jaren  dus 
doorgebragt  hebbende ,  trad  hij ,  op  raad  zijner  Mon- 
niken ,  als  Prediker  te  voorfchijn ,  waar  bij  hij  eene 
algemeene  toejuiching  verkrecrg  en  de  bekeering  van 
velen  zijner  Toehoorderen  bewerkte.  Schielijk  volg- 
de hem  de  nijd  van  Prelaten,  Priesters  en  Monni- 
ken, die  hem  door  laster  zochten  te  benadeelen  en 
zelfs  het  prediken  te  verbieden,  gerrit  ontweek 
hun  een'  tijd  lang;  zij  zijn  toch  onze  Prelaten,  zei- 
de  hij,  en  wij  zijn  fchuldig,  hun  te  gehoorzamen. 
Men  heeft  nog  eenen  Brief  voor  hem  ,  of  misfchien 
van  hem,  aan  den  Bisfchop  van  Utrecht^  in  wiens 
Kerspel  hij  Diaken  was  geworden  ,  waar  in  om 
opening  verzocht  wordt  der  redenen,  om  welke  het 
L  3  pre- 


1^  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       prediken  hem  verboden  werd.      Dit  verbod  fchijnt 

BOEK     evenwel  niet  lanof  geduurd  te  hebben. 
VI 
Hoofdft.       GERRiT  had  van  zijn'  Vader  te  Deventer  een  huis 

na  C.  G.  en  een  aanzienUjk  vermogen  geërfd  ,  dit  alles  be- 
}a^"o73  fteedde  hij  tot  nut  van  het  algemeen.  Hij  ver^ader- 
'-  de  welgezinde  jongens  en  arme  Geestelijken  bij  zich 

in  groot  aantal,  die  hij  onderwees  en  vermaande, 
zorgende  tevens  voor  het  onderhoud  der  genen,  die 
niet  hem  een  godzalig  leven  wilden  leiden.  In  een 
ander  naburig  huis  rigtte  hij  een  dergelijk  gezelfchap 
op  van  vrome  vrijsters ,  die  zich  in  naaijen ,  breijen 
en  andere  vrouwelijke  handwerken,  maar  voorname- 
lijk in  eene  Christelijke  ingetogene  levenswijze  zoo 
lang  oefenden,  tot  zij  vrijwillig  tot  het  Kloosterle- 
ven belloten.  Hij  wilde  zelve  aan  alle  zijne  leerlin- 
gen een  voorbeeld  van  volkomenheid  zijn ,  maar 
dreef  zijne  zelfsverloochening  en  ftrengheid  tot  uiter- 
ften.  Met  dit  alles  worden  zijne  vlijt  in  het  lezen 
der  Heilige  Schrift ,  zijn  ijver ,  om  eene  nuttige  boe- 
kerij te  verzamelen,  en  zijne  ftichtelijke  opltellen  zoo 
jn  brieven  als  andere  fchriften,  bij  uitnemendheid 
geroemd ,  voornamelijk  zijne  gelukkige  gave  van  pre- 
diken, welke  hij  te  Deventer  en  in  vele  andere  (le- 
den, Zwül,  Kampen,  Leyden ,  Delft,  Gouda,  Am^ 
fier  dam  en  andere  aan  den  dag  leide.  Trouwens, 
hoewel  geheel  overgegeven  aan  den  Paus,  de  Leer- 
ftellingen  en  het  Kerkplegtige  van  zijne  Kerk,  en 
vol  Mijftieke  en  Monniken  grondbeginfelen,  bezat 
hij  tevens  het  goede  en  nuttige  der  betere  Mijftieken. 
Hij  bragt  den  Godsdienst,  zoo  veel  hem  mogelijk 

was. 


GESCHIEDENIS.  tCy 

was,  tot  deszelfs  Bijbelfche  bron  terug,  en  het  is       V 

blijkbaar,  dat  zijne   praktikale  manier  van  prediken     ^^^^ 

hem  zoo  veel  toejuiching  verfchafte.     Hij  vermaan-  Hoofdlh 

de  ook ,  dat  men  de  Zedekunde  zelfs  van  sokra-  na  C  G. 

TES,   PLATO  en  SENEKA   bchoorde  te  leeren.    Het  F^'"*^73' 
'                                                                               tot  iST' 
Kamnieke  Regt  wilde  hij   alleen  doorgeloopen   heb- » 

ben,  ten  einde  in  de  Kerkelijke  wetten  niet  geheel 
vreemd  te  zijn.  Van  Scholastieke  Wijsbegeerte  of 
Theologie  te  fprelicn,  kwam  bij  hem  niet  in  aan- 
merking. 

Hij  ftierf  al  vroeg  in  het  jaar  1384,  voordat  hij 
zijn  geliefd  ontwerp  volkomen  ten  uitvoer  kon  bren- 
gen. Kort  na  zijnen  dood  werden  naar  zijn  ont-  ' 
werp  Kloosters  aangelegd  in  den  omtrek  van  Zwol  ^ 
in  welke  men  een  gemeenfchappelijk  leven  leide,  en 
lïiet  handwerken  de  kost  verdiende.  Onder  alle  zij- 
ne leerlingen  was  florentius  radewin  ,  van  den 
■Leydfchen  Dam  in  Holland  ,  van  aanzienlijke  af- 
komst ,  een  tijd  lang  Kanunnik  te  Utrecht ,  de  voor» 
naamfte.  Deze  leide  zijne  P  ebende  neder  ,  en  ver- 
genoegde zich  met  een  enkel  Vikariaat  bij  eene  Kerk 
te  Deventer^  ook  had  gerhard  hem  beftemd,  om 
zijn  opvolger  te  zijn,  en  kloris  nam  dezen  post 
met  allen  ijver  waar;  door  alle  de  leden  van  het 
genootfchap  in  eensgezindheid  ,  arbeidzaamheid  en 
Christelijke  zedelijkheid  te  houden.  Niemand  der- 
zelven  noemde  iets  zijn  eigendom  ;  allen  leefden 
kuisch  en  fober  met  malkanderen.  Om  niet  ledig 
en  geheel  behoeftig  te  zijn  ,  moest  elk  boeken  af- 
fchrijven;  of  kinderen  onderwijzen;  en  al  wat  zij 
met  hunnen  arbeid  verdienden,  bragteu  zij  aan  de 
1»  4  voe- 


168  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  voeten  van  hunnen  Opziener.  De  ongeleerde  ledea 
BOEK  waren  ijverig  bezig  in  handwerken,  floris  zelve, 
Hoofdft.  ^i^  gs^"^  groote  vaardigheid  in  het  fchrijven  bezat, 
na  C.  G.  bereidde  ten  minde  het  Pergament  voor  de  Hand- 
tori^fz  Schriften;  die  hij  naauwkeurig  doorlas  en  verbeter- 
■t-  de,   terwijl  hij  heilzame  voorfchriften  uit  de  beste 

boeken  verzamelde.  Hij  ftierf  in  het  jaar  1400 , 
maar  het  genootfchap  breidde  zich  (leeds  verder  uit, 
EüGENius  IV  en  pius  II  fchonken  ook  aan  hetzelve 
aanzienlijke  voorregten.  Inzonderheid  maakte  het 
genootfchap  zich  verdienftelijk  door  zijne  Scholen , 
in  welke  velen  der  bekwaamde  lieden  in  Duitschland 
en  in  de  Nederlanden  hunne  eerde  vorming  ont- 
vangen hebben.  Desniettemin  werden  zij  meermalen 
door  de  nijdige  Priesters  en  Monniken  met  den  ge- 
haatten  naam  van  Begharden  en  Lolhards  gelasterd. 
Eindelijk,  'er  waren  ook  vrouwelijke  gezelfchappen 
van  deze  foort,  die  haren  tijd  tusfchen  bidden,  le- 
zen, handwerken  en  onderwijs  van  meisjes  verdeel- 
den. 
Orde  der  Eene  Orde,  die  in  het  laatde  gedeelte  der  XVde 
Mini-  eeuw  opkwam,  mogt  meer  bewondering  van  den 
fte^of  "e"'  g^ooten  hoop  wegdragen ,  maar  zij  dond  ver  achter 
ringde  in  wezenlijk  nut.  Deze  is  de  Orde  der  Minimetj  ^ 
broeders,  jfjifjjj^n  oï  geringfteu^  die  al  de  drengheid  d^txEran* 
ciskaner  Orde  nog  meenden  voorbij  te  dreven.  Der- 
zelver  dichter,  franciscus  van  Paula  ^  dus  naar 
ziine  geboortedad  in  het  Koningiijk  NapeJs  ge- 
noemd, werd  geboren  in  het  jaar  1416,  op  eene 
gelofte  zijner  ouderen,  dat  zij  hun  kind  aan  den  H". 
FRANGiscüs  van  4sftfi  zouden  wijden.     Ingevolge 

daar 


GESCHIEDENIS.  169 

idaar  van  zonden  zij  hem,  een'  jongen  van   13  ja-       v 

ren,  naar  het  Franciskaner  Klooster  te  San  Marco     boek 

VI 
in  Kalabrië;  alwaar  hij  fpoedig  de  flrengrte  en  ijve- j^Q^pj^^^ 

rigfte  Monniken  in  de  waarneming  van  den  Ordens-  na  C.  G. 

regel  overtrof ,   onthoudende  zich  van   alle  linnen  J^^''^°73. 
°  tot  1517. 

goed  en  van   vleesch   te  eten.    Na  in  pelgrimfchap  . 

al  de  voorname  plaatlen  en  Kloosters  der  Orde  be- 
zocht te  hebben ,  floot  hij  zich  op  eenen  genoeg- 
zamen  afrtand  van  hen  in  het  hol  eener  rots,  waar 
een  fleen  zijn  bed,  kruiden  en  wortels  uit  een  na- 
burig woud  zijn  voedfel  waren.  Zijne  Ordensge- 
nooten,  die  hem  aan  christus  gelijkvormig  willen 
maken,  verzekeren,  dat  Engelen  zijne  geboorte  be- 
zongen hebben,  dat  hij  in  zijn  veertiende  jaar  van 
den  Geest  in  de  woestijn  geleid,  en  van  den  Duivel 
verzocht,  en  door  de  Engelen  gediend  is  geworden, 
een  van  welken  hem  een  kapot  opzette.  Hoe  het 
zij ,  onze  jonge  Kluizenaar  verkreeg  fpoedig  den 
roem  van  heiligheid  in  geheel  Kalabrië.  —  Reeds 
in  het  jaar  1435  kreeg  hij  leerlingen,  met  welken 
hij  in  de  nabijheid  van  Paula  Kluizen  benevens  eene 
Kapel  bouwde,  in  welke  zij  te  zamen  zongen.  Men 
noemde  hen  de  Kluizenaars  van  den  Heiligen  fran- 
ciscus.  De  Sicilianen ,  van  zijne  deugden  en  won- 
deren gehoord  hebbende ,  noodigden  hem  in  hun 
eiland.  Toen  hij  nu  in  het  jaar  ^464  met  twee  van 
zijne  reisgenooten  derwaards  wilde  overvaren ,  wei- 
gerden de  fchippers  hem  mede  te  nemen,  omdat  hij 
de  vracht  niet  betalen  kon.  Maar  knap  wierp  de 
Heilige  man  zijnen  mantel  in  zee  en  wandelde,  met 
zijne  reisgenooten,  zoo  als  men  vertelt,  op  denzel- 
L  5  ven. 


iro  KERKELIJKE 

V  ven,  zonder  omflag  naar  Sicilië  over.  Vier  jarea 
lOEH  (Jaar  na  keerde  hij  naar  Kalabrïé  terug,  alwaar  hij 
Koofdft.  de  armen  in  een'  grooten  hongersnood  hielp.  On- 
na C.  G.  dern  sfchen  had  pius  II  van  zijne  wonderdaden  ge- 
Jaar  1073  ^QQj.^  waarom  hij  eenen  van  zijne  Kamerheeren 
tot  1517.  ->  ■>  j 

— —    zond,  om  'er  onderzoek  naar  te  doen.     Deze  be- 

flrafte  's  mans  overmatige  geflrengheid  en  nadeelige 
zonderlingheid ,  maar  franciscüs  nam ,  zonder 
hem  te  antwoorden ,  gloeijende  kolen  in  de  hand  , 
zonder  zich  te  branden,  en  zeide  tegen  den  Kamer- 
heer, dat  God  hem  zulke  kracht  gegeven  had;  dus 
kon  men  daar  ligtelijk  uit  befluiten,  dat  hij  ook  in 
fiaat  moest  zijn,  om  de  allerflrengfte  boete  te  ver- 
dragen. De  Kamerheer  wilde  zich  hier  op  voor  zij^ 
ne  voeten  werpen,  en  om  zijnen  zegen  verzoeken, 
maar  de  Heilige  man  verzocht  veel  meer  om  den 
zijnen.  Dit  alles  baande  allengs  den  weg  tot  de 
bevestiging  van  dit  nieuw  genootfchap,  welke  six- 
Tus  IV  in  het  jaar  1474  onder  den  bovengemelden 
naam  haar  ter  hand  liet  (lellen.  Hij  ftelde  den  (lich- 
ter der  Orde  tot  haren  algemeenen  Opperde  aan,  en 
onttrok  haar  aan  het  regtsgebied  der  Bisfchoppen. 

Men  moet  verbaasd  (laan  over  de  menigte  en  ge- 
fleldheid  der  wonderen,  welke  de  Gefchiedfchrijvers 
dezer  Orde  van  haren  Stichter  verhalen,  en  welke 
duidelijk  eene  ongelukkige  naarbootfing  van  de  won- 
deren van  JEZUS  aanwijzen.  Hij  werd  als  jezus 
op  eenen  Berg  verheerlijkt  ,  en  de  Aartsengel  mi- 
CHAEL  bragt  hem  eenen  Brief,  in  welken  het  woord 
Caritas ,  ( Liefde , )  met  gouden  letters  in  een  he- 
melsblaauw  veld  ftond,  hetwelk  naderhand  ook  het 

wa- 


GESCHIEDENIS.  171 

wapen  der  Orde   geworden  is;  hij  genas  kreupelen       v 
en   lammen ,  fpijsde   300  menfchen  met   één  brood    boek 
£u  eene  flesch  wijn  ,    veel  werd  hij   befireden  van  ^^oofdf! 
booze  geesten  ,  maar  overwon   hen  (leeds.     Doch  na  C.  G, 
een'  gevaarlijker  vijand  had  de  Heilige  man  aan  zij   i^^^*°73» 
nen   Landsheer,   den    Koning  van  Napels^   ferdi-  __i-. 
NAND  den  eerfien  zelven ;    misfchien  omdat  hij   dien 
eenige    beftraffingen    en   vermaningen    gegeven    had. 
De  Koning    zond  eenen  Hopman  met  Soldaten  in 
het  Klooster  te  Paterno  ^  om  den  Heiligen  naar  A^^- 
peh  te  brengen.     Doch ,   niet  alleen   de   groote   be- 
weging ,   welke  daardoor    onder    de   inwoners   van 
Paterno  ontftond,  maar  voornamelijk  het  bewonde- 
renswaardig   gedrag    van    den    nederigen    Heiligen , 
deed  zulk  eene  werking  op  den  Hoofdman,  dat  hij, 
in  plaats  van  zijnen  last  te  volbrengen,    den  Koning 
deed  begrijpen  ,   welke  gevaren  daar  mede  gepaard 
gingen  ,    en   hem    daar  door  tot  andere  gevoelens 
bragt. 

LODEWYK  XI  ,  Koning  van  Frankryk  ,  naderde 
ten  dezen  tijde  zijn  levenseinde ;  geen  Vorst  was 
ooit  zoo  bevreesd  voor  den  dood,  als  deze.  De- 
wijl de  kunst  der  Geneesheeren  was  uitgeput  ,  en 
Godsdienllige  middelen,  als  geloften,  bedevaarten, 
heilige  Reliquien  ,  geene  werking  deden  ,  geloof- 
de de  Koning,  dat  de  groote  Wonderman,  frans 
VAN  PAULA,  de  eenige  was,  die  hem  zijne  gezond- 
heid zou  kunnen  wederbezorgen.  Hy  liet  hem  dus 
bij  zich  noodigen ,  maar  de  Heilige  man ,  misfchien 
niet  vertrouwende  op  zijn  wondervermogen  ,  wei- 
gerde te  komen,    lodewyk.  wendde  zich   tot   den 

Paus, 


172  KERKELIJKE 

Paus,  en  op  deszelfs  bevel  ging  de  Heilige  man  in 
het  jaar  1482  op  reize.  In  Napels  ging  de  Koning 
met  de  geheele  Hofftoet  hem  te  gemoet;  de  Paus 
bewees  hem  grooter  eere,  dan  aan  regerende  Vors- 
ten ;  bood  hem  vergeefs  Kerkelijke  waardigheden 
aan  ;  maar  fchonk  hem  daar  voor  het  regt,  om 
waschkaarfen  en  roozenkranfen  in  te  zegenen,  welke 
hij  als  gefchenken  uitdeelde  en  door  welke  hij  vele 
wonderen  verrigt  zal  hebben.  Bij  zijne  aankomst 
m  het  Rijk  ,  zond  lodewyk  hem  den  Daufïjn  te 
gemoet,  en  ontving  hem  vervolgens  zelve  met  zijne 
Hovelingen ,  op  eenigen  afftand  van  zijn  Kasteel 
Tours  y  hier  wierp  de  Koning  zich  voor  hem  neder, 
met  verzoek ,  dat  hij  bij  God  verlenging  van  zijn 
leven  wilde  uitwerken.  De  Heilige  man  antwoordde 
vry  verftandig,  dat  de  Koning  dit  alleen  van  God 
moest  bidden  en  verwachten.  Evenwel  zegt  men, 
dat  hij  den  Koning  gewilliger  tot  derven  gemaakt 
zal  hebben ,  hetwelk  in  Augustus  1433  volgde,  ka- 
rel  VIII,  zijn  Zoon,  raadpleegde  onzen  Heiligen 
niet  alleen  in  gewetenszaken,  maar  ook  in  (laats - 
aangelegenheden ,  maakte  hem  tot  Dooppeet  van  zij- 
nen Zoon ,  en  liet  hem  toe  in  Frankryk  twee  Kloos- 
ters te  bouwen,  en  ftichtte  een  derde  te  Rome ^ 
hetwelk  alleenlijk  van  geborene  Pi-anfchen  bewoond 
zou  worden,  franciscus  van  paula  ftierf  in 
Frankryk  in  het  jaar  1507 ,  en  leo  X  plaatfte  hem 
in  het  jaar  1519  onder  de  Heiligen  van  zijne  Kerk. 

De  door  hem  gedichte  Orde  heeft  haren  eerden 
naam.  Kluizenaars  van  den  Heiligen  franciscus. 
Biet  behouden.     Toen    deze    Monniken  het   eerde 

Kloos- 


GESCHIEDENIS.  173 

Klooster  te  Mallaga  in  Spanje  van  ferdinand  den       V 
Katholijken  en  izabella  kregen,   noemde  men  hen     ^^^^ 
de  Broeders  der  Overwinning  ^  omdat   men  eene  op  Hoofdft. 
de   Mooren  behaalde  overwinning  aan  hét  gebed  van  "^  C.  G. 

Tont»  T^-^o 

hunnen  Stichter  had  toegefchreven.  alexander  '^^  j_j^' 
VI,  die  in  de  jaren  1493  en  1501  hunnen  Regel  be-  — — 
krachtigde,  gaf  hun  den  naam  ,  Minimi  Fratres 
Eremitae  francisci  de  paula  ,  federt  heetten  zij 
Fratres  Minimi  en  Minimi ,  de  Min/ie  of  Gering- 
fte  Broeders,  Te  Par'^js  kregen  zij  nog  eenen  .bij- 
zonderen naam ,  welken  zij  nog  in  de  jongde  tijden 
gevoerd  hebben.  Te  weten,  dewijl  men  hunnen 
Stichter,  toen  hij  aan  het  Hof  van  lodewyk  XI 
kwam,  den  goeden  man  ^  (Je  bon  homme ,')  noemde: 
e  in  den  grond  een  fpotnaam ,  welken  de  Hovelin- 
gen hem  gaven,)  zoo  heette  ook  hun  eerfte  Kloos- 
t^  te  Parys ,  Ie  Convent  des  Bons  Hommes. 

Langen  tijd  had  deze  Orde  geenen  bijzonderen 
Regel,  maar  hield  flechts  het  voorbeeld  van  haren 
Stichter  voor  oogen.  Eindelijk  gaf  deze  hun  een 
voorfchrift  van  volkomenheid  ,  hetwelk  hem  door 
den  Heiligen  Geest,  zoo  men  zegt,  was  ingegeven. 
Deze  Monniken,  zoo  wel  Geestelijke  als  de  Leeke- 
broeders,  moesten  een  kleed,  tot  op  de  hielen  han- 
gende ,  dragen ,  van  natuurlijk  zwarte  wol ,  bene- 
vens eene  kap  van  dezelfde  kleur,  tot  op  de  heu- 
pen hangende;  als  ook  zulken  gordel  met  vijf  knoo- 
pen;  al  hetwelk  zij  bij  nacht  noch  dag  mogten  af- 
leggen. Het  zoogenoemde  vasten/even^  (^vita  qua- 
drageftmalis  , )  moesten  zij  zoo  ftreng  waarnemen , 
dat  zij  nooit  vleesch,  nooit  iets,  dat  van  vleesch 

komt , 


174  KERKELIJKE 

V       komt ,   ook  geene  eijeren  ,  boter ,  kaas  of  eenige 

BOEK      nielklpijze  aten ,  uitgezonderd  in  zware   ziekten ;  al- 

Hoofdft.  ^^^"    ^^^    ^""    brood  ,  olie  en  water  geoorloofd* 

na  C.  G.  Ook    was   hun   een  aanhoudend   zwijgen    opgelegd. 

Jaar  10 73  ggjjjj|yg  ^q  Minimen  -  Nonnen .  wier  Abdisfen   Cor» 

tot  1517. 

.  recirices  heeten,  bevonden  zich  ook  vele  Tertiarien 

bij   deze  Orde  ,  of  Wereldlijken  ,   die ,  zonder   de 
Orde  aan  te  nemen ,  echter  door  het  waarnemen  vaii 
eenige   voorfchriften ,  en   het   dragen   van  een  kleitt 
koordje ,  aan  de  verdienden  der  Orde  deel  namen. 
De  Adel       Wij  hebben  op  zijne  plaats  aangeteekend ,   hoe  de 
mnnkt    ^^  ^^^^  ^jch  lieverlede  hebbe  ingedrongen   in   het  bezit 
ter  vnn  de  der  vaste    Prebenden   en  Kanunnikdijen  ,  niettegen- 
Domka-    f^aande  gregorius   IX  zich   in   het  iaar   la-^a   nog 
door  een   bijzonder    Dscretale    daar    tegen    verzet- 
te ;   thans  met   de  XlVde  eeuw  ging  dit  zoo  ver„ 
vooral    in    DuHichland ^   dat    zulken,   die   niet  vaa 
Adel  waren  ,    daar  geheel   van    uitgefloten  werden* 
Vergeefs  poogde   de  Kerkvergadering   van   Kon/lans 
dit  misbruik  afgefchaft  te  krijgen,   ook  verbood  zij, 
het   toelaten    van  jonge    knapen ,  onder  den   naan» 
van  Canonici  Parvi ,   voor  dat   zij  ten  minfle  den 
ouderdom  van  achttien  jaren  zouden  bereikt  hebben. 
Nonnen.       Ten  aanzien  der  Nonnen  vindt   men  in  dit   Tijd* 
vak  weinig  verandering,  alleen  dat  de  meeste  nieuwe 
Monniken -Orden  ook   hunne  Nonnenkloosters   had- 
den.     Voor  het  overige ,   gelijk   deze   Kloosters   in 
de  XII  en  XHlde  eeuw   niet  zelden   verblijven  van 
ontucht  waren  ,  zoo  verklaarde  cLr^MANGis   thans 
dezelve  over  het  algemeen ,    ten   minfte    in  Frank» 
ryk  ,   voor    boeihuken.     Ook  verzekert  d'ailly, 

dat 


GESCHIEDEN  IS.  r?^ 

dtt  deze  Kloosters  erger  verbasterd   waren,  dan  hij       V 
jich  veiïloutte  te  zeggen.     Wij  vinden  ook  verfcliei-     ^^^^ 
dene  btfluiten  en  vastileilingen    van   Kerkvergaderin-  Hoofda. 
gen  en   Bisfchoppen  ,   omtrent  de  buiteniporigheden  na  C.  G, 
der  Ncn^..  I--73. 

Doch  merkwaardiger  dan  dit  alles,  is  de  nieuwe  , 
Orde  van   de  Heilige  birgitta,  of,  zoo  als  men  Orde  der 

,..,  .        „        ,  H.  BIR- 

haar  gewoonlijk  noemt,  brigitta,  in  Zweden  ge- gittaoF 
(licht,  voor  Nonnen  en  tevens  voor  Monniken^  die  brigitta. 
met  haar  zamenwonen  zouden.  Zij  was  de  dochter 
van  BiRGER  PETERSONS,  een*  Ridder,  Koninklijke 
Raad,  en  Laghman^  (of  fpreker  van  het  volk  op 
den  algemeenen  Rijksdag,)  te  Upfala^  en  zal  om- 
trent het  jaar  1302  ter  wereld  gekomen  zijn.  Hare 
ouders  waren  naar  de  bijgeloovigheid  der  tijden  vro- 
me lieden,  en  plantten  hunne  gevoelens  op  de  doch- 
ter al  vroeg  over,  die  reeds  met  haar  zevende  jaar 
gezigten  begon  te  zien.  De  Maagd  maria  bood 
haar  eene  kroon  aan,  en  christus  zelve  fprak  met 
haar  over  zijn  lijden.  Toen  zij  dertien  jaren  oud 
was,  werd  zij  uitgetrouwd  aan  ulf  gudmarson, 
Rijksraad  en  Laghman  in  Narike,  uit  welk  huwe- 
lijk vier  Zoons  en  vier  Dochters  geboren  zijn.  Even- 
wel waren  deze  echtelingen  Tertiarien  van  de  Orde 
van  den  Heiligen  franciscus  ,  wier  ftrengheid  zij 
zoo  veel  mogelijk  in  hun  huis  zochten  na  te  volgen, 
BIRGITTA  inzonderheid  fliep  van^  tijd  tot  tijd  geheel 
gekleed  op  den  blooten  grond,  of  op  eene  plank, 
bragt  een  groot  deel  van  den  nacht  in  het  gebed 
door;  klcci-dde  zich  met  een  haren  hembd ;  bezocht 
de  Hospicalen ,  waar    zy  de  zieken  bediende ,   en 

deel' 


176  KERKELUKB 

V  deelde  vlijtig  aalmoezen  uit.  Eindelijk  begaven  zij 
BOEK  zich  beiden,  haar  Gemaal  en  zij,  in  een  Klooster; 
Hoofdft  ^^^^  Gemaal  ftierf  kort  daar  na.  Nu  weduwe  zijn- 
na  C.  G.  de ,  verloochende  biroitta  de  wereld  geheellijk ,  en 
jaario73.  j^ggon  fpoedig  den  naam  van  eenen  Heiligen  te  krii- 
^  gen.    MAGNUS  ERiKSON  regeerde   toen  in  Zweden  ^ 

een  zorgeloos  en  wellustig  Vorst,  wien  birgitta 
in  bloedverwantfchap  bellond.  Zij  beftrafte  dezen 
Koning  meermalen,  en  zeide  hem  in  het  aangezigt 
aan ,  dat  hij  flecht  regeerde.  Maar  dewijl  zij  hier  bij 
zich  op  de  verfchijningen  aan  haar  gebeurd  beriep , 
noemde  de  Koning  hare  vermaningen  ,  Karing " 
Sagor ,  oudewijvenpraat ;  en  vraagde  gemeenlijk  ha- 
ren Zoon,  BiRGER  ULFSON ,  die  meermalen  aan  het 
Hof  kwam:  Wat  zal  onze  Nicht,  uwe  Moeder, 
dezen  nacht  wel  van  ons  gedroomd  hebben?  Toen 
hij  naderhand  de  liefde  van  zijn  volk  verloor  ,  en 
van  zijne  eigene  Bisfchoppen  in  den  ban  gedaan 
werd;  fchonk  hij  haar  in  het  jaar  1348  eene  Hoeve 
te  Wadftena^  alwaar  zij  terrtond  een  Klooster  het 
bouwen,  hetwelk  naderhand  zeer  vermaard  is  ge- 
worden, en  voor  hetwelk,  van  het  jaar  1382  af, 
een  Onze  Lieve  Vrouwen  -Penning  van  elk  perfoon 
in  het  geheele  Koningrijk,  die  16  jaren  oud  was  , 
opgebragt  moest  worden.  De  droevige  verwarrin- 
gen in  haar  vaderland,  als  ook  de  pest,  welke  het- 
zelve, gelijk  geheel  Europa^  federt  het  jaar  1349 
verwoestte  ,  bevorderde  in  het  volgende  jaar  bir- 
gitta's  bediiit,  om  naar  Avignon  en  Rome  te  rei- 
zen ,  en  daar  het  Jubeljaar  te  vieren;  Vergeefs 
yaadde  zij  klemens   VI ,   om    zijnen  Zetel  weder 

naar 


GESCHIEDENIS.  177 

flaar  Rome  over  te  brengen.    In  deze  hoofdftad  leef-       V 
de  zij  zelve  nog  vele  jaren,  tot  zij  in  het  jaar   1370    ®??* 
van  uRBANus  V  de  bevestiging  van  hare  Orde  ver-  Hoofdft. 
kreeg.     Thans  geboden   haar  gewaande  Goddelijke  "^  C.  G. 
Openbaringen,  om  eene  bedevaart  naar  jFeruzakml^Q^\'^{y* 
te  doen ,  op  welke  zij  van  twee  Zonen ,  eene  Doch-  ' 

ter  ,  en  nog  twee  Zweedfche  Geestelijken  verzeld 
werd.  Niet  lang  na  hare  wederkomst  ftierf  zij  te 
Rome  in  het  jaar  1373.  Hare  Dochter  katharina 
voerde  haar  lijk  naar  Zweden  in  het  Klooster  fVad' 
fiena,  waar  zij  de  eerfte  Kloostervoogdes  werd,  en 
even  als  haar  Moeder,  in  den  roep  van  wonderda- 
dige heiligheid  geftorven  is.  birgitta  is  in  het 
jaar  1391  door  bonifacius  IX,  op  verzoek  van 
MARGAREET ,  Koningin  van  het  Noorden ,  plegtig 
gecanonizeerd.  Haar  Feestdag  werd  bepaald  op  dea 
fiSften  van  Augustus.  Zelfs  was  hare  oudfte  Doch* 
ter  insgelijks  bijkaHS  gecanonizeerd,  doch  inngceint* 
Tius  VIII  heeft  dit  in  het  jaar  1485  tot  eenen  meer 
gelegenen  tijd  ver fc hoven. 

De  bedenking,  dat  birgitta  van  eenen  Schisma* 
tiken  Paus  gecanonizeerd  was,  en  misfchien  ook 
eenige  twijfeling  aan  de  waarheid  der  verfchijningen 
en  openbaringen  van  deze  Heilige  waren  waarfchijn* 
lijk  oorzaak,  waarom  de  Zweedfche^  Deenfche  en 
iVborji^^f^/c/^g  Geestelijkheid  het  Concilie  s-^wKonftam 
en  den  Paus  joannes  XXIII  om  eene  ftatelLjke  hei- 
ligspreking  van  birgitta  verzocht.  Deze  is  ook 
werkelijk  gevolgd  op  den  iden  Februarij  1415,  na- 
dat eenige  Doctoren  en  Licentiaten  gezworen  had- 
den, dat  birgitta  vele  wonderen  gedaan  had  en 

XVm.  Deel.  M  nog 


Ï78  KERK  E*L  IJ  K  E 

V  nog  bij  haar  graf  deed.  Doch  dewijl  de  gemelde 
BOEK  Paus  kort  daar  na  werd  afgezet,  befchikte  men  eene 
Hoofdft.  derde  Canonifatie  ter  bevestiging  der  voorgaande , 
n?.  C.  G.  door  den  nieuwverkozenen  Paus  martin us  V.  Bg 
jaario73.  ^^^^  gelegenlieid  toonde  gerson  zich  geheel  niet 
I-  gundig   voor  de   Heilige  birgitta,  in  zijn  Boek, 

hetwelk  hij  ten  dien  tijde  fchreef  over  de  beproeving 
der  geesten  ,  ( Tractatus  de  probatione  fpiritu* 
urn)  (*). .  Hij  wil ,  dat  men  bij  dit  onderzoek  voor- 
al dei)  perf.ioü  moet  befchoiivven  ,  die  voorgeeft 
Goddelijke  gezigten  te  hebben,  en  dan  de  gefteld- 
heid  dezer  gezigten  zelve;  verders  moet  men  onder- 
zoeken, waarom  deze  gezigten  zouden  plaats  gehad 
hebben,  en  waar  toe  zij  zouden  hebben  moeten  die- 
nen. Van  gelijken  inhoud  is  eene  andere  verhande- 
ling van  GERSON,  die  niet  lang  daar  na  opgefteld 
is:  Tractatus  de  diftinctione  verarum  vtfionum  a 
falfis  Ct). 

Wat  nu  de  gezigten  en  openbaring  van  birgitta 
zelve  betreft.  Haar  Biechtvader,  matthias.  Doc- 
tor der  Theologie,  en  Kanunnik  te  Linköping ,  had 
haar  het  eerst  tot  een  befchouwelijk  leven  opgeleid, 
en  op  hemelfche  openbaringen  opmerkzaam  gemaakt. 
Maar  de  Prior  van  het  Cistercienfer  Klooster  AU 
yasta ,  pieter  ,  heeft  ze  grootendeels  uit  het 
Zweedsch  in  het  Latijn  vertaald,  alfonsus  ,  Bis- 
fch(>p  van  Cy'ènne^  heeft  ze  in  VIIl  Boeken  ver- 
deeld, voor  welke  de  bovengemelde  matthias  eene 

voor» 
(*)  Opp.  Tom.  I.  />.  I.  /.  37. 

(t;  /.  c.  pag.  43-59. 


GESCHIEDENIS.  179 

voorrede  heeft  geplaatst.  De  aanmerkingen  van  ger«       V 
SON  fchijnen  ondertusfchen  aanleiding  gegeven  te  heb-     ^^^ 
ben ,  dat  de  Kerkvergadering  van   Ba/al  een   nieuw  Hoofdfl. 
onderzoek  van  dezelve  in  het  jaar  1435  aan  den  be-  na  C.  G. 
roemden    Spaanfchen    Dominikaan,   ïheologant    en  loj^Jfi* 

Canonist ,    joan  van  torquemada  ,    (  de  Turre 

Cremata , )  aanbeval ;  welk  onderzoek  gunftig  voor 
deze  gezigten  uitviel.  Zij  zijn  federt  verfcheiJene- 
malen  in  druk  uitgegeven. 

In  deze  gezigten  is  het  dan  de  Zoon  van  God  , 
die  aan  deze  Heil.  Vrouw  verfchijnt,  en  met  haar, 
als  zijne  Bruid,  fpreekt;  dan  zijn  het  de  beide  an- 
dere perfonen  der  Godheid ,  de  Maagd  maria  , 
goede  en  kwade  Engelen,  ook  verftorvene  Heiligen, 
die  met  haar ,  of  onderling  met  malkanderen  ,  fpreken. 
In  fommige  plaatfen  verklaart  zij  zelve  zich  omtrent 
den  toeftand,  in  welken  zij  zich  bij  deze  openbarin- 
gen bevond.  Zoo  verzekert  zij ,  dat  zij  eens  te 
Rome  in  de  Kerk  Maria  Maggiore  biddende,  in 
een  hemelsch  gezigt  verrukt  was  geworden,  terwijl 
haar  ligchaam  door  zekere  bedwelming,  Qgravedo ^') 
maar  toch  geen'  volkomenen  flaap  bevangen  was. 
Over  het  algemeen  geeft  zij  te  verftaan ,  dat  zij  wa- 
kende onder  het  bidden  ,  maar  in  eene  foort  van 
verrukking  ,  ( in  raptu  mentis  contempïatione  fus- 
penfa^^  hare  openbaringen  ontvangen  hebbe.  Dit 
verdient  aangemerkt  te  worden,  dat  zij  zelve  fom- 
tijds  eenig  wantrouwen  aan  de  echtheid  van  hare 
gezigten  en  openbaringen  te  kennen  geeft. 

Menigmaal  ontbreekt  aan  hare  gezigten  het  Goue- 

waardige  en  de  overeenflemming  met  de  Ciirisieliike 

M  2  Open- 


i8o  K  E  R  K  E  L  ÏJ  K  E 

V  Openbaring.  Eens  leerde  haar  joannes  de  Dooper  ^ 
BOER  dac  »cr  een.  vogel  is,  dien  men  den  Exter  noemt - 
Hoofdft.  welke  zijne  jongen  lief  heeft,  omdat  de  eijeren,  mt 
na  C.  G,  welke  zij  voortgekomen  zijn,  jongen  in  zijn  buik 
jaario73.  ^yjj^gjj.  ^^gj.  ^jgge  vogel  zich  een  nest  maakt  van  ou- 
I  de  en  verdetene  dingen:   zoo  wel  om  te  rusten,   als 

om  zich  voor  den  regen  en  te  groote  droogte  te  be- 
dekken;  en   eindelijk   ook,  om   zijne  jongen  op  te 
voeden;  deze  gewent  hij  op  driederlei  wijze   te  vlie- 
gen ,    door  fpuwen  ,    toeroepen  en  zijn  voorbeeld. 
Deze  vogel  zal  God  zijn ,  uit  wiens  baarmoeder  der 
Godheid  alle  redelijke  zielen  voortkomen;   voor  elke 
van  dezen  bereidt    bij  een   ligchaam   van  aarde;   en 
(lelt  haar  in  veiligheid  tegen  den  regen  van  booze 
daden ;    en  wat    dergelijke   kinderlijke  vergelijkingen 
meer  zijn.     De   Maagd  maria   onderrigt  haar,   dat 
Vader,  Zoon  en  Heilige  Geest  te  gelijk  in  haar  ge- 
weest zijn.     Op  een*  anderen  tijd  verzekert  zij  haar, 
dat  zij  voor  hare   gehoorzaamheid   eene  zoo  groote 
magt  ontvangen  had,  dat  zelfs  de  onreinfte  zondaar 
vergeving  kreeg,  wanneer  hij  zich  met  voornemei* 
van  zich  te  zullen   beteren  en  met  een  verbrijzeld 
hart  tot  haar  wendck;  ja  wie  haar  zag,  befchouwde- 
de  Godheid  en   menschheid   te   gelijk,  als  in  eenen 
fpiegel.     Zij   noemt  het  waarheid  ,    dat  zij  zonder 
erfzonde  ontvangen  is  geworden;   zij  verhaak  haar, 
dat  zij ,  na  de  befnijdenis  van  haren  Zoon  ,  dcszclfs 
voorhuid  altijd  bi.)  zich   gedragen,   dezelve  bij   haar 
overliiden,    benevens   het  van   hem  bij  het   afnemen 
van  het  kruis ,   afgevloeide    bloed  aan   den  Apostel 
JOANNES  overgegeven  hebbe;  dat  deszelfs  opvolgers, 

we- 


GESCHIEDENIS.  181 

wegens  de  toenemende  boosheid  der  wereld,  het  één       V 
en  ander  op  etne  reine  plaats  onder  den  grond   be-     ^^^ 
graven  hebben  ,  tot  dat  een  Engel  dit  aan  de  vrien-  Hoofdft. 
^en   van  God   ontdekt   had  ,  en   zij   voegt   'er  bij:  ^''^  C,  G. 
Rome  zou  zich  verheugen ,  ja  van  vreugde  weenen ,  J^^J^^  °[^* 

als  het  wist ,  welken  lieven  fchat    het  daar  aan  be-  ■ 

zit  ,  zonder  dien  te  eeren.  Doch  deze  weinige 
voorbeelden  zijn  genoeg,  om  den  geest  dezer  ge- 
waande openbaringen  te  leeren  kennen.  Het  geheel 
is,  eenige  bekende  zedelijke  aanmerkingen  en  voor- 
fchriften  uitgezonderd,  een  dweepachtig  en  verward 
gefnap  van  eene  vvelmeenende  vrouw  vol  bijgeloof, 
die  zich  waarfchijnlijk  door  hare  inbeelding  heeft 
bedrogen ;  of  ook  door  hare  biechtvaders  en  gewe- 
tensbeftuurders  misleid  is  geworden;  zoo  niet  ove- 
rigens een  groot  gedeelte  dezer  gezigten  van  dezen 
zelfs  afkom  (lig  is.  Aan  vele  Grooten  zeide  zij  fl:ou- 
te  en  bittere  waarheden.  Aan  de  Paufen  t^Avis^mn 
kondigde  zij,  niet  zonder  bedreigingen  en  verach- 
telijke affchilderingen  van  dezelven  ,  den  wil  van 
God  aan,  dat  zij  naar  Rome  terug  moesten  keeren. 
Zij  zag  de  ziel  van  eenen  overledenen  Paus  wegens 
verfcheidene  misdaden  in  het  Vagevuur.  Maar  bij- 
zonder laat  zij  CHRISTUS,  éénen  der  Paufen  van 
haren  tijd ,  zeer  flccht  afbeelden.  „  Ik  bezwaar  mij 
over  u ,  zegt  hij ,  gij  Hoofd  mijner  Kerk ,  die  op 
mijnen  Stoel  zit,  welken  ik  aan  petrus  en  zijne 
opvolgers  met  driedubbelde  waardigheid  en  gezag 
ten  Zetel  overgegeven  heb.  Voor  eerst,  opdat  zij 
magt  zouden  hebben,  om  de  zielen  te  binden,  en 
tan  de  zonde  vrij  te  fpreken;  ten  tweede,  opdat 
M  3  zy 


iS2  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       zij    voor  boetvaardigen  den  hemel   openen,   en   ten 

unp.Tt      écrie ,  opdat  zij  dien   voor  verdoemelingen   en  ver- 

Hoofdd.   acbters  fluiten  zouden.      Maar  gij  ,  die  zielen   be- 

m  C.  G  hoort  te   ontbinden   en   mij    te  vertegenwoordigen  , 

Jnario73  ^.^-j.  ^^^rwaar  een   moordenaar   der  zielen,     (aniwa- 

COt     I5I7  «  ^».         11  Tl 

.  r;/;;;  interfector.  )    Ik  heb   petrus  tot  eenen  Her- 

der en  Hoeder  mijner  Schapen  gefield;  maar  gi.)  zijt 
dcrzelver  verflrooijer  en  verderver.  Gij  zijt  erger 
dm  lucifer:  want  deze  benijdde  mij,  en  wilde 
mi,i  flechts  ombrengen ,  om  in  mijne  plaats  te  heer- 
fciien.  Maar  gij  zijt  des  te  boozer,  dewijl  gij  niet 
alleen  mij  ombrengt ,  naardien  gij  mij  door  uwe 
booze  vvcrken  van  u  vervreemdt;  maar  ook  de  zie- 
len door  uw  boos  voorbeeld.  Ik  heb  haar  door  mijn 
bl)cd  verlost ,  en  ze  aan  u  als  eenen  getrouwen 
vriend  toevertrouwd ;  maar  gij  geeft  ze  op  nieuw 
den  vijand  over,  van  wien  ik  ze  verlost  heb.  Gij 
zijt  onregtvaardiger  dan  pilatus,  die  mij  ter  dood 
veroordeeld  heefr.  Doch  gij  oordeelt  niet  alleen  mij, 
als  of  ik  over  niemand  heerschte,  en  niets  goeds 
verdiende;  maar  gij  verdoemt  ook  onfcbuldige  zie» 
len  ,  en  laat  de  fchuldigen  los.  Gij  zijt  harder  dan 
lUDAS,  die  mij  alleen  verkocht  heeft;  doch  gij  ver- 
koopt niet  alleen  mij,  maar  ook  de  zielen  mijner 
uitverkorenen,  om  een'  kleinen  winst  en  ijdelen 
naam.  Gij  zijt  affchuwelijker  dan  de  Joden;  want 
die  hebben  flechts  mijn  ligchaam  gekruist;  maar  gij 
kruist  en  flraft  de  zielen  mijner  uitverkorenen,  voor 
welke  uwe  boosheid  en  overtreding  bitterder  is,  dan 
ecnig  zwaard." 

Orde  der       Volgens   zekere  gewaande  openbaring  ftichtte  zij 

eene 


GESCHIEDENIS.  183 

cene  Orde,  wanr  van  zij  den  grondflag  leide  in  het       V 
omftreeks  het  jasr  1344  gebouwde  Klooster  fVadfie-     ^^^ 
va ,  in  het  Kerspel  van  Link'óping ,  in  Oostgothland.  Upofdll. 
Behalve  de  hier  voor  gemelde  acht  Boeken  van  hare  "'s  C  G. 
Openbaringen ,  gaf  eenigen  tijd  na  haren   dood  pie-  \^l^^J^' 

TER ,    Prior    van     het  Klooster    Alvasta  ,    aan   de 

Monniken  van  IFadJlena,  nog  eene  verzameling  over  "^''- ^^'^" 
van  andere  Openbaringen  ,  we.'ke  in  zijn  Klooster 
bewaard  werden ,  en  voor  welker  echtheid  ook  het 
getuigenis  van  htire  Dochter  katharina  inftond. 
Dewijl  deze  in  die  eerfte  verzameling  niet  zijn  inge- 
lijfd, heeft  men  ze  Revelationes  Extravagantes  ge- 
noemd. In  dezelve  is  de  bovenmenfchelijke  oor- 
fprong  van  den  Ordensregel  en  het  Klooster,  waar 
dezelve  het  eerst  zou  waargenomen  worden,  ge- 
grond. De  Heilige  zag  de  Maagd  maria,  die  ha- 
ren Zoon  om  Wadfiena  verzocht.  Nu  verfcheeii 
wel  de  Duivel,  en  beweerde  om  verfchillende  rede- 
nen zijn  regt  op  deze  plaats  ;  maar  biaria  flelde 
hem  andere  redenen  tegen,  en  christus  wees  haar 
eindelijk  in  dit  pleidooi  Wadftena  toe.  Zelfs  gaf 
CHRISTUS  zelve  aan  birgitta  de  ligging,  de  maat, 
en  de  geiieele  inwendige  inrigting  van  de  Kerk  in 
gemelde  Klooster  op  ,  en  op  dezelfde  wijze  keurt 
hij  den  Regel  van  hare  Orde  goed ,  heldert  denzel- 
ven  op  en  breidt  hem  uit.  Ook  geeft  de  Maagd 
MARIA  daaromtrent  eenige  voorfchriften.  Inderdaad 
men  zou  zich  zeer  moeten  bedriegen ,  of  in  alle  de- 
ze gezigten  en  openbaringen  vertoonen  zich  de  Ab- 
dis, de  Nonnen  en  Monniken  van  Wadftena  al  te 
fterk,  die  de  Heilige  na  haren  dood  alles  konden 
M  4  la- 


j84  k  e  r  k  e  l  ij  k  e 

V  laten  zien  ,  hooren  en  zeggen ,  wat  zij  wilden ;  zoa 
BOEK     als  zij  dan  christus  onder  anderen  ook  eene  alge-p 

Hoofdft.  ïnsens  geldbelasting  in  geheel  Zweeden  tot  het  vol» 
ifca  C.  G.  bouwen    van   meergemelde  Klooster  lieten  uitfchrij»* 

*f '°73.  yen. 

tp^ ^        BiRGiTTA  wijdde  hare  Orde  aan  de  vereering  der 

Maagd  MARIA ;  maar  zij  werd  de  Orde  van  den 
Zaligmaker ,  (  S»  Sahatoris , )  genoemd  ,  omdat  zij 
haren  Regel  van  hem  zelven  ontvangen  zou  hebben; 
of  de  Orde  van  birgitta  ,  naar  den  Regel  van  den 
Heiligen  augustinüs.  Eigenlijk  zou  het  eene 
Nonnen-Orde  zijn;  met  welke  echter  een  gezelfchap 
van  Monniken  verbonden  werd,  die  aan  de  Nonnen 
de  Sacramenten  bedienen,  en  haar  anderen  Geeste- 
lijken bijftand  bieden  zouden.  Over  beiden  werd 
fiene  Abdis  gelleld :  eene  'm  het  oogloopende  gelijk- 
vormigheid met  de  Orde  van  Fontevraud ^  waar  van 
jn  de  Gefchiedtnis  op  hare  plaats  verhaald  is.  Elk 
Klooster  zou  dus  60  Nonnen  en  13  Priesters  heb- 
ben, die  de  Apostelen,  paulus  medegerekend ,  ver- 
beelden; vier  Diakenen,  door  welken  de  vier  hoofd- 
leeraren der  Kerk  zouden  afgebeeld  worden ;  en  acht 
Leekenbroeders ,  (^  Converfi ;  ")  zoodat  'er,  behalve 
de  Apostelen,  het  getal  der  72  Leerlingen  van 
CHRISTUS  uitkomt.  Geene  Non  zou  vóór  haar 
ifUde,  geen  Monnik  voor  zijn  asfte  jaar  aangenomen 
worden.  De  kleeding  van  beiden  werd  ook,  zegt 
jnen,  door  christus  zelven  naauwkeurig  bepaald, 
pa  voorgefchrevene  vasten  en  ftilzwijgen  was  vrij 
gematigd,  maar  zeer  (Ireng  het  gebod,  dat  de  Mon- 
jiiji^n  en  Nopnen  gefcheiden  zouden  blijven.     De 


GESCHIEDENIS.  185 

Abdis  van  Wadflena  had  het  algemeen  beftuur  der       V 

Orde,  welke  echter  tevens  aan  het  regtsgebied  en     ''^'1* 

toeverzigt  der  15t>lchoppen  onderworpen  bleef.  Spoe-  Hoofdft. 

dig  breidde   de  Orde   zich   allerwege  uit ,   en  alzoo  ^^  ^■-  G« 
«  •  L  j        n       1  laan  073. 

£r  ten  aanzien  van  het  waarnemen  des   Regels  eene  \^^^  j  j^^ 

groote  verfcheidenheid  in   de   verfchillende   Kloosters  

met  den  tijd  was  ingeflopen,  liet  innocentius  VIII 
in  het  jaar  1487  eene  algemeene  vergadering  der 
Orde  houden,  in  welke  eenige  veranderingen  en  bij- 
voegfelen  bij  den  Regel  bepaald  werden ,  en  onder 
anderen  het  vereischte  getal  Nonnen  tot  het  aanleg- 
gen van  een  nieuw  Klooster  op  20  bepaald  werd. 
Eenige  Geleerden  van  later  tijd  hebben   beweerd  ,  OfniR. 

dat  BiRGiTTA  ook  ecue  Geestelijke  Ridderorde  heb-  ^^'^/^ 

ook  eene 
be  ingefteld,  omdat  'er  in  hare   openbarmgen  breed-  Ri^der- 

voerig  van  gefproken  wordt,    doch   bij   nader  inzien  orde  heb- 
van dezelve  is  het  blijkbaar,  dat  zij  in  het   gemeen  (^^j^i^ 
van  de  Ridderfchap  fpreekt,  en  ten  doel  heeft,  om 
de   verbastering  der  toenmalige   Ridderordens   af  te 
keuren  en  te  beftraffen. 

JUj  het  begin  der  XlVde  eeuw  bevonden  de   drie  Jofm^ter 
vermaarde  Ridderordens ,  nadat  de  Kruisvaarten  had-  ^f  j^j^j.  * 
den  opgehouden,  zich  wel  buiten   ftaat,  om   hunne  ders van 
dapperheid  in  het  Heilig  Land  te  vertoonen  ,   maar      tP^  ,  ^ 
zij  waren  nog  vermogend  genoeg,  om  elders  de  On- 
geloovigcn  te   beoorlogen.     De   oudde   derzelve,   de 
Orde  der  Hospitaalbroeders  van  den   Heil.  joannes 
te  'Jeruzalem  had  zich,    na   het    verlies    van   Ptoh' 
tnais,  de  laatfte  bezitting  der  Christenen  in   Pales- 
tina ^  in  het  jaar  1291  naar  het  eiland  Cyprus  bege- 
ven, alwaar  de  Koning  hendrik  van  Lu/ïgnanhsüT 
M  5  de 


iS6  KERKELIJKE 

V       <^e  ftad  Limisfon  in  eigendom   fchonk.    In   het  jaar 

^^^^      1308   kreeg  zij    tot  haren  Grootmeester  foulques 

Hoofdfl:.   van   Villaret  ^   ^^7.0.   veroverde  het  eiland    Rhodus  , 

Ba  C.  G.  alwaar  toen  de  Ridders  hun  vast  verbilJF  namsn,  en 

jaano73.  jjj,arom  Ridders  van  Rhodus  genoemd  werden.  Kort 

ïot  1517  * 

■■■  daar  na  fchoek   de  Paus    hun   een    gedeelte  van   de 

goederen  van  de  Orde  der  Tempelhceren  ^  maar  meer 
voordeel  had  zij  uit  de  verecniging  met  de  Orde  van 
den  Heiligen  simson  van  Konflantvnopolen  en  Corin- 
the  en  derzelver  goederen,  ook  met  eene  foort  van 
Hospttaalhroederen ,  die  in  de  eerfte  tijden  der  XIIFde 
eeuw  ontdaan  waren.  De  Ridders  behielden  het  ei- 
land Rhodus  tot  het  jaar  1522 ,  toen  het  door  de 
Turken  veroverd  werd,  maar  zij  kregen  daar  voor 
in  het  jaar  1530  van  Keizer  karel  V,  als  Koning 
van  Napels^  het  eiland  Maltha  in  de  plaats,  naar 
hetwelk  zij  tot  in  onzen  tijd  Ridders  vnn  Maltha 
geheeten  hebben, 
Bnitfche  De  Orde  der  Duitfche  Ridders  was  met  het  be- 
Sjüders.  gjj^  ^gj.  xiV^de  eeuw  zeer  rijk  en  vermogend,  maar 
ook  geheel  vervreemd  van  hare  eerlle  beftemming. 
Zij  waren  onlangs  Heeren  van  geheel  Pruisfen  ge- 
worden, na  eenen  oorlog  van  53  jaren  met  deszelfs 
oude  inwoners ;  ook  was  Lyfland  aan  hun  onder- 
worpen ,  hetwelk  de  Zwaardbroeders  veroverd  had- 
den, die  nu  in  de  Duitfche  Orde  werden  ingelijfd. 
Zij  bezaten  bovendien  vele  goederen  in  Duitschland, 
maar  nu  namen  weelde  en  dartelheid  onder  hen  de 
overhand.  Toen  in  het  jaar  1290  Ptokmais ,  de 
laatfte  (lad,  welke  de  Christenen  in  Palestina  beza- 
ten, gevaar  liep,  van  verloren  te   gaan,  en  zij  van 

Paus 


QE'S  C  Hl  E  DE  N  I  S.  1S7 

Pau»  uRBANus  VI  vermaand  werden ,  tot  ontzet  der       v 
ftad  op  te  trekken,  dreven  zij  openlijk  daar  den  fpot     ^^^^ 
mede.     Hun    toenmalige    Grootmeester  alleen    bur-  fioofdïl, 
KAPvD  van  Scfm'enden ,  doch  die  in    de    '"fohanniter-  na  C.  G. 
Orde  was  overgegaan,  verloor  in  de  verdediging  de-  iQ^j^r^' 
^er  ftad  het  leven.     Uit  dezelve  werd  het   hoofdver-  ■ 

blijf  dezer  Ridders  naar  Venetië  overgebragt.  Eén 
der  volgende  Grootmeesters,  gottfried  ,  Graaf 
van  Hohenlohe^  befpeurende,  dat  de  Paufen  der  Or- 
.^e  niet  meer  genegen  waren,  en  dat  de  naarijver  der 
Vorsten  tegen  dezelve  toenam,  hield  in  het  jaar  1302 
een  Kapittel  der  Orde  te  Elburg ,  maar  beproefde 
vergeefs  de  oude  zedentucht  te  herftellen,  waarom 
hij  zijne  waardigheid  nederleide  en  naar  Duitschland 
keerde.  Zijn  opvolger,  siegfried  van  Feuchtwan- 
g^n,  maakte  Mnricnburg  tot  het  hoofdverblijf  der 
Orde,  en  daar  hij  geene  kans  zag,  om  de  Orde  zel- 
ve te  hervormen ,  fchreef  hij  ten  minde  aan  de  ove- 
rige inwoners  van  Pruisfen  flrenga  wetten  voor. 
Hij  ontnam  in  het  jaar  13 10  geheel  Pomer ellen  en 
dus  LOok  Dantzig^  met  eene  omliggende  groote  land- 
ftceek  aan  de  Polen,  die  vergeefs  daar  over  hunne 
klagten  bij  Paus  klemens  V  inbragten,  alzoo  de 
Orde  hem  door  aanzienlijke  geldfommen  op  hare  zij- 
de wist  Qver  te  halen.  En  aan  de  uitfpraak  van 
den  Aartsbisfchop  van  Gnefen,  als  Gevolmagtigden 
van  JOANNES  XXd,  in  het  jaar  1321,  dat  zij  Po- 
merellen  aan  de  Polen  terug  geven  of  eene  fchaver- 
goeding  in  geld  opbrengen  zouden,  weigerden  zij 
te  voldoen;  maar  als  de  Paus  hun  gebood  in  het 
jaar  1326,  om  zich  niet  te  verzetten  tegen  den  door- 

togt 


188  KERKELIJKE 

V       togt  en  inval  der  Heidenfche   Lithauwers ,  verbon- 

BOFK     (Jen  niet  Christelijke  Polen  en  Hungaren  ,  in  de  Mark 

Hoofdd.   Brandeburg ,  alwaar   zij   gruwelijke  wreedheden   oe- 

m  C.  G.  fenden,   gehoorzaamden   zij    daar   aan,    hoewel   on- 

jaario73.  willig,     werner  van  Orfeln  was    toen  Grootmees- 
tot  1517.         ^  ■' 
^ ter  der  Orde.     Aan  hem    heeft    pieter   van   Dus' 

burg  ^  een  Ordens-Priesier,  zijne  Pruis fifche  Gefchie- 
denis  van  1220  tot  1326  toe,  opgedragen,  welke, 
hoe  zeer  vervuld  met  blijken  van  ligt-  en  bijgeloo- 
vigbeid,  evenwel  over  de  oudfle  Gefchiedenis  van 
Pruis fen  en  der  Duitfche  Orde  veel  licht  verfpreidt , 
hetwelk  men  elders  vergeefs  zoeken  zou. 

Nooit  heeft  deze  Orde  meer  gebloeid  dan  onder 
den  roemwaardigen  Grootmeester  winrich  van  Knip- 
rode  van  het  jaar  1351  tot  1382.  Hij  verftond  de 
kunst ,  om  zijnen  Ridderen  een  gevoel  van  hunne 
Geestelijke  en  Zedelijke  waardiglieid  in  te  boezemen', 
en  deed  alle  Standen ,  tot  ^^tw  Landman  toe ,  gelijke 
regten  wedervaren.  Behalve,  dat  hij  nieuwe  Scho- 
len oprigtte ,  vervulde  hij  ook  de  reeds  beftaande 
met  bekwame  mannen.  Uit  Duitschland  en  Italit 
ontbood  hij  geleerde  mannen  naar  Marienhurg.  De 
Ordensbroeders  begonnen  nu  zelve  fmaak  ifi  de  ge- 
leerdheid te  krijgen.  Noch  de  Geestelijkheid ,  noch 
de  Paus  konden  iets  tegen  hem  uitrigten,  zoodra 
het  op  zijn  aanzien  als  Vorst  aankwam.  Hij  nood- 
zaakte den  Bisfchop  van  Ermeland,  hem  drie  (le- 
den af  te  ftaan;  en  drie  Pausfelijke  bevelen,  om  de- 
zelve terug  te  geven,  maakten  geenen  indruk  op 
hem.  De  Paus  begeerde  door  zijnen  Legaat  een 
jaarlijkfche  tiende  van  de  goederen  der  Geestelijkheid 

iii 


GESCHIEDENIS.  i8c^ 

in   Pruis/en.    Deze  had  dezelve   reeds    toegedaan ,       V 

maar  de  Grootmeester  verbood  hun  te   betalen,  en     ^^^^ 

de  Geestelijkheid   gehoorzaamde,    winrichs   opvol'  Hoofdft. 

gers  handhaafden  lang  of  na  zoo  veel  gezags  niet  na  C.  G. 

bij  de  Ridders  als  hii.      Deze  ,   trotsch  op  hunne  J^^rio/a. 
•'-  j  7  ^  tot  1517. 

magt ,    noemden    zich    thans   Duitfche  Heeren  en  - 

Kruisheeren ;  maar  hunne  onderdanen  en  naburen, 
die  nieuwe  oorzaken  hadden  om  zich  over  hen  te 
bezwaren,  veranderden  dezen  laatflen  naam  in  Krui^ 
Jigers.  Ondertusfchen  werd  hun  gebied  in  het  jaar 
1402  nog  met  de  Nieuw -Mark  vergroot,  doch 
zij  konden,  als  het  ware,  hun  geluk  niet  dragen. 
Zonder  noodzakelijkheid  ftortten  zij  zich  in  eenen 
ongelukkigen  oorlog  met  Polen ^  op  welks  einde  in 
het  jaar  141 1  zg  echter  hun  reeds  verloren  land  we- 
der heroverden.  Doch ,  alzoo  zij  voortgingen ,  hun- 
ne onderdanen  als  dwingelanden  te  drukken,  floten 
eindelijk  de  Stenden  van  Pruisfen  in  het  jaar  1440 
een  verbond  tot  handhaving  van  hunne  regten  en 
vrijheden.  De  Orde ,  die  dit  een  oproer  noemde  , 
weigerde  hun  regt  te  doen;  waarom  de  Stenden  zich 
in  het  jaar  1454  aan  den  Koning  van  Polen  ^  kasi- 
MiR  IV,  overgaven.  Hier  uit  ontfl:ond  een  dertien- 
jarige oorlog ,  die  met  den  vrede  te  Thorn ,  in  het 
jaar  1466  eindigde ,  in  welken  de  Orde  geheel  Voor- 
Pruis  fen.^  of  het  thans  Wen- Pruisfen  ^  aan  den 
Koning  moest  overlaten,  en  voor  Achter- Pruisfen ^ 
of  Oost -Pruisfen  hem  hulde  doen  en  hem  voor 
Leenheer  erkennen  moest.  Te  voren  had  de  Orde 
reeds  de  Nieuw -Mark  verkocht  aan  den  Keurvorst 
van  Brandenburg,    Vergeefs  deed  zij  naderhand  po- 

gin- 


ipo  KERKELIJKE 

V       gingen,  om   zich  van  de  leenroerigheid  aan   Polen 

®^j"     te  ontflaan.     In  het  jaar  151 1  verkoos  zij  denMark- 

Hoofdft.   graaf  albert  van   Brandenburg  tot  Grootmeester, 

na  C.  G.  en  noodzaakte  hem  ,   om  de   Polen   te   beoorlogen  , 

jQ{  15,7' ten  einde  hare   onafhankelijkheid   weder  te   krijgen, 

■'  maar  hier  door  verloor  zij  nog  het  overige  deel  van 

Pruisfen^  hetwelk  in  het  jaar  1525  in  een  Wereldlijk 

Hertogdom  veranderd  werd. 

Vernicti-       Doch  de  Ridders^  Tempelheeren ,    of  Tempeliers^ 

de  Orde     ^^^^  ^^  ^^^  ^^^S'"  ^^^  XlVde  eeuw   een   treurig   lot. 

der  Tem-  Op  belchukligingen  van  verfoeijelijke  misdaden   wer* 

pe  leeren  ^^^  ^ij  nier  gruwzame  doodllraffen    der   meesten  ge- 
of  lem-  ". 
psüereii.    heel  uitgeroeid.  Zij  bezaten  verbazende  rijkdommen, 

op  welke  zij  trotsch,  dartel,  wellustig  en  weelderig 
waren  geworden,  zoodat  het  een  algemeen  fpreek- 
vvoord  was :  zuipen  als  de  Tempeliers ,  (hoire  comme 
les  Templiers.')  De  Bisfchoppen  haatten  hen,  om- 
dat zij  derzelver  regtsgebied  volftrekt  niet  erkenden; 
de  Vorsten  waren  over  hen  naarijverig  en  wantrou- 
wend ,  en  men  befchuldigde  hen  van  trouweloosheid 
en  verraad;  fomtijds  zochten  zij  zelfs  zich  van  de 
Pausfen  onafhankelijk  te  maken;  waarom  klemens 
IV  hun  herinnerde,  dat  zij  zonder  de  befcherming 
der  Kerk  te  grond  zouden  moeten  gaan.  Eindelijk 
berstte  het  onweder  los  tegen  deze  Orde,  eene  merk- 
waardige gebeurtenis ,  welke  nog  fteeds  met  duister- 
heden  omzwachteld  blijft ,  hoe  veel  ook  in  de  laat- 
fte  tijden  daaromtrent  in  het  licht  gebragt  is.  Men 
heeft  een  tweederlei  berigt  nopens  de  wijze,  hoe  de 
geheime  misdaden,  welke  men  aan  de  Orde  te  last 
gelegd  heeft ,  aan  den  dag  gekomen;  zijn.     Volgens 

VIL- 


GESCHIEDENIS.  191 

viLLANi,   een   vermaard  Gefchiedfchrijvcr ,   omtrent       V 
het  midden  der  XlVde  eeuw  (♦),   bevonden  zich  in     ^^ 
eene  gevangenis  te  Parys   een   Tempelier,  te  voren  Hoofdö, 
Prior  te  Blontfaucon ,  in  het  gebied  van   Touloufe ,  "^  C.  G. 
en  een  ander  booswicht,  noffodei,  een  F^orefjtij'^^^^\°^^^' 
ner.    Deze,  wanhopende  ,   om  ooit  hunne  vrijheid  ■ 

te  zullen  bekomen ,  maakten  zamen  eene  ajiïpraak , 
om  de  Tempelieren  valfchelijk  te  befchuldigen ,  welke 
zij  aan  den  Koning  lieten  bekend  maken,  die  de- 
zelve ,  ter  voldoening  van  zijne  geldzucht ,  gretig 
omhelsde;  hoewel  de  beide  befchuldigcrs  evenwel 
een'  geweldigen  dood  moesten  fterven.  Ondertus- 
fchen  is  reeds  aangemerkt,  dat  'er  geen  Prioraat  van 
dien  naam  in  den  omtrek  van  Touloufe  beftaat,waar 
door  dit  verhaal  niet  weinig  verdacht  wordt. 

Een  ander  verhaal  is  genoegzaam  op  denzelfden 
tijd  door  AMAURY  ANGIER  vau  Beziers,  Prior  van 
Aspiran  in  Rousfillon^  in  zijne  Levensbefchrijving  — 
van  KLEMENS  V  opgeteekend  (f).  Deze  verzekert, 
dat  een  Burger  van  Beziers,  squin  van  Florian^ 
en  een  afgevallene  Tempelier,  die  op  een  Konings 
Slot  in  het  gebied  van  Touloufe  gevangen  zaten  , 
elkander  hunne  zonden  gebiecht  hebben  ,  zoo  als 
meermalen  ten  dien  tijde  gebeurde,  omdat  men  aan 
misdadigers  eenen  Biechtvader  weigerde,  squin  ver- 
nam toen  zoo  fchandelijke  geheimen ,  dat  hij  die  aan 

den 
(*)  Hiftorie  Fiorentine  L.  VIII.    C.  pa.   in  müiiator, 
SS,  rer.  Ital.  T.  XIII.  p.  429. 

(f  j  Sexta  Fita  Clementis  V.  in  baluzii   Fit.   Papar» 
Avenion.  T.  I.  p.  pp.  /J^^. 


tpi  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       den  Koning  meende  te  moeten  openbaren,  gelijk  hij 

BOEK     jn  een  geheim  verhoor  deed,   door  welk  berigt  de 

Hoofdft.  K.oning  zich  geregtigd   oordeelde,   om   nader  onder- 

aa  C.  G.  zoek  te  laten  doen.     Men  ziet ,  dat  de  beide  verha* 

Jaario73.  ^       ■     ^^^^  derde  overeenkomen,  en  men  maakt  ligt 
tot  1517.  '  ° 

m  het  befluit  op,  dat  befchuldigingen  van  misdadigers, 

die  daar  door  op  genade  hopen,  inderdaad  weinig 
gewigt  hebben. 

Hoe  het  zij,  filips  de  Schoone  fprak  over  hen 
federt  1306  meermalen  te  Lions  en  Poitiers  met 
KLEMENS  V,  en  liet  hem  ook  door  anderen  de  ver- 
foeijelijke  ontdekkingen  omtrent  de  Tempeiheeren 
mededeelen.  Maar  de  Paus  fchreef  aan  den  Koning 
in  liet  jaar  1307,  dat  hij  deze  berigten  voor  onge- 
loofelijk  en  onmogelijk  hield.  Evenwel,  voegde  hij 
'er  bij,  bedoten  te  hebben,  deze  zaak  te  laten  on- 
derzoeken ,  waar  van  hij  den  Koning  de  uitkomst 
melden  zou.  Deze  Brief  fchijnt  het  gevoelen  ge- 
noegzaam te  wederleggen,  dat  onder  de  zes  diens- 
ten ,  welke  KLEMENS ,  eer  hij  nog  Paus  was ,  aan 
den  Koning  beloofd  had,  de  zesde,  die  toen  nog 
niet  genoemd  werd,  op  de  uitroeijing  der  Tempei- 
heeren zou  gezien  hebben;  gelijk  wij  reeds  in  zijne 
Gefchicdenis  hebben  aangemerkt. 

jAKOB  van  Molay ,  een  Burgundisch  Edelman , 
was  toen  Grootmeester  der  Orde,  en  had  zijn  ver- 
blijf op  het  eiland  Cyprm.  De  Paus  had  hem  be- 
volen ,  voor  hem  te  verfchijnen ,  waar  aan  hij  ook 
gehoorzaamde.  Dit  zal  in  het  jaar  1307  gefchied 
zijn.  Men  heeft  van  hem  nog  twee  advijzen ,  welke 
de  Paus  hem  afgevraagd  hadj   het  eerfle  betreffende 

eeiien 


GESCHIEDENIS.  193 

eenen  kruistogt  naar  het  beloofde  land,  en  het  an-      v 

dere   over  eene  voorgeflagene   vereeniging  van  zijne     ^^^^ 

Orde  met  die   der   Ridders  van   St.  Jan.      In   het  üoofdlh 

eerfte  raadde  hij  alle  kleine  ondernemingen  af,  maar  aa  C  G. 

deed    verfcheidene    voorftellen    tot  het    ondernemen  J''^^'°73« 

tot  Ï517. 
van  eenen  grooten  kruistogt;  het  andere,  de  veree-    , 

niging,  raadde  hij  volflrekt  af.  Deze  beide  advijzen 
zijn  waarfchijnlijk  reeds  in  het  jaar  1306  opgefleld, 
eer  het  onweder  over  de  Tempeliers  nog  losbrak. 

Ondertusfchen  was  Koning  filips  het  onderzoek, 
hetwelk  de  Paus  beloofd  had ,  reeds  voorgekomen. 
Op  zijne  heimelijke  bevelen  werden  op  eenen  dag, 
den  i3den  October  1307,  de  Grootmeester  en  al 
de  Tempelieren  in  geheel  Fréinkryk  gevangen  geno- 
men. Terftond  daar  op  maakte  de  Koning  zicli 
meester  van  de  woning  van  den  Grootmeester  te 
Parys,  de  Tempel,  (^le  Temple^^  genoemd,  een 
groot  gebouw,  hetwelk  nog  overig  is,  zijnde  met 
verfcheidene  muren  omringd,  die  met.  torens  bezet 
zijn;  en  in  hetwelk  in  onzen  tijd  de  ongelukkige 
LODEWYK  XVI  zijne  laatfte  dagen  met  zijne  Familie 
heeft  doorgebragt.  filips  bragt  zijne  eigene  wo- 
ning ,  zijne  fchatte-i  en  de  Koninklijke  Archieven 
daar  in  over;  ook  verklaarde  hij  al  de  goederen  der 
Orde  verbeurd.  Vervolgens  moest  nogaret  ,  de 
bekende  Staatsdienaar  des  Konings  ,  in  de  Gefchie- 
denis  van  bonifacius  Vlil,  het  Domkapittel  der 
Hoofdkerk  en  de  Leeraren  der  Univerfiteit  de  reden 
melden,  welke  den  Koning  tot  dezen  (lap  bewogen 
hadden;  en  twee  dagen  daar  na  werden  de  Geeste- 
lijkheid en  een  gedeelte  der  Burgeren  in  denKoninklij- 
XVIII.  Deel.  N  ken 


t^4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       ken  tuin  opgeroepen  en  hun  de  misdaden  der  Tem- 
BOEK     peliers  voorgelezen.      Gaarn   zou    de    Koning    hun 
Hoofdft.  regtsgeding    terftond  door  zijne  ambtenaren  hebben 
na  C.  G.  laten   aanvangen,   maar   de   Theologifche   Faculteit, 
J^J"°^^' daar  over  geraadpleegd  zijnde,   gaf  te   kennen,    dat 
.....    geen  Werelalijk  Rigter  over  befchukiigingen  van  Ket- 
terij oordeelen  mogt,  waarom  de  Koning  aan  zijnen 
Biechtvader ,  den  Dominihaan  en  Inquiflteur ,    wil- 
LEM  van  Parys ^  last  gaf,   om   de  gevangenen,  in 
tegenwoordigheid  van  getuigen  uit  den  Adel ,  te  ver- 
hooren. 

Het  fpeet  den  Paus  zeer,  dat  de  Koning  zich  de 
regren  van  een'  Geestelijk  Rigter  aangematigd  had, 
waarom  hij  begeerde,  dat  de  gevangenen  en  derzel- 
ver  goederen  aan  twee  Kardinalen,  die  hij  ten  dien 
einde  gezonden  had,  zouden  overgeleverd  worden. 
De  Koning  beantwoordde  hem  nadrukkelijk,  fprak 
met  verfoeijing  van  de  misdaden  der  Orde,  en  ver- 
klaarde, dat  hij  als  befchermer  van  het  Katholijk 
Geloof  en  der  Kerk  tegen  haar  was  opgetreden. 
Evenwel  gaf  hij  den  Paus  zoo  veel  toe ,  dat  hij  de 
gevangene  Tempdiers  aan  de  beide  Kardinalen  over- 
gaf, doch  wat  derzelver  goederen  betrof,  beloofde 
hij,  die  getrouwelijk,  ten  behoeve  van  het  beloofde 
land ,  waar  toe  zij  oorfpronkelijk  befliemd  waren ,  te 
zullen  laten  befiuren. 

De  beide  Vorsten  fpraken  malkanderen  thans  te 
Poitiers  in  het  jaar  1308,  nadat  de  Konirrg  op  eenen 
Rijksdag  aan  zijne  Stenden  opening  gegeven  had  , 
waarom  hij  de  Tempelheeren  had  laten  gevangen 
zetten.    En  nu  kwamen  zij  over  eenige  geheime  ar- 

ti- 


GESCHIEDENIS.  195 

tikelen  overeen,  omtrent  het  beoordeelen  der  gevan-       V 
genen,  en  de  beheering  van   derzelver  goederen,  in-    ^^^^ 
gevalle  de  Orde  zou  vernietigd  worden.    In  het  jaar  Hoofdft. 
1308  in  Augustus  gaf  de  Paus  last  aan   den  Aarts-  ^^  C.  G. 
bisfchop  van  Norbonne  en  verfcheidene   Bisfchoppen  i'''^'^'°73» 
en  Aartsdiakenen,  om   in   zijnen  naam  het  noodige  « 

te  doen.  Hij  meldde  hun,  dat  hij  van  den  Koning 
en  anderen  de  fchandeliike  euveldaden  der  Tempel' 
heeren  vernomen,  en  zelve  72  van  hen  verhoord, 
en  aan  drie  Kardinalen  volmagt  gegeven  had ,  om  den 
Grootmeester  en  andere  ledtn  der  Orde  vergiffenis 
te  geven,  indien  zij  'er  om  zouden  verzoeken;  het- 
welk ook  werkelijk  gefchied  was ;  maar  dat  dit 
kwaad  door  geheel  Frankryk  verfpreid  was,  waar- 
om zij  hun  onderzoek  door  al  de  Provinciën  des 
Rijks  moesten  voortzetten.  De  Koning  was  over 
fommige  van  deze  Pausfelijke  fchikkingen  onverge- 
noegd,  maar  werd  fpoedig  weder  door  den  Paus  te 
vrede  gefield. 

Thans  namen  dus  de  geregtelijke  verhooren  eenen 
aanvang.  'Er  zijn  verfcheidene  lijsten  van  befchul- 
digingen,  welke  tegen  hen  waren  ingebragt.  In  eene 
Bulle,  Faciens  Mifericordiam  ^  welke  klemens  in 
Augustus  1308  te  Poitiers  liet  uitvaardigen,  werd 
last  gegeven  aan  alle  Aartsbisfchoppen  enz.  om  de 
gevangenen  over  123  vraagpunten  te  hooren,  welke 
hem,  zeide  hij,  het  eerst  door  den  Koning  waren 
aangewezen,  die  echter  geenszins  uit  geldgieriglieid 
tegen  hen  was  ingenomen,  maar  alleen  handelde  uit 
ijver  voor  het  ware  geloof;  dat  hem  zelven  nader- 
hand een  aanzienlijk  Ridder  der  Orde,  en  behalve 
N  a  het 


T9()  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       het  algemeen  verhaal  van  alle  Standen  in  Frankryk , 

BOEK      2elfs  de   belijdenis   van    leden   van    dit    genootfchap 

Hoofdft.  hetzelfde  bevestigd  hadden.     E  ene  gelijiitijdige  Bulle 

na  C.  G  Regnans  in  Coelis ,  door  welke  de  Paus   eene  alge- 

tot^K^r  ™^^"^    Kerkvergadering   aankondigde   tegen  het  jaar 

■i  1310  te   Fienne ,   voegde   hier   nog    14  vraagpunten 

bij ;  ook  zond  de  Paus  aan  zijne  Kommisfarisfen  nog 

31  artikelen  ten  gelijken  einde. 

De  voornaanifle  punten  van  befchuldiging  waren, 
dat  de  Tempelheeren ,  bij  hunne  aanneming  in  de 
Oide,  CHRISTUS,  of  God ,  fomtijds  ook  de  Maagd 
jviARiA ,  of  ook  alle  Heiligen  ,  moesten  verlooche- 
nen —  dat  de  nieuw  aan  te  nemen  het  kruis  of 
beeld  van  Christus  befpuvven,  het  met  voeten  tre- 
den, en  op  allerlei  wijze  mishandelen  moest;  —  dat 
dezelve ,  fomtijds  ook  degeen  ,  die  hem  aannam  , 
elkander  op  den  mond ,  den  navel ,  den  naakten 
buik,  ook  op  andere  deelen  en  leden  des  Hgchaams 
kusten ,  welke  de  eerbaarheid  verbiedt  te  noemen ;  — 
dat  men  eiken  nieuwen  Ordensbroeder  aanzeide,  dat 
hij  met  de  anderen  ontucht  kon,  ja  zelfs  moest  be- 
drijven ;  —  dat  zij  in  elke  Provincie  Afgodsbeelden 
badden:  te  weten,  hoofden  met  drie  aangezigten, 
of  met  één ,  verfcheidenen  ook  met  een  menfchen- 
herfenpan  gedekt,  welke  zij ,  bijzonder  in  hunne 
groote  vergaderingen  of  Kapittels ,  aanbaden ,  en  vaa 
welke  zij  rijkdommen  verwachtten;  —  dat  het  in 
hunne  Orde  voor  geoorloofi  gehouden  werd ,  iets 
op  eene  onrcgtvaardige  wijze  van  anderen  te  beko- 
men ,  en  dat  elk  van  hen  zweereii  moest,  dit  te 
willen  doen;  —  dat  zy  geloofden,  dat  de  Groot- 
mees- 


GESCHIEDENIS.  197 

meester  de  Broeders   van  zonden  vrij   kon  fpreken ,       V 
alfchoon  zij  die  piet  gebiecht  hadden,  omdat  zij  zich     ^^^ 
over  dezelve  fchaamden  ,  of  voor  de  ftraf  boete  bang  Hoofdft. 
waren.    Nog  werden  zij   befchuldigd:   dat  zij   eene  na  C.  G. 
kat  aanbaden  en  bij  de  Misfe  de  woorden  der  in  wij-  rQ^^j^jy 
ding  weglieten.    Eindelijk   ook  nog:   dat  zij   in   de  ■ 

kruisvaarten  de  Christenen  aan  de  Ongeloovigen  ver- 
raden hadden,  en  zelfs  voor  het  toekomftige  met 
den  Sultan  van  Babyion  zulke  verraderlijke  overeen- 
komften  hadden  aangegaan.  Wanneer  één  van  hen 
ftierf ,  zullen  zij  zijn  ligchaam  verbrand  en  de  asfche 
aan  de  nieuwe  Ofdensbroederen  ingegeven  hebben; 
waar  door  zij  in  hunne  afgoderij  verderkt  werden. 
Zij  lieten  geen  kind  doopen;  maar  ais  zij  'er  een  bij 
een  meisje  gekregen  hadden ,  waren  zij  gewoon ,  het 
ian  het  vuur  te  braden ,  en  met  het  vet  hun  afgods- 
beeld te  fmeeren. 

Over  deze  befchuldigingen  werd  in  Novemberi309 
de  Grootmeester  der  Orde  ,  jakob  van  molay  , 
zelve  te  Pary}>  door  de  Pausfelijke  Kommisfarisfen 
verhoord.  Üp  de  vraag:  of  hij  de  Orde  verdedigen 
wilde?  antwoordde  hij:  dat  dezelve  van  den  Apos- 
toHfchen  Stoel  bevestigd  en  met  voorregten  begun- 
(ligd  was;  en  dat  hij  zich  verwonderde,  dat  dezelve 
onverziens  van  de  Roomfche  Kerk  onderdrukt  zou 
worden;  hij  was  niet  verftandig  genoeg,  tot  deze 
verdediging,  alhoewel  hij  ze  aan  de  Orde  verfchul- 
digd  was;  ook  had  hij  thans,  als  gevangene  van 
den  Paus  en  den  Koning,  geen  penning,  welken  hij 
daar  aan  hefteden  kon ;  dus  verzocht  hij ,  om  bij- 
ftand,  opdat  de  waarheid  van  de  Orde  aan  de  ge- 
N  .«i  hee. 


198  KERKELIJKE 

V  heele  wereld  bekend  werd.  De  Kommisfarisfen  ver» 
BosK  klaarden  bereid  te  zijn,  zijne  verdediging  te  hooren; 
Hoofdrt.  ^^^^  ^^^  ^"  zaken  van  Ketterij  en  van  het  Geloof 
na  C.  G,  geene  Zaakwaarnemers  en  geregtelijke  wijdloopigheid 
t  r^^^  geoorloofd  waren.  Ondertusfchen  lieten  zij  hem  de 
— — —  Pausfelijke  Bullen  en  V'olmagien  voorlezen,  waar  in 
ook  vervat  was,  het  geen  hij  reeds  voor  drie  Kar- 
dinalen bekend  zou  hebben,  dat  zij  namelijk,  bij 
het  aannemen  in  de  Orde,  Christus  verloochend 
en  het  kruis  befpot  hadden,  j;i  dat  fommigen  van 
hen  nog  meer  verfoeijelijke  dingen  bedreven  hadden. 
Ook  zouden  hij  en  andere  Groeten  zijner  Orde  voor 
den  Inq'.iifirtur  paris,  die  hen  volgens  Pausfelijke 
volmagt  verhoorde,  alle  befcbuldigingen  bekend  heb- 
ben. Toen  dit  den  (}rootmeester  voorgelezen  werd, 
maakte  hij  twee  kniisfen.  voor  zijn  aangezigt ,  en  gaf 
ook  anderzins  zijne  uiterfte  verbazing  re  kennen  over 
het  gene  men  van  zijne  bekentenis  opgefchreven 
had.  Indien  de  Kommisfarisfen  andere  mannen  wa» 
ren,  zeide  hij  onder  anderen;  zou  hij  geheel  anders 
tegen  hem  fpreken.  Zij  herinnerden  hem  ,  dat  zij 
niet  hier  waren ,  om  eene  uitdaging  tot  een  kamp- 
gevecht aan  te  nemen,  „  Dar  wilde  ik  ook  niet 
zeggen,"  hernam  molay,  „  maar  wilde  God,  dat 
bet  geen  van  de  Sarocenen  en  Tataren  in  acht  ge- 
nomen wordt,  dat  zij  lasteraars  het  hoofd  afflaan, 
of  hen  midden  doorhouwen,  ook  in  dit  geval  tegen 
zulke  booswichten  uitgeoefend  werd.  "  Men  gaf 
hem  kort  en  goed  te  kennen ,  dat  de  Kerk  die  ge- 
nen, welke  zii  als  Ketters  vond,  ook  als  zoodanigen 
oordeelde,  en  indien  zij   hardnekkig  waren,  aan   de 

We. 


GESCHIEDENIS.  199 

Wereldlijke   Overheid  overgaf.     In  een   tweede  ver-       V 
hoor  eenige  dagen   daar  na,   verklaarde   de   Groot-     ^^^^ 
meester ,   dat   hij   voor  den  Paus  (laan    wilde  ,    en  Hoofdft. 
hem  alles  ter  eere  van  Christus  en  de  Kerk   open-  ns  C    G. 
baren.    Doch ,  om  zijn  geweten  te  ontlasten ,  zeide  iQ^^J^fy' 
hij  den  KoramisHirisfen  drie  dingen  van  zijne  Orde:  ^ 

vooreerst ,  dat  hij  geene  andere  Orde  kende  ,  bij 
welke  de  Kapellen  en  Kerken  fraaijer  verfierd  wa- 
ren, die  meer  Reliquien  hadden,  en  waar  de  Gods» 
dienst  door  de  Priesters  deftiger  werd  waargenomen; 
ten  tweede,  dat  ook  in  geene  Orde  zoo  menigvul- 
dig aalmoezen  werden  uitgedeeld,  als  in  de  zijne; 
eindelijk:  dat  ook  geene  Orde  en  geene  Natie  zich 
ter  verdediging  van  het  Christendom ,  tegen  deszelfs 
vijanden ,  gewilliger  in  den  dood  geftort  had ,  dan 
deze;  dat  deze  vijanden  ook  het  meest  voor  hen 
vreesden ;  en  dat  het  ongeluk  van  den  Heiligen  lo- 
DEWYK  in  Egypte  voorgekomen  zou  zijn,  indien 
men  den  raad  der  Grootmeesters  van  de  Orde  ge- 
hoor gegeven  hiid.  Men  antwoordde  daar  op:  dat 
dit  alles  niets  baatte  tot  heil  der  zielen,  indien  het 
aan  den  grond  van  het  Katholijk  Geloof  haperde; 
maar  hij  hernam  terftond  ,  dat  dit  waar  zij ,  en  dat 
hij  ook  ten  vollen  met  dit  Geloof  overeenftemde. 
Onder  dit  verhoor  kwam  de  vermaarde  nogaret, 
Kanfelier  van  Frankryk,  die  deze  zaak  zeer  ernftig 
aandreef,  binnen,  en  verweet  den  Grootmeester, 
dat  de  Grooten  der  Orde  wel  in  dienst  van  den 
Sultan  SALADiN  geftaan  hadden  :  maar  molay  ver- 
dedigde hen  daaromtrent  niet  kwaad.  Het  is  hier 
cok  opmerkelijk,  dat  men  ons  geene  reden  geeft, 
N  4  hoe 


200  KERKELIJKE 

V       boe  de  Grootmeester,   die  reeds  tweemaal  de  mis- 
BOF.K     daden,  die  men  aanvoerde,  en  het  plegen  van  onna 
Hoofdft.  tuurlijken    wellust    bekend  zou  hebben  ,    zich  daar 
na  C.  G.  over  zoo  verbaasde  ,   en   dit  ronduit   eene  lastering 

Met  hem  waren  tevens    139  Tempeliers  reeds  in 

het  jaar  1307  te  Parys  door  den  Inquifiteur  paris 
verhoord  geworden.  Vier  derzelven  wilden  volftrekt 
van  geene  wanvoegelijkheid  weten, welke  in  de  Orde 
hegaan  zou  wezen.  133  bekenden,  dat  zij  Chris- 
tus verloochend  hadden ,  en  fommigen  verzekerden, 
dat  zij  'er  toe  gedwongen  waren.  Slechts  68  be- 
leden, dat  zij  het  kruis  befpogen  hadden;  even  zoo 
velen  hadden  het  afgodifche  hoofd  vereerd ,  gedeel- 
telijk flechts  gezien ,  en  9S  bekenden  wel ,  dat  *er 
onnatuurlijke  zonden  in  de  Orde  begaan  werden  , 
doch  niet  meer  dan  drie  erkenden  zich  zelven  daar 
fchuldig  aan.  De  vervolger  der  Chroniek  van  Nan* 
gis^  die  kort  na  dezen  tijd  gefchreven  heeft,  verze- 
kert, dat  de  Grootmeester  geenszins  van  zich  zel- 
ven twee  der  groffte  van  deze  buitenfporigheden , 
maar  wel  van  zijne  Ordensbroederen  erkend  hebbe. 
Hij  voegt  'er  bij:  „  dat  f)mmigen  der  gevangene 
Tempelieren  het  een  of  ander  of  ook  alles  vrijwillig 
bekend  hebben :  eenigen ,  naar  het  fcheen  ,  uit  be- 
rouw; anderen  door  vele  folteringen  gepijnigd;  of 
door  bedreigingen  en  het  gezigt  derzelve  verfchrikt; 
nog  anderen  door  vleijende  beloften  verlokt  ;  ook 
fommigen  door  den  honger  geplaagd,  dien  zij  in  de 
gevangenis  leden,  en  voords  op  velerlei  wijze  ge- 
dwongen.    Velen  ontkenden  echter  alles  ,  en   nog 

meer. 


GESCHIEDENIS.  201 

'meer,  die  eerst  bekend  hadden,  ontkenden   weder,       V 

en   bleven  bij  het   ontkennen  ten    einde  toe;    velen     ^^^"^ 

van   dezelven   flierven   door    levensltraffen.  "      Ten  HoofdfL 

zelfden  tiide  werden  zulke  verhooren  in  vcrfcheidene  na  C.  G. 

andere  Provinciën  en  Steden   van  Frankryk   met  de  l^'''''^°73« 

•^  tot  1517. 

gevangene    Tempelheeren    gehouden  ,    met    gelijken 

uitflag.  Een  van  hen  te  Caen  wilde  niets  beken- 
nen; men  bragt  hem  op  de  pijnbank  ;  en  nu  b(  ken- 
de hij  alles,  nadat  men  hem  ontflag  van  tijdelijke 
ftrafFen  beloofd  had. 

Van  Augustus  1309  tot  Mei  131 1  verhoorden  de 
Pausfelijke  Gevolmagtigden  te  Parys  231  getuigen, 
zoo  wel  Tempeliers  als  anderen ,  wier  verklaringen , 
eenige  weinigen  uitgezonderd,  alle  tot  last  der  Orde 
vielen.  Een  Tempelier,  aimeri  van  villars  ,  ver- 
klaarde, dat  hij,  door  pijnigingen  geperst,  valfche 
verklaring  had  gegeven.  Als  hij  vervolgens  54  Or- 
densbroeders  op  karren  voorbij  zag  voeren,  om  ver- 
brand te  worden ,  omdat  zij  niets  hadden  willen  be- 
kennen ,  verleidde  de  vrees  hem ,  om  onwaarheden  te 
belijden.  Evenwel  hadden  75  Tempeliers  ,  die  te  Pa- 
rys gevangen  zaten,  in  het  jaar  1310  moeds  genoeg, 
om  uit  hun  midden  pieter  van  Boulogne^  eenen 
van  hunne  Priesteren ,  tot  hunnen  algemeenen  Zaak- 
waarnemer aan  het  Pausfelijke  Hof  te  benoemen ,  en 
door  hem  ,  benevens  acht  anderen ,  cene  verdediging 
der  Orde  in  het  gemeen  en  in  bijzondere  (lukken 
ook  op  eene  algemeene  Kerkvergadering  aan  te  bie- 
den. Zij  verklaarden  al  de  door  den  Paus  overge- 
szondene  en  hun  voorgclezene  artikelen  voor  hoogst- 
fchandelijk  ,  ongerijmd  ,  verfoeijelijk  ,  leugenachtig 
N  5  en 


'  fio2  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       en  volftrekt  valsch.     Tot   eigenlijke  verdediging  der 

BORH     Orde  zeiden    zij,  dat  dezelve  op   Broederliefde   ge- 

Hootdit    gro"^j  ^"  ter  eere  der  MaagJ  maria  en  ter  befcher- 

na  C.  G.  ming  van  het  Christelijk   Geloof  gedicht  was;    dat 

Jaario73.  (jggelve  altijd  eene  heilige,  onbevlekte,  aan  zijne  in- 
tot  1517.  •  ^  ,        , . 
,„__„    fteiling  getrouwe  Orde   gebleven   was.    Elk,   die  m 

dezelve  aangenomen  werd  ,  had  armoede,  gehoor- 
zp.amheid,  kuischheid  en  volkomene  ovrcrgeving  aan 
den  dienst  van  het  Heilige  Land  beloofd;  bij  de 
aanneming  had  hij  eenen  eerbaren  liefdekiis  ,  en 
een  kleed  met  het  teeken  van  het  kruis  ontvan- 
gen ,  hetwelk  zij  ileeds  op  de  borst  droegen ,  tot 
eene  eerbiedige  gedachtenis  van  den  gekruisten. 
Alle  andere  vertellingen  verklaarden  zij  voor  leugen- 
achtig. Ook  fielden  zij  voor,  hoe  onwaarfchijnlijk 
het  was  ,  dat  zoo  vele  voorname  en  deugdzame 
mannen  uit  verfchillende  Natiën,  die  in  de  Orde  ge- 
treden waren,  zich  niet  openlijk  tegen  dezelv^e  zou- 
den hebben  opgedaan  ,  indien  zij  'er  zoo  vele 
fchandelijke  dingen  in  ontdekt  hadden.  Doch  de 
Kommisfarisfen  vaardigden  hen  af  met  te  antwoorden, 
dat  zij  gevangenen  waren  van  den  Paus,  in  wiens 
magt  ook  hunne  goederen  waren;  dat  dus  het  on- 
derzoek voortgang  moest  hebben ,  en  dat  aan  de  In- 
quifiteuren  buitendien  het  regt  toekwam,  om  over 
Ketterijen  te  oordeelen. 

Uit  kracht  van  dergelijke  volraagt  van  den  Paus 
hield  de  Aartsbisfchop  van  Sens  in  Mei  1310  te 
Parys,  hetwelk  ook  tot  zijn  Kerspel  behoorde, 
eene  Kerkvergadering  ovev  de  zaak  der  Tempelieren. 
Op  dezelve  werd  befloten,  fommigen  derzelven  vol- 

ftrekt 


GESCHIEDENIS.  203 

ftrekt  vrij   te  fpreken;   anderen,  na  het  volbrengen       v 
der  opgelegde  boete,  in  vrijheid  te  flellen;    nog  an-     ^oek 
deren  in  eeneenge  gevangenis  te  bewaren;  velea  voor  Hoofdfl. 
akiid  tusfchen  vier  muren  in  te  fluiten;   en   eindelijk  nn  C.  G, 
zulken,    die   in  de  Ketterijen   teruggevallen  v/aren ,  r!'^^°'^^' 

aan  de  Wereldlijke  Overheid  ter   ftralFe   over   te   ge- 

ven.  Allen  ontkenden  nogtans  tot  het  einde  toe  de 
hun  te  last  gelegde  misdaden ,  en  verzekerden ,  dat 
zij  tegen  regt  en  reden  ter  dood  veroordeeld  waren  , 
welke  ftandvastiglieid  bij  het  omftaande  volk  veel 
opziens  verwekte.  Vier  Tempeliers  hadden  van  den 
Aartsbisfchop  op  den  Paus  geappelleerd;  maar  de 
Pausfelijke  Kommisfarisfen  weigerden  hun  appèl  aan 
te  nemen,  omdat  die  Prelaat  niet  onder  hen  (lond. 
Ten  zelfden  tijde  werd  ook  te  Senlis  in  het  Kerspel 
van  Rheims  eene  Sijnode  gehouden ,  welke  9  Tem- 
peliers tot  den  brandffcapel  veroordeelde.  Zelfs  groef 
men  de  beenderen  van  eenen  lang  overledenen  Or- 
densbroeder  te  Parys   op,    om    die,   dewijl  hij   een  ' 

Ketter  zou  geweest  zijn  ,  te  verbranden. 

De  Paus  en  de  Koning  waren  ook  buiten  Frank-  Lot  der 
ryk  niet  min  werkzaam,  om  de  Tempelieren  te  doen  fempe- 
veroordeelen.     De  eerfte  zond  onder   anderen   in  het  Engeland 
jaar  1307  eene  Bulle   aan  eduard   II,   Koning  van 
Engeland^  met  vermaning,  om  hen  in  ziin  land  ge- 
vangen te  laten    nemen ,   waar  aan  de    Koning  vol- 
deed, niettegenflaande  hij  te   voren  ten  hunnen   be- 
hoeve   gefchreven   had  ,    dat  'er  geene  reden   was, 
om  de  fnoode  uitflirooifelen  ten   hunnen   opzigte   te 
gelooven.      Zij   werden    ook   in   het  jaar  1309  ten 
getale   van  47  door  den  Bisfchop  van  Londen  en 

twee 


ao4  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  twee  Franfche  Geestelijken,  welke  de  Paus  daar  toe 
BOEK  gezonden  had,  verhoord;  maar  allen  ontkenden  zij 
Hoofdft.  ^^  ^^"  ^^  Ot^t  toegefchrevene  euveldaden,  gelijk 
na  C.  G.  uit  het  echte  fluk  van  dit  verhoor  blijkt.  Maar 
iorK^7  'V'^^^'"'^-  getuigen ,  Franfche  Tempeliers ,  die  in  En- 
Pil  geland  aangenomen  waren,  beleden  het  verloochenen 

van  CHRISTUS  en  het  befpuwen  van  het  kruis. 
InSpanje.     In  de  Spaanfche  Koningrijken   hadden   de  Tempe- 
liers niet  dezelfde  lotgevallen.    Op  eenen   Brief,  in 
welken  de  Koning  van  Frankryk   in  het  jaar   1309 
aan  jakob  II,  Koning  van  Arragon^  de  befchuldi- 
gingen   tegen   hen   gemeld   had  ,    belastte   deze  aan 
twee  Bisfchoppen  en  den  Groot- Inquifiteur,  om  een 
ftreng  onderzoek  in  het  werk  te  (tellen.    Maar  de 
Tempeliers  namen  de  toevlugt  ten   grooten  deele  in 
hunne  Sloten  en   Kasteelen ,  en    fchreven    aan   den 
Paus,  met  betuiging  van  hunne  onfchuld,   dat  hun- 
ne goede  zeden  algemeen  bekend  waren ;    dat  zeer 
velen  van  hen  zich  nog  bij  de   Ongeloovigen  in  fla- 
vernij    bevonden  ,    die    immers    van  hunne    ellende 
door  het  verzaken   van  het  Christendom  een  einde 
hadden  kunnen  maken,  dat  men  in  allen  gevalle  de 
geheele  Orde  niet  behoorde  te  vervolgen,  indien  'er 
al  eenige   deugnieten   onder  gevonden  werden.      In- 
middels maakte  de  Koning,  doch  niet  zonder  hevi* 
gen  tegenftand,  zich  meester  van  eenige  van  hunne 
Sloten  ,  en  liet  de  Ordensbroederen ,  die  zich  daar 
in  bevonden  ,  gevangen  zetten ,  waar  na  de  Paus 
aan  den  Bisfchop  van  Vakntia  last  gaf,  om  hun 
proces  op  te  maken. 
In  Kastilië  liet  ferdinand  IV  hen  allen  gevan* 

gen 


GESCHIEDENIS.  405 

gen  nemen,  en  hunne   goederen  verbeurd  verklaren.       V 
Maar  op  eene  Kerkvergadering  te   Salamanca  in  het     ^^^ 
jaar  13 10,    werden   zij  na  een   naauvvkeurig  onder- Hoofdfl, 
zoek    onfchuldig    verklaard  ;   hoewel    men  aan  den  "^  C.  G, 
Paus  het  beflisfend  oordeel  overliet.  \q^  1517! 

In  Italië  werden   de  Tempeliers  door  den  Aarts- 

bisichop  van  Ravenna  voor  eene  Kerkvergadering  ^"  Italië, 
aldaar,  ten  dien  einde  in  het  jaar  1310  gehouden, 
ingedaagd.  Zij  ontkenden  al  de  befchuldigingen  , 
welke  de  Paus  tegen  hen  overgezonden  had.  De 
Inquifiteurs  drongen  'er  op,  dat  zij  op  de  pijnbank 
gelegd  zouden  worden,  maar  zulks  wilden  de  Pre- 
laten niet  gedoogen,  en  de  Sijnode  befloot  eindelijk, 
dat  de  onfchuldigen  onder  hen  vrijgefproken ,  maar 
de  fchuldigen  volgens  de  wetten  geftraft  zouden  wor- 
den. Te  Bologna  regtvaardigden  zich  insgelijks 
fommigen  ,  dat  zij  nooit  eene  van  de  ingebragte 
fchendaden  begaan  hadden.  Maar  de  Aartsbisfchop 
van  Pifa^  de  Bisfchop  van  Florence  en  anderen, 
die  van  den  Paus  last  gekregen  hadden ,  om  in 
Toskauen  en  Lombardyen  onderzoek  naar  de  Tem- 
pelheeren  aan  te  (tellen,  verhoorden  getuigen,  die 
dan  voorgaven  iets  gezien ,  dan  alleen  gehoord  te 
hebben ,  en  geloofden  volkomen  overtuigd  te  zijn  , 
dat  de  Tempelheeren  aan  alles  fchuldig  waren. 

Nadrukkelijker  verdedigden  zich  de  Tempeliers  in  In 
Duhschland.  Hier  had  pieter  van  Aichfpalter ^  Duitsch4 
Aartsbisfchop  van  Mentz^  insgelijks  in  het  jaar 
1310  eene  Kerkvergadering  bijeengeroepen.  Maar 
onverziens  kwam  de  Wild-  en  Rhijngraaf,  (^Comes 
Silvestris  et  Rheni^')  hugo,  die  Comthur  der  Or- 
den 


/ 


2o6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        den  was,  en  zich  te  Grumbach  bij  Meifenheim  op- 

BOER     hield,  met    twintig  Ordensbroeders ,  in  hunne  Or- 
VI 
Hoofdft.  denskleeding  en  alle  wel  gewapend,   tot  groote  ont- 

na  C.  G.  fteltenis  der  Prelaten ,  onverziens   in    de  vergadering 

jaario73  j^jjijientreden.     Toen  de  Bisfchop  hem   verzocht  had 

tot  15 17  ^ 

j..  te  gaan  zitten  en  vraagde  ,  wat  zijne  begeerte  was? 

zeide  hij :  dar.  zij  gehoord  hadden ,   dat  deze  Sijnode 
op  Paiisfelijken  last  bijeengekomen  was  tot  vernieti- 
ging van  hunne  Orde ,  die  men  van   meer  dan   Hei- 
dcnfche   ondeugden   befchuldigd   had ;   dit  was  hun 
des  te  onverdragelijker,  omdat  zij   onverhoord  zou- 
den veroordeeld  worden  ;  hij  appelleerde  daarom  aan 
den    Paus   en   deszeifs   geheele   Geestelijkheid ;    ook 
protesteerde   hij   openlijk,    dat   de    Ordensbroeders  , 
die  elders  wegens  zulke  misdaden   verbrond   waren, 
alles  ftandvastig  ontkend,  en  op  deze  belijdenis   pijn 
en  dood  ondergaan  hadden.    Ja,  voegde  hij  'er  bij. 
God  zelve   had   hunne   onfchuld  door  een   wonder- 
werk bevestigd,  alzoo   hunne  witte  mantels  en  roo- 
de  kruifen  door  het   vuur   niet   hadden   kunnen   ver- 
teerd worden.  De  Aartsbisfchop ,  die  bang  was  voor 
onrusten,  nam  dit  Protest  aan,  en    beloofde,   daar 
over   met   den  Paus   te  zullen   handelen ,  opdat  zij 
gerust  konden  zijn.-    Ook  verkreeg  hij   wezenlijk   in 
het  volgende  jaar  volmagt,  om  hen  vrij  te  fpreken, 
In  de  Ne-      Hoe  het  hier  te  lande,  alwaar  thans  Graaf  wil- 
derlanden  ^^^^  |j j  q^^j.  Holland  en  Zeeland  regeerde ,  met  het 
uitroeijen  der  Tempelieren  toegegaan   zij ,   is ,   onzes 
wetens  ,  nergens   naauvvkeurig  genoeg  aangeteekend. 
Tot  in  liet  midden  der  XVIde  eeuw  leefde  iemand 
te  Zierikzee^  Mr.  francois  van  sandyck  ,  Secre- 

ta- 


GESCHIEDENIS.  207 

taris  der  ïlad,  federt  den  jare  1512  (♦),  die  dikwijls       V 
plag  te  verhalen,   dat  zijn   Vader  den   Brief  gezien     ^^-^ 
en   gelezen   had,   op   welks  Opfchrift  aan   Baljuw,  f j^Qf^^^^ 
Burgeraeesteren ,  Schepenen   en    Raden  der   ftad  be- na  C.  G, 
volen  werd,  op  zekeren  beftemden  nacht,  om  twaalf  •^"J°^3' 

uren,  bijeen  te  komen,   om  dan   eerst  den  Brief  te  

bpenen ,  en  de  bevelen ,  die  zij  *er  in  vinden  zou- 
den ,  op  lijfftrafFe ,  terftond  ter  uitvoeringe  te  doen 
brengen:  waar  toe  zij  zich  van  de  hulp  der  ingeze- 
tenen, onder  het  doen  van  gelijke  bedreiging,  zou- 
den mogen  bedienen.  Den  Brief,  ten  beftemden 
tijde,  in  den  vollen  Raad,  geopend  zijnde,  vond 
men  'er  een  bevel  in,  om  de  Tempeliers,  zonder 
uitftel,  van  kant  te  helpen.  De  Raad  bragt  hier  op 
de  flads-  en  andere  arbeiders  in  de  wapenen,  begaf 
zich,  met  dezelven,  naar  het  huis  der  Tempelieren: 
alwaar,  de  deuren  met  geweld  opgeloopen  zijnde, 
al  wat  men  'er  vond  doodgeflagen  werd.  Twee 
Tempeliers,  die  zich  toen  juist  in  een  oneerlijk  huis 
5n  de  ftad  ophielden,  waren  de  eenigen,  die  dezen 
ramp  ontkwamen.  De  goederen  der  Tempelieren 
werden,  federt,  zoo  te  Zierikzee ^  als  in  andere 
fteden  dezer  landen,  gefchonken  aan  de  Orde  der 
Hospitalieren  van  St,  ^an  van  Jeruzalem  ^  of  de 
Ridders  van  Maltha^  die  hier  te  lande  gemeenelijk 
St.  'Jam  Heeren  genoemd  werden.  Dus  wage- 
NAAR  (f),  die  echter  tegen  dit  verbaal  eenige  be- 
denkingen maakt,  en  het  met  regt  voor  min  naauw- 

keu- 

(*}  BOXHORN  Nederï.  Hisi.  Bladz.   185. 
■    Ct)  Vackrl.  Hist.  III  Deel,  Bladz.  ipi,  192. 


2o8  KERKELIJKE 

V       keurig  houdt,  omdat  'er  geheel  geen  gewag  gemaakt 
BORtt     wordt ,  van  wieii  deze  Brief  gefchreven  en  dit  bevel 
Hoofdft.   zou  gegeven  zyn. 

na  C.  G.      Dus  was   in  vele  landen  reeds  alles  bereid  voor 
Jaario73,  ^^  algemeene    Kerkvergadering,    op   welke  de  zaak 

der   Tempelieren   beflist  werd.      Alhoewel  het  oog- 

Kerkver-  merk  van  den  Koning  van    Frankryk  en   den   Paus 
teVienne.  "'^'-  o^^''^^  ^^^^  wensch    bereikt  was ,   evenwel  was 
het  algemeen   gevoelen   door  verfcheidene  verhooren 
en  [Irafoefeningen  vrij  wat  naar  die  zijde  overhellen- 
de ,  naar  welke  deze  beide  Vorsten  wenschtcn.     ka- 
rel  TI,  Koning  van  Sicili'è ,  en  Graaf  van    Proven- 
ce ,  had  zelfs  niet  alleen  naar  den  wil  van  den  Paus 
al  de  Tempelieren  in    Provence  laten   gevangen   ne- 
men-, maar  ze  terftond  ter  dood  doen   veroordeelen ; 
hunne   fchatten    met  den   Paus  gedeeld ,    en   hunne 
vaste  goederen  voor  de  Orde  van  St.  Jan  aangefla- 
gen.     De  Kerkvergadering  kwam   daar  op  bijeen  en 
werd  den  i6den  October  131 1  door  den   Paus  geo- 
pend met  eene  plegtige  redevoering.      Eerst  werd  in 
dezelve  gehandeld  over  de  Exemtien  of  vrijdom  der 
Monniken    van    het    regtsgebied    der    Bisfchoppen , 
hetwelk  ten  voordeele  der  Monniken   uitviel,  gelijk 
wij  boven  reeds   gezien  hebben.     Deze  twist  (lond 
in  velband    met   de  groote   zaak   der  Tempelheercn , 
welke  nu  in  de  tweede  plaats  de  vergadering  lang  bezig 
hield;  na  het  voorlezen  van  het  geen  reeds  ten  dezen 
verrigtwas,  begeerde  de  Paus  het  gevoelen  derPrela» 
ten  te  weten.  Al  de  Italiaanfche  ^  Spaanfche,  Dttit" 
fche^  Deenfche^   Engelfche ,    Schot fche    en    Terfche  ^ 
ook  de  Franfche  Prelaten ,  alleen  de  Aartsbisichoppen 

van 


GESCHIEDENIS.  209 

van  Rheims,  Sens ^  en  Rouan   uitgezonderd,  waren       V 
'er  voor,  dat  men  de  Tempelheeren  met  hunne  ver-     ^^^* 
dediging   hooren   zou.    Waarfchijnlijk   was   het  één  tjoofdn-, 
dezer  Aartsbisfchoppen ,   die  als  zijn  gevoelen    ver- na  C.  G. 
klaarde:    „  Het  zou  voor  de  Kerk  van  God  en  het  {0^^5517! 
ganfche  Christelijk  Geloof  ongemeen  nuttig  zijn ,  in — ■ 
dien  de  Paus  ,  of  naar  ilrengheid  van  regt ,  of  uit 
de  volheid  zijner  magt ,  deze  zeer  kwalijk   beruchte 
Orde,    die,   om  zoo  te  zeggen,   den   Christelijken 
naam    bij    de  ongeloövigen    (linkende  gemaakt  ,   en 
menige  geloovigen  in  de  vastigheid  des  geloofs  had 
doen  wankelen,  zonder  vertoef,  met  verwerping  van 
alle  nietswaardige  en  lasterende    aantijgingen   vaa  ge- 
weigerde   verdediging ,   ambtshalve   voiftrekt   vernie- 
tigde, en  derzelver  goederen  aan   de  befchikking  van  , 
den  Apostolifchen  Stoel  overliet." 

In  de  daad  vernietigde  de  Paus  ook  in  Maart  1312  DePam 

in  een  geheim  Confiftorie  de  Orde  der  Tempelheeren^  vernietig! 
^  ,     ,  de  Orde. 

alhoewel  meer  uit  voorzigtigbeid  ^  dan  door  eene  ei- 
genlijke veroordeeling  ^  (^per  provljionis  potius  quam 
condemnationis  viam , )  geheellijk  ,  behoudende  voor 
zich  en  de  Kerk  voor,  de  bepaling,  hoe  'er  met 
derzelver  perlbnen  en  goederen  gehandeld  zou  wor- 
den. Daar  op  volgde,  in  April  van  dat  jaar,  de 
tweede  zitting  van  het  Concilie,  in  welke  de  ver' 
nietiging  der  Orde,  in  tegenwoordigheid  des  Ko» 
rings ,  wien  deze  zaak  zeer  aan  hei  hart  lag ,  van 
zijnen  Broeder  en  zijne  drie  Zonen,  openliik  bekend 
werd  gemaakt.  Over  de  goederen  der  Orde  werd 
nu  befchikt,  en  dezelve  grootendeels  aan  de  St.Jans 
Ridders  toegewezen.  Ten  nanzien  der  perfonen  der 
XVilI.  Deel.  O  Ten> 


tio  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Tempeliers  werd  bepaald:   Eenige  weinigen  bij  name 
BOEK     uitgezonderd,  over  welke  de  Paus  het   oordeel  voor 
Hoofdft.   ^''^^^  behield,  werden  al  de  overigen  aan  de  bijzon- 
na  C,  G  dere  Provinciale  Sijnoden  overgelaten.     Deze  zouden 
jaario73  ^^^  ^^  genen,  die   wegens   hunne   dwaliagen    wette- 
— — >    Itjke  vri-fpraak  ontvangen  hadden,   van   de   goederen 
der  Orde  een  behoorlijk   onderhoud  toewijzen.     Te- 
gen zulken  ,  die   hunne  dwalingen  bekend  hadden, 
zou  naar  hunnen  (laat  en  den  aard   hunner  bekente- 
nis ,  de  geflrengheid  der  geregtigheid   door  veel  me- 
delijden verzacht   worden.      Maar  onboet  vaardigen  , 
en  die  in  hunne  dwalingen  terugvielen  ,  zou  de  Ker- 
kelijke regtvaardigheid  en  ftrriffen  treffen  enz. 

Hoe  echt  deze  berigten  ook  zijn ,  kan  men  *er 
zich  niet  geheel  op  verlaten ,  dewijl  zij  deze  zaak 
alleen  van  de  zijde,  die  de  magt  in  handen  had  en 
befliste,  voordragen.  De  handelingen  dezer  Kerk- 
vergadering zijn  nooit  volledig  gedrukt,  maar  zullen 
zich  nog  in  de  gewezene  Vatlkaanfche  Bibliotheek 
bevinden  ;  misfchien  zou  men  daar  uit  te  weten 
kunnen  komen ,  waarom  de  Paus  de  Orde  alleen 
uit  voorzigtigheid  of  voorziening  ,  en  niet  naar 
ftrengheid  van  regten ,  vernietigde.  De  vergadering 
nam  een  einde  met  de  derde  zitting,  den  6den  Mei 
1312,  nadat  'er  nog  gefproken  was  van  eene  Her- 
vorming der  Kerk  ^  om  welke  men  den  Paus  ver- 
zocht, ook  werden  tof  eene  Kruisvaart  naar  Syrië 
op  het  Concilie  de  tienden  van  de  Kerkelijke  goede- 
ren vrjor  zes  jaren  toegeflnan.  Wat  'er  tegen  ze- 
kere Ketters  en  omtrent  de  Sacramentsdag  bepaald  is 
geworden,  zal  in  het  vervolg  moeten  voorkomen. 

Van 


GESCHIEDENIS.  211 

Van  tijd  tot  tijd    werden   de  bcfluiten   nopens   de       V 

Tempelieren  ten  uil  voer  gebragt.     In  het  jaar  131 2,     ^^^ 

of  in  het  volgende ,  (lelden    drie   Kardinalen  te  Pa-  Hoofdil. 

rvj,  na  geraadpleegd  te  hebben  met  den  Aartsbis-  na  C.  G. 

fchop  van  Sens^  en  eenige  andere  Prelaten  en  Doe-  J^^.  ^  J^^ 

toren  in  de  Regten ,  den  Grootmeester  jakob   van  

molay;  cuy.  Broeder  van  den  Daufin  van  Fienne,  DeGroot- 

mecster 
en  Comthur  van  Normandië;   hügo  van  peraldo,  j^kob 

Groot  -  Vifitator   van   Frankryk ,   en   nog  een'   vier-  van  mo- 
den.  Grootprior  van  Jquitani'è,    op  een  fchavot  in  ^A^  ,^  ^ 
den  ingang   der  Hoofdkerk,   en   fpraken  over  hen,  vm  Ko- 
devvijl  zij  de  ingebragte  befchiildigingen    openlijk  be-"'"^"-^ 
l^diQn  hadden,  het  vonnis  uit,  dat  zij   voor   al  hun  brand. 
leven  in  eene  gevangenis  zouden  opgedoten  worden. 
Doch    heel  on\'er\vachts  wederfpraken   op    édns    de 
Grootmeester   en  de    Comthur  van    Normandië   den 
Kardinaal ,  die  gefproken  had  ,   en  herriepen    tot   al- 
gemeene  verbazing   hunne  bekentenis.    De   Kardina- 
len gaven  deze  twee  dus  in  bewaring    over  aan  den 
crimineelen  Rigter  van  Parys  ^  ten   einde  een   nieuw 
bed  uit  omtrent  hen   te  kunnen  nemen.    Maar   zoo- 
dra  de  Koning  van   dit  geval  hoorde,   raadpleegde 
hij  met  zijne   Hovelingen  ,    zonder   medekennis  der 
Geestelijkheid ,  en  liet  hen   beiden   op   een  klein   ei- 
landje der  Seine    verbranden.      Zij    bleven   tot   hun 
einde   bij   de   ontkenning ,    en   leden  den   dood   met 
zoo    veel    ftandvastigheid  ,   dat   al   de   aarifchouwers 
zich  ten  (lerkfte   verwonderden   (♦).     ,,  Terwijl  zij 
door  een  langzaam  vuur  verteerd  werden,  zegt  vil- 

la- 
(*)  Contiuunf.  Cir  on,  Nangii  pn^.  92. 
O  1 


212  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  LANi  (*),  beweerden  zij  fteeds  de  regtzinnigheid  eri 
BOEK  onfchuld  van  hunne  Orde,  en  bevalen  zich  aan  God 
Hoofdü.  en  de  Heilige  Maagd  aan.  In  den  nacht,  welke  op 
na  C.  G  hunnen  marteldood  volgde,  werden  hunne  beende- 
t  ^1^17  ^'^'^'  ^'^  Heilige  Religuien,  verzameld  en  op  heilige 
.  plaatfen  gebragt."     Naderhand  heeft  men    verteld  , 

dat  de  Grootmeester  in  zijne  laatfte  oogenblikken 
nog  overluid  geroepen  zal  hebben:  klemens  ,  on- 
regtvaardig  Rigter ,  en  wreede  Beul !  ik  dage  u ,  om 
binnen  veertig  dagen  voor  den  Rigteriloel  des  hoog- 
llen  Rigters  te  verfchijnen !  Men  voegde  *er  bij  , 
dat  hij  den  Koning  op  dezelfde  wijze  gedaagd  had, 
om  binnen  een  jaar  rekenfchap  te  geven.  Zeker  is 
het,  dat  deze  beide  Vorsten  wezenlijk  op  den  ge- 
melden  tijd  geHiorven  zijn ;  en  misfchien  is  deze  ver- 
telling daar  uit  ontdaan,  ten  minften  het  was  de 
Paus  niet,  die  hem  heefc  laten  verbranden. 
Uiteinde  Nu  nam  de  Orde  der  Tempelieren  in  alle  Chris- 
van deOr- fep{ai^(^en  fpoedig  een  einde,  doch  onder  verfchillen- 
Tempe.  ^^  omfiandigheden.  In  Duiischland  werden  zij 
lieren.  meestal  verfchoonend  behandeld.  De  Aartsbisfchop 
piETER.  van  Mentz  was  hun  fteeds  genegen,  en 
bleef  nog  ai  verandering  in  de  gevoelens  van  den 
Paus  verwachten,  waarom  hij  niet  dan  tragelijk  daar 
tos  lïwam  ,  om  hunne  goederen  aan  de  Hospitaliers 
over  te  leveren.  De  Markgraaf  van  Brandenburg 
vergunde  eerst  in  het  jaar  1318  het  overgeven  van 
hunne  goederen  aan  de  Hospitaliers.  Zelfs  begaven 
zich   Vule  Tempeliers  in    deze   Orcie.      Te   Gorliiz  , 

het- 

(*)  Iliit.  Fiorcnt.  L.  VUL  C.  <^2. 


GESCHIEDENIS.  213 

fetwclk  met  de  Lausnitz  aai)    het   Muis    van    Bran-       V 
denburg  behoorde,  hielden  zij  eerst  in  het  jnar  1319     ^^^ 
op  ,   wanneer    hun   Tempelhof  aldaar  in   Burgerge-  Hoofdd. 
bouwen  veranderd  werd ,  waar  van  nog  fporen  ove-  na  C.  G 
lig  zijn.     In  Bohenvsn  bezaten  zij  dertien  vaste  plaat-  Inr^^^fl* 
fen ,  en  in  Praag  een  Ilof,   met  name  Jeruzalem ^     . .  .  — 
hetwelk  thans   Sf.   Laurens   genoemd  wordt.     Zoo- 
dra   zij  hun  beflisfend  lot  vernamen,   leiden  zij  hun- 
ne Ordenskleederen  af,  en   gaven   liunne   Sloten  aan 
den  Koning  jan  over,  waar  door  zij  hun   leven  be« 
hielden;  uitgezonderd  weinigen  te  Praag ^  die  hunne 
woningen  niet  willende  verlaren,  vermoord   v^rerden. 
In  Uildeshehn  werden  zij  verjangd  of  doodgcflagen ; 
men  floopte  hunne  woningen ,  behalve  hunnen  Tem- 
pel, die  nog  onder  den  naam  van   St,   Joris  aan  de 
Euangelisch  -  Lutherfchcn  belioort. 

In  Arragon  zou  de  Orde  bijna  geheel  gered  ge- 
weest zijn.  Hier  werd  in  het  jaar  1312  te  Tarra" 
gona ,  door  den  Anrtsbisfchop  willem  van  Rocca- 
berti ,  eene  Kerkvergadering  gehouden,  om  de  zaak 
der  Tempelier  en  naauwkeurig  te  onderzoeken.  Zij 
werden  op  dezelve  befcheiden,  en  alle  klngten  tegen 
hen  overwogen.  Het  befluit  was,  dat  deze  Kerk- 
vergadering de  uitfpraak  deed ,  dat ,  dewijl  zij  aan 
geene  misdaad  of  Ketterij  fchuldig  waren  bevonden , 
niemand  beftaan  zou,  kwaad  van  hen  te  fpreken. 
Evenwel,  naardien  het  harde  vonnis  van  den  Paus 
nu  eens  vooral  plaats  had ,  bleef  de  vergadering  eene 
poos  twijfelachtig  ,  wat  zij  ten  aanzien  der  Orde 
befluiten  zou.  Eindelijk  werd  vastgedeld,  dat  de 
Tempeliers  in  de  Bisdommen,  v/aar  zij  goederen  be- 
O  3  za- 


2Ï4  KERKELIJKE 

V       zaten ,    woning    en   onderhoud  uit  dezelve  zoude» 

BOER     ontvangen ;  maar  voor  het  overige  aan  deBisfchoppen 

Hoofdft.  onderworpen  zouden  zijn,  en  een  onberispelijk  leven 

na  C.  G.  leiden,  tot  'er  eene   nadere   beflisfing  van   den   Paus 

10^1  ^fy'  ^^^^  ^^^"  ^'^^  volgen.     Welk  befluit  ook   uitgevoerd 

■■ werd.     Maar  deze  zaak  kreeg  vijf  jaren  daarna  eene 

nieuwe  wending,  toen  de  Paus,  op  verzoek  van  ja.- 
KOB  II,  K"ning  van  Arragon^  toeftond,  dat  de 
goederen  der  Orde  zouden  hefteed  worden  tot  het 
oprigten  eener  nieuwe  Orde,  welke  onder  den  naam 
van  Monteza  tot  ftand  kwamen.  Even  dus  werd 
in  Portugal  van  de  gemelde  goederen ,  met  bewil- 
liging vau  den  P.ius,  door  Citw  Koning  dionysius, 
de  Christus -Orde  gedicht,  waar  van  zoo  aanftonds 
nog  iet  volgen  z;d.  —  In  KastiU'è  integendeel  kreun- 
de FERDiNAND  IV  zich  niet  aan  het  Pausfclijk  be- 
vel, om  de  goederen  aan  de  Hospitaal- Ridders  in 
te  ruimen,  maar  vereenigde  ze  met  zijne  overige  be- 
zittingen. EDUARD  II  van  Engeland  nam  dit  bevei 
flipter  in  acht,  doch  onder  betuiging  in  het  jaar 
1312,  dat  door  het  overdragen  van  deze  goederen 
9an  de  Ridders  van  St.  Jan  geen  nadeel  mogt  ge- 
daan worden  aan  de  regten  van  zijne  kroon,  noch 
aan  zijne  onderdanen.  De  nog  overige  Tempeliers 
in  zijn  Rijk  wilden  voor  een  gedeelte  trouwen ,  maar 
de  Bisfchoppen  fionden  dit  niet  toe,  omdat  zij  ge- 
loofden, dat  hunne  gelofte  nog  fteeds  van  kracht 
bleef. 
Aanmer-  Na  deze  eenvoudige  opgave  der  berigten  aangaan- 
kingen  ^^  ^j^^e  zaak,  blijft  het  nog  moeijelijk  te  beoordee- 
waarheid leïij  wat  'er  zij  van  de  waarheid  der  befchuldigin- 

gen. 


GESCHIEDENIS.  215 

gen ,  welke  tegen   de   Tempeliers  zijn   ingebragt ,   te       V 
Dioeiielijker ,   omdat   de  gelijktijdige   Schrijvers   zelve     ^^^ 
zoo   zeer  daaromtrent  verfchillen.      villani    merkt  Hoofdft. 
aan,  en  hij  zelve  helt  tot  die  zijde  over,   dat  velen  ria  C.  G. 
zeiden,  dat  de  Teuipeliers  met  onregt  onderdrukt  \va-  f^JVtll.' 

ren ,  en  alleen ,  opdat  men  zich  van  hunne  goederen 

meester   mogt  maken.     Nog  bepaalder  fchreef  om-  '^'^^  ^^" 
trent  het  midden    der  Xlvde   eeuw  boccatius  (*).  gingen 
FiLiPS  de  Schoone  had    zoo  wel   de   yoden  uit  zijn  tes^n  de 
Rijk  verdreven,  als   de  Tempelheer  en   van   affchuwe- i;^t?^^' 
lijke  misdaden  befchuldigd,  om  dezelfde  reden,   na- 
melijk om  een  voorwendfel  voor  zijne    geldgierigheid 
te  hebben,  die  hij  met  hunne   rijkdommen   bevredig- 
de.    In  de  volgende   eeuw  meldt  ons  de  vermaarde 
Heilige   en    Aartsbisfchop    van    Florence^   antoni- 
Nus  (f) ,  dat  men  algemeen  dacht ,  dat  de  befchul- 
digingen  tegen  de   Tempelieren  alleen   daarom   uitge- 
dacht waren,  opdat  men  hunne    goederen  zou   kun- 
nen plunderen,  hetwelk  ook  gefchied  was.   Met  veel 
gematigdheid  laat  zich  de   Abt  trittenheim   (§} 
hier  over  uit:    De  Tempel -Orde,   fchrijft  hij,  was 
de  rijkfte  van  alle  Ordens,   en   hare  groote  rijkdom- 
men zullen  ook  de  oorzaak  van  haren  ondergang  ge- 
weest zijn.    De   gelijktijdige  Monnik  hugbert   be- 
rigt,  dat,  toen   hun   Grootmeester,  met  60  andere 
Ridders,  te    Far'^s  gevangen  waren,   de   overigen, 

uit 

(*3  Be  Cafibus  Viror.  Illnfir.  in  bulaei  Hht,  UniveT" 
fit.  Paris.  T.  IV.  p.  iio. 

(f)  /lp.  KAYNALD.  ad  a.  1307.  n.  12.  p.  i3. 

CS)  Chron,  Hirfaiig  ad  a.  1307, 
O4 


ai6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       uit  bekommering  van  een  treurig  lot,  en  om   aan 

BOEK     hunne   vijanden  den  gezochten  buit  te  onttrekken , 

Tloofdft.   ^^  ^^^  onmetelijke  goud  en  zilver  der  Orde  in  Kloos- 

m  C.  G.  ters.   Sloten,   bosfchen  en  velden,    maar  inzonder- 

£01^1  s^r"  ^^^^ '  8^^y^  °^^'^  naderhand  door  de  pijnbank  ont- 
fi  II  waar  is  geworden,  in  oude  putten  en  bronnen  zeer 
geheim  verborgen  hebben;  waar  van  naderhand  veel 
ontdekt  is  geworden.  Vervolgens  begint  trit- 
tênheim  het  verhaal  van  hunnen  n.mp  met  de  be- 
tuiging ,  dat  hij  geenszins  voornemens  was  ,  daar 
door  den  Heiligen  Roomfchen  Stoel  of  den  Paus  te 
beleedigen,  wanneer  hij  aantoont,  dat  dit  met  toe- 
ftemining  van  Paus  klemens  is  uitgewerkt.  Hij 
neemt ,  vervolgt  hij ,  zijne  Gefchiedenis  flechts  ge- 
trouvv  uit  oudere'  voorgangeren  ,  en  laat  aan  het 
Goddelijk  oordeel  de  uitipraak  over,  of  de  Tempel- 
heeren  met  regt  of  onregt  zim  veroordeeld  gewor- 
den. Daar  op  brengt  hii  het  boven  aangehaalde  be- 
risï  bii  van  den  vo'^rmaligen  Prior  der  Orde,  en  zij- 
nen medegevangenen  nüffodei,  die  beiden  van  hun- 
nen Grootmeester  in  de  gevangenis  geworpen  waren; 
beide  vol  van  eenen  b'^ozen  geest,  om  zich  de  vrij- 
heid te  bezorgen ,  verfchrikkelijke  misdaden  tegen 
de  Oi'de,  val  fc  hel  ijk ,  gelijk  velen  meenden,  verdicht 
hadden;  omdat  zii  wisten,  hoe  rijk  dezelve  vi^as  , 
en  hoe  geldjiierig  Koning  fjlips,  die  daarom  ligt 
aangtfpoord  zou  kunnen  worden,  om  haar  te  ver- 
volgen. Onder  de  tien  befchuldigingen  tegen  de 
Orde  -  welke  zij  aan  den  Koning  zouden  medege- 
deeld hebben,  flaan  ook  deze,  dat  al  de  Tempel- 
heeren  met  de  dwalingen  der  FratriceUen  befmet  wa- 
ren; 


GESCHIEDENIS.  217 

ïtn ;  dat  zij  den  Paus ,   het   gezag  der   Kerk   en   de       V 
Sacramenten    verachtten  ,    met   Kerkelijke    boeten   en     ^??!^ 
de  Sacramenten    fpotien;   en   ook    de  Novitien^  die  Hoofdf!. 
de  Orde    weder  verlaten    wilden ,    heimelijk   ombrag-  "^^  C:  G. 
ten.     De  Schrijver  voegt  'er  bij,  dat  de  Koning  van  (or^lr^^ 
deze  -opening  te  fpoediger  gebruik  ma;ikte,  hoe  meer  ■ 

hij  buitendien  der  Orde  ongenegen  was ,  dewijl  de- 
zelve zoo  vele  goederen  m' zijn  Riik  bezat,  en  ge- 
weigerd had ,  hem  de  tienden  te  betalen ,  welke  de 
Paus  hem  voor  vijf  jaren  toegeltaan  had.  Ook  had 
hij  de  toefliemming  van  den  Paus  tot  het  gevangen- 
nemen der  Ridderen  afgeperst,  en  hen  op  het  wreed- 
fte  laten  pijnigen,  om  hun  eene  belijdenis  af  te  dwin- 
gen, zoo  als  hij  wenschte;  maar  zij  hadden  onder 
al  de  folteringen  hunne  onfchuld  betuigd  ,  en  waren 
gedeeltelijk  onder  dezelve  omgekomen.  Wel  hadden 
de  Grootmeester  en  eenigen  der  voornaamden,  toen 
zij  voor  den  Paus  gebragt  waren  ,  door  de  goede 
beloften  van  dezen ,  van  den  Koning  en  andere 
Grooten  bewogen ,  ten  einie  hun  leven  te  redden , 
en  dewijl  hun  vergiffenis  beloofd  was,  indien  zij  de 
befchuldigingen  wilden  bekennen ,  zulks  werkelijk 
gedaan.  Maar  toen  zij  evenwel  in  de  gevangenis  te- 
ruggevoerd ,  en  te  Parys  openlijk  als  boetelingen  ten 
toon  gefteld  waren ,  had  de  Grootmeester  zijne  be- 
kentenis herroepen,  en  zich  des  doods  waardig  ver- 
klaard ,  omdat  hij  die  zoo  ligtvaardig  afgelegd  had. 
De  Koning  had  ook  de  goederen  der  Orde  'w  Franke 
ryk  alle  aan  zich  getrokken;  andere  Vorsten  hadden 
in  hunne  landen  insgeliiks  gedaan ,  behalve  eenigen , 
die  dezelve  aan  de  Geestelijken  of  aan  de  armen  ge- 
O  5  fchon- 


ftiS  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  fchonken  hadden.  —  Aan  den  anderen  kant  hebben 
BOEK  ^Q  Franfche  Schrijvers  der  XIV  en  XVde  eeuw, 
Hoofdft.  ook  andere  voorname  Schrijvers ,  zoo  als  platina  , 
na  G.  G.  volaterranus  ,  blondus  ,  albert  kranz  en 
•Jq^^j°^^' meer  andere,  het  geheel  niet  in  rwijfel  getrokken, 
■II  dat  het   een    verdiend   lot   geweest  is,   hetwelk    de 

Tempeliers  getroffen  heeft, 

Ondertusfchen  waren  'er  geene  echte  flukkcn  of 
handelingen  bij  eenigen  Schrijver  aangehaald,  welke 
echter  alleen  de  zaak  beflisfen  konden,  pieter  du 
puY,  (of  puteanus,)  was  de  eerde,  die  dit  niet  be- 
hulp der  Koninklijke  Franfche  Archiven  gedaan  heefr, 
In  zijn  Boek  :  Histoire  de  la  Comdemnatioii  des 
Templier s  ^  hetwelk  kort  voor  zijnen  dood  te  Parys 
.  in  1650  in  410  gedrukt  is,  bragt  hij  verfcheidene  uit- 
trekfels  en  zelfs  geheele  (lukken  van  Gerigtshandelin- 
gen  met  de  Tempeliers  bij,  welke  veel  licht  geven, 
fchoon  hij  anders  zijn  werk  over  het  gelieel  zoa 
heeft  ingerigt,  dat  niet  duister  blijkt,  dat  zijn  oog- 
merk geweest  is,  om  filips  den  Schoonen  te  verde- 
digen. 

Doch  na  de  laatfle  jaren  der  XVIIde  eeuw  begon- 
nen verfcheidene  Schrijvers,  inzonderheid  Proteflan- 
ten,  te  beweeren,  dat  de  Tempeliers  onregtvaardig 
behandeld  zijn  geworden  ,  of  ten  minfle,  dat  men 
'er  geen  beflisfend  vonnis  over  ftrijken  kan.  Zoo 
oordeelde  nicol.  gurtler  ,  een  Hervormd  Godge- 
leerde ,  in  zijne  Hifloria  Templariorum  ,  Amfterdam 
1691  in  Octavo^  en  herdrukt  en  vermeerderd  1703, 
dat  het  wel  moeijelijk  is,  vooraf  tegen  deze  Orde 
oordeel  te  vellen;  maar  dat  zich  allezins  ter  vermin- 


GESCHIEDENIS.  219 

dering  der  tegen  haar  ingebragte  befchuldigingen ,  en       V 

voornamelijk  van  de  algemeenheid  derzelve,  veel  met     ^^^^ 

waarheid  gezegd  kan  worden.   —   chr.  thomasius  .loofdft. 

zocht  in  eene  Verhandeling :  de  Templariorum  Eqiii-  a::  C.  G. 

tum  Ordine  Suhlato ^  Halae  1705  in  410.  opzetteliik  i'^l!'^i°'^^* 

'.Q\.  1 5 17* 
te  bewijzen ,  dat  de  veroordeeling  van  de   Orde  der  . 

Tempelieren  volftrekt  onregtvaardig  is  geweest.  Hij 
beriep  zich  hoofdzakelijk  daar  op,  dat  in  zoo  onge- 
loofelijke  befchuldigingen,  als  tegen  hen  werden  in- 
gebragt,  zelfs  vrijwillige  bekentenisfen  geene  bewijs- 
kracht hebben,  maar  dat  velen  door  de  pijnbank  tot 
deze  bekentenisfen  gebragt  zijn;  dat  zij  dezelve  na- 
derhand herroepen  ,  en  tot  hunnen  dood  toe  alles 
ontkend  hebben;  eindelijk,  dat  velen  van  hen  nooit 
iets  bekend  hebben.  —  Met  veel  rijker  hulpmiddelen 
voorzien ,  fchreef  karel  gottlob  anton  in  het 
jaar  1779  eene  Proeve  der  Gefchiedenis  van  de  Orde 
der  Tempelieren,  bij  welker  tweede  uitgave  in  1781 
in  Svo.  hij  zich  als  Schrijver  genoemd  heeft.  Deze 
vindt  de  Tempeliers  volftrekt  onfchuldig ,  doch  gaat 
zekerlijk  te  ver,  wanneer  hij  beweert,  dat  hunne 
ftrenge  levenswijze  hunnen  val  bevorderd  hebbe.  — 
Dit  gaf  aanleiding  aan  fr.  nicolai  ,  om  zijne  Proe- 
ve over  de  befchuldigingen ,  welke  tegen  de  Orde  der 
Tempelieren  ingebragt  zijn,  en  over  het  geheim  van 
deze  Orde,  Berlin  1782 in  Svo,  uit  te  geven,  waar  bij 
nog  in  hetzelfde  jaar  een  tweede  Deel  gekomen  is.  Deze 
Schrijver  poogie  aan  te  toonen,  dat  de  gemelde  be- 
fchuldigingen geenszins  zoo  ongeloofelijk  zijn,  als 
tnen  gemeenlijk  onderfteld  heeft;  maar  dat  de  geest 
der  toenmalige    tijden    ze    veel    meer    waarfchijnlijk 

maakt; 


2ao  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       maakt;  en  dat  zij  bij  velen   der  befchuldigden  door 
BOEK     hunne   bekentenis   en  door   andere  getuigenisfen  tot 
Hoofdft.  zekerheid  gebragt  zijn.     Ook  geloofde  hij  in  de  Orde 
na  C.  G,  verfcheidene  graden  ontdekt  te  hebben ;   hij  verklaar- 
ton^i'r  ^^    ^^^    beruchte    Afgodsbeeld  ,    Baffometm ,    door 
,i„,i»    ,.,     PVijsheidsdoop ;  en  vond   in    hetzelve    het   Kahbalis' 
tisch-SljmboUsch  Beeld  des  Scheppenden  Gods;  ge- 
lijk hij  ook  daar  door  tot  fporen   van    Gnostieke  ge* 
voelens   onder   de    Tempeliers  geleid  werd.    —    De 
Heer  anton  heeft  daartegen  in   zijn   onderzoek  over 
het  geheim  en  de  gebruiken  der  Tempelieren ,  Des  fan 
1782  in   8vo.   eenige    aanmerkingen    voorgedragen  , 
door  welke  over  het  wezenlijke  der  vraag  veel  licht 
verfpreid  wordt. 

Eindelijk  hebben  twee  Duitfche  Geleerden  gewig- 
tige  ontdekkingen  gedaan  van  echte  en  ooifpronke- 
lijke  flukken.  moldenhauer  ,  Hoogleeraar  in  de 
Godgeleerdheid  te  Koppenhagen ,  vond  in  de  Abdij 
te  St.  Germain  des  Pres  Juist  het  handfchrift  der 
Akten  tegen  de  Orde,  waar  uit  du  puy  een  uittrek- 
fel  medegedeeld  had,  volledig,  op  120  bladen  in 
Folio,  in  het  Latijn,  maar  op  vele  plaatfen  in  de 
Oudfranfche  ,  Limojïjnfche  ,  en  Katalonifche  taal 
gefchreven.  Dit  gaf  hij  vertaald  te  Hamburg  1792 
in  8vo.  in  het  licht ,  onder  den  titel :  Proces  tegen 
de  Orde  der  Tempelieren^  uit  de  origineels  Akten 
der  Pausfelijke  Commisfie  in  Frankryk.  Het  lezen 
dezer  oorkonde  geeft  voor  eiken  nadenkenden  Lezer 
voldoening  genoeg  ,  om  den  loop  van  dit  Proces 
met  zekerheid  te  beoordeelen,  „  hetwelk,  gelijk  de 
■'    Heer  moldenhauer  met  regt  zegt,  door  de  zwart- 

fte, 


GESCHIEDENIS.  221 

fte,  met  ongehoorde  arglisiigheid   gepaarde,  vernie-       V 
tiging ,    geheel   van    zijne   voorgewende  beftemming     ^9^^ 
afdwaalt."     Het  is  uit  hetzelve  zoo   oogenfchijnlijk  Hoofdft. 
klaar ,  als  men  verlangen  kan ,   dat  filips  de  Schoo-  ^  C.  G, 
'   ne^    vol  vijandelijke   gezindlieden  jegens  de    Orde  ,  l^Jiyj^* 
derzelver  veroordeeling  en   vernietiging  reeds  vooraf    . 
befloten  had,   eer  'er  nog  eenig  onderzoek  omtrent 
dezelve  gefchied  was;   dat  men  de  Ordensbroeders 
gedwongen  had,  om  van   hunne  verdediging  af  te 
zien ,  en  daartegen  velen   door  de  pijnbank  bekente- 
nisfon  afgeperst  heeft,   zoo  als  men  ze  verlangde  en 
voorfchreef;  dat  de  Pans  alleenlijk  lieverlede,  en  uit 
vrees  voor  den  heel  driftigen  Vorst ,  bewilligd  heeft, 
om  de  uitvoering  van  zijn  ontwerp   te   bevorderen; 
dat  'er  geheel  geene   Ketterij  in .  de   Orde   gevonden 
is ;  dat  wel  bij  het  aannemen  van  nieuwe  leden  fom- 
tijds  onzedige  tooneelen,  ook  wel  eene  afged wongene 
verloochening  van  den  Verlosfer,  zijn  voorgevallen; 
maar  dat  dit  volftrekt  geene  algemeene  gewoonte  der 
Orde  geweest  is.     Onder  veel   andere   dingen   leert 
men  'er  ook  uit,  dat  de   geduchte  Kop,  baffome- 
Tus   genoemd,   niets   anders  geweest  is,  dan   eene 
Reliquie ,  die  in  eene  Vaas  op  het  Outer  der  Kapel , 
in  welke  het  Kapittel  gehouden  werd,  bewaard  werd. 
Met  dit  echte   (luk   ftaat  een   ander   in  verband , 
hetwelk  de  Heer  riunter  ,   insgelijks    Hoogleeraar 
der  Godgeleerdheid  te   Koppenhagen ,   in   een  Hand- 
fchrift  der  Bibliotheek  Corfini  te  Rome  ontdekt  heeft, 
hetwelk  in  het  Fransch  in  de  tweede  helft  der  Xllde 
eeuw  opgefteld  is.     Het   is   het  Boek  der  Statuten 
van  de  Orde  der  Tempelieren  ^  waar   van  munter 

eene 


22ft  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  eene  Hoogduitfche  Vertaling  gegeven  beeft  met  op- 
boek  helderende  aanmerkingen  te  Bet/in  1794  in  8vo.  Ook 
HooiUft.  ^^'^^  '^'^^  zonder  bedenken  in  de  Voorrede  fchrijven: 
na  C  G.  ,,  Het  is  thans  volkomen  uitgemaakt,  dat  al  de  be- 
10^1  <i7'  "  Tchuldigingen,  op  welke  de  affchaffing  dezer  Orde, 
-  „  die  met  geheel  andere  oogmerken  voltrokken  werd, 

„  njar  den  fchiin  gegrond  was ,  door  onkunde  en 
„  zwarte  boosheid  voortgebragt  zijn ,  dat  de  gebeele 
„  inrigiing  der  Tempelieren ,  naar  den  geest  hunner 
5,  eeuw  beoordeeld,  onlchuldig  en  onberispelijk  was; 
,,  en  dat  zij  alleen  gevallen  zijn, omdat  een  hebzuch- 
„  tig  en  trouvveloüs  Koning  zich  niet  ontzag,  alle 
„  middelen  ter  hand  te  nemen ,  welke  gevvetenloos- 
„  heid  en  dwingelandij  hem  aanboden ,  om  zijne 
,,  onverzadelijke  gierigheid  en  bloeddorftige  wraak- 
„  zucht  te  bevredigen."  Ook  geeft  de  Gefchiedenis 
inderdaad  getuigenis ,  dat  filips  ,  behalve  de  fchat- 
ten,  welke  hij  terftond  van  eerden  af,  bij  het  alge- 
meen gevangennemen  der  Tempelieren  ,  naar  zich 
trok,  nog  ongevaar  twee  derde  van  hunne  roerende 
goederen  zich  toegeëigend  heeft;  dat  de  Hospitaliers 
of  St.  Jans  Ridders  hem ,  om  een  gedeelte  derzelve 
te  bekomen,  200^000  Livres,  eene  verbazende  fom 
in  dien  tiid ,  voor  de  Proceskosten  moesten  betalen ; 
dat  desniettemin  de  Hovelingen  hun  veel  daar  van 
ontnomen  hebben ,  zoodat  zij  door  het  handhaven 
van  hun  regt ,  uit  hoofde  van  de  zware  onkosten , 
arm  zijn  geworden ,  dat  de  Paus  aan  den  Koning 
desvvegens  wel  vooyfiellen  gedaan  ,  maar  van  hem 
ten  antwoord  gekregen  heefr ,  dat  de  Paus  zijne  be- 
lofte ,  om  de  Hospitaal  -  Orde    te  hervormen ,   nog 

niet 


GESCHIEDENIS.  223 

niet  vervuld  had,  eindelijk  dat  deze  Orde   aan  vol-       V 

gende  Koningen  ook  nog  andere  bewilligingen  voor  de     **'^* 

aan  haar  overgelatene  goederen  heeft  moeten  toeftaan,  Hoofdff. 

In  plaats   van  de   vernietigde  Orde   der  Tempelie-  na  C.  G< 

ren,  ontftonden  in  Spanje  en  Porttipal  nieuwe  Rid-  J^^'"^°73» 
■'     ■'                    °                            tot  1517» 
derordens.    Voor  deze   beide   Rijken  fcheen   de  be-  

hoefte   van   zulke  krijgsgenootfchappen   grooter   dan  Nieuwe 
elders  te  zijn,    uit  hoofde   van   de  iiabuurfchap   der  ordens  in 
Arabieren,  en  de  aanhoudende  oorlogen    der   Chris-  Spnnjeen 
tenen  met  dezelve.    Ook  waren  reeds  in   vroeger  ja-  ^^^'"S  ' 
ren   dergelijke   Ridderordens   aldaar  opgerigt.      Van 
San  yago,  (of  den  Heil.  jacobus,)  de  Compost  el-- 
Ia  ,   Calatrava  en   Akantara  ,    in   de   Koningrijken 
Kast  Uien  en  Leon,  beroemd  door  hunne   dapperheid 
tegen  de  Mooren,  en  daar  voor   met  zeer  rijke  in- 
komften  beloond.     Thans  kwam  'er  de  Orde  bij  van 
onze  Lieve  Vrouw  van  Monteza ,    gedicht  door  ja- 
KOB  n.  Koning  van  Arragon ,  in  de   ftad  van  den- 
zelfden naam,  in  het  Koningrijk  Valencia,  in  1307. 
JAN  XXll  ftond  toe,  dat  de  goederen    der   Tempel- 
heeren  aldaar  tot  dezelve   befteed   werden;    gelijk  in 
het  algemeen  de  Pausfelijke  bekrachtiging  tot  alle  de- 
ze Ordens  vereischt  werd.  Even  dus  ftichtte  in  13 19 
de  Koning  dionysius  van  Portugal,  alwaar  de  Rid- 
derorde van  Avis  reeds  beflond,   en  waar  zich   ook 
de  Orde  van  San  'Jago  had  uitgebreid ,  uit  de  meer- 
maals gemelde  goederen,  de  Christus-Orde,  die  aan- 
zienlijker en  rijker  is  dan  de  overigen.     Aan  de  Chris- 
tus-Orde gelijk  aan  de  Ridders  van  Avis  is  ook  door 
ALKXANDER.  VI  ontflag  Verleend  van  de  gelofte  van 
kuischheid,  en  de  vrijheid  gegeven,  om  te  trouwen. 

ZE- 


124  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 


ZEVENDE    HOOFDSTUK. 

^Jgemeene  Gefchiedenis  van  den  Godsdienst.    Nieuwe 
plegtigheden.    Heiligen,    Reliquien»   enz. 

V        \\  ie  tot  dus   ver   de    Kerkelijke  Gefchiedenis  van 

Yjf       dit  Tijdvak  met  oplettendheid  heeft  gelezen,   zal  ge- 

Hoofdft.  zien  hebben ,  hoe  de  bron ,  uit  welke  de  Godsdienst 

na  C.  G.  gjj  deszelfs  leerftukken    door  de  Christenen   werden 

jaario73. 

tot  1517.  afgeleid,  inderdaad  voortvloeide  van  onder  den  troon 

~    der   Roomfche   Kerkhoofden,       Hoe  zeer  men   den 

van  de H.  ^"^'^'j'^  maakte,  van    de   Heilige   Schrift^  de   Overk- 

Schrifc.     veringen^  en  thans  zelfs  de  Wijsbegeerte^  maar  ook 

nieuwe  Openbaringen   te   erkennen ,  als  de  bronnen 

en  gronden  van  het  Geloof  aan   de  leerftukken   van 

den  Godsdienst,  was  zulks  inderdaad  enkel  goochel- 

fpel,  dewijl  reeds  eeuwen  lang  omtrent  de//"  Schrift 

was  voorgefchreven ,  hoe  men   dezelve   verklaren  en 

uitlegden  moest.  -•  De    Overleveringen  moesten  door 

het  Opperhoofd  der  Kerk  ten  aanzien    van  derzelver 

echtheid  en  noodzakelijkheid  beoordeeld   worden;  de 

Wijsbegeerte  had  reeds  lang  geleerd,   het   gezag  der 

Kerk  te  eerbiedigen   en  naar   de   oogen   te  zien;    en 

zelfs  de   nieuwe    Openbaringen^  op  welke   fommige 

Heiligen  van  dezen  tijd  roemden,   moesten  zich  ins* 

'gelijks  aan   het  oordeel   der  Roomfche  Bisfchoppea 

onderwerpen. 

Aanprij-        Het  is  waar,  de  fJeiÜge  Schrift  werd  nadrukkelijk 

zing  «er-   aangeprezen   en   veelvuldig  gebruikt   en  aangehaald, 

door 


GESCHIEDENIS.  %is 

dloor  de  Mystieken  van  dezen  tijd.    De  H.  bern-      V 
HARD,  de  voornaamfte  onder  hen,  was  een  groot    ^^J' 
Vereerer  der  Heilige  Schrift ,  zonder  welke   hij  zeld-  Boofdü* 
zaam  predikte  en  fchreef ,  maar  dit  alles  was  voor  "^  C.  G. 
ieder,  behalve  de  Geestelijkheid,  verloren,  alzoo  hij  {^^  ,^,_[ 
de  Latijnfche  taal  gebruikte.     Maar   ook  voor  de  ■ 

Geestelijkheid  konden  de  loffpraken  door  dezen  Hei-  ^^^"^^  ^  „ 
ligen  aan  de  Heilige  Schrift  gegeven,  weinig  baten;  h.bern^ 
alzoo  hij  het  regt  van  derzelver  uitleggingen  aan  de  hardus* 
Kerk,  dat  is,  aan  de  Kerkvaderen,  Kerkvergaderin- 
gen en  aan  de  Paufen  in  der  tijd  toekent.  In  eene 
Kerkrede  over  Exod.  XVI.  7.  (♦)  zegt  hij:  ,,  Deze 
woorden  zijn  wel  in  de  Schrift  voor  derzelver  plaats 
en  tijd  gefteld;  maar  de  Moeder,  de  Kerk,  heeft 
ze  niet  onvoegelijk  op  den  dag  vóór  de  geboorte 
des  Heeren  toegepast;  die  Kerk,  zeg  ik,  welke  den 
raad  en  geest  van  haren  Bruidegom  en  God  bij  zich 
heeft,  wier  beminde  tusfchen  hare  borsten  verblijft; 
terwijl  hij  voornamelijk  de  woning  van  haar  hart 
zelve  bezit  en  voor  zich  behoudtt  Zij  is  het  name- 
lijk ,  die  zijn  hart  wondt ,  en  het  oog  harer  befchou- 
tving  zelfs  in  den  afgrond  der  verborgenheid  Gods 
heeft  ingedoopt ;  zoodat  voor  hem  in  haar  hart  en 
voor  haar  in  het  zijne  een  eeuwigdurende  gedachte- 
nis overblijft.  Wanneer  zij  derhalve  in  de  Heilige 
Schrift  eenige  woorden  verandert  of  verwisfelt  : 
( alter  at  vel  alternat ,  )  dan  is  deze  zamenftelling 
(lerker  ,  dan  de  eerfte  plaaifing  der  woorden  ,   en 

mis- 

(*)  Sermo  III.  /;;  Vigilia  Naiiviiatis  Domini   Vol.  \U 
Opp.pag.  45. 

XVm.  Deel»  P 


«26  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  misfchien  zoo  veel  te  fterker,  hoe  grooter  het  ow- 
^vjÏ  ^^^rlfcheid  tusfchen  beeld  en  waarheid,  licht  en  fcha- 
Hoofdft.  duw,  vrouw  en  dienstmaagd  is."  Het  zal  daarom  niet 
na  C.  G.  noodig  zijn, meer  plaaifen  aan  te  halen, uit Schr*^ vers 
toe  i<i7  ^^"  dezen  tijd,  in  welken  zij  den  Bijbel  aanprijzen 
II  als  noodzakelijk  te  kennen,  zoo  dat, met  de  Heilige 

Schrift  onbekend  te  zijn,  even  hetzelfde  zij,  als 
CHRISTUS  niet  te  kennen,  dat  men  zonder  haar  van 
eiken  wind  van  leering  rondgedreven  wordt  enz,, 
want  het  geen  hier  uit  nadrukkelijk  had  moeten  vol- 
gen, de  menfchen  op  te  fporen,  om  den  Bijbel  vlij- 
tig te  lezen,  verzuimden  zij.  Zij  lazen  hem  voor 
de  Leeken  in  de  Latijnfche  Vertaling ,  en  de  Kerk 
had  hem  voor  hen  gelezen. 
Het  ver-       Veel  meer  droegen  de  Paufen  en  Kerkvergaderin- 

talen  en    „^^  ^org ,  dat  niet   het  lezen  van  den  Bijbel  voor 
lezen  van  o  ="  -> 

denBijbel  de  Leeken  gemakkelijker  mogt  gemaakt  worden  door 
verboden  Vertalingen  in  de  taal  der  bijzondere  landen.  De 
Kerkvergadering  in  het  jaar  1129  te  Touloufe  gehou'- 
den,  verbood  (*)  ,  dat  de  Leeken  het  Oude  of 
Nieuwe  Testament  zouden  hebben,  ten  ware  zij  uit 
bijzondere  godsvrucht  een  Pfalmboek  of  een  uittrek- 
fel  van  den  openbaren  Kerkedienst,  (^breviarium pro 
divinis  oficiis , )  of  de  gebeden  en  gezangen  aan  de 
Heilige  Maagd,  (^horas  B.  Maria,)  wilden  bezit- 
ten; doch  tevens  verbood  zij  ten  fcherpfle,  dat 
zelfs  deze  Boeken  aan  niemand  ,  in  de  moedertaai 
overgezet ,  veroorloofd  zouden  wezen. 

Nog   merkwaardiger  zijn  hier    twee  Brieven  van 

Paus 
C')  HARDüiN  T.  VL  P.  11  pag.  II 52.  Can,  12, 


GESCHIEDENIS.  tij 

Paus  iNNOCENTius  III,  iïi  het  jaar   1199,  wegens       V 
dit  onderwerp  naar  Metz  gezonden  (*).    In  de  eer-    '^oj' 
fte,  gefchreven  aan  al  de  inwoners  der  gemelde  ftad  Hoofdft. 
en  het  daar  toe  behoorende  Kerspel,  zegt  hij:   dat  na  C.  Gi 
hij  van  den  Bisfchop  verftaan  had ,  dat  onder  hen  Jq^J^jI * 
vele  Leeken  en  vrouwen,  uit  fterke  begeerte    naar  _— i 
de  Heilige  Schrift,  zich  de  Euangelien,  de  Brieven 
van  PAULUS,  de  Pfalmen,  de  Zedeleere  van  hiob, 
(dit  is  de  zoogenoemde  Uitlegging  van  gregorius 
den  Groot  en  over  dit  Boek , )  en  meer  andere  in  het 
Fransch  hadden  laten  overzetten ,  en  zich  onderfton- 
den  ,  in  hunne  geheime  vergadering   volgens  dezö 
Overzettingen  te  leeren ;  en  ook  (lout  genoeg  wa- 
ren, om  aan  hunne  Pfarheeren,  die   hen  deswegens 
beltraften,  te  antwoorden,   dat  hun  uit  de  Schrift 
bekend  was ,  dat  hun  dit  niet  verboden  mogt  wor-* 
den.    Sommigen,  zoo  vervolgt  de  Paus,  verachtten 
ook  de  eenvoudigheid  van  hunne  Priesters,  en  mor-* 
den  heimelijk,   wanneer  dezen  hun   het  woord  des 
heils  voordroegen,  dat  zij  hetzelve   beter  in  hunne 
boeken  hadden,  en  het  ook  verftandiger  konden  uit- 
drukken.   Vervolgens  onderneemt  de  Paus  hun   te 
bewijzen  ,  hoe  verkeerd  hun  gedrag  was.     Hunne 
geheime  fluip vergaderingen  ftreden  tegen  den  wil  van 
God,  die  bevolen  had,   dat  het  Euangelie  openlijk 
zou  gepredikt  worden,  maar  zulke  werken  der  duis- 
ternis waren  aan  de  Ketters  eigen.    Ook   mogten  de 
verborgenheden  des  geloofs    niet   aan    allen  zonder 
onderfcheid,  maar  alleen  aan  zulken  bekend  gemaakt 

WO  f* 
(*3  Innocent,  III.  Epistt.  L.    II.  Epist.    141.   14?. 
P  2 


aa8  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        worden  ,  die  ze  met  een  geloovig  verftand  vatten 
BOEK     konden  ,    dewijl   de    Heilige   Schrift    zulke    diepten 
Hoofdft.  heeft,  dat  de  geleerde  en  verftandige  mannen  naau- 
na  C.  G.  welijks  in  ftaat  zijn ,   om    in   dezelve  in  te  dringen, 
^^^"°^^"  Daarom    was  oudtijds   bevolen,  elk  beest,   dat  op 
I  den  heiligen  berg   zou  komen ,  te   fteenigen ,  opdat 

geen  eenvoudige  en  ongeleerde  het  wagen  mogt,  het 
verhevene  der  Schrift  te  beklimmen,  of  anderen  daar 
omtrent  te  onderwijzen.    Dit  was  een  inbreuk  in  de 
regten  van  het  Leeraarsambt;  en  indien  iemand  eene 
hoogere  roeping  tot  leeren   wilde  voorgeven,  moest 
hij    die    door   wonderwerken    of   getuigenisfen  der 
Schrift  bewijzen.    Het  is  waar,   den  Pricsteren  was- 
de  wetenfchap  om  te  leeren  zeer  noodig;   doch  de 
eenvoudigflien  onder  hen  mogten  zelfs   van  de  Ge- 
leerden ,   (Scho/asiicis ,^   niet  gering  geacht;    maar 
hun  ambt   moest  geëerd    worden  ,   nademaal  zij  in 
eene  bijbelplaats,  (Z)m  non  detrahes^')  zelfs  Goden 
genoemd  worden.     Hen  te  beflraifen  komt   den  Bis- 
fchop  en   niet   het  volk  toe.    Ook  mogt  niemand  , 
zoodanige  ftoutheid   daar  mede  ontfchuldigen  ,    dat 
zelfs  de  Ezelin  den  Profeet  beftraft   had,   naardien 
daar  alleen  mede  te  kennen  gegeven  wordt,  dat  een 
ieder  zijnen  Broeder  in  het  verborgene  moet  verma- 
nen,   maar  niet,   dat  men  dit  openlijk  zijnen   Va- 
der en  Priester  zou   mogen   doen.      Ten  flotte  ver- 
maant de  Paus,  en  beveelt  hun,  ter  vergeving  hun- 
ner zonden ,  hun  gedrag  te  veranderen ,  en  aan   het 
Katholijk  Geloof  getrouw  te  blijven ,  dewijl   hij  hen 
anders  tot  gehoorzaamheid  zou  dwingen.    Op  den- 
zelfden  ziii  loopt  de  andere  Brief,  die  aan  ^ta  Bis- 

fchop 


GESCHIEDENIS.  229 

fchop   van  3Iets  gefchreven  is.      Dit  waren  zeker       V 
aanhangers  der  Waldenzen^  die  eenigen  tijd  te  voren     ^°^* 
verfcheidene  Boeken  der  Heil.  Schrift  in  het  Framch  Hoofdft. 
hadden  laten  vertalen.     Hoe  bet  zij ,  als   velen   van  na  C   G. 
deze  inwoners  van  Biets  niet   wilden   gehoorzamen,  Jo^'^151?' 
zond  de  Paus  in   het  jaar   1200  eenige  Abten   der-  ■ 

waarts  ,    die   de  aflchriften    dezer  Overzetting  ver- 
brandden, en  deze  geheele  partij  uitroeiden. 

Voorts  waren  'er  vóór  deze  beide  Franfche  Ver*  Andere 
talingen  andere ,  zoo  in  de  XHde  als  tegen  het  ein-  JJ^Jg^^^"" 
de  der  Xlllde  eeuw  voorafgegaan,  die  voornamelijk 
in  het  verbasterd  Latijn ,  den  grond  der  Franfche 
taal ,  ( en  Roman ,  en  Langtte  Romance , )  waren 
opgefteld.  Wij  vinden  (*)  onder  anderen  gewag 
van  eene  Franfche  Overzetting  van  het  Hoogelied^ 
welke  aan  de  Cistercienfen  zoo  zeer  mishaagde,  dat 
zij  op  een  algemeen  Kapittel  in  het  jaar  I200  gebo- 
den, dat  dezelve  in  alle  hunne  Kloosters  verbrand 
zou  worden.  In  Italië  zal  de  Dominikaner  giaco- 
MO  Dl  viRAGGio,  gemeenlijk  jacobus  de  voragi- 
NE  geheten,  die  omtrent  het  jaar  1298  als  Aartsbis- 
fchop  van  Genua  geftorven  is,  de  eerfle  Overzetting 
van  den  Bijbel  in  de  landstaal  geleverd  hebben,  hoe- 
wel men  'er  nooit  een  affchrift  van  gevonden  heeft, 
waarom  men  aan  dit  berigt  twijfelt  (f).  Waarfchijn- 
lijk  is  het  berigt  van  den  Jefuiet  mariana  (§) 
geloofwaardiger,  dat  alfonsus.  Koning  van  Kasti- 

lii, 

(•)  Hist.  Litter.  de  Trance  T.  IX.  />.  149. 

(t)  FABRic.  Bibl.  Mei.  et  in  f.  Latin.  T,  IV. /.  21. 

(§)  De  reb.  Hhpan.  L  XIII.  C.   7. 

P3 


{130  K  E  R  K  E  L  I[  K  E 

V       //è',  in  de  later  tijden   der  XlIIde   eeuw  de  Heilige 

^^"     Schrift  in  de  gebruikelijke  taal  van  zijn  Rijk  heeft 

Hoofdft.  ^^^^"  overzetten.    Omtrent  het  midden  van  die  eeuw 

na  G.  G.  bragt  rudolf  van   hohenembs  ,  op  begeerte  van 

jnario/s-  j^^jg^^  koenraad  IV,  het  Oude  Testament  in  Duit- 
jot  1517, 

fche  Verzen,  die  weleer  in  een  Handfchrift  van  het 

Klooster  Si,  Gal/en  bewaard  zijn  geworden  (*)» 
Doch  het  blijkt  genoegzaam,  dat  doorgaans  Geeste- 
lijken en  Mouniken  voor  hun  vermaak,  of  op  be- 
geerte van  eenige  Grooten,  Overzettingen  of  om- 
schrijvingen, woordelijk  uit  de  oude  Latijnfche  Over- 
zetting getrokken  en  vervaardigd  hebben ,  welke  wei- 
nig waarde  hadden  en  onder  de  Handfchriften  der 
Kloosters  of  andere  verzamelingen  begraven  lagen , 
zoodat  'er  de  Leeken  niets  aan  hadden. 

Een  gefchrift  van  den  beroemden  Francisknner 
BONAVENTURA ,  BtbUa  Pauperutn  ,  is  niet ,  zoo  als 
men  volgens  den  titel  denken  zou,  een  uittrekfel  uit 
den  Bijbel  voor  arme  Leeken.  maar  eene  aanwijzing 
voor  Predikers  ,  om  hunne  Toehoorders  van  den 
laagften  ftand,  de  noodigfte  voorfchriften  omtrent 
deugden  en  ondeugden  en  andere  onderwerpen  van 
het  geloof  der  Kerk  uit  Bijbelfche  perfonen  en  ge- 
fchiedenisfen  te  verklaren,  alle  in  eene  Alphabetifche 
orde  vervat.  Over  het  geheel  blijkt  uit  hetzelve  ^ 
dat  BONAVENTURA  wciuig  geweten  hebbe,  hoe  men 
de  Bijbelfche  Gefchiedenisfen  op  eene  nuttige  wijze 
|)ehoore  te  gebruiken.  In 

(*)  usHER.  Hist.  Dogmat,  cortroverfa  inter  Orthodo- 
xos  et  Pontificios  de  Scripturii  et  Sacris  Fernaculh, 
pag,  152. 


GESCHIEDENIS.  231 

In  de  volgende  XIII  en  XlVde  eeuwen  bleven  deze       V 
eelfJe  begrippen  (land  houden;  even  eens  begonnen     ^^^^ 
fomraigen  wel  door  te    zien ,  dat   het  corfpronkelijk  Hoofdft. 
Christendom  niet  wel  zuiver  kon  afgeleid  worden  uit  na  C.  G. 
overlevering.   Kerkvaders,   befluiten  der  Concilien ,  {^^^J°J^' 
sneeningen  der  Scholastieken ,  Decretalen  der  Paufen  - 
enz.,  maar  dat  men  hetzelve  van  Christus  en  zij- 
ne Apostelen  leeren  moest;  maar  even  eens  bleven  zij 
voortgaan,  de   Schrift  aan  het  gezag  der  Kerk  te 
onderwerpen. 

piETER  d'ailly  fchijut  hier  van  iets  gevoeld  te  pieter 
hebben ,  toen  hij  tegen  het  begin  der  XVde  eeuw  i^'^illy. 
zijne  aanprijzing  der  Heilige  Schrift  opftelde,  in 
den  vorm  eener  Kerkrede,  {Recommendatio  facrae 
fcripturce ;  fuper  hanc  petram  nedificaho  EccJefiam 
meam  Matth.  C.  XVL  i8.)  (*)  Hij  zegt:  de  Kerk 
js  op  eene  rots  gebouwd.  Maar  wat  deze  rots  is? 
is  eene  vraag ,  welke  door  de  gevoelens  der  Heiligen 
zeer  wijdloopig  is  geworden,  augustinus  verflaat 
daar  door  in  eene  plaats  zijner  fchriften  petrus  ; 
maar  op  vele  andere  plaatfen  verklaart  hij  dezen  rots- 
fteen  van  christus,  en  deze  verklaring  is  wel  de 
beste,  PAULUS  zelve  noemt  christus  den  rots- 
fteen^  i  Cor.  X.  4.  en  wie  zou  toch  de  vastigheid 
der  Kerk  gronden  op  de  zwakheid  van  petrus  ? 
Daar  nu  petrus  gewankeld  heeft  en  ook  zijn 
plaatsvervanger  niet  vast  gegrond  is ,  waar  over  nog 
meer  verfchillen  ontdaan  zijn:  (^cum  jam  discrc' 
pent  de  fummo  Petri  facerdotie   Pontiflces  ,   et  liti- 

gent 

(*)  In  jo.  GERSON.  Opp.  T.  I.  Jppend.  p.  603-610. 
P4 


432  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       gent  de  fummo  Pontificio  facerdotes , )  wie  zou  dnn 

BOEK     toch  onderdaan  te  beweeren ,  dat  iemand ,  wie  ook  , 

Hoofdft.   '^y  moge  nog  zoo  zeer  in  heiligheid  en  waardigheid 

na  C.  G,  fchitteren ,  hij  mag  een  Priester ,   een  Bisfchop ,  of 

l^^Wï  PETRUS,  of  plaatsvervanger  van  petrus,  of  iemand 
tot  151/. 

■I  I  ■.-.  anders  buiten  Christus  zijn,  de  grond,  het  funda- 
ment der  Christelijke  Kerk  zou  zijn?  De  Apostel 
zegt  ronduit  het  tegendeel:  Niemand  kan  een  an^ 
der  fundament  leggen ,  dan  hetwelk  gelegd  is ,  na» 
meiijk ^  CHRISTUS  jezus.  Doch  hoe  het  zij,  wij 
kunnen,  naar  den  Geestelijken  zin,  door  dezen  rots- 
fleen  de  Goddelijke  Schrift  en  de  Heilige  leere  van 
CHRISTUS  verdaan,  welke  van  eene  zoo  derke  en 
duurzame  vastigheid  is,  dat  de  Kerk  van  christüs 
met  regt  op  dezelve  gegrond  is  enz. 

joAN  De  waardige  leerling  van.  d'ailly,  nog  kundiger 

■  ^*^  '  en  vrijer  onderzoeker  dan  zijn  leermeester,  joan 
gerson  ,  fchreef  insgelijks  aan  de  Heilige  Schrift 
het  hoogde  gezag  in  geloofszaken  toe ,  en  evenwel 
bepaalt  hij  dit  weder  naauwer  van  eenen  anderen 
kant.  „  Zij  is,  fchrijft  hij  in  ééne  zijner  Verhan- 
delingen (*) ,  de  regel  des  geloofs ,  tegen  welke  , 
wanneer  zij  regt  verdaan  wordt,  geen  gezag  en  gee- 
ne  menfchelijke  rede  toegelaten  mag  worden;  noch 
eenige  gewoonte,  indelling  of  gebruik  geldt,  zoodra 
men  bewijzen  kan  ,  dat  zij  met  de  Schrift  drijdig 
is.  Deze  regel  is  een  gemeene  grond  voor  ons  ea 
'de  Ketters,  welke  wij  zoeken  te  bedrijden."    Maar 

ter- 
(*)  Tractat.  contra  haerejin  de  communione  haicorum 

•  fub  ittraque  fpecie  Ofp.  T.  I.  pag.  457. 


GESCHIEDENIS.  233 

terftond  daar  op  beweert  hij,  dat  de  Schrift  zich  bij       v 

(lot,  ten  aanzien  van  hare  aanneming  en  zekere  ver-     boek 

VII 
klaring,  in  het  gezag,  de  aanneming  en  goedkeuring  /{oofdlh 

der  algemeene  Kerk  ,    bijzonder  der  allereerlle ,    ont-  na  C  G. 

bindt,  welke  haar  en  haar  verftand    onmiddeliik  van  P^-^'ïorS» 

•'  tot  1517. 

CHRISTUS,   door  openbaring  van   den  Heil.    Geest  . 

op  het  Pinkftcrfeest ,  en  anders  meermalen  ,  ontvan- 
gen heeft.  In  een  ander  gclchrift  (*)  verzekert  hij : 
de  letterlijke  zin  der  Schrift  moet  zoo  beoordeeld 
worden ,  als  de  door  den  Geest  ingegevene  en  ge- 
leide Kerk  dien  bepaald  heeft ;  maar  niet  naar  ieders 
willekeur  en  verklaring.  „  Deze  woordelijke  zin  , 
voegt  hij  'er  bij ,  is  eerst  door  Christus  en  de 
Apostelen  geopenbaard,  en  door  wonderwerken  op-r 
gehelderd;  vervolgens  door  het  bloed  der  Martelaren 
bevestigd;  verders  van  de  Leeraren  door  hunne  be- 
wijzen en  gevolgtrekkingen  tegen  de  Ketters  ont- 
vouwd; en  daar  op  door  de  heilige  Kerkvergaderin- 
gen bedisfend  bepaald  geworden.  Eindelijk  hebben 
Kerkelijke  en  Wereldlijke  Rigters  tegen  die  genen 
ftraffen  verordend,  die  fl:out  genoeg  zijn,  om  zich 
aan  deze  bepaling  niet  te  willen  onderwerpen,  de- 
wijl 'er  anders  aan  het  kibbelen  en  twisten  tegen  de 
waarheid  geen  einde  zou  zijn."  Zoo  geloofden  deze 
mannen ,  den  Bijbel  allen  fchuldigen  eerbied  te  bewij- 
zen ,  terwijl  zij  tevens  ieder  wilden  noodzaken  , 
denzelven  niet  anders  te  verklaren,  dan  zoo  als  de 
Kerkvergaderingen  5  die  het  geloof  hunner  eeuw  in 

den» 
(*)  Prope^tiones  de  fenfu   litterali  S.  S.  et  de   caufh 
Mrrantium  tb  pag.  3, 

P  5 


234  KERKELIJKE 

V  denzelven  inbragten,  onveranderlijk  hadden  voorge- 

«OF.H  fchreven.     gerson   had  zich,  gelijk  wij  hier  voor 

Hoofcift.  g^^ien  hebben ,  niet  zeer  gunftig  uitgelaten  over  de 

Ha  C.  G  gezigten    en  openbaringen   der  H.  biPvGITTa  ,  maar 

jaario73  ^•-  ^^^^  andere    gelegenheid  moest   hij,  volgens  het 

tot  1517-^  00  jy  b 

,--  heerfchend   leerllelfel,    des  te   meer  toegeven.    Dus 

zegt  hij  in  eene  zijner  Predikatien  (*),   dat  de  Heil. 
Geest  fomtijds  in  later  tijden  aan  de  Kerk   uitleggin- 
gen der  Heilige  Schrift  openbaart,    onder  zoodanige 
leerdukken  telt  hij  de  leer:   ila(  de   Maagd  maria 
•niet  in  de  erfzonde  ontvangen  is ,  ook :  dai  zij  mei 
ziel  en  ligchaam  in  het  Paradijs  is.    Op  dezelfde 
wijze  is  na  de  invoering  van  het  Feest  der  geboorte 
van  den  Heil.  joannes  ,  de  geboorte  van  onze  Lieve 
Fromv^   (^Dominae  nostrae .,^   door   de  openbaring 
van  eene  eenige  vrouw  vastgefteld  en  meer  foortge- 
lijke.    Voorts  is,  volgens  gersons  gevoelen,  eene 
aïgemeene  Kerkvergadering  de  laatlle  beflisfende  Rig- 
ter  in  alle  geloofszaken,  en  aan  dezelve  is  de  Paus 
ondergeichikt. 
me,  VAN       Hoe  zeer  ook  andere  verftandige  Leeraars  van  de- 
cusa's      2en  tijd  de  Heilige  Schrift  aan  de   willekeurige  uit- 
over  de    ^^g^'"S  ^^^  ^'^^^ »   ^^   liever  van  hare  aanzienlijke 
ktterder  Godgeleerden   onderworpen   hebben  ,   blijkt  uit  eene 
H.Schnft  nierkwaardige    plaats  van   den  Kardinaal  nic.  van 
cusA  (t).     «  De  geheele  Katholijke  Kerk  kan,  naar 
zijne  verzekering,  niet  tot  de  letter  der  Schrift,  maar 

wel 
(*)  Sermo  de    Conceptione  B.   Mariac   Ftrginis  Opp» 
T.  UI'  P.  UI.  p,  I330. 
(*)  Ep.  VII.  ad  Qler,  et  Litteratos  Bohemiae  p.  857. 


GESCHIEDENIS.  535 

we!  tot  haren  geest  verpligt  worden;  en  wanneer  de       V 
letter  niet  dienftig  is  tot  (lichting  en  voor  den  geest,     ^^J* 
dan  neemt  zij  aan ,   het  geen  meer   daar  toe  dient.  Hoofdft. 
Dus  dwalen  die  genen,  die   de  Kerk  met  menfche-  na  C.  G. 
lijke  gronden  uit  de  letter  beftrijden  willen.  Want  de  J^j  j-^^] 
Kerk  is  een  tijd  lang  zonder leiter  geweest;  Christus  .. 
heeft  de  Kerk  zonder  letter  gefticht,   dewijl  hij  niets 
gefchreven  heefc.    De  Schrift  volgt  de  Kerk,  welke 
eer  is  dan  de  Schrift,  en  om  welke  de  Schrift  is, 
en  niet  omgekeerd." 

Op  deze  wijs  kwam  het  geloof  der  Christenen  al-jo'NwEs- 
tijd  neder  op  het  gezag  der  Bisfchoppen  of  eigenlijk  !|^^^" 
van  den  Paus;  evenwel  begonnen  'er  mannen  op  te  meruitde 
ftaan  ,  hoewel  flechts  enkelde  ,  die  op  het  fpoor  Schrift, 
kwamen  der  waarheid  ,  en  aantoonden  ,  hoe  vele 
vreemde  leeringen  op  deze  wijze  waren  ingeflopen; 
doch  hunne  ftem  werd  niet  gehoord,  en  zij  zelve, 
deze  beminnaars  der  waarheid  en  vrijheid ,  met  ver- 
kettering en  vervolging  beloond.  De  voornaamfte 
onder  hen  was  wel  joan  wessel,  hoewel  hij  ook 
BASiLiüS  genoemd  wordt,  misfchien  uit  vervorming 
van  zijn'  naam ;  ook  heet  hij  naar  zijn  Vader  en  een 
Dorp  in  Westfaïen  ^  waar  misfchien  zijne  voorvaders 
geleefd  hebben,  hermans  gesvort  of  gansfort. 
Hij  werd  omtrent  het  jaar  1419  te  Groningen  ge- 
boren ,  en  genoot  een'  tijd  lang  onderwijs  in  het 
Klooster  der  Geestelijken  des  gemeenfchappelijhen 
levens  bij  Zwol.  Vervolgens  ftudeerde  hij  te  Keu^ 
lm ,  waar  hij  een  tegenzin  kreeg  in  de  Wijsgeer- 
te  der  Scholastieken,  en  zich  voornamelijk  aan  die 
van  PLATo  overgaf,    en  ook  andere  oude  Griek- 

fche 


336  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V      fche  Wijsgeeren  las.     Benige  Griekfche  Monniken 
»oEK     zullen  hem  in  hunne  taal  onderwezen  hebben.    Van 

VII 
Hoofdft.  ^^^"^  hy  kennis  in  het  Hehreeuwsch  gekregen  hebbe, 

na  C.  G,  is  onzeker ,  misfchien  van  eenige  Joden.  Hij  reisde 
£ori?^7  vervolgens  naar  Heidelherg^  om  daar  de  Godge- 
■  leerdheid  te  onderwijzen  ,   doch    men  liet  hem   dit 

niet  toe,  omdat  hij  geen  Doctor  was  in  deze  we- 
tenfchap,  en  de  waardigheid  van  Doctor  wilde  men 
hem  niet  geven,  omdat  hij  niet  tot  de  Geestelijkheid 
behoorde.  Hij  keerde  derhalve  naar  Keulen  weder, 
kwam  vervolgens  te  Leuven^  en  eindelijk  te  Parys^ 
waar  hij  i6  jaren  heeft  doorgebragt,  en  de  Wijs- 
geerige  partijen  zocht  te  vereenigen,  maar  zelve  een 
Nominalist  werd.  Men  verhaalt,  dat  hij  daar  of  te 
Bazel  van  nabij  bekend  is  geworden  met  ^qw  Kar- 
(linaal  franciscus  de  la  RovERE,en  dat  hij  zich, 
toen  deze  in  het  jaar  1474  onder  den  naam  van  six- 
Tus  IV  tot  Paus  verkoren  was ,  te  Rome  bevonden 
heeft;  de  nieuwe  Paus  had  hem  vrijheid  gegeven, 
om  eene  gunst  van  hem  te  verzoeken,  en  wessel 
verzocht  eeniglijk  om  een  handfchrift  van  den  He- 
breeuwfchen  en  Griekfchen  Bijbel  uit  de  Fatikaafh- 
fche  Bibliotheek;  en  als  de  Paus  hem  uitlachte,  om- 
dat hij  niet  om  een  Bisdom  of  eene  rijke  Prebende 
verzocht  had ,  had  wessel  geantwoord :  dat  hij 
niets  meer  noodig  had  (*);  fommigen  echter  twij- 
felen aan  de  waarheid  van  dit  verhaal.  Toen  wës- 
SELS  vriend,  jan  van  wezel,  van  de  Inquifiteurs 

ver- 
(•)  UBno  EMMius  Effïgies  et  Vitae  Profesforum   Acad. 
Groningae  et  Omlandiae  p.  18. 


GESCHIEDENIS.  437 

vervolgd  werd,  was  wessel  ook  bekommerd,  maar       V 
de    ongemeene    genegenheid    der    Bisfchoppen    van     ^^^^ 
Utrecht  en  Munfler  jegens  hem ,  fchijnen  hem  daar-  Hoofdft. 
tegen  beveiligd  te  hebben.    Hij   overleed   in  het  jaar  na  C.  G» 

1180  (*).  Jaario73. 

^^^^  ^  J'  ^      tot  1517. 

wessel  werd  wegens  zijne  groote   en  uitgebreide  1 

geleerdheid,  gepaard  met  ongemeene  godvruchtig-  • 
heid,  genoemd  het  licht  der  wereld^  (^lux  mundi;') 
maar  zijne  partijen ,  wier  duisternis  hij  zocht  te  ver- 
drijven, noemden  hem  leermeester  van  tegenfirijdig-' 
heden ^  (^Magister  Contradictlonum.^  De  Akade- 
mifche  Leeraars  ,  en  inzonderheid  de  Monniken  , 
namen  het  euvel,  dat  hij  den  Heiligen  thomas  en 
andere  helden  der  School ,  als  ongeleerde  lieden , 
verachtte,  aristoteles  zonder  verfchooning  aan- 
tastte, en  over  het  geheel  van  de  geheele  Wijsgeerig- 
Godgeleerde  kraam  van  zijne  eeuw,  en  zelfs  van 
het  Kerkelgk  leerllelfel  merkelijk  afweek.  Ook  voor- 
zeidc  hij  aan  eenen  van  zijne  vrienden,  dat  de  lijd 
naderde,  dat  al  die  bewonderde  Schoolfche  Leeraars 
op  derzelver  eigenlijke  waarde  zouden  vernederd 
worden.  En  wijzen  zijne  fchriften  genoeg  uit,  dat 
hij  de  kennis  van  den  Godsdienst  uit  den  Bijbel 
poogde  af  te  leiden ,  zonder  zich  aan  de  toenmalige 
voorgangers  te  kreunen ;  bijzonder  zijne  verhandelin- 
gen: de  dignitate  et  potestate  ecclefiastica ;  de  Sa- 
cramento  Poenitentiae ,  et  quae  fint  claves  Ecclefiae  ; 
guae  fit  vera  Communio  Sanctorum  ,  de  thefaura 
Ecclefiae  ^c,  de  Furgatorio^  in  zijne  verzameling 

van 
(*)  c.  H.  GÖTZE  Comnient.  deJo.JVesfelo  Lubecae  17 19. 


23»  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  van  Verhandelingen,  gedrukt  onder  den  titel:  Far' 
BOEK  ^ago  rerum  theologicarum, 
Hoofdft.  JAN  VAN  WESEL,  (gemeenlijk  joannes  de  ve* 
na  C.  G.  SALIA  genoemd ,)  een  vriend  van  jan  wessel  ,  ver- 
J^^^J°[^"  dient  naast  dezen  geplaatst  te  worden,  omdat  hij 
I  insgelijks  den  Godsdienst  der  Christenen  alleen  uit 

JAN  VAN  de  Heilige  Schrift  afgeleid  wilde  hebben.  Eigenlijk 
heette  hij  jan  burghard;  maar  was  te  Wezel  ge- 
boren. Hij  onderwees  een'  tijd  lang  de  Theologie 
op  de  Hooge  School  te  Erfurt  i  waar  hij  in  het 
jaar  1456  Doctor  in  deze  welenfchap  geworden 
was  ;  en  luther  verzekert  ,  dat  hij  uit  deszelfs 
Boeken ,  met  welke  hij  deze  Univerfiteit  befluurd 
had ,  Magister  is  geworden.  Naderhand  werd  hij 
Prediker  te  Worms;  maar  hier  fcheen  hij  van  ^  be- 
velen van  den  Paus,  van  het  Vasten  en  van  den 
Aflaat,  dwalingen  te  leeren.  De  Thomisten  hadden 
deze  gevoelens  uit  zijne  Predikatien  verzameld  ,  en 
eenige  aanhangers  van  den  Pausfelijken  Stoel  bragten 
het  zoo  ver,  dat  hij  in  het  jaar  1479  ^^  Mentz  ter 
onderzoek  van  zijne  dwalingen  verfchijnen  moest  , 
hebbende  de  Aartsbisfchop  diether  ,  uit  vrees  voor 
den  Paus,  aan  de  Univerfiteiten  van  Heidelherg  eiï 
Keulen  gefchreven  ,  dat  zij  ten  dien  einde  eenige 
Godgeleerden  derwaarts  zouden  zenden.  Ook  kwa- 
men 'er  verfcheidenen ,  en  onder  dezen  twee  Domi" 
nikanen  en  Inquijiteiirs  van  Keulen»  Volgens  eene 
lijst  van  de  leerftellingen ,  over  welke  men  hem  te 
regt  flelde,  gevoegd  achter  de  Chroniek  van  Auers* 
herg^  {Chronicon  ylbbatis  Urspergenfts ^^  Z2l]  jAlSf 
van  \v£zel  aan  de  Prelaten  het  regt  ontzegd  heb- 
ben. 


GESCHIEDENIS.  230 

ben  ,  om  wetten  te  geven,  dewijl  Christus  den  y* 
Apostelen  enkel  bevolen  heeft,  om  het  Euangelie  te  boek 
verkondigen.  Ook  geleerde  en  wijze  Christenen  Hoofdft 
zouden  ,  naar  zijne  meening  ,  niet  geregtigd  zijn ,  na  C.  G. 
om  de  woorden  van  Christus  te  verklaren  ,  het-  tot^j^jf' 
welk  CHRISTUS  alleen  doen  kan.  De  y^fiaat  was  — — — 
volftrekt  niets  bij  hem;  aan  de  Glosfe  gaf  hij  geen 
geloof;  even  zoo  min  aan  de  fchriften  der  DoctO' 
ren ,  zelfs  der  Heiligen.  Van  de  Kerkelijke  geboden 
oordeelde  hij ,  dat  zij  niet  zoo  fterk  verpligten ,  dat 
men  zou  zondigen  met  ze  niet  te  houden.  Hij  ont- 
kende, dat  in  de  woorden:  U^v  Koningrijk  kome  ! 
om  het  Hemelrijk  gebeden  wordt,  dewijl  dit  niet  tot 
ons  komt.  Hij  erkende,  dat  zelden  twee  geleerden, 
zelfs  in  het  geloof,  met  malkander  eens  zijn;  nie- 
mand houdt  het  met  mij ,  zegt  hij ,  behalve  het  Eu- 
angelie, waar  wij  allen  eens  zijn.  God  heeft,  naar 
zijn  voorgeven,  van  Eeuwigheid  een  Boek  gemaakt, 
in  hetwelk  hij  alle  zijne  uitverkorenen  heeft  opge- 
fchreven;  niemand  hunner  wordt  daar  in  uitge- 
wischt.  Dezen  worden  alleen  door  Gods  genade 
zalig;  en  al  wilden  alle  Priesters  hen  verdoemen  of 
in  den  ban  doen,  zij  worden  evenwel  zalig;  zoo 
als  die  geen,  wien  God  verdoemt,  door  alle  Pries- 
ters en  door  den  Paus  zelven  niet  zalig  kan  wor- 
den. Hij  vreesde,  dat  de  toenmalige  Doctoren  de 
Heilige  Schrift  verkeerd  en  flecht  verklaarden.  Al- 
leen eendragt  en  vrede,  zegt  hij,  maar  niet  de  Paus 
en  de  Geestelijkheid,  konden  iets  tot  zaligheid  toe- 
brengen. Wie  de  wereldlijke  magt  of  overheid  we- 
derftaat,  verzet  zich  tegen  de  ordening  van  God. 

Al$ 


t^  KERKEL^KB 

V  Als  PETRUS  het  vasten  zou  ingefteld  hebben,  dan 
BOEK  zou  hij  zulks  misfchien  gedaan  hebben,  opdat  hij 
Hoofdft.  ^y^'  visch  des  te  beter  zou  kunnen  verkoopen, 
na  C.  G.  CHRISTUS  heeft  geen  vasten  voorgefchreven ,  noch 
t  n^Ir'  ^^"'ö^  ^^^'"^  ^^"  fpijzen  verboden.  Het  heilig  olijfel 
m    .  is  niet    beter    dan   gemeene    olie,    welke    men  eet. 

CHRISTUS  heeft  ook  geen  Feestdag  bevolen  te  vie- 
ren ;    hij  heeft   geen   gebed  geleerd  ,  dan  het  Onze 
Vader i  hij  heeft   geenszins  aan  de  Priesters  gebo- 
den ,  de  zeven   Canonieke  uren  te   zingen  of  te  le- 
zen.   In  de  Mis   heeft  petrus  de   teekenen  alleen 
door  bet  Onze  Vader  gewijd,   en   gebruikte  ze  ter- 
flond  daar  op   met   anderen;   maar  thans  moet  de 
Mispriester  een  uur  lang  en  meer  in  de  koude  flaan, 
tot  nadeel  van  zijne   gezondheid.    De  Heilige   Kerk 
heeft  geen  vasten  ingefteld,  noch  in  de  vastentijd  de 
bruiloften  verboden.    Thans  legt  men  aan  hun,   die 
biechten ,  tot  eene  boete  op ,  dat  zij  naar  Rome ,  of 
eene  andere  afgelegene  plaats,  'm  bedevaart  gaan,  een 
ftreng  vasten  waarnemen,  en  vele  gebeden  opzeggen 
zullen;  maar  christus  heeft  alleen  gezegd:  ga  heen 
en  zondig  niet  meer!    Zoo  is  de   Christenheid  door 
menfchelijke  wetten   bezwaard  geworden.     De  Heil. 
Schrift  zegt  niet,  dat  de  Heil.  Geest  van  den  Zoon 
van  God  uitgaat.    Die  naar  Rome  te  bedevaart  gaan, 
zijn  dwazen,  zij  konden   t'huis  vinden   en  hebben, 
wat  zij  elders   zoeken.      Eindelijk   wilde  hij  in  de 
^postoïifche    Geloofsbelijdenis  ,   bij  de  plaats:    eene 
Heilige  Kerk ,  het  woord :  algemeene  niet  bijgevoegd 
hebhen ,  gelijk  ook  hieronymus   niet  gedaan   had ; 
omdat  de  algemeene  Kerk,  of  de  algemeene  vergade- 
ring 


GESCHIEDENIS.  241 

ring  van  alle    gedoopten  geenszins  heilig  is  ;  maar       V 
veel  meer  het  grootje  getal  daar  van  onder  de  ver-     ^°^^ 
vvorpenen  behoort.  Hoofdft. 

Nadat  de  buitenlandfche  Godgeleerden  te  Mentz  na  C.  G. 
bijeen  waren  gekomen ,  nam  het  Kettergerigt  over  l^^  j  _  ^  z.^ 
JAN  VAN  vvESEL ,  die  ondertusfchen  in  het  Francis'  « 

kaner  Klooster  gevangen  zat,  eenen  aanvang.  Voor- 
af had  hij  onder  eede  moeten  beloven,  dat  hij  alle 
zijne  Ichriften  zou  overgeven ,  opdat  hij  uit  dezelve 
overtuigd  zou  kunnen  worden.,  Eene  langdurige 
zware  ziekte  had  hem  verzwakt,  evenwel  behandel- 
de men  hem  met  den  driftigften  Ketterijver.  Hij  ont- 
kende fommige  dingen  gezegd  te  hebben ,  andere 
zocht  hij  goed  te  verklaren ,  terwijl  hij  zich  ver- 
geefs op  zijn'  ligchauras-toefland  beriep.  De  oogge- 
tuige ,  die  dit  verhaalt ,  merkt  aan ,  dat  hij ,  de  eeni- 
ge  ftelling  van  den  uitgang  des  Heiligen  Geestes  uit- 
gezonderd, ten  aanzien  der  overige  geene  zoo  ftren- 
ge  beoordeeling  verdiend  had;  men  had  Hechts  een 
langer  uitftel  moeten  bewilligen ,  en  hem  een'  raad- 
gever tocdaan;  ook  hadden  al  zijne  partijen  niet  van 
den  tcgengeftelden  wijsgeerigen  aanhang  ,  (  de  via 
ReaUum^^  moeten  zijn.  Zoo  de  Monniken  niet 
van  de  begeerte  gedreven  waren  geweest,  om  over 
eenen  Wereldlijken  Geestelijken  ,  bijzonder  zulk 
eenen ,  die  hunnen  thomas  niet  vereeren  wilde ,  te 
zegepralen ,  dan  zou  men  zachter  en  genadiger  met 
hem  hebben  kunnen  handelen.  'Er  waren  zelfs  on- 
der de  aanwezende  Godgeleerden  fommigen ,  die  hun 
misnoegen  over  de  hem '  afgedrongene  herroeping  en 
het   verbranden  van  zijne    Ichriften   betoonden  ,  en 

XVni.  Deel.  Q  een 


S4«  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       een  van  hen   verzekerde ,    dat  de   meeste  hem  te- 

BOEK     gengevvorpene   Artikelen    zich    heel  wel  lieten  ver- 
Vil 
Hoofdft.  dedigen.    luther,  die  *smans   fchriften  zoo  vlij- 

na  C.  G.  tig  gelezen  had ,  voegt  *er  bij :  dat  men  ook  dit  on- 

J^J"°J3' der  zijne  dwalingen  gefield  had,  dat  hy  niet   wilde 

.  *  zeggen :    Ik  geloofd  dat  V  een    God  is ;  maar :   Ik 

weet ,  dat  V  een  God  is,  Hoe  het  zij ,  hij  werd  voor 

een' Ketter  verklaard,  en  in  het  Augustiner  Klooster 

te  Mentz  opgefloten ,  alwaar  hij  kort  daar  na  gellorven  is. 

Zoo  ging  het  meer  anderen ,  die  reeds  in  de  XI Vde 

maar   menigvuldiger  in    de  XVde  eeuw  denzelfden 

weg  betraden,    joannes  tauler,  joannes  wik- 

LEF,  JOANNES   HUS  ,   THOMAS    VAN    KEMPEN,    HIE- 

RONYMUS  SAVANAROLA  cnz.  ,  vvelke  ons  op  eene 
andere  plaats  zullen  voorkomen.  Maar  jan  van 
GocH,  dus  naar  zijne  vaderftad  in  het  Hertogdom 
if/f^/ genoemd ,  die  eigenlijk  pupper  heette,  mag 
hier  niet  met  ftilzwijgen  voorbijgegaan  worden.  Hij 
was  een  Priester  te  Mechelen ,  waar  hij  ook  een 
Nonnenklooster  naar  den  regel  van  augustinus  ge- 
fticht  had,  wiens  Prior  hij  was,  en  is  in  het  jaar 
1475  daar  overleden.  Men  noemt  onder  zijne  fchrif- 
ten bijzonder  de  volgende:  van  de  vrijheid  van  den 
C'iristelijken  Godsdienst;  van  de  waarde  der  Heil. 
Schrift;  van  de  fchriften  der  Scholastieken;  vanden 
flaat  der  zielen  na  dit  leven;  van  de  wederherftel- 
ling  des  menschdoms  door  Christus  en  van  de 
Monniks geloften,     walch  (*)    heeft  de  beste  be- 

lig- 
(*)  Fascic.  iV.  Monumenioi'.  niedii  aevi.  Pvisf.  p.  XIII* 
(i  P'  73-239. 


GESCHIEDENIS.  «43 

rigten  van  hem  verzameld,   en   onder   anderen   eene       V 
Zamenfpraak,    van   hem   opgefteld,   in  het  licht  ge-     ^°^* 
bragt :     De  quatuor  errorihus   circa    legem  euavge-  Hooidft, 
licam   exortis  ,    et  di  vofis  et    religionibus  fictitiis  ti^  C.  G. 
Dialoi^us,    In  welke  hij  vooraf  belooft,   alles  enkel  Y^^\°J^' 
en  alleen   uit    de  bron   der  Kanonieke  fchriften  ie  ^ 

■zullen  afleiden ,  terwijl  derzelver  gezag  alleen  omvC' 
derfprekelijk  is.  De  dwalingeft ,  welke  in  deze  za« 
menfpraak  opgegeven  en  wederlegd  worden  ,  zijn : 
De  eerfle,  wanneer  met  de  Euangelifche  Wet  de 
waarneming  der  Blozaifche  verbonden  wordt.  De 
tiveede  was  de  dwaling  der  genen ,  die  de  volmaakt- 
heid van  het  Christelijk  leven  alleen  in  het  geloof 
flellen,  en  de  geloofswerken  voor  noodeloos  hou- 
den. De  derde  dwaling  vindt  hij  in  de  Pelagiaan'- 
fche  Ketterij,  ecne  Ketterij,  zegt  de  Schrijver,  welke 
wel  van  de  Kerk  veroordeeld,  en  met  vele  getuige- 
nisfen  der  Heilige  Schrift  verworpen  is  geworden , 
maar  welke  nog  in  veler  harten  te  vinden  is.  Da 
vierde  dwaling  heeft  bijzondere  betrekking  op  de 
Monniken  en  derzelver  geloften.  Velen,  zegt  hij, 
zijn  zoo  dwaas,  van  te  gelooven,  dat  tot  de  vol- 
making der  werken  van  de  Euangeliewet  de  ver- 
hindtenls  van  eene  gelofte  noodig  is  ;  maar  waar 
door  zij  de  Euangelifche  Ji'ijsheid  in  eene  verbin- 
dende dienstbaarheid  veranderen;  niet  ver  van  het 
Farizeefche  Bijgeloof  verwijderd  zijn,  en  met  de 
Ketterij  van  pelaghjs  grootendeels  o  vereen  ftc  mm  en, 
vervolgens  wordt  dit  onderwerp  geflaafd  tegen  de 
gezegden  van  den  Heiligen  thOiMas  en  de  uitzon- 
deringen der  ThomisteiJ. 

Q  2  Soort- 


144  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Soortgelijke  meer  doorzigtige  mannen  konden  in- 

BOEK     tusfchen    weinig  nut  ter  wezenlijke  verlichting  des 

Hoofdft.  volks  ftichten  door  hunne   fchrifren,  omdat  dezelve 

na  C.  G.  doorgaans    in    het    Latijn    waren    opgefteld ;    meer 

£  t^i^^?"  vrucht  konden  gedrukte  Overzettingen    des  Bijbels 

in  de  gewone    moedertaal    te  wege   brengen.      En 

Overzet-  nogtans  ontrieden  zelfs  lieden  van  geest  en  vrijmoe- 
deuBijbel  ^^g'^^id  dezelve.  Men  moet ,  zegt  gerson  ,  de 
Overzetting  van  den  Bijbel  in  onze  taal  verbie- 
den (*).  Hij  vreesde,  dat  door  het  onbepaald  vrij 
lezen  der  Heilige  Schrift  eene  ijdele  nieuwsgierig- 
heid en  neiging  tot  zonderlinge  gevoelens  al  te  veel 
voedfel  zou  ontvangen.  Ook  toont  hij  niet  duister 
zijne  bekommering,  dat  het  heerfchend  leerftelfel  der 
toenmalige  Kerk  daar  door  te  veel  gevaar  zou  loe- 
pen (f). 

Geheel  anders  dachten  twee  Engelfche  Geestelij- 
ken en  Tijdgenooten :  jan  vviklef  en  jan  trevi- 
SA ,  die  beide  den  Bijbel  in  de  taal  van  hun  vader- 
land hebben  overgezet.  Van  den  eerden  zullen  wij 
in  het  vervolg  fpreken;  trevisa,  een  Priester  uit 
Cornwall^  omtrent  het  jaar  1387,  is  minder  bekend 
d:in  hij ,  maar  geeft  hem  in  edele  wijze  van  denken 
niets  toe.  hendrik  wharton  geeft  van  hem  be- 
rigteii ,  en  houdt  zijne  Bijbelvertaling  voor  dezelf- 
de, welke  te  Londen  in  het  jaar  1550  in  i2vo  on- 
der 
(*}  Lectlo  altera  contra  vanam  ciiriofitatcm  Opp» 
Tom.  I.  P.  I.  p.  105. 

(j)  Decem  Confiderationes  Princïpihiis  et  Dominis  uts- 
,  lisjïinae  CoufiJ.  V.  Opp.  Tom,  IV-  P.  II.  p.  623. 


GESCHIEDENIS.  245 

der  den    naam  van    vviklef    gedrukt    is  (*).  —       v 

Men  heeft  ook  nog  meer  fporen  van   Bijbelverta-     ^^^^ 

lingen  in  levende  fpraken  uit   deze  eeuw   ontdekt.  Hoofdït. 

usHER  (t)    gewaagt   uit  een  oud  handfchrift ,   dat  na  c.  G, 

TAKOB  MEERLAND  den   /^cheekn  Bijhei  in   het  Ne-  F^rio^s. 
-  ,  tot  1517. 

derduitsch  heeft    overgezet  ,   dat  hij    deswegeus   bij  ■ 

den  Paus  is  befchuldigd  geworden,  maar  dat  die, 
na  zijn  werk  onderzocht  te  hebben ,  hetzelve  heeft 
goedgekeurd.  Men  heeft  naauwkeuriger  berigten 
van  Franfche  Overzettingen.  De  oudfte  van  alle 
heeft  GüiARS  DES  moulins,  van  het  jaar  1291  af 
tot  het  jaar  1294 ,  doch  eigenlijk  alleen  van  de  His- 
torifche  Boeken  des  Ouden  en  Nieuwen  Testaments 
vervaardigd,  waar  bij  naderhand  de  meeste  overige 
Boeken  gekomen  zyn.  —  karel  V,  die  federt  het 
jaar  1364  regeerde,  liet  door  den  Superior  van  het 
Concilie  van  Navarre ,  en  Doctor  der  Godgeleerd- 
heid, nicolaus  oresme  ,  eene  andere  zoodanige 
Overzetting  bearbeiden ,  doch  welke  meestal  de  voor- 
genoemde volgde.  Sedert  hebben  meer  anderen  daar 
aan  verbeterd;  eene  nieuwe  Bijbeloverzetting,  of 
liever  omfchrijving  ,  bragt  jakob  le  grand  ,  een 
Paryfchs  Godgeleerde,  in  het  jaar  1462  tot  (tand. 
De  eerrte  gedrukte  uitgave  der  Overzetting  van 
guiars  DES  MOULINS  kwam ,  op  bevel  van  karel 
VIII,  nog  voor  het  jaar  1491^  in  het  lichte 

Van  ItaliaanfcJie  Overzettingen  is  de   oudfle,   die 

nog 

(*)  Auctar.  Hiit.  Dogiuat.  Jac.  Usfen'i.  de  faiptinis 
fi  facris  veniaculis  p.  424-438.  eet. 

(t)  /.  c.  pa§.  165. 

Q3 


246  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  nog  voorhanden  is ,  van  nicolaus  malermi  ,  een* 
'v^'r  Venetiaanfchen  Benediktijner  Monnik,  in  de  tweede 
Hoofdil.  ï^slft  ^^^  XlVde  eeuw  gemaakt,  en  het  eerst  in  het 
na  C.  G.  jaar  1471 ,  en  weder  in  het  jaar  1477  gedrukt.  Ook 
tot^i^i?*  ^^''^"  '^^  Spaanfche  Overzettingen  in  den  KastUi' 
-  aanfchen  en  andere    tongvallen,   federt   de  gemelde 

eeuw,  doch  welke  men  minder  kent. 

Bekend  en  merkwaardig  zijn  verfcheidene  Hoog- 
duitfche  Bijbelvertalingen  van  deze  eeuw.  De  Kei- 
zer en  Koning  van  Bohemen ,  wenzel  ,  die  federt 
het  jaar  1378  op  den  troon  zat,  liet  'er  eene  van 
het  Oude  Testament  vervaardigen  ,  en  dezelve  in 
een  Handfchrifc  op  Pergament  in  drie  Deelen  in 
groot  Folio,  met  wonderbare  pracht  van  prenten  en 
verguldfel  verfierd,  bewaren  ,  welke  door  lambe- 
cius  befchreven  is  (*).  In  de  XVde  eeuw  kwam 
'er  eene  Overzetting  in  het  licht  van  eenen  Onbe- 
kenden, welke  meermalen  is  gedrukt  geworden.  Ook 
zijn  'er  in  deze  eeuw  JSIederduitfche  Bijbeloverzet- 
tingen eenigemalen  gedrukt ,  welke  gelijk  ook  de 
voorgaande  merkwaardig  zijn ,  voornamelijk  om  ver- 
fcheidene daar  in  voorkomende  plaatfen,  uit  welke 
blijkt,  dat  men  thans  reeds  met  meer  vrijmoedigheid 
omtrent  den  Paus  en  de  leer  der  toenmalige  Kerk 
begon  te  denken  en  re  fpreken. 

Men  zou  echter  te  overhaast  befluiten  ,  indien 
men  uit  deze  arbeidzaamheid  omtrent  den  Bijbel 
wilde  afleiden  ,  gelijk  fommige  Roomschgezinde 
Schrijvers  na  de  XVide  eeuw  hebben  willen   bevvee- 

ren, 
(*)  Bihl.  Cccftir,  Findubon.  L,  II.  p.  749.  fq. 


GESCHIEDENIS.  247 

ren,  dat  het  lezen  en  het  beoefenen  der  H.  Schrift       V 
door  deze  Bijbelvertalingen  ook  voor  den  gemeenen     "^^* 
man   gemakkelijk  gemaakt  zij  geworden.      Immers,  Hoofdll. 
dezelve   waren    meest   een    arbeid   van  lediggaande  i^a  C.  G» 
Monniken ,   en  op   verzoek  en   last  van  Vorsten  ,  JqJ'^J?!?* 
Bisfchoppen  enz.  vervaardigd  ,  en  prachtig  verfierd  ,  . 

en  werden  in  de  Boekerijen  der  Bisfchoppen,  Ka- 
nunniken enz.  als  zeldzaamheden  geplaatst,  ook  wa- 
ren zij  naar  de  gebrekkelijke  Latijnfche  Vertaling  en 
in  eene  ftootende  dikwijls  onverftaanbare  taal  ver- 
vat. De  Leeken  mogten  den  Bijbel  niet  lezen,  ge- 
lijk zij  'er  nooit  toe  werden  opgefpoord,  zij  moes- 
ten zich  vergenoegen  met  de  geboden  der  Kerk;  en 
zelfs  de  Geestelijken  konden  van  het  lezen  des  Bij- 
bels geen  voordeel  trekken ,  dewijl  zij  zich  moesten  ■ 
houden  aan  den  zin,  die  door  de  Kerk  bepaald  was. 

Behalve  ja  boven  de  Heilige  Schrift  werden  Open-  De  open- 
haringen^  welke  men  voor  Goddelijk  hield,   a^nge- y^J"^|u 
merkt  en  gebruikt  als  een  bron  van  kennis  van  den  hilde- 
Godsdienst.    Deze  Openbaringen ,   welke  men  in  de  ^^^ï^'^^s. 
gefchiedenis  van  deze  eeuw  (lap  voor  ftap  ontmoet, 
bepaalden  zich  wei  meest  tot  voorfchriften  voor  de 
Ordens  van  Monniken  ,  de  bevestiging  van  hunne 
heiligheid  en  wonderwerken,  kleeding  en  andere  ora- 
flandigheden ,  evenwel  dewijl  men   niet  twijfelde,  of 
zij  waren  Goddelijke  Openbaringen,   werd  ook  alles 
aangenomen  ,    wat    zij   behelsden ,    en  wanneer  bij 
voorbeeld ,  de  Maagd  maria  ,   aan   eenen  Generaal 
der  KarmeUten  verzekerde,  dat  elk,  die  in  een  fca» 
pulier  van  die  Orde  flierf,  zekerlijk  zalig  was,  wer- 
den velen  van  de  moeite,  gelijk  zij  geloofden,  ont* 
9  4  fla- 


848  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       flagen  ,    om  aan  hunne  bekeering  te    arbeiden.  — 

BOEK         Onder  anderen  zijn  .wegens  zoodanige  Openbarin- 

Hoüfdft.  S^"  ^"  ^^^  midden  der  XÏIde  eeuw  vermaard  gewor- 

na  C.  G,  den    twee    Duitfche    Nonnen  ,    de  beroemdlte  van 

jaario73.  ^^jjjg  ^^  Heilisie    hildegardis   was.     Deze   kwam 

tot  15 17.  ° 

— —«-,    in  het  jaar   1099  te  Bockelheim  in  het  Graaffchap 

Sponheim  ter  wereld.  Haar  Vader  hildebert  , 
een  Edelman  aan  het  Hof  van  gemelden  Graaf, 
bragt  haar  in  den  ouderdom  van  vijf  jaren  in  het 
Klooster  Difihodenherg^  in  het  voormalig  Vorsten- 
dom Tweebruggen,  Hier  een  tijd  lang  Non  en  ver- 
volgens Abdis  geweest  ziinde,  flichtte  zij  met  iS 
van  hare  Zusters  op  eenen  Berg  aan  de  Rivier 
Nahe,  tegen  over  de  ihd  Bingen^  in  het  Aartsbis- 
dom B'Ientz,  een  nieuw  Klooster,  waar  zy  naar 
den  Regel  van  den  Heiligen  benedictus  leefde. 
Men  noemde  dit  het  Klooster  van  den  H.  robert  , 
of  RUPRECHT  ,  bij  Bingen ,  (  /;;  Monte  S.  Robert i 
de  Pinguia ,  of  in  Pingis , )  omdat  aldaar  het  graf 
zijn  zal  van  den  Heiligen  ruprecht.  Vorst  der 
Bingiomn ,  ten  tijde  van  den  Frankifchen  Koning 
pipiN.  HILDEGARDIS  kreeg  niet  alleen  den  naam, 
dat  zij  vele  wonderen  verrigtte,*  maar  zij  beroemde 
zich  ook,  dat  zij  reeds  in  hare  vroegfle  jeugd  open-» 
baringen  van  God  ontvangen  had.  Bijzonder  in  het 
jaar  114I5  zoo  als  zij  zelve  in  de  Voorrede  voor 
de  Verzameling  van  hare  Openbaringen  verhaalt  , 
kwam  over  haar  uit  den  geopenden  hemel  een  vurig 
licht  van  grooten  glans ,  welk  haar  gehecle  brein , 
hart  en  borst  doordrong,  gelijk  aan  eene  niet  bran- 
dende, maar  alken  verwarmende  vlam.   Nu  verllond 

zy 


GESCHIEDENIS.  249 

zy  op  déns  de  geheele   Heilige  Schrift ,  zonder  dat      V 

zij  dezelve  uit  de  Spraakkunde  zou   hebben   kunnen     *°^-''' 

verklaren ;  ook  had  zij  flechts ,  zoo  als  andere  voor-  Hoofdft; 

name   jonge    Dochters    in  de  Kloosters ,   van  eene  na  C.  G, 

Non  de  Pfalmen  leeren  lezen,   (namelijk  in  het  L'X'il^l^ll' 

^  •'  tot  I5Ï/» 

tijn. )     TRiTTENHEiM   vocgt  'er  nog  bij ,  dat  zij , — 

alhoewel  ia  de  gemelde  taal  geheel  vreemd,  evenwel 
federt  in  deze  taal  hare  fchrifcen  opgefteld  heeft. 
Hare  gezigten ,  zoo  vervolgt  zij  zelve ,  werden  haar 
niet  in  droonien ,  of  in  den  flaap ,  of  in  eene  geest- 
bedwelming,  of  met  ligchamelijke  oogen ,  noch  met 
de  ooren  van  den  uitwendigen  mensch ,  gegeven ; 
maar  zij  ontving  ze  wakende  en  verflandig  in  een 
rein  gemoed,  met  de  oogen  en  ooren  van  den  in- 
wendigen  mensch,  op  openbare  plaatfen,  naar  den 
wil  van  God.  Hoe  het  daar  mede  toegegaan  zij, 
was  voor  den  vleelchelijken  mensch  heel  zwaar,  om 
te  onderzoeken. 

Terwijl  hildegardis  van  het  jaar  1141  af,  de 
haar  gefchonkene  Openbaringen  tien  jaren  achter  elkan- 
der bijeenverzamelde ,  welke  verzameling  zij  Scipias 
noemde ,  welk  woord  men  verklaard  heeft ,  door 
fciens  vias^  kwam  de  Heilige  bernhard,  in  het 
jaar  1147,  in  Duiischland ,  om  het  kruis  aldaar  te 
prediken.  Te  Bingen  gekomen ,  liet  hij  zich  dit 
gefchrifc  der  Abdis  vertoonen,  las  het  vlijtig  door, 
en  zeide  vol  verwondering  tegen  zijne  reisgenoo- 
ten:  „  Dit  gefchrift  is  iiiet  van  menfchen  uitge- 
„  vonden;  ook  kan  geen  flerfelijk  mensch  het  be- 
„  grijpen,  ten  zij  hij  inwendig  en  in  zijne  ziel  door 
,,  de  liefde  tot  gelijkvormigheid  met  God  vernieuwd 
Q5  „is." 


ifp  KERKELIJKE 

V  „  is. "  De  Proost  van  het  Klooster  antwoordde 
»oRTt  hem,  dat,  het  gene  hij  zeide,  waar  was;  alleen 
Hoofdft.  ^^'^  Geleerden  en  Ongeleerden  ,  Monniken  en  We- 
na  C.  G.  reldlljken  plaagden  de  ziel  van  deze  dienaresfe  van 
Jaario73.  curistus  door  dagelijkfche  tegenwerpingen  ;  zij 
„  praatten  van  herfenfchimmen;  ( cerebri  phantasmata  ^') 

of  van  bedriegelijke  verbeeldingen ,  welke  booze 
geesten  deze  ongeleerde  vrouw  toezonden.  Maar 
KERNHARD  fprak  dc  magtfpreuk:  dat  hij  zich  niet 
verwonderde,  dat  de  genen,  die  in  de  zonde  flapen. 
Goddelijke  Openbaringen  voor  drooracn  hielden;  de 
Apostel  had  toch  reeds  geleerd:  dat  de  natuurlijke 
mensch  niet  kan  begrijpen  de  dingen,  die  des  Gees- 
tes  Gods  zijn  enz.  De  goedkeuring  van  bernhard 
gold  bijna  zoo  veel  als  de  goedkeuring  van  den 
Paus,  en  ook  deze  volgde  kort  daar  na.  eugenius 
III,  die  zich  doorgaans  door  den  Abt  bernhard 
liet  leiden  ,  van  de  Openbaringen  van  inLDEr;/\RDis 
gehoord  hebbende,  liet  onderzoek  naar  dezelve  dotn 
en  fchreef  aan  de  Heilige  Abdis,  met  eene  volko- 
mene  toefteraming,  dat  hij  hare  Openbaringen  voor 
Goddelijk  hield  ,  alleen  met  eene  vermaning  ,  om 
daar  onder  nederig  te  blijven.  ïlij  niet  alleen,  maar 
ook  verfcheidenen  van  zijne  opvolgers,  de  Keizers 
koenraad  I  en  fredrrik  I,  en  andere  aanziene- 
lijke  perfonen  ,  bevalen  zich  in  hare  voorbidding 
aan,  en  verwaclitten  goddelijk  onderwijs  uit  haren 
mond.  ERRNiïARD  had  alle  reden,  om  danhbaar 
aan  haar  te  zijn,  alzoo  zij  eenigen  tijd  te  voren  aan 
hem  gefchreven  had  ,  zijnen  ijver  ter  bevordering 
van  de  kruisvaart  prijzende,   en   hetn   verzekerende, 

dat 


GESCHIEDENIS.  251 

\.ht  zij  hem  twee  jaren  geleden   als  een*  man   in  de       V 
zon  flaande   gezien   had.    Dus   leefde   hildegardis     ^^^-* 
tot  het  jaar   1180,   ook  zich  bezig  houdende  met  Hoofdft. 
het  opftellen  van  andere    fchriften  in  de  Latijnfche  ia  C.  G. 
en  Duitfche  Taal,   gregorius  IX  en  innocentius  ^^^j.  ir\V 
IV  lieten  in  de  volgende  eeuw  hare  wonderen   on-  -■ 

derzoeken,  waar  over  men  zich  niet  zeer  behoeft  te 
verwonderen  ,  want  fchoon  de  Paufen  zelve  geene 
wonderen  deden  en  niet  ligt  onder  de  Heiligen  ge- 
rekend werden ,  zij  beoordeelden  nogtaiis  de  won- 
derdoeners en  heiligen  alleen  dan  gunftig,  wanneer 
dezen  niet  van  het  Geloof  der  Kerk  afweken.  Al- 
hoewel het  niet  blijkt,  dat  hildegardis  gecanoni- 
zeerd  is  geworden,  evenwel  heeft  zij  eene  plaats 
verkregen  onder  de  Heiligen  van  hare  Kerk  ,  en  ook 
in  het  Roomfche  Martelaarsboek  op  den  i7den  Sep- 
tember. 

Wanneer  men  de  verzameling  der  Openbaringen, 
welke  zij  zelve  heeft  nagelaten,  en  welke  met  die 
van  de  Heilige  elizabeth  zamen  in  druk  gegeven 
zijn:  (^Revelationes  SS,  Firginum^  Hildegardis  et 
Elifahetha  Schoen augi enfis  ^  Ord.  S,  Benedict,  Col, 
Agrijjp.  1628  in  foJ,^  inziet,  dan  moet  men  zich 
verwonderen  en  medelijden  hebben  met  zoo  vele 
Godsdienstleeraren  van  dien  tijd,  die  zulk  een  men- 
gelmoes voor  Goddelijke  Openbaringen  hebben  kun- 
nen houden.  In  eene  vvijdloopige  verfchijning  bij 
voorbeeld ,  en  verklaring  van  dezelve ,  werd  haar 
de  leere  van  het  H.  Avondmaal  ontvouwd  (♦).    Zij 

zag 

(*)  Libr.  II.  Fifio  Sexta  p.  58-80. 


25»  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       zag   de    Kerk  in    de  gedaante   eener  vrouw  onder- 

BOEK     trouvvd  worden  met  den  aan  het  kruis  hanffenden 
Vil 
Hoofdft.  Verlosfer;  bij  het  vieren  van  het  Avondmaal  Enge- 

na  C.  G.  len  tegenwoordig  zijn;   en  tot  het   gebruik  van  het- 

jaario73      j      viifderlei  foort  van  menfchen  toetreden.     Som- 
tot 1517.  -^ 
„             migen  helfchitterend    naar   het  ligchaam  ,  en   vurig 

naar  de  ziel ;  anderen  naar  het  ligchaam  bleek ,  en 
donker  naar  de  ziel;  nog  anderen  harig  naar  het 
ligchaam  en  naar  de  ziel  van  vuiligheid  Hinkende; 
verders  anderen  het  ligchaam  omgeven  met  heel 
puntige  dorenen,  en  melaatsch  naar  de  ziel;  einde- 
lijk ook  zulken ,  die  bloedig  waren  naar  het  lig- 
chaam ,  en  die  naar  de  ziel  aan  een  rottend  dood 
aas  geleken.  Ook  leerde  zij  door  deze  Openbaring, 
dat  het  Sacrament  des  Avondmaals,  ter  eere  der 
Drleèenheid  gevierd  moet  worden,  met  brood ^  wijn 
en  water ,  dewijl  elk  van  deze  eenen  perfoon  der 
Godheid  aanwijst  ;  ook  dat  men  in  hetzelve  zoo 
wel  het  ligchaam  als  ook  het  bloed  van  ciiaiSTUs 
moet  ontvangen:  maar  dat  het  eerfte,  indien  de 
Priester  voor  het  florten  van  het  bloed  bevreesd  is, 
even  zoo  wel  genoegzaam  is,  als  dat  men  aan  kin- 
deren brood  geeft  en  wijn  onthoudt;  voornamelijk, 
dewijl  buitendien  met  het  vleesch  des  Zahgmakers 
zijn  bloed  onaffcheidbaar  verbonden  is. 

Wil  men  eene  Proeve  van  Taal  en  Stijl  van  deze 
Openbaringen  ,  dan  zij  dit  volgende  genoeg ,  waar 
in  de  verfchillende  kleuren  verklaard  worden  van  de 
vrouwelijke  gedaante,  door  welke  de  Kerk  afgebeeld 
wordt ;  Qj^od  amun  vides ,  qiioniam  a  gutture , 
usque   ad  timbiUcum    ipfitii  imaginis  quidam  alius 

fplen-^ 


GESCHIEDENIS.  253 

fphndor  riibei  co/oris  eam  circumdat;  hoc  est,   guia       V 

post  doctriiiam  Apostolorum  cum   Ecclefia  ita   robo-     ^^^^ 

rata  est ,  quod  falutarem  cihtim  veraciter  vahiit  dis-  f^oofdf! 

cernere,  et  eum  ad  interiora  fortitudinis  fuae  trans-  na  C.  G. 

inittere ^  furrexlt   nohilisfima  perfectio   Ecc/e/iasticae  ^^^'^^°^^' 
'  ■'  j         r   j  j  j^j  1517. 

Keligionis ,  guae  fiipernam  dulcedinem  flagranti  ar-  _«___ 
dor  e  degustavit  ^  et  fe  asperrme  conflringens  ad 
coctionem  fecretioris  fortitudinis  [e  tetendit ;  non  ia- 
men  ad  divifionem  carnalis  amaritudinis  perveniens  , 
qiioniam  copulam  humanae  conjunctionis  abiecit , 
etc.  (♦) 

niLDEGARDis  begon  in  haar  65(16  jaar ,  of  in 
het  jaar  1163,  nog  een  ander  dergelijk  werk,  (Z/- 
ber  divimrum  operttm  fimplicis  hominis , )  te  fchrij- 
ven ,  hetwelk  insgelijks  Openbaringen  bevatte ,  welke 
zij  gehad  zou  hebben.  Buitendien  heeft  zij  nog  het 
een  en  ander  gefchreven. 

Hare  Tijdgenoote ,  de  Heilige  elisabeth  ,  Abdis  Openba- 

van  het  Klooster  Schonau  in  het  Aartsbisdom  Trier,  ^'"S^n 

'  vsn  de  H, 
niet  ver  van  den  Rhyn  gelegen ,   is  op  dezelfde  wij-  f.lisa- 

ze  beroemd  geworden.  Van  haar  23n:e  jaar  af,  of  ^^'^^* 
federt  het  jaar  1152,  viel  zij,  gelijk  haar  Broeder 
ECKBERT,  Abt  van  het  naburig  j5f«é'^/c//;>;£'r  Kloos- 
ter Schonau,  verhaalt  (f),  inzonderheid  op  Zon- 
en Feestdagen,  in  verrukkingen,  onder  welke  God 
haar  buitengewone  dingen  zien  liet.  Weder  bijge- 
komen zijnde,  bragt  zij  eenlge  gewaande  Goddelijke 
woorden  voort  in    de  Latijnfche  taal ,  alhoewel  zij 

van 

O  L.  II.  Fifio  quinta  p.  45. 

(f)  Pro/ogus  in  Librum  Fijiunum  Elifabeth,  Firginis  cct. 


254  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       van  die  taal  weinig  geleerd  had,  en  over  het  geheel 
BOEK     ongeleerd  was ;  doch  alzoo  zij  fchroomvallig  en  de- 

Hoofdft.  nioedig   was ,   wilde  zij  Hechts   weinig  van  dezelve 

na  C.  G.  bekend  maken ;  evenwel  verhaalde  zij   ze ,  op  bevel 

»^!"^^^'  van  eenen  Abt,  aan  haren  Broeder. 

■  I  ■  De  verzameling  van  hare  gezigten  is  in  vijf  Boeken 
afi;ei1eeld ,  van  welke  de  twee  eerften  bijzonder  rijk 
zijn  in  afwisfelende  tooneelen  van  deze  natuur.  Dan 
verfchrikt  of  verzoekt  haar  de  booze  geest  in  veler- 
lei gedaanten,  dan,  en  wel  dikwijls,  verfchijnt  haar 
de  Heilige  Maagd  in  ongemeenen  glans,  ook  wel 
verzeld  van  andere  Heiligen.  Zij  ziet  den  Heiligen 
Geest,  als  eene  duive,  geheeld.  Engelen,  eeiie  me- 
nigte verftorvene  Heiligen ,  velen  van  de  elfduizend 
Maagden  enz.  In  het  vierde  Boek  is  het  volgende 
aanmerkenswaardig.  Op  het  Feest  van  maria's 
Hemelvaart  had  zij  aan  de  Heilige  Maagd,  op  aan- 
fporen  van  eenen  Monnik ,  gevraagd  :  of  dezelve 
met  de  ziel  alleen ,  of  ook  met  het  ligchaam  ten 
Hemel  gevaren  was.  Dit  kon  zij  van  haar  niet  te 
weten  komen;  maar  in  het  volgende  Jaar,  op  den- 
zelfden  dag,  werd  zij  door  een  gezigt,  hetwelk  een 
Engel  haar  verklaarde  ,  onderrigt ,  dat  maria  op 
den  veertigfien  dag  na  haren  dood  opgeftann,  en 
dus  naar  ziel  en  ligchaam  in  den  Hemel  was  inge- 
gaan, wordende  van  den  Zaligmaker  met  vele  dui- 
zenden Engelen  ingehaald.  Doch  de  Heil.  Maagd, 
die  zich  kort  daar  op  zelve  aan  haar  vertoonde  , 
liet  haar  niet  toe,  om  dit  aan  anderen,  dan  aan 
hare  vereerderen,  bekend  te  maken. 
Men   leest  wel  niet,    dat    de  Openbaringen   van 

EU- 


GESCHIEDENIS.  255 

ELISABETH   van  ecnen  Paus  of  Heiligen   van  dezen       V 
tijd,  voor  echt  verklaard  zijn   geworden ,  maar  hare     1°''''^ 
verbindtenis  met  aanzienelijke  geestelijken,  voornanie-  Hoofdfï. 
lijk  met  de  Heilige  hildegardis,  benevens  de  heer-  "^  C.  G, 
fchende  fmaak  dier  tijden,  fchijnen  op  hare  gezigten '^^'^^°^^* 

den  ftempel  van  geloofwaardigheid   gezet  te  hebben, * 

De  Abdis  ondertusfchen ,  die  in  het  jaar  1165  over- 
leden is  ,  fchijnt  een  ziekelijk  en  angstvallig  mensch 
geweest  te  zijn ,  wier  verbeelding  ongemeen  verhit  is 
geweest  ,  en  zelfs  heeft  het  het  voorkomen  ,  dat 
eenige  Monniken  en  haar  Broeder  zelve  ,  op  hare 
verfchijningen  op  menigerlei  wijzen  gewerkt  hebben. 

Deze  zoogenoemde  openbaringen  hadden  alle  drek-  Kerkelij- 
king  om  de  heerfchende  denkbeelden  en  Godsdienst-  !^^  9^^ 
oefeningen  te  flijven,  wier  hoofdlleuijfel  evenwel  de 
Pausfclijke  Wetten  en   de  daarvan   afhankelijke  be- 
Ihiiten  der    Kerkvergaderingen  vi^aren.     Sedert  eeu- 
wen was  men  reeds  in  de  verbeelding,  dat  de  regt- 
zinnigheid  van  het  Geloof  aankwam  op  de  leer  van 
de  Goddelijke  Drieeenheid ,  zoo  als  die  bepaald  was 
door  de   Kerkvergaderingen,   en  dat   de  Regtzinnig- 
heid  volmaakt  was,  wanneer  het  voorgefchreven  ge- 
bruik der  Kerkelijke  Sncramenten  hier  mede  gepaard 
ging.     Alles  derhalve,  wat  bang  was  voor  Ketterij, 
hield  zich  aan  de  GelGofsbsHjdenis   der  /Apostelen  en 
de  overige     Geloofshelijdemsfen ;  terwijl    de   Geeste- 
lijkheid de  Kerkelijke  gebruiken  dagelijks  alom  leer- 
aarde.   iNNOCENTius  III  heeft  een  gedenkftuk  van 
zulk  eene   onveranderlijke   Kerkelijke  Regtzinnigheü 
aan  zijne  geloovige  onderdanen    nagelaten  op  de  al- 

se- 


«56  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       gemeene  Kerkvergadering  van  Lateraan  in  het  jaaf 

BOEK     121  <  van  dezen  inhoud: 
Vil 
Höordft,       5»  Wij  gelooven   vastelijk,"  zoo   luidt  de   eerfle 

na  C.  G.  Canon    van    deze  Kerkvergadering  ,     „  en   belijden 

j aan 073.  ed^voudi^lijk,  dat  'er  een  eeni^  waarachtig  God  is, 

tot  15 17.  .     . 

.  eeuwig  ,   oneindig  ,   onveranderlijk  ,   onbegrijpelijk  , 

almagtig  en   onuitfprekelijk ,  Vader,   Zoon  en  Heil, 
Geest;  ^vel  drie  Perfonen ;  maar  één   Wezen,  ééne 
Zelfftandigheid ,    of   allezins    ééne   eenvoudige  Na- 
tuur.   De  Vader  is  van  niemand,  de  Zoon  van  den 
Vader  alleen  ,  en    de  Heilige  Geest  van  beiden  te- 
vens ,  altijd  zonder  begin  en  einde.    De  Vader  is 
de  teelende,  de  Zoon    de  geborene,   en  de  Heilige 
Geest  de  uitgaande;   zij  zijn   allen  van  ééne  Zelf- 
flandigheid,  en  malkanderen   gelijk,  even  almagtig, 
en  even  eeuwig.    Eene   grondoorzaak  van  alle  din- 
gen ,  de  Schepper  van   al  het    onzigtbare  en  zigt- 
bare,  geestelijke  en  ligchamelijke,   die  door  zijne  al- 
magtige  kracht  terftond   van   den  aanvang  des  tijds 
twcederlei    Ichepfelen  uit  niet  gefchapen   heeft ,   de 
geestelijke  en  ligchamelijke,  te  weten,   de  hemelfche 
en  aardfche,  en  dus   ook  de   menfchelijke,   gemeen» 
fchappelijk  uit   geest  en  ligchaam  beflaande.    Want 
de  Duivel  en  andere  booze  Geesten  zijn  wel  van  God 
in  hunne  natuur  goed  gefchapen;  maar  door  zich 
zelven  boos  geworden;   de  mensch  integendeel  heeft 
door  aanftoken  des  Duivels   gezondigd.    Deze  Heil, 
Drieëenheid  ,   welke  naar  het  gemeene  Wezen  on- 
deelbaar, en  naar  de  Perfonelijke  Eigenfchappen  on- 
derlcheiden    is  ,  heeft    door    mozes  en   de  Heilige 

Pro- 


GESCHIEDENIS.  157 

Profeten  ,    en  andere  van   hare   Dienaren,  aan  het      V 

menfchelijk   geflacht,   naar  eene  zeer  gepaste  inrig-     °°j^ 

ting  der  tijden ,  eene   zaligmakende  Leere  medege-  Hoofdft. 

deeld.     En  eindelijk  heeft  de   eeniggeborene  Zoon  «^  C.  G, 
^    -,  1       1  ••  j  Jaario73» 

van  God,  jezus  christus  ,  nadat   nij  van  de  ge- jq^  i^\% 

heele  Drieëenheid  gemeenfchappelijk  met  de  mensch- - 

heid  bekleed,  (^incarnatus  ^^  van  maria,  die  altijd 
Maagd  gebleven  is,  ontvangen,  een  waar  mensch, 
uit  eene  redelijke  ziel  en  menfchelijk  vleesch  beftaan- 
de,  één  perfoon  in  twee  Naturen,  geworden  is, 
den  weg  des  levens  nog  duidelijker  geopenbaard. 
Alhoewel  hij,  naar  de  Godheid,  onfterfelijk  en  voor 
lijden  niet  vatbaar  is ;  echter  is  hij ,  naar  de  mcnsch- 
heid,  voor  lijden  vatbaar  en  fterfelijk  geworden;  ja 
hij  heeft,  voor  de  zaligheid  van  het  menfchelijk  ge- 
flacht, ook  aan  het  kruis  geleden,  is  geftorven,  ter 
helle  nedergedaald ,  van  de  dooden  opgeftaan  ,  ett 
ten  hemel  gevaren.  Maar  hij  is  met  de  ziel  neder- 
gedaald, in  het  vleesch  opgedaan,  en  met  beide  teri 
hemel  gevaren.  Op  het  einde  der  wereld  zal  hij 
komen,  om  de  levenden  en  dooden  te  oordeelen^  eri 
eenen  iegelijken  te  vergelden  naar  zijne  werken ,  zoo 
Wel  den  verworpenen  als  den  uitverkorenen.  ï^&zé 
allen  zullen  met  hunne  eigene  iigchamen,  welke  zij 
thans  dragen ,  opftaan ,  om  naar  hunne  verdienden 
te  ontvangen,  het  zij  zij  goed  of  kwaad  geweest 
zijn,  de  eerden  met  den  Duivel  eeuwigdurende  ftraf- 
fe,  deze  met  christus  eeuwige  heerlijkheid.  Voorts 
daar  is  ééne  algemeene  Kerk  der  geloovigen ,  buicen 
welke  niemand  zalig  wordt.  In  dezelve  is  jezus 
CHRISTUS  te  gelijk  Priester  en  ook  offerande ,  wienö 
XVlil,  Deel.  R  lig- 


j»58  KERKELIJKE 

V  ligchaam  en  bloed  m  het  Sacrament  des  Altaars  j 
BOEK  onder  de  gedaanten  van  brood  en  wijn,  waarachtig' 
Hoofdft.  ^^}^  hevat  zijn',  terwijl  het  brood  in  het  ligchaara, 
m  C.  G.  en  de  wijn  in  het  bloed ,  door  de  Goddelijke  raagt 
^^^^°^^'  veranderd  worden,  opdat  wij,  ten  einde  de  verbor- 
pi  genheid  der  eeuwigheid  te  volmaken,   dat  gene  van 

het  zijne  nemen  ,  wat  hij  van  het  onze  genomen 
heeft.  En  dit  Sacrament  kan  inderdaad  niemand  ver- 
rigten,  (^  conficere ,')  dan  de  Priester,  die  wettig 
naar  de  fleutelen  gewijd  is,  welke  jezus  Christus 
zelve  aan  de  Apostelen  en  hunne  Opvolgeren  gege- 
ven heeft.  Maar  het  Sacrament  des  Doops ,  het- 
welk ,  onder  de  aanroeping  der  ondeelbare  Drieëen- 
heid ,  namelijk  des  Vaders ,  des  Zoons ,  en  des  H. 
Geestes,  in  het  water  gewijd  wordt,  ftrekt  zoo  wel 
aan  kinderen,  als  aan  volwasfenen,  wanneer  het  van 
iemand  naar  het  Kerkelijk  voorfchrift  bedeeld  wordt, 
tot  zaligheid.  En  wanneer  iemand ,  na  het  ontvan- 
gen des  Doops ,  in  zonde  gevallen  is ,  zoo  kan  hij 
door  ware  boete  altijd  herfteld  worden.  Doch  niet 
alleen  maagden  en  ongehuwden,  maar  ook  gehuw- 
den, die  God  door  een  regt  geloof  en  goed  gedrag 
behagen ,  verdienen ,  tot  de  eeuwige  zaligheid  te 
komen." 

Door  zoodanig  een  geloofsvoorfchrift  hield  men 
zich  genoeg  beveiligd  voor  alle  Ketterfche  nieuwig- 
heden in  het  geloof ,  doch  behalve  dat  hetzelve 
reeds  verfcheidene  bijvoegfelen  bij  de  oude  Geloofs- 
belijdenis in  zich  bevat  ,  hebben  wij  in  de  Ge- 
fchiedenis  reeds  vele  voorbeelden  aangetroffen  , 
hoe  het  Christendom  in  geloof  en  zeden  beide  van. 

tijd 


GESCHIEDENIS.  25^ 

tijd  tot  tijd  op   eene  grove  wijze   verbasterd  is   ge-       V 
worden  ,  en  uit  dit  tegenwoordig  Tijdvak  kunnen     '^^^'^ 
deze  voorbeelden  merkelijk  vermeerderd  worden.   De  noofdft. 
magt  van  den  Paus  was  wel  reeds  federt  de  vijfde  ^^  C.  G. 
eeuw  toe  genomen  en  eenigermate  gevestigd,  maar '^^JgJ^* 
had  dat  toppunt  van  uitgeftrektheid  en   grootte  ook  — — 
in  de   Westerfche   Kerk  niet  bereikt,   waar  toe  zij 
gebragt  was  ,    federt   bonifacius  VIII  in   de   ver- 
maarde BuUe  Unigefjitus  uitdrukkelijk  had  beweerd, 
dat  het  tot   zaligheid  volftrekt  noodzakelijk    zij   te 
geïooven ,  (  ojnnino  esfe  de  necesfitate  fahttis  , )  dat 
de  Paus  over  alle  menfchen    te  bevelen  heeft»     In- 
derdaad, federt  de  Paufen  zich  op   deze  magt  en  de 
onfeilbaarheid  in  het  leeren  beroemden ,  welke  zij  in 
naam  van  de  Kerk^  aan  welke  dezelve  zal  gefchon- 
ken  zijn,  uitoefenden,  was  het  eigenaardige  van  het 
Christendom  verloren,  hetwelk  zich  alleen  op  God- 
delijk gezag  gronde,  terwijl  de  Paufen  en   derzelver 
vereerers  vergeefs  gepoogd  hebben ,  deze  onredelijke 
aanmatiging  van  onfeilbaarheid   te  verzachten,   door 
de  verklaring,  dat  zij   de  overlevering ^   dat  is,   de 
oudfle  ,  maar   flechts   mondeling    van    aanzienelijke 
Leeraren  voortgeplante  godsdienst  waarheden  bewaard, 
verzameld ,  beproefd  en  plegtig  geftaafd  hebben. 

Onder  de  nieuwe  leerflukken ,  welke  in  dezen  tijd'  Schat  de 
opkwamen ,  is  de  Schat  der  Kerke  ééne  der  voor-  ^'^'■'^* 
naamden,  welke  fchat  ontftaan  zal  zijn  uit  de  ver- 
dienden van  CHRISTUS  en  van  de  Heiligen.  Toen 
namelijk  de  Paufen  federt  het  einde  der  Xïde  eeMw 
aan  allen,  die  deel  zouden  nemen  in  de  kruisvaar- 
ten,  volkomen  aflaat^  dat  is,  eene  geheele  kwljr- 
R  a  feiicl. 


26o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  fchelding  van  alle  door  hen  verdiende  Kerkeliihï' 
BOEK  ftraffen  der  zonden,  beloofden,  zagen  de  Canom's-^ 
Hoofdft.  ^^^^  en  Scholastieken  om  naar  gronden,  met  welke 
na  C.  G.  zij  dezelve  konden  verdedigen.  De  Franciskaner 
^^^"^  °[^' ALEx ANDER  VAN  HALES  ,  éc'n  der  aaiizienelijkde 
.  Leeraren  in   de    Godgeleerdheid    te   Parys  ,  in   het 

midden    der    XlIIde   eeuw ,    flelde    daaromtrent  de 
vraag  voor :  of  de  Paus  werkelijk  van  de  vol  komene 
Kerkelijke  firaf  ontflag  ,    of   aflaat  ^    kan   geven  P 
En   antwoordt  op  dezelve.     Allezins ,  wanneer  'er 
een  behoorlijk  en  genoegzaam  berouw  vooraf  is  ge- 
gaan ,  düch  hij  mag  het   alken  om   gewigtige  rede* 
nen  doen.    Vervolgens  komt  hij  op  de  toen  gewone 
tegenwerping  :     „  Of  God  ftraft,  of  de  menfcheh 
ftraffen  :     ontdaan    de   menfchen   van   alle    flraffen  , 
zoo   volgt ,   dat  -God  firafc,   en   dat  gevolgelijk  de 
volkomene  aflaat  bij  hem  niets   geldt."    Deze  tegen- 
werping  lost   hij   op   driederlei  wijze  op.    Of  men 
kan  zegden,  ichrijft  hij,  dat  de   Paus,   bij   het  uit- 
deelen  van  zijne  volle  aflaat,  evenwel  te  gelijk  ftraft, 
nademaal  hij  de  Kerk ,  of  een  lid  derzelve  ,  tot  vol- 
doening verpligt.     Of  men  kan  ook  zeggen ,  dat  de 
Schat  der  Kerk,  die  tot  voldoening  der   Kerk  geo- 
pend   wordt ,  voornamelijk  uit   de    verdienden  van 
CHRISTUS  beftaat.    Daarom   kan  men  ook  zeggen, 
dat  God  het  kwaad,   hetwelk  vergeven  wordt,   als 
niensch  en  als  God    ftrafc,  door  lijden   en   genoeg- 
doening voor  ons,  en   zoo   ftraft,   of  heeft  Chris- 
tus, als  God  en   mensch,   geftraft."    Deze   Kerke- 
lijke  Schat    leidt    hij   wel   hoofdzakelijk   af  van   de 
overtollige ,  (  Supererogationibys ,  }  verdienften  van 

CHRIS' 


GESCHIEDENIS.  2^1 

CHRISTUS  ,    maar  niet    minder    ook  van  dergelijke       V 
verdienften  of  goede  werken  der  Heiligen ,   die   veel     ^°^^* 
meer   gedaan   hebben  ,    dan   zij  naar  de  Goddelijke  Hoofde. 
Wet  fchuldig  waren  (*).      Of  hij  de   eerfte  is ,    die  na  C.  G. 
dezen   Schat  heeft   uitiievonden ,    dan  of  men  deze  J^^'^'^^^' 
eer  moet  toekennen  aan  zijnen  tijdgenoot,   den  niet  — — 
min  vermaarden  albert  den   Grooten^  is  onzeker. 
-Deze  geeft  nopens  de  aflaten  zijne  bepaling  op  (f), 
welke  hij  voor   de   beste   houdt ,   volgens  welke  de 
aflaat  genoemd  kan    worden  :   eene  vrijlating  eener 
opgevolgde  flraff'e^  voortvloei jende  uit  den   Schat  der 
overtollige  gosde  werken  der   volmaakten ,   ( thefaiiro 
fupererogationis  perfectorun.')  —     Want,   vervolgt 
bij,     ,,  in  dezen  Schat   heeft   de   Kerk   de  rijkdom- 
„  men  der  verdienflen  en  des  lijdens  van  Christus, 
5,  der  roemwaardige  Maagd  MARïA,van  al  de  Apos- 
„  telen  ,  IMartelaren  en  Heiligen  van  God  ,  zoo  wel 
5,  levenden   als   overledenen."    Ondertusfchen   blijkt 
uit  het  flilzwijgen   van   anderen    van   dien  tijd,   dat 
men  dit  gevoelen  toen  nog  niet  voor  eene   algemeen 
erkende  waarheid  gehouden  hebbe. 

Maar  alberts  groote  leerling  ,  thomas  van 
/iquino,  heeft  'er  meer  toe  gedaan,  dat  deze  foort 
van  bewijs  opgang  heeft  gemaakt,  daar  hij  verze- 
kert (§),  dat  deze  Schat  aan  het  geheele  verborgene 
ligchaam    der    Kerke    toebehoort  ,   als   waar  in   de 

Hei- 

(*)  ALEX'  HALES  Suwma  P.  IV.  Qucest  23.  membr,^.6, 

(f)  In  L.  IV.  Sentcnt.  Difl.  XX.  art.  16. 

(5)  Super  quartum  Librum  Magistri  Sentent,  Dift^ 
JfX.  p.   121.  f(jq. 

Tv  3 


a62  KERKELIJKE 

V       Heiligen   veel   meer  werken  van  boete   verrigt  heb- 

foEK      ben,  dan  zij  behoefden  te   doen,   (mithum  operibus 

Vil 

„     |.,.,    poenitentiae  fupererogaverunt   ad  menfuram   dehitQ- 

na  C.  G  rum  fuorum, )  En  van  dezen  lijd  af  werd  de  Ker- 
Jaario73  jje}jj}fe  Schat  door  de  Godgeleerden  aangenomen,  en 
'./'^^,_^  de  aflaten  als  eene  toepasfing  of  gebruik  van  den- 
zelven  befchouwd ;  alhoewel  fommigen ,  geliik  fran- 
ciscus  DE  MAYRONis  nog  in  de  XlVde  eeuw  de 
verdienden  der  Iltiligen  in  ^tztw  Schat  niet  naast 
de  verdienden  van  christus  geplaatst  wilden  heb- 
ben. — 

Tot  dus  verre  was  de  Kerkelijke  Schat  flechts 
€en  gevoelen  der  Godgeleerden,  maar  eindelijk  maak- 
te KLEMENS  V[,  in  het  jaar  1349,  van  dit  gevoe- 
len een  Leeiduk  van  het  Geloof,  door  zijne  ver- 
maarde Bulle  Unigenitus  (*).  Toen  hij  in  dezelve 
het  op  handen  zijnde  Jubeljaar  aankondigde,  ver- 
ifiiaarde  hi],  dat  christus  voor  zijne  ftrijdende  Kerk 
eenen  of^eindigen  Schat  verworven ,  en  dien  aan 
den  Apostel  petrus,  en  deszelfs  opvolgeren,  had 
toevertrouwd^  om  hem  aan  de  Geloovigen  uit  te 
deelen.  —  j^Tot  vermeerdering  van  dezen  Schat," 
gaat  hii  voort ,  „  dragen  de  verdienften  der  Zalige 
Moeder  Go'ls  ^  en  van  alle  Uitverkorenen^  van  den 
eerfren  regtvaardigen  tot  den  laatften  het  hunne  bij; 
en  men  behoeft  voor  deszelfs  verteering  noch  ver- 
mindering te  vreezen;  zoo  wel  wegens  de  oneindige 

ver- 
(*)  In   Extravagant.   Communibiis  Libr.   V.   t.  8.  de 
poenii.  Cap.  2.  in  Corp.  Jur.  Canon.   Ed.  Boehm.   Tom, 
II.  pag.  iip4. 


GESCHIEDENIS.  aöj 

verdienden  van  Christus,  als  omdat,  hoe  meer  'er       V 
door  deszelfs    toeëigening    tot    geregtigheid  gebragt     ^^^f 
worden ,  des  te  meer   de  hoop  van  hunne  verdien-  Hoofdft. 
den  aangroeit."    Na  zulke  bekrachtiging  van   dezen  "^  C.  G, 
Kerkdijken    Schat  in    de    algemeene  Kerkewet  van  '0^1517^ 
eenen  Paus,  mogt  aan  denzelven  niet  meer  getwij- — — — 
feld  worden.     Ook  hebben  de  Paufen  dcszelfs  waar- 
heid federt  altijd  onderdeld;   en  400  jaren  na  kle- 
MENS,  heeft  BENEDicTus  XIV  in  zijne  Jubel -BuUe 
van  het  jaar  1749  zich  insgelijks  op   dezen  Kerkelij- 
ken  Sehat,  welks  verdeeling  hem  toebetrouwd  was, 
onnrent    in    gelijke    bewoordingen    als    kleriens  , 
beroepen.      Vergeefs    verzette   jan    van    wesel  , 
van  wien  wij  even  te  voren  gefproken  hebben,  zich 
tegen  dt-ze  uitvinding  van   dien   Kerkdijken   Schat, 
men  was  daar  mede  ten  behoeve  der   aflaten  te  zeer 
in  zijn  fchik  ,   dan  dat  men   naar   de  gegrondheid 
van  deze  meening  onderzoek  wilde  gedaan  hebben. 

Eene    andere   Geloofsleere ,   welke  in  dit   Tijdvak  Zeven 
haren  oorfprong  nam ,  waren  de  zeven  Sacramenten,  Sacra- 
Het  uitgeflrekt  gebruik  en  beteekenis  van  het  woord  ™^'"*^"' 
Sacramemum  in  de  oudfte   Kerk  ,   en  de  onkunde 
met  de  oude  Kerkfpraak,  waren  oorzaak,  dat  men 
de  algemeene  beteekenis  des  woords  van  alles,  wat 
godsdiendig  en  heilig  was,   in  den   engeren  en   be- 
paalden   zin    nemende  ,  voor  heilige  teekenen  van 
Goddelijke   genadebewijzen ,   al  ligt   Sacramenten   'm 
dezen   bepaalden    zin  meende    te  vinden  ,   waar  de 
Kerkleeraars    het    woord    meer    onbepaald    gebruikt 
hadden.     Zoo  was   de   Latijnfche  Vertaling,   welke 
het  woord  Mutjj^oj',  Efez.  V.  32.  van  het  huwelijk 
I^  4  ge- 


a(54  KERKELIfKE 

V       gebruikt,    door  Sacramentum   vertaalde  ,    oorzaak  ^ 
'^^■^     dat  ook  het   huwelijk   onder  de  Sacramenten  eene 
Hoofdft.  pl''i'its  gekregen  heeft ;  van  hier  is  het  ook ,  dat  men 
na  C.  G  clan  meer  dan  minder  Sacramenten  door  Kerkleeraars 
tori^fr  erkend  vindt.     De    vermaarde  Aartsbisfchop  raba- 
•-— - —    Nus  MAURus  in  de  IXde  eeuw  telt  vier   Sacramen* 
ten ,  den    Doop ,   de    Gewijde   Olie ,  het    Ligchanm 
en  Bloed  W2.n  Christus,   hetwelk  iii   de  volgende 
eeuw  door  paschasius  radbertus  herhaald  is  , 
zonder  dat  wij  met  zekerheid  zeggen  kunnen,  waar- 
om zij  het  Avondmaal  in  twee  Sacramenten  gedeeld 
hebben,  en  of  paschasius  niet  minder  Sacramenten 
geteld  heeft,  dan  rabanus.    Daartegen   leerde   Bis- 
ichop    OTTO  van   B amber g^  in  het  jaar   1124,  de 
door  hem  nieuvvbekeerde  Ponimeranen  ^  dat  de  Kerk 
zeven  Sacramenten  heeft :  den  Doop ,   het  Vormfel , 
de  Zalving  der  Kranken  met  Olie ,  het  Avondmaal ^ 
de  Boete  ^  het  Huwelijk^  en  de  Inwijding  aer  Gees^ 
iclijksn, 

In  de  Oasterfche  Kerk  ging  het  even  eens  met 
het  woord  Mu5">}f/oi',  (^verborgenheid.^  De  oudde 
Leeraars  duidden  met  dit  woord,  behalve  het  C/zm- 
teiijk  Geloof  tn  de  Menschwording  van  cüristus  , 
alleen  den  Doop  en  het  Avondmaal  aan.  Maar  van 
de  Vide  eeuw  af  vindt  men  in  de  fchriften  van  den 
onechten  dionysius  den  Areopagiet  zes  zulke  ge- 
heimvolle inftellingen  en  gebruiken,  (of  Sacramen- 
ten,^ genoemd:  den  Doop,  het  Avondmaal,  de 
Wijding  van  den  Heiligen  Olie,  de  JVijding  tot 
Kerkelijke  Ambten  ,  den  Monnikenfland ,  en  de 
pebruiken  hij  de    Overledenen ;   een    getal ,  hetwelk 

THEOx 


GESCHIEDENIS.  265 

THEODORus  STUDITES   in   de  IXde  eeuw   nog  be-       v 

paalder  vastgefteld  beeft.  boek 

Gemeenlijk  wordt  petrus  lombardus,   de   zoo  j-joofdih 

vermaarde  Leeraar  der  Theologie   te   Parys^   en   Ie-  na  C  G. 

dert  het  jaar   1159   Piisfchop   dier   Hoofd ftad ,  voor  J^J^'°{^* 

tot  I5I7» 
iden  eerden  gehouden,  die  de  leer  van  de  zeven  Sa-  ., 

cramenten  openlijk  heeft  voorgedragen,  Ondertus» 
fchen  blijkt  uit  het  bovengaande  voorbeeld  van  Bis- 
fchop  OTTO  van  Bamhergy  dat  deze  leer  reeds  vroe- 
ger bekend  moet  geweest  zijn  bij  de  Godgeleerden; 
fchoon  men  niet  gefciiiedkundig  kan  aanwijzen,  hoe 
liet  met  de  uitvinding  en  opfiering  dezer  leere  zich 
hebbe  toegedragen.  Hoe  het  zij,  petrus  lombar- 
pus  behandelde  deze  leere  wijdloopig  in  zijn  Boek, 
Jietwelk  vervolgens  het  algemeene  Leerboek  der  Kerk 
geworden  is  (*3 ;  alwaar  hij  de  bepaling  opgeeft  , 
wat  een  Sacrament  is.  Het  is,  zegt  hij,  een  teeken 
eener  heilige  zaak;  maar  men  noemt  ook  eene  heii 
Uge  verborgenheid  dus  ,  gelijk  het  Sacrament  der 
Godheid.  Nader  noemt  hij  het  met  zijnen  augus-?- 
TiNUs;  De  ztgthare  gedaante  eener  onzigtbare  ge- 
pade ,  welker  beeld  zij  vertoont ,  en  de  oorzaak  daar 
yan  opgeeft;  en  vervolgens  leert  hij,  en  zoekt  het 
te  bewijzen ,  dat  'er  zeven  Sacramenten  zijn.  Men 
js  in  later  tijden  opmerkzaam  geworden  op  eenen 
Scholastieken  Godgeleerden  dezer  eeuw,  bandin  of 
PANDINUS,  (misfchien  was  hij  een  Italiaan,  ban- 
piNi,)  en  op  deszelfs  leerboek,  Scntentiarum  Li" 
^ri  IV,  uit  welk  werk  fommigen   gemeend  hebben, 

d^t 
(*)  L.  IV.  Sententiar.  Difl.  I-XLII.  p.  292-3 ?3. 

R5 


t66  KERKELIJKE 

V       dat  LOMBARDus  zijn  leerboek  ontleend  hebbe;  deze 

BOF.K     2al,  meent  men,  flechts  fn'ee  Sacramenten   geleerd 
VU 
Hoofdft.   hebben;  doch,  fchoon  hij   'er  niet  uitdrukkelijk  ze- 

na  C.  G.  ven  noemt,  volgen  zij   toch  bij  hem  ,   in  dezelfde 

j?.ario73  ^j-jg    g|g  i^y  lombardus  ,  ook  komt  het  zeer  waar- 
tot 1517.  ^      '  J  » 
— — -     fchijnlijk  voor,  dat  zijn  werk  later  is  dan  dat  van 

LOMBARDUS ,  en  dat  het  een  kort  uittrekfel  van  het 
breedvoeriger  werk  van  dezen  bevat. 

Van  LOMBARDUS  tijd  af  werd  dus  de  leer  van 
zeven  Sacramenten  meer  en  meer  bevestigd,  hugo 
van  iS";.  Fictor ,  de  vermaarde  Kanunnik  te  Parys^ 
heeft  in  zijn  Boek  over  de  Sacramenten  ,  doch  het- 
welk eigenlijk  een  volledig  Christeiijk  Leerboek  is, 
(  de  Sacramentis  doctrinae  fidei  Libri  duo^  )  bij 
A&Z&  Sacramenten  nog  geteld  het  wijwater,  de  be- 
flrooijing  met  asfche,  de  wijding  der  palmtakken  , 
de  fneijen,  de  waschkaarfen ,  de  klokken,  en  meer 
andere  gebruiken,  omdat  zij  teekenen  van  heilige 
dingen  zijn,  en  met  het  woord  van  God  daar  toe 
geheiligd  zullen  zijn.  hugo  noemde  een  Sacrament 
corporale  vel  materiale  elementum,  foris  fenjïbiliter 
propojitum ,  ex  fimilitudine  repraefentans ,  ex  infiitu^ 
tione  Jtgnificam ,  ex  fanctificatione  conti nens  ,  ö//« 
quam  invifibilem  et  fpiritualem  gratiam,  scoT  en 
occAM  gaven  weder  andere  befchrijvingen  ,  doch 
waren  het  ook  niet  met  malkanderen  eens.  Maar 
GRATIANUS  bragt  voornamelijk  veel  toe,  dat  deze 
leer  algemeen  werd  aangenomen ,  doordien  hij  in  zijne 
Decreten  zoo  breedvoerig  van  dezelven  handelde, 
en  dewijl  zijne  verzameling  van  de  Pausfen  goedge- 
keurd werd ,  was  dit  zoo  veel ,  als  of  zij  de  zeven 

Sa- 


GESCHIEDENIS.  nGj 

Sacramenten  ook  voor  eene  leere  van  hunne  Kerk      v 

erkenden.     Tot  dat  eindelijk  eügenius  IV ,  op   de     ^oek 

VII 
Kerkvergadering  te  Florence  in  het  jaar   1439,   het  j^jq^^^jj^^ 

vermaak  genietende ,  dat  hij  de  Armeniërs  met  zijne  na  C.  G. 

Kerk  vereenigde  ,  hen  onderwees ,   wat  zij  als  leden  J^^^^°73» 
"     '  7  j  jQj  1517» 

van  zijne  Kerk  gelooven   moesten ,  en  daar   onder  „n 
was   dan  ook   de  leer    van  zeven   Sacramenten  be- 
grepen. 

De  Scholastieken  bragten  bij  de  Sacramenten  vele 
gevoelens  te  berde ,  en  onder  deze  was  het  ge- 
voelen der  Tranfuhftantiatie  ^  hetwelk  eindelijk  in 
dit  Tijdvak  eene  leer  der  Kerk  werd.  Wij  hebben 
van  tijd  tot  tijd  in  de  Gefchiedenis  der  Kerk  ver- 
haald, welke  veranderingen  de  Leer  van  het  Avond- 
maal al  ondergaan  hebbe  ,  en  bij  gelegenheid  van 
de  twisten  over  hetzelve  in  de  IXde  eeuw  ook  aan- 
geteekend,  welke  tegenfpraak  de  leer  van  de  veran- 
dering van  het  brood  in  het  Avondmaal  ondervonden 
hebbe,  hoe  onzeker  die  leer  nog  in  de  Xlde  eeuw 
gebleven  zij,  totdat  eindelijk  berekgarius  met  al 
zijne  fcherpzinnigheid  en  vrijmoedigheid  daar  voor 
heeft  moeten  bezwijken. 

Evenwel  was  deze  leer  in  de  Xllde  eeuw  in  de  Trnnfub- 
Westeifche  Kerk  nog  niet  volkomen  heerfchende ;  ft^ntiatie. 
maar  de  Grieken  hadden  'er  zich  reeds  door  het 
zamenflel  van  damascenüs  aan  gewend.  De  rede- 
rijk kundige  bloempjes,  waar  mede  de  H.  bernhard 
gewoon  is ,  zijnen  üijl  te  verfieren  ,  maken  dat  hij 
zich  omtrent  deze  leere  niet  duidelijk  uitdrukt.  On- 
dertusfchen    fpreckt    hij    duidelijk    genoeg    van    het 

Avond- 


268  KERKELITKE 

V       Avondmaal  (*):     Ook  tot  heden  toe  wordt  ons  dat' 
^^^     zelfde  vleesch  gegeven^  maar  geestelijk^  (^fed  fpiri- 
Iloofdft.  tualiter  utique^')  als  hij  'er  derhalve  kort  daar  na 
lia  C.  G.  op  laat  volgen :     „  Ook  hebben  wij  thans  nog  de 
tot  i'cir  »'  "^^^^    zelffiandigheid  ^    (^fubfiantie^   )    van    dit 
m       —    „  vleesch;   zonder  twijfel   niet  anders  dan  in  eert 
„  Sacrament'^''''  zoo  kan  dit  bijvoegfel:    haud  du- 
Mum  fane  quin  in  facramento  niet  wel  iets  anders 
beteekenen ,  dan :  fed  fpiritualiter  utique.    Op  eene 
andere  plaats ,   waar    hij   opzettelijk   dit  onderwerp 
beliandelt  (f)  ,   vergelijkt  hij   de    Sacramenten  met 
?ea'  ring,  die  ten  teeken  eener  te  deelen  erfenis  ge- 
geven  wordt.    De  ring  ,  zegt  hij ,   geldt  op  zich 
zelven  niets;  maar  het  gene  ik  zoek,   is  de  erfenis. 
Op    deze     wijze    heeft    de   Heere ,    toen   hij    zijn 
lijden  naderde,  zi.ine  leerlingen  met  zijne  genade  la- 
ten beloonen ,  opdat  de  onzigtbare  genade  door  eenig 
zigtbaar  teeken  medegedeeld   werd."    Eene   vergelijk 
king,  welke  alle  verandering  uitfluit.    Ook  zijn  tijd- 
genoot, de  Abt  van  Duits,  rupert,    draagt  eene 
leere  voor,  welke  niet  beftaanbaar  is  met  de  veran^ 
dering  van  het  brood. 

Van  deze  beide  Mijjiieke,  en  dus  meer  Dijbelfche 
Godgeleerden ,  onderfcheidt  zich  in  de  verklaring 
dezer  leere,  de  aanvoerder  der  Scholastieken,  pe- 
trus LOMBARD,  hoewel  hij  zelve  niet  regt  weet, 
\yat  hij  'er  van  maken  moet.    Na  zoo  wel  die  ge-* 

nen 
(*)  Sermo  in  Festo  S.  Martini  T.  III.  Opp.  p.  336. 
(t)  Sermo  de  Coena  Domini  /.  c,  p.  175. 


GESCHIEDENIS.  ^69 

hen  wederlegd  te  hebben ,  die  zeggen ,  dat  de  god-      V 
deloozen ,  zoo  wel   als   de   godvriichtigen ,  het  lig-     ^^^^ 
Chaam  en  bloed   van  Christus   in  het  Avondmaal  Hoofdd, 
ontvangen ;  als  die  genen ,  die  daar  in  enkel  teeke-  na  C.  G. 
nen  vinden  ,   wil    hij   bewijzen ,   dat  het  ware  lig-  :q!'^J°''?' 
chaam  en  het  ware  bloed  van  Christus  op  den  al-  - 
taar  zijn ,  ja  dat   de  geheele   christus  zelve  onder 
elke   van    de    beide  gedaanten   tegenwoordig  is;   en 
dat  de   zelfftandigheïd    van    het    brood  in   het  lig' 
chaam ,    gelijk  de  zelfftandigheïd  des   ^vijns   in   het 
hloed  veranderd  worden.    ,,  Maar,    zegt   hij,   wan- 
neer 'er  gevraagd  wordt :  wat  voor  eene  verandering 
dit  zij:  eene  formeele  of  fuhftantieele?  of  van  eene 
andere  foort?    Dit  ben  ik  niet  in   (laat  te  bepalen. 
Doch  dit  zie  ik  wel ,  dat  het  geene  formeele  is ,  de- 
wijl de  voormalige  gedaanten  dezer  zaken ,  gelijk  ook 
de  fmaak  en  het  gewigt,  overblijven  enz. 

Ondertusfchen ,  terwijl  men  nog  twistte,  hoe  de 
^verandering  van  het  brood  in  het  Avondmaal  ver- 
ftaan  moest  worden,  werd  het  plegtige  kunstwoord 
Tranfubjïantiatie  federt  de  Xllde  eeuw  meer  en 
meer  gewoon.  Dit  woord  komt  het  eerst  voor  in 
eene  Predikatie  van  hildebert  ,  Bisfchop  van  Mans , 
en  eindelijk  Aartsbisfchop  van  Tours  ,  die  om- 
ftreeks  het  jaar  11 34  geftorven  is.  Men  heeft  voor- 
heen gedacht,  dat  steven,  Bisfchop  van  Autun^ 
het  eerst  dit  woord  gebruikt  hebbe ,  doch  men 
plaatfte  zijnen  leeftijd  veel  te  vroeg  in  de  Xde  eeuw, 
terwijl  men  thans  overtuigd  is ,  dat  hij  in  de  Xllde 
eeuw  thuis  hoort.  Een  ander  vermaard  Leeraar  in 
Frankryk ,   pieter    van    blois  ,    fchrijft    ook : 

„Ter- 


S70  KERKELIJKE 

V       ,,  Terwijl  brood  en  wijn  door  de  kracht  des  hemei- 

BOEK     fchen  woords  in  het  ligchaam  en  bloed  van  chris- 
VII 

Hoofdft    "^^^    veranderen,   (^  tranfuhjlantiatis  ^')    blijven   de 

na  C.  G.  Accidentien ,    welke    daar  te   voren  waren ,   zonder 

Jaario73.  z-,-^^^  gj^  ronder  onderwerp. "    ernesti   (*)  heeft 

tot  15I/.-'     ^  .  ^  ^  -' 

p.  niet    onwaarfchijnlijk    gegist ,   dat   Tranfuhftantiattê 

eene  plompe  woordelijke  vertaling  is  van  het  woord 

Metamorphofls  van  ovidius. 

Eindelijk  gaf  innocentius  III  aan  deze  leer  op 
de  algemeene  Kerkvergadering  van  Lateraan  in  het 
jaar  12 15  haar  leerfliellig  gewigt  en  kracht  in  zijne 
geheele  Kerk,  en  verklaarde  de  verandering  van  het 
brood  voor  een  werk  der  Goddelijke  almagt.  (/r<ï«- 
fuhftantiath  pane  in  corpus^  et  vino  in  fanguinem  , 
potestate  divina. )  Evenwel  hielden  hier  mede  de 
vragen  en  gevoelens  der  Scholastieken  over  de  ver- 
andering van  het  brood  niet  op ,  maar  vermeerder* 
den  veel  meer,  ten  aanzien  van  de  wijze  en  oraftan- 
digheden  dezer  verandering ;  maar  ook  zagen  zij 
zich  genoodzaakt,  nog  andere  vragen  te  ontwikke- 
len, welke  bij  gevolg  uit  deze  leer  voortvloeiden  | 
bij  voorbeeld:  wanneer  een  muis  of  hond  het  ge- 
wijde teeken  opat  ,  wat  dezelve  eigenlijk  ontving 
of  at?  enz. 

Hoe  het  zij ,  men  had  vastelijk  befloten ,  dit  ker- 
fluk  te  handhaven  ,  tot  welke  zeldzame  en  onge- 
riimde  vragen  en  oplosfingen  het  dan  ook  aanlei- 
ding mogt  geven,  en  geen  wonder,  daar  het  aan- 
zien van  den  Mispritster  door  dit  leerlluk  zoo  zeer 

(*}  In  Anti'Muratorio  p,  48. 


GESCHIEDENIS.  271 

rijzen  moest,  gelijk  men  dan  ook  meermalen  gezegd       y 

heeft,  dat  zijne  waardigheid  en  magt   alle  andere  in     boek 

de  wereld  te  boven  ging.    Het  ontbrak  ook  niet  aan  pjoofdö 

verhalen  van   wonderen  ,  welke    deze  leer  moesten  na  C.  G. 

bevestigen;   en  welke  zóo  menigvuldig  waren,  dat  J^^^''^/'3* 

,  '         tot  151 7. 

ALEXANDER  VAN  HALES   cr  ecn  bijzondcr  vraagftuk  -__«_ 

van  maakte  (♦) ;  of  men ,  wanneer  na  de  zegening 
het  vleescia  van  christüs  in  zijne  natuurlijke  ge- 
daante ,  als  een  kind ,  of  als  bloedig  vleesch ,  ver- 
fchijnen  raogt ,  dat  ook  zou  mogen  gebruiken  ? 
Neen;  antwoordt  hij;  maar  men  moet  het  in  een 
heel  rein  kastje  als  eene  Reliquie  bewaren;  en  in 
zoodanig  geval  is  het  geestelijk  gebruik  voldoende. 
Wij  zullen  de  moeite  niet  nemen,  om  den  Lezer 
lastig  te  vallen  met  eene  lijst  van  zoodanige  wonde- 
ren, anders  zouden  wij  ook  gewagen  kunnen  van 
het  Mirakel  met  eene  Hostie,  welk  te  Amfterdam 
zal  gebeurd  zijn,  en  waar  naar  nog  eene  ftraat  den 
naam  draagt  van  de  heilige  Weg,  Ondertusfcheii 
waren  *er  nog  in  de  XlIIde  eeuw  niet  weinige  God- 
geleerden van  Parys ,  die ,  zoo  zij  al  deze  leer  niet 
regelregt  tegenfpraken ,  echter  ook  tevens  andere 
mecningen  daaromtrent  voordroegen.  Aan  een  van 
hen  werd  te  last  gelegd ,  dat ,  als  hij  zich  in  het  jaar 
1164  te  Rome  bevond,  hij  tegen  eenen  Kardinaal 
gezegd  zou  hebben,  dat  te  Parys  het  gevoelen,  dat 
CHRISTUS  ligchaam  niet  wezenlijk  in  het  Avond- 
maal tegenwoordig  zij  ,  vrij  algemeen   was  ;  maar 

dat 
(*)  In  L.  TV     Sentent.    Quaest.    LUI.    Membr,   IV. 
Artie.  1.  fol.  CCXVL  b. 


272  K  E  R  K  E  L  IJ  I^  É 

V        dat  hetzelve  alleen  door  de  teekenen  beteekend  werdj,^ 
BOEK     efj  jjjit:  dit  ook  zijne  meening  was;   maar  hij  verde- 
Hoofdfl.  digde  zieh  tegen  dit  verwijt  in  eenen  Brief  aan  dett 
na  C.  G,  Paus  (*}.     Zelfs  nog  in  het  begin   der  XlVde  eemv 
tori^fr  ^^^^'^   J^^'   ^^"  Parys ,   een  Dominikaner  Monnik j 
— — —    een  fcherpzinnig  redetwister,  zoodat  men  hem  den 
bijnaam  gaf  Picque  rasne  of  Point   asne,   (vertaald 
'Joannes   Pungensafinum  ^  )    omtrent  deze  leer  zijn 
gevoelen  voorgedragen  in  een  gefchrift,  door  j.  al- 
Lix  uit  een  handfchrift  van    het  Klooster  St.  Victor 
te   Parys  in   het   licht   gegeven :     Determinatio    de 
modo  exiflendi  corpus  Christi  in  Sacramento   Altarh 
alio  ,  qiiam  tenet  Ecckfia.     In   dit  gefchrift  betuigt 
hij-  de   plegtige    meening    van    de    broodverandering 
goed  te   keuren;  maar,  voegt  hij  'er  bij,  hij  ver- 
ftoutte  zich  niet  om   te  zeggen ,   dat    dit  volflrekt 
tot  zijn  geloof  noodzakelijk   was ;   ( quod  hoc  cadat 
fiih  fide  mea ; )  doch  de  ware   en    wezenlijke  tegen- 
woordigheid van  CHRISTUS   in  het  Sacrament  des 
Altaars    kon  nog  op    eene  andere    wijze  verdedigd 
worden.    Te  weten ,  men  kon  leeren ,  dat  de  fuh" 
fiantie    des   hroods    onder    hare    acctdentien   bleef  ^ 
doch  met  zekere  bepalingen  :     (  non  in  proprio  fup-i 
pofito ;  fed  tracta    ad  esfe   et  fuppojitum  Christi ; 
ita  ut  hac  ratione  fit   unum  fuppojitum   in    duahus 
naturisi^  en  dit  gefchiedde  door  middel  der  ligcha- 
melijkheid,  {corporeitas  ^^  welke  met  de  broodheid, 
{paneitas , )  gemeenfchappelijke  eigenfchappen  heeft| 
zoodat  het  brood   christus   ligchaam,  en   dit  het 

brood 
(*)  BULAEUS  Hiit.  Univerf.  Parii,  T.  III. /•.  373* 


GESCHIEDENIS.  «73 

brood  zij.    Deze  wijze  van  verklaring  draagt  eenen       V 
bijzonderen  naam,  Impanatio.  boek 

Dar  deze  broodverandering  ten  dezen   tijde  ook  in  HoofdfL 
de  Griekfche  Kerk  reeds  vrij  algeracene  toeftemming  na  C.  G* 
gehad  hebbe ,   bewijzen  twee  plaatfen   uit  den  ver-  )^^"°73» 
maarden  Uitlegger  theofylactus  (*>    Op   beide  - 

deze  plaatfen  zegt  hij:  In  het  Avondmaal  is  niet 
blootelijk  een  voorbeeld,  («frirvTrov, )  maar  het  lig- 
chaam  des  Heeren  zelve,  terwijl  het  brood ^  zoo  als 
hij  zich  op  de  eerfte  plaats  uitdrukt,  door  eene  on- 
uitfprekelijke  kracht  veranderd  wordt ;  (f^'.TXTToiuIxt ,) 
alhoewel  het  brood  fchijnt  te  zijn.  In  de  tweede 
plaats  gebruikt  hij  het  woord  fAèr»/3oi\hirxt;  en  in 
beide  voert  hij  deze  reden  aan:  aan  brood  en  wijn 
zijn  wij  gewoon ;  maar  van  bloed  en  vleesch ,  voor* 
namelijk  men fchen vleesch ,  hebben  wij  eenen  afkeer j 
daarom  heeft  zich  de  goddelijke  barmhartigheid  naar 
onze  zwakheid  gefchikt. 

Welke  zeldzame  begrippen  men  zich  voorts  vail 
deze  verandering  in  het  Avondmaal  gemaakt  heeft, 
leert  de  twist,  welke  omtrent  het  jaar  1382  in  het 
Koningrijk  Falentia  ontftaan  is  (f).  De  Parochie*' 
priesters  aldaar  leiden  den  kranken,  welken  zij  het 
Avondmaal  toedienden  ,  onder  anderen  de  vraag 
voor:  Gelooft  gij ,  dat  dit,  (de  Hostie.,  welke  de 
Priester  in  de  hand  had,)  de  Fader .,  Zoon  en  Hei- 
lige Geest  isP  als  de  kranke  ja  zeide:   dan   ontving 

hij 

(*)  Comment.  in  Matth.  XXVI.  in  Mare.  XIV. 

(t)  BALuZi  Notae  ad  Vitt.  Papar.  Avenionensf.  Toni, 
I.  pag.  13Ó8. 

XVm.  Deel.  S 


ft74  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       hij  de  Hostie.    Een  zieke  Doctor  of  Leeraar,  vvieti 

BOEK     (Je  Priester  hetzelfde  vraasde,  zeide:    Neen:  het  is 
Vil 
Hoofdft.   fliichts  het  ligchaam  van  Christus,  den  Zone  Gods; 

na  C.  G.  oiaar  niet  de  Vaader,  noch  de  Heilige  Geest.  Toen 
Jaarro73  ^^^^  antwoord  bekend  werd,  was  men  het  niet  ééns, 
1  ■  ,  ■  welk  het  ware  gevoelen  was.  De  Inquifiteur  raad- 
pleeside  des  wegens  met  de  Godgeleerden ,  en  ver- 
klaarde vervolgens  de  fteliing  van  den  Priester  voor 
kettersch*  Dot:h  één  van  de  Parochiepriesters  drong 
zich  tegen  de  orde  in,  om  in  de  hoofdflad  te  pre- 
diken, en  riep,  midden  onder  de  Preek,  eencn  daar 
tegenwoordigen  Notaris  op ,  opdat  hij  den  inhoud 
van  een  papier,  hetwelk  hij  vertoonde,  bevestigen 
zou.  De  Priester  had  'er  het  volgende  op  gefchre* 
ven:  „  Nademaal  in  jezus  chuistus  drie  natt^ 
ren  zijn,  eene  menfchelijke,  geestelijke  en  goddeliy- 
ke^  gelooft  gij  dan,  ó  Christen,  dat,  wanneer  een 
Priester  u  het  dierbaar  ligchaam  van  christus  over- 
geeft, en  u  naar  zijne  menschheid  vraagt,  of  door 
de  woorden,  welke  christus  op  Witten  Donderdag 
gefproken  heeft,  het  ÜufFeliike  brood  in  het  ware 
vleesch  van  christus  veranderd  is  geworden?  Gij 
moet  allezins  ja  !  zeggen.  Wanneer  hij  u  verder 
naar  zijne  geestelijke  natuur  vraagt,  of  gij  namelijk 
gelooft,  dat  aldaar  de  heiige  ziel  van  christus  isr 
zoo  zeg  0(»k:  p,  Vraai^t  hij  u  eindeliik,  over  de 
Goddelijke  [NJatuur,  of  deze  Vader,  Zoon  en  Heil.- 
Geest  zi);  zoo  zeg  ook:  ja,  dewijl  alle  drie  de  per- 
fonen  daar  wezenlijk  zijn."  Doch,  terwijl  de  Pries- 
ter dit  wijdloopig  verklaarde,  riep  hem  een  koopman 
toe:    s,  Zeg  veel  meer,  ó  Christen!  neen!  neen!"' 

Ook 


GESCHIEDENIS.  a75 

Ook  wederfpraken   nog  anderen   den  Priester,  toen       V 
hij  van  den  Kanlel  kwam.    Het  volk  koos  over  het    °^^J 
geheel  partij  tegen  de  Priesters ;    ook   traden   de  Be-  Hoofdft. 
delmonniken  op   deze   zijde,  en   'er  verliepen  twee  "^  ^'  ö» 
jaren ,   eer  deze  twist   door  den   Heil.  vinceiNTIUS  [q^  j^,- 

kon  worden  bijgelegd.    Dat  voorts  in  de  laatile  eeu- 

wen  van  dit  Tijdvak  allen,  die  de  verandering  van 
het  brood  in  het  Avondmaal  ontkenden ,  als  Ketters 
aangezien  en  behandeld  zijn ,  zal  ons  uit  her  verder 
beloop  der  Gefchiedenis  blijken.  Aan  den  bovenge- 
melden  jan  van  Parys  werd  reeds  het  waarnemen 
van  zijn  leeraarambt,  om  zijne  leere  van  het  Avond- 
maal ,  door  fomraige  Prelaten  verboden. 

Een  natuurlijk  gevolg   der  Transfuhjiantiatie ,    de  Het  aan- 
üanbiddirip  der  eewtide  Hostie^  als  in  welke  chris-  '^'''"'^".. 
Tus  zelve  tegenwoordig  zou  zijn,  werd  nu  ook  een  de  Hostie 
hoofdfteun  voor  deze  leer.    Men   heeft   wel  over  de 
oudheid     van     dit    gebruik    getwist ,    tusfchen    de 
Roomschgezinden  en  ProteRanten ,  doch  fchoon  men 
reeds  in  de  Vide  eeuw  bij  de    Grieken  de  gewoonte 
vindt,  om  het  gewijde  brood  voor  het  oog  der  Ge- 
meente op  te  htfFen,  zoo   gefchiedde  zulks  alleen  , 
om  de  aanwezenden  te  noodigen  tot  het  gebruik  des 
Avondmaals;  dit  gebruik  vindt  men   ook   vervolgens 
in  de  Wesrerfche  Kerk ,  maar  van  de  aanbidding;  nog 
in  de  Xllde  eeuw  geene  fporen,  doch  in  de  XHIde 
eeuw  vindt  men  het  in  de  Westerfche  Kerk  als  een  ph'gt 
voorgefchreven.  In  1217  gebood  honorius  Ili  (*), 

dat 

(*)  In    Drcretall.   Gregor.   IX.    L.    III,  ///.    e^\.  de 
Celebrat.  Mhfae  C.  10. 

S  a 


a?^  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  dat  elk  Priester  zijne  Gemeente  zorgvuldig  zal  on» 
^ER  derrigten,  dat,  wanneer  bij  het  vieren  der  Mis  de 
Hoofdfl.  heilzame  Hostie  opgeheven  wordt ,  zich  ieder  een 
na  C.  G.  eerbiedig  buigen  moet  ,  als  ook  ,  wanneer  dezelve 
10^1^17  "^^'"  ^^"^"  zieken  gedragen  wordt.  Deze  buiging 
■  werd  om  dezen  tijd  ook  door  eene   Kerkvergadering 

te   Saint  es  bij  het   voorbij  dra  gen  der   Hostie  gebo- 
den ,  en  daar  voor  tien  dagen  aflaat  beloofd  (*). 
Sacrn-  X'ervolgens  werd  de  leer  van  de  Transfuhftantiatk 

jnentsdcg  ^^  ^^^  jg  aanbidding  der  gewijde  Hostie^  voor  de 
Westerfche  Kerk,  als  het  ware,  geheiligd  door  een 
bijzonder  Feest  ,  hetwelk  als  allerhoogstwaardigst 
gevierd  wordt.  De  oorfprong  van  hetzelve  is  zon- 
der eenige  bedenking  bekend  ,  maar  ftrekt  niet  zeer 
om  hetzelve  eerwaardigheid  bij  te  zetten,  juliana, 
eene  Non  in  een  Hospitaal  buiten  de  poort  van 
Luik  ^  en  federt  het  jaar  1230  aldaar  Prioresfe  ,  — 
zoo  verhaalt  het  de  Dominikaün  bzovius  uit  eenen 
ouden  Schrijver  (f),  en  veel  korter  de  Paus  bene- 
DiCTUS  XIV,  in  een  werk,  hetwelk  hij  nog  als 
pPvOSPER  LAMBERTiNi  gefchreveu  heeft  (§)  --  ftond 
in  zoo  beogen  roem  van  heiligheid ,  dat  zij  meer- 
malen in  den  hemel  verrukt  werd,  en  in  den  Pro- 
fetifchen  geest  zelfs  de  gedachten  der  menfchcn  be- 
kend maakte.  Zoo  dikwijls  bijna  als  zij  bad  , 
zweeftle  haar   een   wonderbaar  gezigt  voor  oogen  : 

de 
(*)  HARDUIN.  Concill.  T,  VII.  C,   7.  p.  847. 
(t)  In  annal.  Eccles.  ad  a.  I230.  «.  16. 
(§)  Comnent,  de  D.  N.  J.  C.   ejusqiie   Matiis  festis 
P.  1.  5.  DXXXII. /^.  A  21  f. 


GESCHIEDENIS.  27? 

(ïe  Mnan ,  wel  in  haren  vollen  glans ,  maar  aan  een  deel       V 

van  hare  rondheid  gebroken.     Zij  verftond   door  een     "l^ff 

VII 
Goddelijk  onderwijs,  dat  de  Maan  de  Kerk,  en   de  Hoofdft. 

breuk  van  dezelve  het  ontbreken  van  een  enkel  ''a  C.  G« 
Feest  te  kennen  gaf,  hetwelk  God  tot  den  wasdom  '^j,  j^j^^ 
van  het  ware  geloof  wilde  ingelteld  hebben;  ook  — - 
kreeg  zij  bevel ,  om  met  het  vieren  van  hetzelve  een 
begin  te  maken ,  en  het  aan  de  wereld  aan  te  kon- 
•digen.  Twintig  jaren  lang  verhinderde  hare  nede- 
righeid haar,  om  dit  bevel  uit  te  voeren;  terwijl  zij 
bad,  dat  zulks  aan  een'  waardiger  perfoon  mogt 
opgedragen  worden ;  eindelijk  ontdekte  zij  het  aan 
eenen  Kanunnik  te  Luik ,  die  het  weder  aan  andere 
aanzicneüjke  Geestelijken  mededeelde,  onder  anderen 
aan  den  Aartsdiaken  jakob  ,  die  naderhand  den 
Pausfeiijken  Troon  beklommen  heeft ,  onder  den 
naam  van  urbanus  IV.  Deze  allen  waren  eenparig 
van  gevoelen,  dat  het  ter  eere  van  God  en  opwek- 
king van  godvruchtige  Christenen  (trekken  zou  , 
wanneer  'er  een  bijzonder  Feest  ter  gednchtenis  der 
inzegening  van  het  Heiiig  Avondmaal  ingefteld  werd. 
Doch  eene  andere  godzalige  Maagd,  isabella  , 
eene  vriendin  van  juliana  ,  kreeg  insgelijks  om  de- 
zen tijd,  ais  zij  in  eene  Kerk  te  Luik  voor  een 
krucifix  knielend  bad,  eene  Goddelijke  Openbaring, 
van  dezen  inhoud,  dat  zoodanig  een  Feest  ftceds 
eene  verborgenheid  der  Heilige  Drieëenheid  geweest 
was,  maar  nu  was,  in  deze  laatfte  dagen,  de  tijd 
gekomen ,  dat  dezelve  aan  de  menfchen  verkondigd 
moest  worden.  De  beide  vriendinnen  besloten  der- 
halve, om  alles  in  het  werk  te  ftellen,  ten  einde 
S  3  dit 


27»  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       dit  oogmerk  te  bereiken,     juliana    liet  door  eenea 

*vn      i^'^S"^  9  i"'^*^  "^^^  geleerden  ,  Geestelijken ,   eene  Li- 

Hoofdih  ï"rgie  of  Eeredienst  voor  dit  Feest  opftellen;   en  als 

na  C.  G.  deze  aan  de  Godgeleerden  ter  beproeving   overgege- 

«0^1517'^^"  was,  oordeelden  zij  eenparig,    dat  dit  werk  niet 

uil  I.  van  menfchen  kwam ,  maar  van  den  Vader  des  lichts 

zelven.      Verfcheidene    Geestelijken    in    het   Bisdom 

Luik  verzetten  zich  wel  hier  tegen,    maar   hun  Bis- 

fchop  HUGO  voerde  het  Feest  in  op  eene  Sijnode  in 

het  jaar  12^6.     Zijn  dood  echter  maakte   'er    weder 

een   einde   aan  ;  en   alhoewel  de   Kardinaal  -  Legaat 

ïiuGO   hetzelve   ijverig  aanprees,  evenwel   werd  het 

flechts  zoo  lang  gevierd,   als  hij  zich  in  dezen  oord 

onthield,      juliana    ftierf    dus    in    het  jaar   1257, 

zonder   haren  wensch  vervuld   te   zien;  doch   hare 

leerlinge  en  vriendin  eva,  eene  andere  Non  te  Luik  ^ 

bragt  het  zoo  ver,   dat  ten   minde   de   Kanunniken 

van  Sf.  Martin  dit  Feest  zonder  vertoef  vierden. 

Thans  kwam  het  op  de  uitfpraak  van  den  Paus 
aan ,  voor  wien  de  zaak  gebragt  was ,  welk  lot  dit 
nieuwe  Feest  hebben  zou.  urbanus  jV  oordeelde 
de  zaak  zoo  gewigtig,  dat  hij  'er  niet  overhaast  in 
te  werk  wilde  gaan.  Maar  een  ander  wonderwerk, 
hetwelk  te  Bolfena ,  niet  ver  van  Civita  Fecchia  , 
waar  hij  zich  met  zijn  Hof  bevond,  in  het  jaar 
ï:?.64  gebeurde,  bragt  hem  fpcedig  tot  andere  ge- 
dachten. Wanneer  een  Priester  aK'aar  de  leekenen 
van  het  Avondmaal  inzegende ,  en  aan  de  waarheid 
der  verandering  van  het  brood  twijfelde:  vielen  *ei* 
bloeddruppels  op  zijn'  linnen  Koorkleed.  Hij  wikte 
die  verbergen ,  door  het  kleed  in   plooijen  te  flaan  , 

doch 


GESCHIEDENIS.  «79 

doch   d:\ar    door  kwamen    meer  bloedige  gedaanten       V 
eener  Hostie  te  voorfchijii;  en  dit  kJeed  is  tot  in  de     ^^[^ 
jongde  tijden   te    Civita  Fecchia   ais   eene   Reliqiiie  *H[oofdft. 
bewaard.     Hier  op  verordende  urbanus  nog  in  dat-  '^^  C.  G. 
zelfde  jaar  1264,  door  eene   Bulle,   dit  Feest  voor  \TJ\1ll,'' 
zijne  geht-elc  Kerk,  op  den  donderdag  na   de  Pink-  ■■ 

fterweek  (♦),  belovende  aan  allen,  die  hetzelve  zou- 
den vieren ,  eenen  aflaat  van  40  tot  100  dagen.  Men 
heeft  echter  naderhand  pogen  te  ontkennen,  dat  de 
droomerijen  van  eenige  vrouwen   tot   dit  Feest   aan- 
leiding   gegeven    hebben.       Dewijl    urbanus    twee 
maanden  Hechts  na  het  uitvaardigen   van  zijne  BuIIe 
llicrf,   zoo    bleef  het   vieren    van  het    Feest  overal 
achter,  alhoewel   hij   zelve  het  gevierd   had.    Maar 
KLEMENS  V  herftelde  het  in  het  jaar  131 1  weder  op 
eene  Kerkvergadering  te  Vienn&^   door  eene  verorde- 
ning, welke  eene  herhaling   was   van    de   Bulle  van 
URBANUS  (f).  Sedert  is  dit  Feest ,  in  de  Kerkefpraak 
Festum  Corporis  Domini  ^  gemeenlijk  Sacramentsdag 
genoemd ,   in  algemeen   gebruik   gekomen ,   en   werd 
eenigermate  het   voornaamde  ,  en  in  der  daad  het 
prachtigfte  in   de   Roomfche   Kerk.    Dat    urbanus 
ÏV  ook  het  plegtig  omdragen  der  gewijde  Hostie  op 
dit  Feest,  zoo  als  het  nog  gewoon  is,   te  gelijk  be- 
valen hebbe,  vindt  benedictus  XIV  waarfchijnlijk. 
Ook  is  het  te  gelooven,   dat  federt  de  vernieuwing 
van  dit  Feest,  het  bewaren  en   aanbidden  der  Hos- 
tie, 

(*)  In  Magfii  Bnllario  Rommio  T.  I.  p.  145. 

(f)  Clementinar.  L.  III.  Tit.  \6.  de  reliquiis  et  vette-' 
ratione  SS-  Cap.  unie,  p.  loSo. 
S4 


18e  KERKELIJKE 

V       tie,  in  een  kostbaar  kasje  ook  buiten   de  bediening 
»oER     yan  het  Sacrament  allengs  meer  de  overhand  gekre- 

Hoofdrt.   ge"  lieeft. 

na  C.  G.      Men  heeft  ook   als   een  gevolg  van   de  leere  der 

*!  !'^!^r-*  Tram fuhft anti a tie  aangezien   die  voorname  verande* 
tot  1517-  *        •'     -'  ^ 

-  ring  in  het  bedienen  van  het   Avondmaal ,  dat  men 

De  Lee-    de  Leeken  heeft  uitgefloten  van  het  gebruik  van  den 

he^  ffe"    drinkbeker  in  hetzelve ,  hoewel  deze  verandering  niet 

bruik  van  nnmiddelijk  en  noodzakelijk ,  noch  alleen  uit  die  leere 

den  beker  J5  voortgevloeid.     Tot  in  de  Xilde  eeuw  toe  werd 

in  het  ^      . 

Avond-    J^""  ^^'s  Christenen ,  zonder  onderfcheid ,  het  Avond- 

n.ml  uit-  maal  volledig ,  onder  beide  gedaanten   van  brood  en 

'  *    wijn ,  toegediend ;  gelijk  de    eerlijke  Kardinaal  bona 

zelve  erkend  heeft  (*),   en  gelijk  duidelijk  blijkt  uit 

den  Regel  van  Paus  gelasius  I,   die  de  fcheiding 

van  het  brood  en  den  beker  uitdrukkelijk  onder  ftraf- 

fe  van  den  ban  verbiedt,  dewijl  zulke  fcheiding  van 

een  en  hetzelfde  Sacrament  niet  zonder  fterken  Kerk* 

roof  en  Heiligfchennis  gepleegd  kan  worden. 

Toen  in  de  laatlte  dertig  jaren  der  Xlde   eeuw  de 

twist  met  berengarius  over  het  Avondmaal  op  het 

hevigst    gevoerd    werd,    verdedigde    deszelfs    partij 

LANFRANK  wel  ^tTramfuhflantiatie  met  allen  ijver, 

maar  hij  onderllelde  evenwel  het   gebruiken   van   het 

Avondmaal  onder  beiderlei  gedaante  als  algemeen  ge- 

woonlijk.      In    een  Liturgisch    gefchrift  van   eenen 

cngenoeraden  uit  dienzelfden  tijd  worden  die   genen 

beftvaft ,    die  het  ligchaam    van    Christus   in  den 

wijn  doopten ,  en  dus   geloofden  ,  het  Avondmaal 

vot» 

<;*)  Rer,  Liturg.  L.  II.  C.   18.  Opp.  p.  594.  fq. 


GESCHIEDENIS.  2S1 

Volledig  bediend  te    hehben ;    welk    misbruik    Paus       V 
urbanus  II  op  de  Kerkvergadering  te   Clertmnt   in     ^°^^ 
het  jaar  1095  insgelijks   uitdrukkelijk   verbood ,   wil-  Hoofdft. 
lende,  dat  niemand  bij  den   Altaar  het  ligchaam   en  "^  C.  G. 
bloed  anders,  dan  t\'^  bijzonder,  nemen  zal.  lor!^^. 

Doch ,  omtrent  dien  tijd ,  werd  het  eerst  van  eeni-  . 
ge  Prelaten  het  voorftel  gedaan ,  dat  men  aan  de 
Leeken  den  drinkbeker  in  het  Avondmaal  niet  be- 
hoefde te  geven.  R'^dulf,  federt  het  jaar  1108  Abt 
van  het  Klooster  van  den  Heiligen  Tronc ^  (S,  Tru- 
donis ,)  in  het  Bisdom  Luik,  en  in  het  jaar  iiai 
Abt  van  St.  Pantaleon  in  het  Keulfche ,  geeft  in 
zijn  ongedrukt  gedicht,  bij  bona  aangehaald,  de 
redenen  daar  voor  op:  „  Hier  en  daar,  zegt  hij, 
mag  men  de  voorzigtigheid  gebruiken,  dat  de  Pries- 
ter aan  zieke  of  gezonde  Leeken  niets  van  het  bloed 
van  CHRISTUS  geve;  alzoo  'er  gemakkelijk  iets  van 
geftort  kon  worden  ,  en  de  eenvoudige  zou  kunnen 
denken:  dat  de  geheele  jezus  niet  onder  beiderlei 
gedaante   zij. 

Hic  et  ïbi  cautela  fiat ,  m  Vreshijter  aegris 
Aut  fanis  tribuut  Lakis  de  fangutne  Ckristi; 
ffam  fundi  posfet  leviter ,  fimplex^ue  putaret , 
Qtiod  non  fub  f  pede  fit  totus  Jefus  utraqtie. 

Evenwel  hadden  deze  voorftellingen  in  het  eerst 
weinig  ingang.  De  overeenftemming  der  voornaam* 
fle  Myfiieken  en  Scholastieken  van  deze  eeuw  be- 
hield het  oud  gebruik  beide  van  brood  en  wijn ,  bij 
voorbeeld  ,  bernhard  van  Clairvaux^  hügo  van 
St,  Flctor  enz.  petrus  lombardus  ,  wiens  ge- 
voelens en  uitfpraken  zoo  veel  invloed  hadden,  zegt 
S  5  uit- 


28a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       uitdrukkelijk :     „  Waarom    wordt    het    Avondmaal 

BOEK     onder    eene    tweeledige   gedaante   gebruikt  ,    fchoon 
VII  o      o  o 

Hoofdft.   ^^^^  ^^   geheele  Christus  onder    elke  van   beiden 
na  C.  G.  is?     Om  te  toonen,  dat  hij  de  geheele  menfcheliike 

Jaario73.  j^^jyy^  aangenomen  heeft,    om  die  geheel  te   verlos- 
tot  1517-  °  ^ 
j              fen.     Want  het  brood   ziet   op   het  vltesch,   en  de 

wijn  daartegen  op  het  bloed  ,  omdat  de  vvi'n  het 
bloed  werkt,  ïn  hetwelk,  gelijk  de  Natuurkundigen 
zeggen ,  de  zitplaats  der  ziel  is.  Het  wordt  daarom 
onder  twee  gedaanten  gevierd ,  opdat  de  aanneming 
der  ziel  en  des  vleefches  in  christïts  ,  en  de  ver- 
losfing  van  beiden  in  ons  aangeduid  wordt  (*)." 

In  de  Xlllde  eeuw  integendeel  nam  de  meening, 
dat  men  de  kelk  aan  de  Leeken  mogt  en  kon  ent* 
houden,  merkelijk  de  overhand.  In  het  janr  1313 
werd  de  Transfubflantiatie  als  een  Kerkelijk  Leerftuk 
door  iNNOCENTius  III  vastgeflield ,  welke  Paus  even- 
wel zelve  in  zijne  fchriften  blijken  geeft,  dat  ook  de 
vrouwen  den  beker  nog  ontvangen  hebben.  Mis- 
fchien  heeft  evenwel  deze  leer  nu  eene  leer  der  Kerk 
geworden ,  aanleiding  gegeven  ,  dat  men  meer  be- 
,  zorgd  geworden  is,  dat  de  Leeken  het  bloed  van 
CHRISTUS  (lorten  mogter.  Hoe  het  zü,  alexan- 
DER  VAN  HALES,  Ó.Q 'EngtX^che  Franciskaner^  die  de 
Godgeleerdheid  met  zoo  veel  roem  tot  aan  zijnen 
dood  in  het  j;iar  1245  toe  te  Parys  ^  geliik  te  voren 
te  Oxford,  geleerd  heeft,  is  reeds  een  getuige,  hoe 
zeer  de  nieuwe  gewoonte  zich  bad  uitgebreid.  On- 
der eene   menigte  vragen  over  het  Avondmaal  (lelt 

hij 
(*)  L.  IV.  Dijïinct»  Xf.  p.  3i3- 


GESCHIEDENIS.  283 

• 
hij  ook  deze  voor:     Is  het  wel  geoorloofd^   het  lig-       V 

chaam  van  Christus  enkel  onder  de  gedaante  des     '^^^^ 

hroods  te  nemen  ^  zonder  hem  te  gelijk   o  der  de  ge-  Hoofdft 

daante  des  wij'ns  te  ontvangen?  Na  de  gronden  voor  na  C.  G. 

en   teeen   aangehaald    te  hebben,   beduit    hij,  dat,  '"'''^'°"^' 
^  ^  '  -  '         '  tot  1517. 

dewijl   CHRISTUS    onder  de   beide  gedaanten   geheel    — — 
ontvangen  wordt ,  men  heel  wel  zijn   ligchaam  enkel 
onder   de  gedaante   des  hroods   ontvangen  kan;  zoo 
als  bijkans  overal  van  de  Leeken  in   de  Kerk  ge-» 
fchiedt. 

Evenwel  was  dit  gebruik  nog  ver  van  algemeen 
te  zijn  ,  alzoo  eene  Kerkvergadering  te  Durham  van 
het  jaar  1220,  de  Priesters  vermaande,  om  de  Lee- 
ken ,  zoo  dikwijls  zij  ten  Avondmaal  gingen ,  tg 
onderwiizen ,  dat  zij  toch  niet  aan  de  waarlieid  van 
het  ligchaam  en  bloed  van  christus  twijfelen,  de- 
wijl zij  zeker  dat  gene  onder  de  gedaante  des  broods 
ontvangen,  het  gene  voor  ons  aan  het  kruis  gehan- 
gen heeft,  en  in  den  drinkbeker,  het  geen  uit  de 
zij^le  van  Christus  gertort  is.  Nog  gewigtiger  zijn 
hier  plaatfen  uit  de  fchrifien  van  albert  den  GroO' 
ten.  Deze  weet  zoo  weinig  daar  van,  dat  men  den 
beker  toen  aan  de  Leeken  zou  onthouden  hebben, 
dat  hij  veel  meer  (*)  die  genen  wederlegt ,  die  het 
gebruik  des  wijns  voor  overtollig  verklaren ,  omdat 
de  geheele  chuistus  onder  de  geda.  t  van  het 
brood  tegenwoordig  is;  maar  zijn  leerling,  de  HeiL 
THOMAS  ,  fchijnt  het  eerst  deze  leere  van  den  beker 
aan  de  Leeken  te  onthouden ,  met  kracht  voorge- 
daan 
(*}  Libr.  de  corporc  Christi  et  facraniento  altavis. 


284  KERKELIJKE 

V  ftaan  te  hebben.  Hij  ftelt  de  vraag  voor :  Is  het 
*v^?  wtf/  geoorloofd^  het  ligchaam  van  Christus  te  ge' 
Hoofdlh  hruiken ,  zonder  het  bloed  ?  En  hij  antwoordt  : 
na  C.  G.  Zulks  fchijnt  ongeoorloofd  te  zijn ,  dewijl  Paus  ge- 
•[^jj  j.^^_' LASius  in  zijn  bekend  voorfchrifc  zulks  verbiedt; 
■  dewijl  het  drinken  des   bloeds   tot   de   volkomenheid 

van  dit  Sacrament  behoort,  en  dewijl  dit  tot  ge- 
dachtenis van  het  lijiien  van  Christus  ontvangen 
wordt ,  welk  lijden  meer  door  het  bloed ,  dan  door 
het  ligchaam  wordt  uitgedrukt  ,  zoodat  men  zich 
eer  van  het  gebruik  des  ligchaams  dan  des  bloeds 
zou  dienen  te  onthouden.  Maar  daar  tegen,  zoo 
vervolgt  hij,  ftrijdt  de  gewoonte  van  vele  Kerken, 
in  welke  het  volk  wel  het  ligchaam  van  Christus  , 
maar  niet  zijn  bloed  ontvangt.  Hier  uit  leidt  hij  die 
gevolg  af:  „  Naardien  het  den  Priester  toekomt, 
dit  Sacrament  te  wijden  en  tot  fland  te  brengen  , 
welks  volkomenheid  in  beide  beftaat:  zoo  mag  hij 
geenszins  het  ligchaam  van  Christus  zonder  het 
bloed  nemen;  maar  omtrent  anderen  gebruiken  eeni- 
ge  Kerken  de  voorzigtige  gewoonte,  uit  hoofde  van 
het  gevaar  van  een  oneerbiedig  gedrag ,  enkel  het 
ligchaam  van  christus  te  geven." 

Deze  groote  Godgeleerde  van  zijnen  leeftijd  uit  de 
Orde  der  Dominikanen  zal  velen  aan  zijne  zijde 
overgehaald  hebben,  en  dewijl  ten  zelfden  tijde  het 
Opperhoofd  der  Franciskanen  bonaventura  zich 
voor  dit  gevoelen  verklaarde,  is  het  niet  vreemd, 
dat  deze  nieuwe  gewoonte,  om  de  Leeken  van  den 
Avondmaalskelk  uit  te  fluiten,  fpoedig  van  de  aan- 
zienelijkfle  Kerken  in  het  Westen  is  aangenomen  ge- 

wor- 


GESCHIEDENIS.  285 

worden.    In  de   latere  tijden   der  XlIIde  eeuw  ziet       V 
men  in  vele  Kerken  ,    in    plaats   van    den  gewiiden     ^^^^ 
wijn ,  voor  de   Leeken   de   naderhand   zoogenoemde  fioofdll, 
fpoelheker  te  vooHchiin  komen.     Men   goot  bij  den  «^  C.  G. 
overgeblevenen    gewijden    wijn    meermalen    gewonen  l^^^^J^ 
wijn,  en  een  Aartsbisfchop   van   Cantetbury  ^  joan  ^  ■   i  ■ 
PEKHAM,  gaf  in  het  jaar  12S1   aan   zijne  Priesreren 
in  last,  om  het  volk  te  onderwijzen,  dat,  het  geen 
hun  in  dezen  beker  gegeven  werd  ,  geen   Sacrament 
was,  maar  enkel  wijn,  met  welks  hulp  zij  het  ont- 
vangene heilige  ligchaam  gemakkelijker  konden  door- 
flikken,   Ondertusfchen  vindt  men  nog   diep   in   de 
XlVde  eeuw  voorbeelden ,  dat  men  den    beker  ook 
aan  de  Leeken  gegeven   heeft ;   trouwens    blijkt  uit 
hel  geval  van  Keizer  hendrik   in  het  jaar    1313, 
die  door  den  wijn  in  het  Avondmaal   vergeven   zal 
zijn ,   dat   de   Leeken    zeker   den    beker   ontvangen 
hebben.    Evenwel  werd   reeds  omtrent   het    midden 
der  XlVde  eeuw  de  tegengeftelde  gewoonte  door  de 
Paufen  zoo  zeer  als  wetiig  en  regtmatig    aangezien, 
dat  KLEMENS  VII,  in  het  jaar  1344,  aan  den  Her- 
tog JAN  van  Normandiê^  oudften  Zoon  van  Koning 
FiLiPS  VI,  op  deszelfs  verzoek,  als  een   bijzonder 
voorregt,  bij    Dispen fatie  bewilligde,   dat  hij,   zoo 
lang  hij  leefde,  den  beker  zou  mogen   ontvangen  , 
hetzelve    vergunde   hij   ook   aan   de   Ouders   en   de 
Gemalin  van  dezen  Prins ,  en   in  het  volgende   jaar 
aan  den  Hertog  otto  van  Burgondi'è  ^  docli    onder 
voorwaarde,  dat  de  Priester  zich   daar    bij  zoo   ge- 
heim en  voorzigtig  zou  gedragen ,  dat  'er  toch  niets 
van  het  bloed  geftort,  noch  eenige  ergernis  gegeven 

moge 


a86  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       mogt  worden.    Op  het  einde  dezer  eeuw  was   het 

^^^!^      zelft   gevaaiiijk,  op  het  algemeen    gebruik   van   den 

Hoütdü.   drinkbeker  aan  te  dringen.     Een    Paiochiepriester  te 

na  C.  G.  Praags  Meester  matïhias  van  Jatiow^  onderwees 

L/^{^' her   volk   en   noodiede   hen  uit,   om   den    heker  te 

COL       Si/. 

I  o))tvangen  ,   welken  hij   ook   ronddeelde..      Maar  de 

hooge  Geesiellikheid  noodzaakte  hem  fpoedig,  om 
te  herroepen;  hij  ftierf  in  het  jaar  1394.,  en  zijne 
fclirifren  werden  in  het  jaar  1410,  met  andere  zoo- 
genoemde  Ketterfche  fchriften,  door  den  Aartsbis- 
fcliop  van  Praag  veroordeeld. 

Bohemen  was  over  het  geheel  het  land,  waar  men 
het  langst  het  gebruik  van  den  Avondmaalskelk  be- 
houden had.  Dit  land  was  door  Griekfche  Monni- 
ken tot  het  Christendom  bekeerd,  en  bleef  fteeds 
genegenheid  behouden  voor  de  oude  gebruiken,  de 
Piicvsrers  lefden  in  den  echt ,  de  gewone  landtaal 
werd  bij  den  Godsdienst  gebruikt,  en  dus  ook  het 
Avondmaal  lai  g  onder  de  beide  gedaanten  van  brood 
en  wijn  bediend ;  maar  toen  karel  IV  omtrent  het 
midden  dezer  eeuw  de  Univerfiteit  te  Praag  fticht- 
te,  en  op  dezelve  vele  Duitfche  ^  Franfche  en  Ita^ 
Viaanfche  Leeraren  beriep,  werden  de  vorige  gebrui- 
ken ,  ook  door  uitdrukkelijke  Plakaten  van  dezen 
Vorst,  onder  (Iraffe  des  vuuis,  afgefchaft ,  eu  daar 
onder  het  gebruik  van  den  drinkbeker  voor  de  Lee- 
ken.  — 

Nog  was  'er  eene  reden,  waarom  men  in  Bohe- 
men  reeds  in  de  XlVde  eeav/  vele  koene  Leeraars 
van  Hervorming  vond,  die  onder  andere  verbaste- 
ringen van  den  Godsdienst  eii  der  Kerk,    ook  het 

Avond' 


GESCHIEDENIS.  a8^ 

Avondmaal  onder  eem  gedaante  beft;  eden.     Dcf-Fa/'       V 

demen ,  die  overal  vei  volga  werden  ,    namen  gedeel-     ®°^* 

telijk  hunne  toevlugt  ouk  naar  Bohemen,   alwaar  de  Hoofdfl. 

gefchiktheid  lot  eene  vrijere  denkwijze,  voornamelijk  na  C.  G, 

onder  de   heimelijke    Grieken,    grooter  was   dan    in  i^^^^°T3» 

tot  15 17, 
de  meeste  an  ere   landen.     In   het   naburig  Meisfen 

leefde    in   het   begin  der  XVde   eeuw   pieter   van 
Dregden ,  zoo  als  hij  naar  zijne  vaderftad    genoemd 
werd  ,   ook   een   aanhanger   der   Waïdenzm,      Deze 
had,  na  eenig  verbliif  te  Praag,  deze  hoofdltad  met 
vele  andere  Duitfchers  verlaten  in  het  jaar  1409,  en 
lèdert  in   zijn    vaderland    Schoolonderwijs    gegeven. 
Doch    toen    men    hem    als    een*    Ketter   herkende , 
vlugtte  hij  weder  naar    Praag,  alwaar  thans   federt 
het  jaar  1400  als  lid  der  Filozofifche  Faculteit  dezer 
Hooge  School  jakob  van  Mi  fa  leerde,  gemeenelijk, 
om  zijne  kleine  ligchaamsgeftalte ,  jacobellus  ,  (de 
Kleine  jakob,)    in  het  Boheemsch    jakaubez   ge- 
noemd.   Tegen  dezen ,   die  toen   bij   de  Kerk  van 
iS"^.  B'lichael  te  Praag  Parochiepriester   was,   zeide 
PIETER  van   Dresden:   dat  hij   zich   verwonderde  , 
dat  een  zoo  geleerd  en  heilig  man  de  dwaling  in  de 
leere  van  het   Avondmaal  niet   opgemerkt  had,  die 
reeds  lang  voor  de  Kerk   zeer   nadeelig  was  gewor- 
den, dat  men  het  volk  enkel  het  ligchaam  des  Hee- 
ren  onder   ééne  gedaante  gaf.      jacobellus,   hier 
door    opgewekt  ,    raadpleegde    de    Kerkvaders  ,    en 
vond,  dat  zij  het  algemeen  gebruik  des   bekers  aan- 
geprezen hadden,  hetwelk  hij  ook  aan  het  volk  pre- 
dikte,  en  het  vermaande,  om  in  het  vervolg  het 

Avond- 


a88  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Avondmaal  volledig  te  gebruiken  (♦).  De  twisten 
BOEK  jnet  Hus  over  den  Godsdienst,  welke  toen  reeds 
Hoofdft.  plaats  hadden ,  kregen  daar  door  een'  grooten  ftcun , 
na  C.  G,  voornamelijk ,  dewijl  ook  zijn  ambtgenoot  sigmund 
10^1^1^'  R2EPANSCI  hem  bijftond.  De  Aartsbisfchop  van 
.  Praag  deed   hem  wel  in  den   ban  ,   maar  hij  ging 

voort,  met  toejuiching  over  dit  (luk  te  prediken,  en 
de  twist  hield  weldra  de  vergadering  van  Conftans 
bezig,  ook  werden  'er  hevige  fchriften  over  gewis- 
feld.  Terllond  toen  jakob  de  misa  in  het  jaar  1415 
zijn  gevoelen  openlijk  begon  voor  te  dragen ,  weder- 
fpraken  hem  de  Leeraars  der  Hooge  School,  maar 
hij  verdedigde  zijn  gevoelen  in  een  afzonderlijk  ge- 
fchrift ,  waar  tegen  een  Ongenoemde  eenen  langen 
Brief  uitgaf,  en  poogde  te  bewijzen ,  dat  het  tegen 
het  oogmerk  van  Christus  was  ^  dat  men  de  Lee* 
ken  beide  de  deelen  van  het  Avondmaal  toediende. 
Kort  daar  na  volgde  'er  een  onder  gefchrifc  van  an- 
DREAS  BRODA ,  Doctor  en  Profesfor  der  Godgeleerd- 
heid te  Praag ;  tegen  welken  aanval  jakob  van 
Mi/a  zich  fpoedig  in  eene  wijdloopige  verantwoor- 
ding verdedigde ;  een  ander  Ongenoemde  poogde 
hem  op  nieuw  te  wederleggen,  en  deze  maakre  een 
onderfcheid  tusfchen  de  oude  Kerk  en  de  nieuwe  , 
welke  volgens  hem  met  den  Roomfchen  Bisfchop 
siLvESTER  haren  aanvang  genomen  heeft;  ja  men 
kan,  zegt  hij,  den  oorfprong  der  nieuwe  Kerk  eerst 
federt  honderd  of  twee  honderd  jaren  berekenen.    In 

de 
(*^  AE^EAs  sYLvius  Hiit.  Bohem,  C.  35. 


GESCHIEDENIS.  289 

de  eerde  Kerk  gefchicdde  alles   eenvoudiger  en  gro-       V 
rer  ^  {fmpliciori  modo  et  grosfori,')  dan  in  de  nieii-     *^^* 
we,  waar  alles  op  eene  waardiger  wijze   befchouwd  Hoofdft, 
en  behandeld  wordt.      Deze  Schrijver  vervalt   zelfs  "^  C.  G. 
tot  ongerijmde  Hellingen ,   bij  voorbeeld :     De  Paus  jot'^J  5J7] 

kan  voor  de  menfchen  zonden  maken ,  waar  ''er  gee-  — »■* 

ne  zijn,  of  waren:  want  naardien  het  reeds  zonde 
is,  loffelijke  gewoonten  der  Kerk  te  overtreden,  zoo 
is  het  zelfs  doodzonde,  aan  PausfeJijke  verordenin- 
gen ongehoorzaam  te  zijn. 

Ondertusfchen  was  te  Konftans  de  Kerkvergade- 
ring opmerkzamer  geworden  op  dezen  twist.  De 
groote  goedkeuring,  welke  jakob  van  Mifa  in  zijn 
vaderland  vond,  ontrustte  haar;  hij  werd  desvvegens 
van  den  Bisfchop  van  Leitomifchel  bij  haar  befchul- 
digd,  die  de  vergadering  bad,  om  deze  toenemende 
Ketterij  paal  en  perk  te  (lellen,  huss  zelve  ver- 
klaarde zich  nog  te  Konflam,  eer  hij  gevangen  ge- 
zet werd,  in  een  bijzonder  gefchrift  voor  den  kelk 
der  Leeken.  De  daar  tegenwoordig  zijnde  Godge- 
leerden oordeelden  het  derhalve  noodig,  met  hunne 
uitfpraak  tusfchen  beiden  te  komen.  In  Junij  14 15 
maakten  zij  hun  gevoelen  in  zes  artikelen  bekend  , 
waar  bij  zij  ook  hunne  bewijzen  voegden. 

I.  CHRISTUS  heefc  na  zijn  Avondmaal  het  Sacra- 
ment van  zijn  allerheiligst  ligchaam  onder  de  beide 
gellalten  van  brood  en  wijn  ingefteld. 

II.  Niettegenflaande  deze  inflelling  en  uitdeeling 
is  het,  naar  eene  loffelijke  en  goedgekeurde  gewoon- 
te der  Kerk,  gebruikelijk  geworden,  dat  dit  Sacra- 
ment niet  na  het  avondeten  vervaardigd,  noch   van 

XVIII.  Deel.  T  de 


190  K  E  R  K  £  L  IJ  K  £ 

V       de  Geloovigen  ontvangen  moet   worden,  iiitgezon- 

BOEK     ^jerd  bij  eene  ziekte ,  of  in  een  ander  doodsgevaar. 
VII 
Hoofdft       ^ïï'    Alhoewel    in  de  eerfte  Kerk    dit  Sacrament 

na  C.  G.  van  de  Geloovigen  onder  beiderleie  gedaante  ontvan- 
jaario73.  ^^^^  ^^  geworden ;  zoo  kon  nogtans ,  ter  vermijding 
,  van  eenige  gevaren ,    met  gelijke  of  nog   grooter  re- 

den, de  gewoonte  worden  ingevoerd,  gelijk  zij  wer- 
kelijk ingevoerd  is,  dat  de  Priesters,  die  het  Avond- 
maal inzegenen  ,  hetzelve  onder  twee  gedaanten  , 
maar  de  Leeken  flechts  onder  ééne  gedaante  van 
brood  nemen. 

IV.  Deze  van  de  Kerk  ingevoerde  en  reeds  zeer 
lang  uit  redelijke  gronden  waargenomene  gewoonte, 
moet  voor  eene  wet  gehouden  worden,  welke  men 
niet  afkeuren ,  noch  zonder  het  gezag  der  Kerk  wil- 
lekeurig veranderen  mag. 

V.  Wie  zegt ,  dat  het  Kerkeroof  is ,  of  iets  on- 
geoorloofds ,  deze  gewoonte  als  eene  wet  waar  te 
nemen,  dien  moet  men  onder  de  dwalenden  tellen. 

VI.  Die  genen,  die  het  tegendeel  van  deze  be- 
fluiten  hardnekkig  drijven,  moeten  als  Ketters  aan- 
gemerkt, en  als  zoodanige,  verwijderd  en  geftrafc 
worden. 

Zoo  onbedachte  befluiten  had  men  van  enkelde 
Godgeleerden  in  den  drift  van  verfehillende  gevoelens 
mogen  verwachten,  maar  dat  zich  een  geheel  talrijk 
genootfchap ,  aan  welks  hoofd  zich  een  gerson 
bevond,  regelregt  tegen  christus,  de  Apostelen  en 
de  oude  Kerk  verklaarde,  kon  uit  geene  andere 
drijfveer  afgeleid  worden,  dan  uit  de  vrees  voor  het 
gezag  der  nieuwe    Kerk    en    derzelver   voornaamfte 

Leer- 


GESCHIEDENIS.  291* 

Leeraren.    Bovendien  was  de   oude  gewoonte  thans       v 
vernieuwd  geworden  in  een  land ,  hetwelk  onder  den     ^^^^ 
blaam  van  Ketterij  lag,  zoodat  men  geloofde,  daar-  Hoofdft. 
om  te  minder  te  moeten  toegeven.    Het  is  dus  geen  na  C.  G. 
wonder,  dat  de  Kerkvergadering  zich  naar  dit  goed'  Jqj'^J?^?* 

vinden  der  Godgeleerden  voegde  en  in   hare  XlIIde 

zitting  den  i5den  Junij  1435  haar  befluit  in  de  vol- 
gende bewoordingen  liet  voorlezen  :  „  Nademaal 
fommigen  in  eenige  landen  der  wereld  zich  onder- 
ftaan,  om  roekeloos  te  beweren,  dat  het  Christen- 
volk het  Heilige  Sacrament  des  Avondraaals  onder 
de  beide  gedaanten  van  brood  en  wijn  moet  ontvan- 
gen, en  werkelijk  ook  hier  en  daar  de  Leeken  onder 
de  gedaante  van  wijn  laten  communiceren;  en  hard- 
nekkig leeren ,  dat  men  zelfs  na  het  avondeten ,  of 
anders  niet  nuchteren,  communiceren  kan;  en  dit 
tegen  de  loffelijke  door  redelijke  gronden  geftaafde 
gewoonte  der  Kerk  aanloopt,  welke  zij,  op  eene 
verdoemelijke  wijze,  als  kerkroovend  en  heiligfchen- 
dig  zoeken  te  verwerpen,  terwijl  zij  van  het  hoofd 
beginnen:  Zoo  verklaart,  verordent  en  bepaalt  het 
tegenwoordige  heilige,  algemeene  Concilie  te  A^ö.v» 
fiam,  hetwelk  in  den  Heiligen  Geest  wettig  verga- 
derd is,  dat,  alhoewel  Christus  dii  eerwaardig  Sa- 
crament  na  het  avondeten  onder  beiderlei  gedaanten 
van  brood  en  wijn  ingcfleld  en  aan  zijne  Apostelen 
uitgedeeld  heeft;  nogtans ,  desnicttegenjiaande ^  het 
ioffelijk  gezag  der  Heilige  Kerkewet  ^  en  de  gepre- 
zene gewoonte  der  Kerk  in  acht  genomen  heefr,  en 
nog  in  acht  neemt,  dat  dit  Sacrament  niet  na  hst 
avondeten  bediend ,  maar  van  de  Geloovigen  nuchtc- 
T  a  rea 


C52  K  E   R   K   E  L  IJ   K   E 

-    V       r^n  gebruikt  moet  worden;  uitgezonderd  wanneer  zij 
lOEK      2iek  zijn ,  of  een  ander  geval  van  noo.d  voorkomt  , 
Hoofdft.  hetwelk  naar  het  regt    of  van  de   Kerk  veroorloofd 
na  C.  G.  is.    En  gelijk  deze  gewoonte,  om  eenige  gevaren  en 
tori^f?  ^rg^""s  ^^  vermijden,  verftandig  ingevoerd  is:     Zoo 
■■..  .■■—    heeft  ook  uit  gelijke  en  nog  grooter   oorzaken  kun- 
nen ingevoerd  en  in    acht  genomen  worden,   dat, 
alhoewel  dit   Sacrament  in  de  eerfie  Kerk   van  de 
Geloovigeti    onder   heiderlei  gedaante  ontvangen  is  y 
het  evenwel  in  het  vervolg  van    de    inzegenenden  , 
(<3  conficientibus  ^^  onder   heider  lei  gedaante^  maar 
van  de  Leeken  alleen  onder  de  gedaante  des  hroods 
ontvangen  worde.    Want,  men  moet  vast  gelooven , 
zonder  eenigzins  te  twijfelen,   dat  het  geheele   lig- 
chaam  en  het  geheele  bloed  van  Christus  zoo  wel 
onder  de  gedaante   des  broods   als  des  wijns   waar- 
achtiglljk  begrepen  is.    Dewijl  derhalve  deze  gewoon- 
te van  de  Kerk  en  de  Heilige  Vaderen   om   verllan- 
dige   redenen    ingevoerd,  en  federt   langen  tijd  in 
acht  genomen  is:    zoo  moet  zij   voor  eene   wet   ge- 
houden worden ,  welke  men  niet  veranderen ,   noch 
zonder  het   gezag  der  Kerk  willekeurig    verwerpen 
mag.    Gevolgelijk  moet  het  voor  dwalend  verklaard 
worden,  te  zeggen,  dat  het  heiligfchendig  of  onge- 
oorloofd zij,  deze  gewoonte  of  deze  wet  in  acht  te 
nemen.    En  die  genen,  welke  het  tegendeel  hier  van 
hardnekkig  bevveeren,  moeten  als   Ketters  uitgewor- 
pen, en  door  de  Cisfchoppen  of  hunne  ambtenaien, 
of  door  de  luquififeuren   der  Ketterfche  fnoodheid  , 
in  de  landen  en   gewesten,   waar  tegen   dit  befluit 
iets  beproefd  of  ondernomen  is,  volgens  Kerkelijke 

en 


GESCHIEDENIS.  293 

en  Wettelijke   verordeningen ,   welke  ten    beste   van       V 
het  Katholijke  Geloof  tegen  c!e  Ketters  en  hunne  be-     °^J^^ 
giinftigers   heilzaam  uitgedacLt  zijn ,  icherpelijk  ge-  Hoofdft. 
ftraft  worden  (*)."  "^  C.  G. 

Deze  bcfluiten  der   Kerkvergadering  van  Konflam  \q^  j^j^] 

voldeden  jakob  van   Mifa   niet ,    en  hare  uitfpraak  ■ 

jaagde  hem  geene  vrees  aan.  Integendeel,  hij  fchreef 
kort  daar  na  eene  verantwoording  tegen  de  ecne  en 
andere;  ook  ftoorde  men  zich  in  Bohemen  zoo  wei- 
nig aan  deze  befluiten,  dat  veel  meer  het  Avond- 
maal allengs  in  de  meeste  Kerken  onder  de  beide  ge- 
daanfen  werd  uitgedeeld.  Waar  toe  ook  de  uit- 
drukkelijke verklaring  der  Univerfiteit  van  Praag  iij 
het  jaar  141 7  niet  weinig  toebragr.  Om  deze  rede- 
nen poogde  de  Kerkvergadering  haar  befluit  te  fl:a- 
ven ,  door  een  verbod ,  dat  geen  Priester ,  op  ftraffe 
van  den  ban ,  aan  eenen  Leek  het  Avondmaal  onder 
de  beide  gedaante  zou  uitdeelen.  Ook  fchreef  ger- 
soN,  op  haren  last,  in  het  jaar  1417,  eene  verhan- 
deling tegen  de  Ketterij  van  het  bedienen  des  Avond- 
maals  aan  de  Leeken  onder  beide  gedaanten ,  welke 
in  de  vergadering  werd  voorgelezen.  In  dezelve  be- 
weerde hij,-  dat  men  hen,  die  anders  leerden,  en 
daar  toe  de  Heilige  Schrifc  misbruikten,  niet  met 
mondelijke  of  fchriftelljke  fpitsvinnighede/i  ,  maar 
door  geregtelijke  flrengheid  en  firafen  behoorde  te 
wederleggen. 

Alhoewel   dit    befliiit    niet   duister  genoemd    kan 
worden,  fchijnt  het  echter  bijkans   onzeker  te  zijn, 

of 

(♦)  HARDUiN.  Act.  Concil.  T.  VIII.  p,  581. 

T3 


294  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        of  deszelfs  oogmerk  een  algemeen  verbod  geweest  za! 
BOEK     2ijn.  THOMAS  van  Walden ,  een  Engelfche  Karmellter 
Iloofdft.   Monnik  en  Doctor  der  Theologie,  die  zelve  de  ver- 
na  C.  G.  gadering   te    Kon/lans  had  bijgewoond ,    en  die  in 
isTiur  •^'^3''  §^^^^^^"  '^^•>  verzekert,  ,,dat  den  Leeken  niet 
- —     algemeen  verboden  is,  het  bloed  van  Christus  on- 
der de  gedaante  van  wijn  te  drinken;   maar  dat  het 
ook  niet  algemeen  en  zonder  voorzigtigheid  aan  allen 
vergund   is;   naar  de   gewoonte   der  Kerk  was   het 
aan  de  voorzigtigheid  der   groote  Prelaten  overgela- 
ten, om  eenigen  van  de  Bedienaars  van  den  Altaar, 
die  door  geloof,  eerbied  en  godsvrucht  uitmuntten, 
tot  het  gebruik  onder  beide  gedaanten  toe   te   laten; 
zoo  plagtcn  de  Paus,  eenige  Bistchoppen   en   Abten 
te' handelen."    Het  fchijnt,  dat  men  fomtijds  eenige 
toegeeflijkheid  wilde  gebruiken  om  niet  dergelijke  on- 
lusten te  veroorzaken   in  andere  landen ,  als  'er  in 
Bohemen  ontdaan  waren;  het  was  ook  eerst  in   het 
jaar  1437,   toen   de  Cistercienfen  op   een  algemeen 
Kapittel  befloten,  de  Roomfche  Kerk  te  volgen,   die 
thans,  om  alle  gelegenheid  tot  dwalingen   af  te  fnij- 
den,  het   Sacrament  alleen  onder  de  gedaante   van 
brood  aan  de  Leeken  uitdeelde,  die    zich  daarmede 
behoorden  te  vergenoegen. 

In  het  jaar  1436  had  de  Kerkvergadering  van  Ba^ 
zei  in  dit  ftuk  aan  de  Bohemers  toegegeven  ;  gelijk 
wij  zien  zullen  in  de  Gefchiedenis  der  Hits/tien  ; 
ondertusfchen  was  zij  verlegen,  hoe  de  eer  der  ver- 
gadering van  Koulans  te  redden.  Te  Konftans  was 
het  voor  Ketterij  verklaard,  wanneer  men  het  ge- 
bruik van  het  Avondmaal  onder  écne  gedaante  voor 

iets 


GESCHIEDENIS.  a(>5 

iets  ongeoorloofds  hield.    Op  de  vergadering  te  Ba-      v 
zei  wederfprak  men   dat  befluit   wel  niet  regelregt ;     ^^^^ 
evenwel  nam  men  een  ander ,  volgens  hetwelk  deze  Hoofdft. 
ftelling  niet  wei  meer  eene  Ketterij  heeten   lion.    In  na  C.  G. 
hare  XXXlle  zitting ,  in  December  1437 ,  liet  zij  het  J^"°[^' 
volgende  Decreet  voorlezen  (*):     „  Opdat  men  ter  _ 

verldaring  der  Katholijke  waarheid  duidelijker  wete, 
wat  men  ten  nutte  en  zaligheid  van  het  Cliristen- 
volk,  ten  aanzien  van  het  Heilig  Avondmaal,  geloo- 
ven  en  doen  moet:  zoo  ftelt  deze  heilige  vergade- 
ring, na  een  vlijtig  en  lang  onderzoek  der  Schrift, 
der  Heilige  Kerkwetten ,  en  der  van  de  Heilige  Va- 
deren en  Doctoren  voorgedragene  Leeringen ,  ook 
na  behartiging  van  al  het  overige,  wat  hier  toe  be- 
hoort, vast,  dat  wel  de  Geloovige  Leeken,  of  com- 
municerende Geestelijken  ,  die  dit  Sacrament  niet 
inzegenen ,  volgens  het  bevel  des  Heeren ,  niet  ver- 
bonden zijn ,  hetzelve  onder  beiderlei  gedaante  te 
ontvangen.  Evenwel  heeft  de  Kerk,  welke  door 
den  Geest  der  Waarheid  geregeerd  wordt,  die  in 
eeuwigheid  bij  haar  blijft ,  en  met  welke  ook  Chris- 
tus volgens  de  Schrift,  tot  het  einde  der  wereld 
blijft,  het  regt,  om  voor  te  fchrijven,  hoe  dit  Sa- 
crament aan  de  genen,  die  het  niet  inzegenen,  (jwn 
Conficieiitibus  ^')  uitgedeeld  behoort  te  worden;  zoo 
als  zij  namelijk  vindt ,  dat  ter  vereering  van  het- 
zelve en  tot  zaligheid  der  Geloovigen  dienflig  is. 
Het  zij  nu  iemand  onder  ééne  gedaante ,  of  onder 
heide ,  naar  de  verordening  of  gewoonte  der  Kerk , 

com» 
(*)  HA8DUIN.  T.  VIII.  p.  1244. 

T4 


39^ 


KERKELIJKE 


V 

BOEK 
VII 

Hoofdft. 
na  C.  G 
Jaar  1073 
lot  1517 


Gebruik 

des 

Avond- 

imals 

door  kin 

deren  af- 

gefchafr. 


communiceert :  het  flrckt  echter  den  ivaardlgen  com- 
municant tot  zaligheid.  Men  ning  ook  geheel  niet 
twijfelen,  dat  het  vleesch  niet  alleen  onder  de  ge- 
daante des  broods,  en  het  bloed  niet  enkel  onder  de 
■  gedaante  des  wijns ;  maar  veel  meer  dat  onder  elke 
gedaante  de  geheele  Christus  te  vinden  is.  Ook 
moet  de  loffelijke  gewoonte,  om  den  Leeken  onder 
ééiie  gedaante  het  Avondmaal  te  bedienen  ,  welke 
van  de  Kerk  en  de  Heilige  Vaderen,  om  goede  re- 
denen ,  ingevoerd ,  tot  hier  toe  zeer  langen  tijd  in 
acht  genomen ,  en  van  Doctoren ,  die  in  de  Heilige 
Schrift  en  in  de  Kerkelijke  wetten  zeer  geoefend 
waren,  reeds  lang  aangeprezen  is,  voor  eene  wet 
gehouden  worden;  zoo  dat  het  niemand  geoorloofd 
is,  dezelve  te  verwerpen."  Dus  het  geen  zij  in  het 
jaar  1436  aan  de  Eohemers  en  IMoravi'érs  met  de 
eene  hand  hadden  toegeflaan  ,  namen  zij  door  dit 
befluit ,  met  de  andere  hand  weder  terug.  Ook 
bleef  gedurende  dit  geheele  Tijdperk  niet  alleen  eene 
zeer  groote  menigte  Boheuiers  en  Bloraviërs  bij  het 
gebruik  van  het  Avondmaal  onder  de  beide  gedaan- 
ten; maar  dit  werd  ook  nog  van  tijd  tot  tijd  door 
aanzienlijke  Godsdienstleeraren  der  Roomfche  Kerk, 
hoedanig  savonarola  was,  verdedigd. 

Onder  de  gevolgen  van  de  leere  der  Tran^fnhflau' 
tiatie  hebben  fommigen  ook  gerekend  de  affchaffing 
der  gewoonte ,  welke  men  in  de  oude  Kerk  had , 
om  ook  aan  kinderen  het  Avondmaal  te  geven  , 
doch  de  Transfuhflantiatie  was  al  een  geruimen  tijd 
in  de  Kerk  ingevoerd,  zonder  dat  men  het  Avond- 
maal  der  kinderen  afgefchafc    had ,  hetwelk  federt 

het 


GESCHIEDENIS.  297 

het  begin  der  Xllde  eeuw  allengs  gcfchicdde.     odo,       v 

Bisfchop  van  Parys ,  omtrent  het  jaar    1175,  ver-     ^"ji* 

bood  aan  zijne  Priesters  volftrekt ,   om  aan  kinderen  Hoofdft. 

niet  eens  ongewijde  liostien  te  geven.    In  de  Xlllde  na  C.  G. 

eeuw  kwam  hier  het  aanzien  van   tiiomas   bii,   die  |'!f'^^°^-^* 

•^ '         tot  15 17, 

wel    de   kinder- communie    als    afgefchafc    aanziet ,  ,. 

maar  ook  de  reden  'er  bijvoegt,  dat  de  kinderen  , 
volgens  den  Heiligen  augustinus,  door  het  ont- 
beeren  van  dezelve ,  geen  gevaar  van  hunne  zalig- 
heid lijden.  Ook  verboden  om  dezen  tijd  eenige 
Frajjfche  Kerkvergaderingen ,  dat  aan  kinderen  geene 
gewijde  Hostien  gegeven  zouden  worden ,  alleen  van 
het  zevende  jaar  af  zou  het  geoorloofd  zijn.  In  an- 
dere Westerfche  Gemeenten  is  deze  gewoonte,  naar 
allen  fchyn,  al  vroeger  afgefchafc,  misfchien  is  zij 
ook  bij  dezelve  niet  zoo  algemeen  geweest. 

Behalve  de  verbasteringen  van  de  leere  van  het 
Avondmaal  overlaadde  men  dezelve  ook  met  eene 
menigte  van  fpitsvinnige  vragen  en  bedisfiiigen  , 
waar  in  de  Scholastieke  Leeraars  bijzonder  hebben 
uitgemunt,  welke  tot  niet  anders  dienden,  dan  om 
deze  leere  te  verdonkeren ,  en  toch  bleven  de  harten 
koud  omtrent  het  gebruik  van  het  Avondmaal.  Ver- 
geefs was  het  door  de  Tramfuhfiantiatie  tot  een 
dagelijksch  wonderwerk  verheven;  vergeefs  werd  het 
aangeprezen  als  het  heilzaamfte  ofler  voor  levenden 
en  dooden;  de  verzekering  zelve,  dat  de  bloote  te- 
genwoordigheid bij  hetzelve,  en  de  fchikking,  om 
het  door  eencn  Priester  te  laten  vieren,  genoegzaam 
gelijke  uitwerking  had ,  als  het  dadelijk  gebruik  , 
moest  dit  gebruik  onverfchilHger  en  zeldzamer  ma- 
T  5  ken. 


£98  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        ken.     iNNOCENTius   III    zag  zich   daarom  genood- 

BOEH      zaakt,  om  in  I27<   te  bevelen   (*),    dat  elk  waar 
VU 
Hootitfi    Christen  in   zijne  Kerk  ten   minlten  eenmaal  'sjaars 

na  C.  G  op  Pafchen  het  Avondmaal  zou   ontvangen.    Het  is 

]aaiio73  ^ii^jg  j^jgj.  j.g  verwonderen,  dat   de  Leeken  zich   zoo 

cot  1517,  ' 

gemakkelijk  den  beker  lieten  ontnemen.     Zij  haddeti 

iedert  lang  geene  inzage  in  zaken  van  Godsdienst, 
en  de  Geestelijkheid  overreedde  hen  zonder  moeite, 
dat  zij  'er  niets  bij  verloren  ;  en  zij  ondervonden 
hetzelve,  reeds  door  de  gemakkelijkheid,  met  welke 
zij  zich  het  zoogenoemde  Misoffer  ^  of  als  aandach- 
tige aanfchouwers ,  of  voor  hun  geld  te  nutte  kon» 
den  maken. 
Handel  Wij  hebben  reeds  voorheen  gezien ,  tot  hoe  vele 
met  Mis-  einden  reeds  van  de  Vilde  eeuw  af  het  Avondmaal , 
of  liever  de  y?/7/e  Misfen^  bij  welke  de  Priester  al- 
leen de  genietende  was ,  misbruikt  werden.  Goed 
weder  en  zielerust  voor  overledenen,  konden  even 
goed  door  dezelve  bezorgd  worden.  Deze  uitvin- 
ding was  te  gemakkelijk  voor  alle  foorten  van  Chris- 
tenen ,  bijzonder  voor  de  Rijken  ,  die ,  gezond  en 
ftervende  ,  zich ,  zonder  moeite  ,  alleen  voor  hun 
geld  allerhande  weldaden  verkrijgen  konden,  en  te 
voordeelig  voor  de  Priesters,  dan  dat  zij  niet  fleeds 
voortgezet  en  tot  het  oneindige  vermenigvuldigd  zou 
ziin.  De  verordeningen  der  Kerkvergaderingen  van 
dezen  tijd,  dat  geene  uiterfte  willen  gemaakt  konden 
worden,  dan  in  tegenwoordigheid  van  den  Parochie- 

Gees- 
(*)  Concil  Later an,  IV.  Can.  21.  ap.  harduin.  Tomm 
VII.  pag.  35. 


GESCHIEDENIS.  299 

Geestelijken,  hadden  ongetwijfuld  onder  anderen  ook       V 

dit  eigenbelang  ten  doel,  dat  de   Ilervende  toch   de     ^^^^ 

zielmisfen  niet  vergeten  mogt.     Thans  was  'er  reeds  Hoofdft. 

eene  foort  van  koophandel  met  de  Misfen   ontftaan ,  na  C.  G. 

die  federt  niet  weder  heeft   kunnen  uitgeroeid  wor-  P^''ï°73. 

°  lot  1517. 

den.    Men  ziet  wel,  dat  de  Engelfche  Bisfchoppen  - 

dit  voltlrekt  niet  wilden  dulden.  DeBisfchop  vanvS*^- 
rum  bijzonder  verbood  het  opveikn  der  Misfen ;  noch 
voor  jaarlijkfche  noch  voor  dertigjarige  aflaat,  zou 
een  Leek  of  iemand  anders  iets  genoodzaakt  worden 
te  geven,  of  in  zijn  testament  te  vermaken  ;  ook 
zou  desvvegens  geen  waar  noch  fchijnbaar  contract 
van  Priesters  en  anderen  gefloten  worden;  even  min 
zouden  de  Priesters ,  op  fbafFe  van  fchorsfiiig  in 
hunne  bediening,  zich  met  eene  overtollige  menigte 
jaarlijkfche  Misfen  laten  bezwaren,  welke  zij  niet  op 
eene  welvoegelijke  wijze  konden  lezen,  en  'er  daar- 
om andere  Priesters  toe  huurden ;  of  ze  aan  anderen 
verkoopen  moesten;  doch  zoo  lang  de  Christenen 
zich  verbeeldden  ,  dat  zij  voor  zich  en  hunne  over- 
ledene vrienden  door  zielmisfen  groote  weldaden 
konden  verwerven ,  kon  het  niet  misfen  ,  of  zij  be- 
itelden 'er  eene  groote  menigte ,  en  'er  was  zulk 
eene  verbazende  menigte  Priesters  ,  dat  deze  ,  om 
hun  beliaan  te  vinden,  het  lezen  der  Mis  op  zich 
moesten  nemen. 
Nu  oordeele  elk ,  die  lust  tot  onderzoek  of  verge-  Boetdoe* 

lijkin?  heeft,  of  men  dit  een  en  ander  ware  C/^w/(?///- "'"gen  en 

Biecht 
ke  Godzaligheid ^  of  wel  Bijgeloof  noemen  moet;  ook 

ftonden  deze  zaken  met  eikanderen  in  verband,  zoo 

als  het  Sacrament  der  boete ,  de  Kerkelijke  Schat 

van 


300  KERKELIJKE 

V       van  de   verdienden    der    Heiligen,    de   Aflaat,    het 

BOEK      Pausfelijke  Jubeljaar ,  de  Bedevaarten  ,   het  Vagevuur 

Hoofdft.  ^"  ^^   Oorbiecht.     Kerkelijke    Boetdoeningen  waren 

na  C.  G.  zeker  zeer  oud ,  maar  thans  weken  zij  geheel  af  van 

jaario73.  j^^^^  eerfte  beftemming,    en  veranderden   geheel  van 

toc  157* 

■  aard.    Eigenlijk  beftonden   zij   in   opgelegde  of  vrij- 

willige ligchamelljke  oefeningen  en  lijden ,  waar  mede 
zekere  godvruchtige  handelingen  verbonden  moesten 
worden.    Een  half  naakt  ligchaam,  lastige  kleeding, 
geesfelingen  ,  vasten,    bedevaarten    en    kruistogten, 
maakten  de   eerfte  foort  uit;   menigvuldig  bezoeken 
van  Kerken,  het  hooren  der  Mis,  opzeggen  van  ge* 
beden  en  aalmoezen  de  tweede.    Door  dit  alles  werd 
eene  foort  van  genoegdoening  daargefteld ,  welke  dan 
de  Priester  in  de  Biechtftoel ,  dan  de  Bisfchop ,  dan 
in    zekere    gevallen    de   Paus    voorfchreven.      Men 
geloofde  zich  daar  door  niet  flechts   bij   de    Kerk  , 
maar  ook  bij  God   zelven   de  vergeving  van  bedre- 
vene   zonden    en    ontheffing    van    verdiende  ftrafFen 
waardig  te  maken.    Ook  was  het  reeds  lang  eene 
gewoonte   geworden ,   om    zonder    bewustheid    vap 
zonden  velerhande  boetdoeningen  op  zich  te  nemen, 
waar  van  de  voorbeelden  in  het  Monnikenleven ,   in 
de  Gefchiedenis  der  Kruistogten  en  der  Heiligen  van 
deze  tijden,  ons  zijn  voorgekomen.  Omtrent  de  boe- 
te   was  'er    voor    de  Bisfchoppen  en  Biechtvaders 
door  verzamelingen  van  Kerkelijke  wetten  en  Boeken 
over  de  boete   gezorgd ;   ook   gratianus   had  van 
de  boete  gehandeld  in  zijn  groot  werk  ;   maar  thans 
kwam  'er  een  bijzonder  Boek   uit  van   den  beroem- 
den RAYMüND  VAN   PENiAFORT ,    doot  hcm   waar- 

fchijn- 


GESCHIEDENIS.  301 

fchijnlijk  omtrent  het  jaar   1230  op   bevel  van   den       V 

Froviiiciaal  zijner  Dominikaner  Orde  in  Spanje  op-     ^'^^-'^ 

gefield.     Het  voert  den  titel  Summa  de  Poenitentia  Uoofdft. 

et  Matrimonio  ^  en  kwam   fpoedig  onder   den  naam  na  C  G, 

van  Summa  Kawiundiana  in  abemeen  ffebruik.   En  J^^'"'°73« 
•^  ^>  »  dot  15 17, 

thans  beflaat  de  hoete  en  oorbiecht  als  een  Sacrament  ,, 

eene  voorname  plaats  in  de  fchriften  van  deze  eeuw; 
wijdloopig  handelden   daar  over  petrus   lombard 

en    THOMAS    VAN   AQUINO. 

Doch  aan  de  voorfchriften ,  door  deze  Schrijvers 
gegeven,  hield  men  zich  niet  naauwkeurig,  immers 
in  bijzondere  gevallen  en  ongemeen  zware  zonden , 
werden  willekeurig  de  zonderlingfte  boetdoeningen 
opgelegd.  Keizer  otto  IV,  die  in  het  jaar  121 8 
overleed,  liet  zich  in  zijne  laatfle  ziekte  dagelijks 
van  Priesters  geefelen,  en  van  zijnen  Kok  op  den 
hals  treden.  Een  Bisfchop  van  Hildesheim  zeide 
daarom ,  het  ware  onmogelijk ,  dat  een  zoo  boet- 
vaardig Vorst  zelfs  üechts  één  uur  in  het  Vagevuur 
zou  kunnen  verblijven.  Evenwel  verfcheen  hij,  na 
zijnen  dood  ,  aan  eene  Abdis ,  zijne  nabeflaande  , 
welke  hij  klaagde:  dat  hij  in  het  Vagevuur  gepijnigd 
werd,  en  bad,  dat  zy,  in  verfcheidene  Kloosters, 
tien  duizend  Pfalmen  voor  hem  zou  laten  bidden, 
en  wel  op  die  wijze ,  dat  de  tegenwoordig  zijnde 
bij  eiken  Pfalm  tien  geefeiflagen  ontvingen;  en  dat 
bij  elk  vers  een  Ave  Maria  en  Pater  Noster  ge- 
fproken,  en  terwijl  de  geefeling  gebeurde,  de  Pfalm 
De  pro  fundi  s  opgezegd  zou  worden.  Nadat  dit 
volbragt  was,  meldde  hij  aan  zijne  bloedverwante 
in  eene  nieuwe  ongemeen  glansrijke  verfchijning ,  dat 

hij 


302  KERKELIJKE 

V       hij  thans  tot  de    eeuwige  heerlijkheid    was  overge* 

BOEK     ggajj  Q¥^^     gen  Qj-aaf  van   Namen  ,   die  te   zelfden 

Hoofdft.  ty"-^^  ftierf,  biechtte  aan  vier  Abten  te  gelijk,  en  liet 

na  C.  G.  zich ,  in  zijne  laatflie  dagen ,  van  zijne  Biechtvaders  , 

•Ü?^!?^?' met  een  ftrop  om  den  hals,    op   ftraat   rondvoeren, 

tot  1517* 

p  zeggende,  dat  hij  als   een   hond   geleefd  hebbende  , 

ook  als  een  hond   wilde  fterven  (f).     Ook  vertelde 
men   niet    zelden    wonderen  ,  welke    gebeurd  zou- 
den zijn  5    om  te   bewijzen  ,   hoe   welbehagelijk  de 
belijdenis  van  zonden  en  de  boete  aan  God  waren. 
Een  jong  mensch  te   Parys ,  die   in   het  jaar   1199 
niet  in  (laat  was,  door  zijne  tranen  en  fnikken  zijne 
verfoeijelijke  buitenfporigheden    mondeling  te  biech- 
ten ,  fchreef  ze  op ;   maar   toen   het  fchrift   geopend 
werd ,   vond   men ,  dat  alles  was  uitgewischt  (§). 
Een   reeds    geltorven    Dtiitfcher  in  het  jaar   1212, 
werd ,  nadat  hij   reeds  de  llrafFen  des  toekomenden 
leveiis  had  leercn   kennen ,   alleen   daarom  van   God 
opgewekt ,  opdat  hij  nog  eene  heel  flrenge  boete  van 
zeven  jaren  zou  kunnen  oefenen  (**). 
Geefe-         De  vrijwillige   boetdoeningen  ,   zoo  wel  om   daar 
laais.        door,  als  het  vvaie.  God   tot   medelijden   en  verge- 
ving van   begane   zonden  te  bewegen,   als  ten  be- 
hoeve van  anderen  en   om   de   zielen  uit  het  Vage- 
vuur te  verlosfen ,  gelijk  zich  de  Monniken   en  Hei- 
ligen   met    dat    oogmerk    zelven    kastijdden ,     ver- 
basterden   in  dit    Tijdvak    zelfs  in  eene  fecte  van 

dwee- 
(*)  RAYNALD-  ad  a.  1218.  n    37.  38. 
(t)  ld.  n.  39.        (§)  ld.  ad  a.  1199.  n.  45. 
Q*)  ld,  ad  a.  12 12.  n.  45, 


GESCHIEDENIS.  303 

dweepers    en    geestdrijvers,    welke  men  ten   laatfte       v 

voor  ketterii  verklaarde.   Men  had  reeds  in  het  voor-     ^^}f 

VIÏ 
gaande  Tijdperk  veel  werk  gemaakt  van   het  geesfe-  Hoofdft. 

len  van  zich  zelven ,  en  dit  gevoelen  van  de  hooge  ^^  C.  G. 
waarde  van  deze  ApoUoVifche  tucht  ^  dit  zuiverings-  J^'^  ^  ^^ 
tniddel,  zoo  als  men  het  noemde ,  waar  door  men  ■ 

geloofde,  voor  vele  jaren  vooruit  boete  gedaan  te 
hebben ,  plantte  zich  in  de  tegenwoordige  tijden 
voort.  ROBERT  PULLEYN ,  (of  PULLUS,)  de  be- 
roemde Leeraar  in  de  Godgeleerdheid  te  Paj-ys  en 
Oxford,  omtrent  het  midden  der  Xllde  eeuw,  prees 
dezelve  aan  in  zijn  Godgeleerd  Zamenftel  (*): 
„  Daar  is,"  fchrijft  hij,  „  eene  genoegdoening, 
welke  de  natuur  van  elk  in  (laat  is  te  dragen;  even- 
wel eene  ruwe,  maar  Gode  des  te  aangenamer,  hoe 
vernederender  zij  is;  wanneer  namelijk  een  ieder 
zich  naakt  voor  de  voeten  van  den  Priester  neder- 
werpt ,  en  van  denzelven  met  roeden  laat  kastijden.'* 
Vorsten  zelfs  gebruikten  dit  verflerk middel  van  hun- 
ne godsvrucht  zoo  wel,  als  lieden  van  alle  andere 
ftanden.  lodewyk  IX ,  of  de  Heilige ,  Koning  van 
Frankryk ,  liet  zich  telkens ,  na  het  doen  der  biecht, 
van  zijnen  Biechtvader  met  vijf  kleine  ijzeren  zaam- 
verbondene  kettingjes,  die  hij  in  een  ijvoren  doosje 
bij  zich  droeg,  geefelen;  (^disciplinam  recipiehat ,') 
ook  plag  hij  aan  zijne  kinderen  en  vertrouwde  vrien- 
den zulke  kettingdoosjes  te  gelijken  einde  te  veree- 
ren. Als  zijn  Biechtvader  de  flagen  te  zacht  deed , 
gaf  hij  hem  een  teeken ,  dat  hij  beter  toeflaan  moest. 

Doch 
(♦)  Z.  VU.  Sentent,  C.  3. 


304  K   E   R   K  E  L   ÏJ   K   E 

V       Doch  een  derzelven  had  dit  van  zelve   en  zoo  hard 

BORK     gedaan,     dat    de    Koning  'er    vrij  wat  door  lijden 

HoüVdft.  ïïïocst.    Evenwel  Het  deze  hem  daar  niets  van  mer- 

ns  C.  G.  ken ,    maar  zeide   het  eerst  na   deszelfs  dood  ,    en 

Jnni-1073.  ^^^j^jg   boertende,    aan    zijn*    nieuwen   Biechtvader. 

^ Van  die  genen  integendeel ,  die  zich  aan  deze  geefe- 

ling  niet  onderwierpen,  werden  vreesfelijke  gefchie- 
denisfen  uit  de  andere  wereld  verhaald,  hugo,  de 
zoo  aanzienlijke  Kanunnik  van  St,  V'ictor  te  Parys, 
in  de  Xllde  eeuw,  had  eene  zoo  teedere  huid,  dat 
hij  zich  deze  tuchtiging  noch  in  het  geheim,  noch 
in  het  Kapittel  zijner  medebroederen  ooit  liet  geven. 
Een  van  dezen,  zijn  vriend  zijnde,  verzocht  hem, 
kort  voor  zijn  fterven ,  om  hem  na  zijn*  dood  te 
verfchijnen.  Hij  deed  dit  werkelijk,  en  verzekerde, 
dat  hij  het  wel  had ;  maar ,  voegde  hij  'er  bij : 
5,  Omdat  ik  mij  in  mijn  leven  niet  heb  laten  geefe- 
ien ,  zoo  bleef  'er  bijna  geen  ééne  Duivel  in  de  hel, 
toen  ik  naar  het  Vagevuur  ging,  die  mij  niet  een' 
geduchten  flag  gaf." 

Onverwacht  was  het  dus  niet,  dat  eindelijk  een 
verbazende  hoop  menfchen  zich  vereenigde ,  die  hun- 
ne geefelingen  openlijk  verrigtten,  zonder  dat  men 
de  naaste  reden  van  deze  zeldzame  tooneelen  weet : 
De  redenen,  welke  schoetgen  gaf  (*)  ,  vallen  te 
veel  in  het  algemeene  of  theologifche  ;  eene  uitge- 
zonderd, welke  hij  uit  den  Dominikaan  bzovius 
aanhaalt,  dat  de  binnenlandfche  oorlogen ,  door  wel- 
ke 
(*)  De  Secta  Flngellantium  Commentatio  C.  2.  p.  10. 
fq.  Upfiae  171 1.  in  ^vo. 


GESCHIEDENIS.  30J 

ke  Italië  heel  langen  tijd  veel  geleden  had,   de  Ita-       V 
lianen  hebben  kunnen  bewegen,  om  op  eene  buiten-    ^^^ 
gewone  godsdienftigheid  te   denken ,  ten   einde  deze  Hoofdft, 
rampen  te  doen   ophouden.     Misfchien  hebben  toen  ^^  C.  G, 
ook  Monniken  of  Geestelijken  in  de  Biechlftoelen  op  lorisir* 
de  geefeling  van  zich  zelven  aangedrongen ,   als  het  i« 
zekerfte  middel,  om  zich  voor  alle  zonden  met  God 
te  verzoenen,     sigonius  (♦)  verzekert  ook  wezen- 
lijk, dat  een  Kluizenaar,  die  een'  grooten  naam  van 
heiligheid  had,  op  Goddelijke  aandrift  die  van   Pe- 
rugia  vermaand  had,   om   zich  door  boetdoeningen 
de  Goddelijke  genade  te  verwerven ,  naardien  zij  an- 
ders binnen  kort  door  eene   fchandelijke  ziekte  zou- 
den omkomen.    Hoe  het  zij,  een  Monnik  te  Padua 
tegen  het  einde  der  Xillde  eeuw,  geeft  daar  van  een 
berigt,  hetwelk  met   deze   gisfiilg  vrij  wel  overeen- 
komt (t).    „  Om   dezen  tijd,"  fchrijft  hij  op  het 
jaar  1260,    „  als  geheel  Italië  met  vele  ondeugden 
en  euveldaden  befmet  was ,  greep  eene  fchielijke  en 
nooitgehoorde  aandoening  ,  (  compofttio ,  )  eerst  de 
inwoners   van   Perugia  ,   vervolgens   de  Romeinen , 
eindelijk   bijkans  alle  Volken   van  Italië ,   aan.    De 
vreeze  van  Christus  viel  zoo   zeer  op   hen  ,   dat 
edelen  en  onedelen ,  ouden  en  jongen  ,  kinderen  zelfs 
van  vijfjaren,  naakt  behalve  de  fcbamelheid,  zonder 
eenige  fchaamte  de  ftraten  der  ftad  in   Procesfie  paar 
aan  paar  rondgingen.     Elk  van  hen  had  een'  geefel 
van  riemen  in  de  hand ,   waar  mede  zij  zich ,  onder 

zuch- 

(*)   De  Regno  Italiae  L.  XIX. 

(t)  Monachi  Fadiiani  Qhronic.  L.  III.  ad  a.  l35o. 

XVm.  Deel.  V 


gotS  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  zuchten  en  huilen,  over  de  fehouders  hevjg  geerel- 
*vfr  ^^"»  ^^^  ^^^  '^^^  ^'^^^  uitgutde;  en  terwijl  zij  heele 
Hoofdft.  beken  van  tranen  vergoten,  als  of  zij  met  ligcha- 
na  C.  G  melijke  oogen  het  lijden  van  den  Zaligmaker  zelve 
{^"°^^"  zagen ,  riepen  zij  de  barmhartigheid  Gods  en  de 
■  '  hulp    van   zijne  Moeder  aan;  zij    baden  demoedig, 

dat  hij ,  die  zich  reeds  met  ontalüjke  boetelingen 
had  laten  verzoenen,  ook  hen,  die  hunne  misdaden 
beleden  hadden,  wilde  verfchoonen.  Dus  liepen  zij 
niet  alleen  bij  dag,  maar  ook  's  nachts,  inden  hard- 
den winter,  met  brandende  waschkaarfen ,  bij  hon- 
derden ,  duizenden ,  ja  tienduizenden ,  door  (leden 
en  Kerken;  en  wierpen  zich  ootmoedig  voor  de  al- 
taren neder  ,  terwijl  de  Priesters  met  kruifen  en 
vaandels  vooruitgingen.  Hetzelfde  deden  zij  in  dor- 
pen en  vlekken;  zoodat  velden  en  bergen  fcbenen 
te  weergalmen  van  de  ftemmen  van  het  geroep  tot 
God.  Ten  dezen  tijde  hielden  alle  Miizijkinftfumen- 
ten  en  Minneliederen  op.  Overal  hoorde  men  ia 
(leden  en  dorpen  het  klaaggezang  der  Boetelingen ; 
fteenen  harten  werden  door  deze  treurige  tonen  ge- 
roerd, en  zelfs  de  oogen  der  verharden  konden  zich 
niet  van  tranen  onthouden.  Ook  de  vrouwen  ble- 
ven nijt  zonder  deelneming  aan  deze  Godsvrucht; 
niet  alleen  geringe,  maar  ook  aanzienlijke  Matronen, 
en  teedere  Jonkvrouwen,  deden  dit  in  hare  wonin- 
gen, met  alle  eerbaarheid.  Thans  verzoenden  bij- 
kans allen,  die  tweedragtig  waren,  met  malkander; 
woekeraars  en  roovers  haastten  zich ,  om  het  kwa- 
lijk veikregene  goed  weder  te  geven ;  en  anderen , 
die  iri  menigerlei  misdaden  gewikkeld  waren,  bele- 
den 


•on  «lat  V(l^icunl  en  ocrpeM  U'iiejjejï  te   'Vi'm"i^j>''Hli:i;ieM 

r/l(n..]i))..Bla<(lz,,56o. 


GESCHIEDENIS.  S<^7 

aen  hunne  zonden  ootmoedig,  en  verbeterden  hun       V 

ijdel  gedrag.    Men  opende  de  gevangenisfen ;  de  ge-     *°^ 

vangenen   werden   losgelaten ,  en  aan  de  ballingen  Hoofdft, 

vergund ,  om  in  hun  vaderland  terug  te  keeren.    In  na  C.  G. 

der  daad,  mannen  en  vrouwen  verristten  zulke  wer-  i^^^^°7Z* 

^  tot  1517, 

ken  van    heiligheid   en  barmhartigheid ,    als  of  zij  . 

vreesden,  dat  de  Goddelijke  Almagt  hen  door  vuur 
uit  den  hemel  zou  verteeren ;  of  de  hevigfte  aardbe- 
ving hen  onverziens  verflinden;  of  andere  plagen  hen 
treffen  zouden ,  door  welke  de  Goddelijke  geregtigheid 
gewoon  is,  de  zondaren  te  ftraffen.    Over  deze  on- 
verziene  bekeering,  die  zich  over  geheel  lia/ië  door 
verfcheidene  landen  uitbreidde,  waren  met  regt  niet 
alleen  middelmatige  verftanden ,  maar  ook  wijze  man- 
nen verwonderd,  terwijl  zij  overwogen,  van  waar 
deze  zoo  onftuimige  drift  voortkwam :  bijzonder  daar 
deze  ongehoorde  foort  van  boete  niet  van  den  Paus 
ingezet  was,  die  toen  te  ^nagni  zijnen  Zetel  had; 
en  ook  geen   Prediker  of  eenig  ander  perfoon  van 
aanzien  hen  door  invloed  of  welfprekendheid  bewo- 
gen had;  maar  het  begin  daar  toe  door  eenvoudige 
lieden  gemaakt  was,  wier  voetftappen   Geleerden  en 
ongeleerden  terflond  gevolgd  waren.    Doch  werkelijk 
was  het  de  genade  van  den  Heiligen  Geest,  die  gee- 
ne  langzame  maatregelen  van  ondernemen  kent;  maar 
haastelijk  waait ,  waar  zij  wil ;  deze  ontftak  het  hart 
van  éénen  mensch  met  het  vuur  van  hare  liefde ,  en 
ontvlamde  door  deszelfs  voorbeeld  ook  de  overigen." 
Duitfche  Chroniekfchrijvers   der    naastvolgende  eeu» 
wen  befch rijven  deze  omgangen   van  geefelaars  om- 
trent op  gelijke  wijze ;  alleen  voegen  zy  'er  nog  bij , 
V  a  dat 


tot  15,7 


^08  KERKELIJKE 

V       dat  dezelve,  om  niet  gelvend  te  worden,   het  hoofd 
BOEK      bedekt  hadden,  en  dat  zij  drie  en   dertig  Jaren  hng 
Hoofdfl    ^^^  gedachtenis  van  jezus   levensjaren  op  deze  we- 
na  C.  G.  reld ,  zich  tweemaal  op  eiken  dag  gegeefeld  hebben* 
i^l^l^/i       ^^'9  l^unnen  het  den  bovengemelden  Monnik   niet 
kwalijk  nemen,  dat  hij  in  zijnen  tijd  met  velen  van 
de  tijdgenooten  dit   voor  een   onmiddelijk  werk  van 
de  Goddelijke  genade  aanzag;   maar  elke  onpartijdige 
waarnemer    zal    'er    geheel   anders  over  oordeelen  , 
omdat   zoodanige    eigcnvvillige   godsdienst  en   kastij- 
ding  van   het   ligchatim    geheel    ftrijdig   is   met  den 
echten    Geest    van   het    Christendom.      Dat  eenige 
goede  handelingen  en  zachter  zeden  'er  de  onmidde- 
lijke  gevolgen  van  zullen  geweest  zijn,  bewijst  niets 
meer ,  dan  dat  zinnelijke  aandoeningen  van  eene  onge- 
wone levendige .  natuur  op  de  verbeelding  en  het  hart 
van  den  grooren  hoop  een  tijd  lang  gewerkt  kunnen 
hebben ;  ten  minfle  de  duurzaamheid  van  deze  verbe- 
tering van  zedfu  was  zeer  kort,  alzoo  men  dezelfde 
oude  wanordens  in  ha/ië  fpoedig  weder  aantreft. 

Ondertusfchen  nam  deze  drift  fchielijk  een  einde, 
alzoo  zij  geene  onderfteuning  of  goedkeuring  vond 
bij  de  Paufen  of  Geestelijkheid;  ook  verboden  ver- 
fcheidene  Vorsten  deze  dweepers  uitdrukkelijk,  om 
in  hun  land  te  komen;  zoo  als  manfred,  toert 
Koning  van  Sicilië,  die  in  fpijt  van  den  Paus  dat 
Koningri:ik  bezat,  en  vreesde,  dat  onder  dit  voor- 
wendfel  een  leger  Pauslelijke  aanhangers  in  zijn  land 
Hiogt  vallen;  ook  verbood  de  Marchefe  pallavi- 
ciNi  hen  onder  zware  bedreigingen  in  zijne  landen 
rond  te  luopen.    Een  aantal  van  deze  Boetelingen 

was 


GESCHIEDENIS.  309 

was  reeds  in  het  jaar  1261  over   de   Alpen  gegaan,       V 
en    in    Beyeren   e:ekomen  ,    maar    de   Hertogen   van     ^^^-^ 
Beyeren  wilden   hen  in   hun  land   niet   dulden.     In  Hoofdfl. 
hetzelfde  jaar  bevonden   zij    zich   ook  in   Bohemen ,  na  C.  G. 
waar  zij   van   den   Koning  ottokar    verjaagd  wer-  ^^^""'"^S* 
den;  op  dezelfde  wijze  was  het  in    Polen  ^   Mets  feu  _____ 
enz.    Evenwel  vertoonden  zij  zich  in  Dtiitschland, 
-In  het  jaar  12.61  waren  'er  1200  in  Straatsburg   ge- 
komen, waar  bij  zich  vervolgens   nog   500  anderen 
voegden.    In  het  jaar  1296  kwamen  'er   in  die  ftad 
28  anderen  in   witte  kleederen,   mat  zakdoeken    om 
het   hoofd,   dis   zichzelven  de  ftad  rond  voor  alle 
Kerken  geefeldcn. 

Deze  lieden  worden  in  de  volgende  eeuwen  ook 
nog  in  de  Gefchiedeiiis  gevonden.  Men  noemt  ze 
in  het  haliaamch  Flagellator'f^  in  de  Latijnfche 
Chronieken  heeten  zij  Flagellantes ,  Fïagellatores  ^ 
en  Fiagellarii  ^  bij  de  Duitfchers:  Geefelbroeckrs  ^ 
Flaglers  en  Ben  geler  s  ^  de  eerfte  namsn  van  geefe- 
Jen  en  het  Latijnfclie  Flagellum ,  de  laatfte  naar  den 
hengel  of  knuppel ,  welken  zij  ter  hunner  verdediging 
droegen. 

Met  de  XlIIde  eeuw  ging  deze  dwceperij  zoo  ver 
en  maakte  zoo  groote  opfchuddingen ,  dat  men  de 
geheele  fecte  der  geefelaren  heel  fpoedig  algemeen 
zocht  te  onderdrukken.  In  het  jaar  1303  komen  'er 
fporen  van  deze  dweeperij  voor;  maar  de  vreell-liike 
Pest,  welke  van  het  jaar  1347  af  een  groot  deel 
van  Europa  zes  of  zeven  jaren  verwoestte ,,  gaf  op 
nieuw  aanleiding ,  tot  eene  vernieuwing  van  deze 
boete  ,  opdat  door  dezelve ,  gelijk  men  meende , 
V  3  Gods 


3IO  KERKELIJKE 

V       Gods  toom  mogt  afgewend  worden.     In  het  jaar 

BOEK      I24P  ftonden   de   geefelaars  in    groote   menigte  op; 

Hoofdft.  meermalen  gingen   'er  70   of  80  met  zweepen  met 

na  C.  G  knoopen  voorzien  te  gelijk  door  de  ftraten ;  die  zich 

Jaar  1073.  j^^  troepen  verdeelden,  en  velen  tot  godvruchtige  na- 

tot  1517,  ^  '  ^  ° 

t  volging  opriepen.    Zelfs  vrouwen    geefelden  zich  op 

de  ontblootte  borst.  Over  het  algemeen  namen  zij 
vele  nieuwe  Godsdienstoefeningen  waar;  abfolveer- 
den  malkanderen  van  de  zonden;  predikten  Apokrij- 
fe  Leeringen,  waar  door  zij  merkelijken  haat  ver- 
wekten tusfchen  de  Geestelijkheid  en  de  Leeken. 
Op  hunne  togten  door  Italië  en  Duitschland  kwa- 
men 'er  200  onder  ecnen  aanvoerder  en  twee  Leer- 
aren te  Spiers ,  waar  zij  zulken  fchijn  van  heiligheid 
vertoonden,  dat  men  hen  op  'slands  kosten  onthaal- 
de. Te  Straatsburg  en  /Iken  waren  'er  ontallijke. 
KAREL  IV  zou  in  de  laatstgenoemde  ftad  gekroond 
worden,  maar  moest  uit  honfle  van  de  menigte  de- 
zer lieden  en  van  anüere  vreemdelingen  de  plegtig- 
heid  naar  Bon  verleggen.  Dewijl  de  ^oden  ten  de- 
zen tijde  befciiuldigd  werden ,  dat  zij  de  pest  ver- 
oorzaakt hadden,  hielpen  de  geefelaars  velen  van 
dezelve  verbranden ,  maar  verloren  ook  daarom  fora- 
tijds  door  de  Joden  het  leven,  In  Polen,  waar  ins- 
gelijks een  zwerm  van  dezelven  gekomen  was  ,  ver- 
bood de  Aartsbisfchop  van  Gnefen ,  hen  aan  te  ne- 
men. In  de  XlVde  eeuw  verbreidde  zich  deze  aan- 
hang in  vele  Duiifche  fteden,  in  Zwitferland ,  de 
Nederlanden  ,  Engeland,  tot  zelfs  te  Avignon,  den 
loenmaligen  Zetel  der  Pausfen. 

KLEMENS  Vi,  aan  wien    karel  IV  gefchreven 

had. 


GESCHIEDENIS.  311 

"had,  dat  hij  eene  fecte  behoorde  te  beperken,  welke       V 

anders  ligtelijk  de  geheele   wereld  zou   kunnen   ver*     ^^'^^ 

leiden  ,   liet  des  wegens   in   het   jaar   1346  aan   den  (loofdft. 

Aarts  bisfchop   van   Maagdeburg   een    fcherp    Breve  na  C.  G* 

tegen  hen  uitgaan ;   waar   in    hij   hen  eene  van  den  P^"°73« 
"  i->      7  j  ^Qj  15 17» 

duivel  verleide  menigte  eenvoudige  menfchen  noemt,  ■ 

die  beweerden  ,  dat  curistus  te  Jeruzalem  aan 
den  Patriarch  aldaar  verfchenen  was ,  en  hem  dingen 
gezegd  had,  die  Ilrijdig  waren  met  de  H.  Schrift. 
Bijzonder  bcfchuidigt  hij  hen  ,  dat  zij  met  verwaand- 
heid de  fleutels  der  Kerke  gering  achtten,  en  tot 
verachting  van  de  Kerketucht ,  voor  zich  uit  het 
kruis  des  Heeren ,  en  aan  weerskanten  van  hetzelve 
een  zwart  kleed  droegen ,  dat  zij  onder  den  naam 
van  boete  eene  ongewone  levenswijze  voerden ,  vaste , 
maar  naar  de  regten  verbodene  bijeenkomHen  hiel- 
den ;  ook  tot  andere  van  de  gewone  zeden  der  Ge- 
loovigen  afwijkende  handelingen  vervielen;  en  einde- 
lijk roekeloos  genoeg  waren,  om  voorfchriften  voor 
zich  te  ontwerpen,  welke  dwalend,  ongerijmd  en 
bij  God  en  menfchen  gehaat  waren.  Naardien  ook, 
zegt  hij,  de  meesten  van  hen,  of  hunne  aanhan- 
gers, onder  een  vroom  voorwendfel  wreed  handel- 
den ;  Joden  en  vaak  zelfs  Christenen  ombragten ;  de 
goederen  van  Geestelijken  en  Leeken  plunderden  ; 
zich  het  regtsgebied  hunner  Overheden  aanmatigden, 
en  voorts  veel  bedreven ,  dat  ongeoorloofd  was  ; 
zoo  verbiedt  hij  dezen  aanhang  voor  altijd,  en  be- 
geert, dat  de  Prelaten  derzelver  leden  door  Kerkelij- 
ke en  Wereldlijke  UrafFen  kastijden,  en  allen,  met 
hulp  der  Overigheid,  tot  zijn  nader  bevel  gevangen 
V  4  zou- 


312  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       zouden    laten  zetten.     Evenwel   wil   hij   hier  mede 

BOEK     geenszins  verbieden,  dat  de  Christenen  de  hun  Ker- 

Hoofdft.  l^eJy'^  opgelegde,  of  vrijwillig  met  een  goed  oogmerk 

na  C.  G  en  zuivere  Godsvrucht  opgenomene  boete ,  in  hunne 

torio-''  woningen  of  elders ,   doch  zonder  bijgeloovige  ge- 

•«. bruiken,   en   genootfcliappelijke    verbindtenisfen    van 

verbodene  natuur,  voltrekken,  en  op  deze  wijze 
door  hunne  oefening  in  goede  werken  God  dienen 
konden. 

Het  zijn  dus  geen  Ketterijen  welke  de  Paus  dezen 
aanhang  te  Inste  legt.  Hunne  hoofdmisdaad  was 
eigenlijk ,  dat  zij  willekeurig  eene  plegtigheid  invoer- 
den en  procesfien  hielden  zonder  voorkennis  en  goed- 
keuring der  Geestelijkheid.  Ook  heeft  men  gedacht, 
dat  KLEMENS,  om  deze  eigenwillige  boete  te  keer  te 
gaan,  zijn  Jubeljaar  op  het  jaar  J350  uirgefchreven 
zal  hebben.  Ondertusfchen  kon  het  niet  anders,  of 
deze  Geefelaars,  voornamelijk  toen  zij  zich  aan  den 
Paus  en  de  Geestelijkheid  niet  wilden  onderwerpen, 
moesten  fpoedig  voor  Ketters  uitgemaakt  worden  , 
en  wezenlijk  gebood  ook  gregorius  XI,  in  het 
jaar  1372,  aan  de  Kettermeesters  in  Diiitschland  ^ 
dat  zij  hen  als  Ketters  zouden  behandelen  ,  omdai 
zij  de  Kerkelijke  Sacramenten  loochenden^  waar  van 
de  zin  waarfchijnlijk  is,  dat  zij  zich  in  de  Gods- 
dieitftige  plegtigheden  niet  wilden  voegen  naar  den 
wil  der  Geestelijkheid. 

In  de  eerfte  tijden  der  XVde  eeuw  werden  hun 
ook  velerlei  dwalingen  in  het  geloof  te  laste  gelegd. 
Zij  hadden  zich  ,  niettegenftaande  de  vervolgingen 
4er  Paufen  en  der  Inquifiteuren ,  ftaaa^e  gehouden, 

ea 


GESCHIEDENIS.  313 

tn  verfchenen  tlians  op   eens  in  Thuringen,    Even-       V 
wel  fchijnt  het  Genoot fchap  der  Flegicrs,  (Tritarum     ^^^^ 
Socieias ,)    waar  van  een  oud  Schrijver   gewaagt ,  in  Hoofdft, 
de  jaren  141 1  en  14 12  niet  tot  deze  Geefehiars  be-  '>''  C.  G. 
hoort  te  hebben,  maar  een  Genootfchap  van  onrus-  [^^  \Ji7\ 
tige  Edellieden    geweest   te  zijn.     Maar  in   het  jaar  ^ 

14 14  traden  de  Geefelaars  weder  in  het  Thuringfche 
gewest  Sangerhaufcn  te  voorfchijn.  De  heide  IJroe- 
ders  FREDERiK  de  Strijdbare  en  willem,  Landgra- 
ven van  Thuringen  en  Meisfcn  ^  lieten  het  aan  den 
Doctor  der  Theologie,  Dominikr.an  en  Inquifiteur, 
HENDRIK  SCHÖNEFELD  over ,  om  hiin  vonnis  uit  te 
fpreken.  Deze  Het  34  van  dezelve  in  de  gemelde 
flad  voor  zich  komen,  en  hield  hun  hnnne  dv^^alia- 
gen  voor;  de  meesren  van  hen  herriepen  dezelve , 
drie  uitgezonderd,  die  hij  liet  verbranden.  Op  een' 
ander  tijd  bragt  hij  'er  nog  91  op  den  brandftapel, 
onder  welken  ook  hun  Leeraar  koenraad  schmid 
was,  die  zich  veel  aanhangers  verkregen  had,  en 
zulke  ftrafoefeningen  woonden  de  beide  Vorsten 
meermalen  bij.  Van  hunne  dwalingen  hebben  twee 
van  hunne  Tijdgenooten  ,  gtbelinus  prrsona  , 
Deken  te  Bielefeld  en  Officiaal  van  den  Bisfchop  van 
Paderborn ,  en  nog  vollediger  -de  Sakjtfche  /liigiistiner 
Monnik  diedeuik  vrie  gefchreven.  vrie  geeft 'er  vijf- 
tig op,  van  welke  de  volgende  de  voornaamftc  zijn: 
De  fecte  der  Kruisbroederen^  QCrucifratres ^^  gelijk 
hij  hen  noemt,  die  omtrent  federt  60  jaren  de  we- 
reld, al  geefelende,  rondtrekt,  beweert,  haren  oor- 
fprong  uit  eenen  Brief  van  den  hemel  genomen  te 
kebben,  welken  een  Engel  te  Rome  op  het  Altaar 
V  5  van 


314  KERKELIJKE 

V  van  den  Heiligen  petrus  gelegd  had.  Sedert  had 
■BOEK  Qq^  (3eji  Paus  eri  der  geheele  Geestelijkheid  hun 
Iloofdit.  geestelijk  ambt  en  gezag  ontnomen  ;  dewijl  deze 
na  C.  G  ftand  zulks  zoo  wel  verdiend  had ,  als  die  kooplieden 
lori^^r  hunne  verdrijving  uit  den  Tempel  door  Christus. 
■  Sedert  dien  tijd  hadden  geene  Kerken  of  Kerkhoven, 

water,  zout,  asch  en  olie  door  eenen  Priester  ge- 
wijd kunnen  worden;  de  zoogenoemde  Kerken  wa- 
ren flechts  rooversholen ;  en  de  Priesters  ,  die  de 
Sacramenten  bedienden,  geestelijke  moordenaars;  het 
opzingen  der  Kerkelijke  Liturgie  was  een  honden- 
gehuil;  in  plaats  van  den  waterdoop  was  van  God 
de  doop  met  eigen  bloed  ingefteld,  zoo  als  zij  dien 
oefenden ;  zoo  hadden  ook  alle  andere  Sacramenten 
hunne  kracht  verloren;  ja,  als  christus  in  het 
Avondmaal  tegenwoordig  zou  wezen,  dan  moest  hij 
al  lang  opgegeten  zijn,  al  was  hij  zoo  groot  als  een 
berg ;  dan  zouden  ook  de  Priesters  erger  zijn ,  dan 
de  verrader  judas,  omdat  zij  christus  voor  een' 
enkelen  penning  verkoopen;  en  dit  Sacrament  was 
blootelijk  een  koekoek^  een  goochelfpel  der  Prieste- 
rcn.  Zij  ontkenden,  dat  de  biecht  aan  eenen  Pries- 
ter noodzakelijk  was,  om  vergeving  der  zonden  te 
verkriigen ;  men  wreef  zich  door  dezelve  enkel  aan 
een  morsfig  zwijn;  maar  het  vrijwillig  geefelen  nam 
de  groffte  zonden  weg,  en  hielp  in  den  dood  meer, 
dan  een  geheel  pond  olie  in  het  laatfte  oliefel  uitge- 
ftort.  Insgelijks  verwierpen  zij  alle  aflaten.  Zij  ge- 
loofden, dat  de  Antichrist  al  lang  geregeerd  had, 
nademaal  hij  uit  de  Prelaten  en  Priesters  beftond; 
hunnen   koenraad    schmid    hielden  zij  voor  he- 

NOCH5 


GESCHIEDENIS.  315 

NOCH,  dien  God  uit  de  wereld  in  den  hemel  opge-       V 
nomen  had;   en  deze  zou  eens   het  laatfte  oordeel     ^^^f 
houden.    Naar  hun  gevoelen  had  God  de  zielen  van  Hoofdft. 
alle  menfchen    terfloml  in   het  begin  gefchapen,   en  i-i  C  G, 
in  het  Paradijs  geplaatst.     Alle  eden  zijn  wel  dood  '^t^'J^jl' 
zonden i  doch  het  is  den  Geefelaren   eer  geoorloofd^       ...^ 
voor  de  Inquifiteuren  vahch  te  zweeren^   dan   hunne 
fecte    te    verraden  ,    terwijl    zij    den    meineed    met 
geefelen  verzoenen  kunnen.    Daar  is  geen  Fagevuur 
en  de  gebeden  voor  de  dooden  helpen  deze! ven  niets  ; 
alle  plegtigheden  ,  voor  dezelven  waargenomen ,  die- 
nen enkel  voor  de  nagelatenen   tot  troost  en  vullen 
den  buidel  der  Geestelijken.     Het  Kruis  van  Chris- 
tus en  de  Beelden  der  Heiligen  kunnen  zonder  af- 
goderij niet   worden   aangebeden.    Alleen   het   Feest 
van  CHRISTUS  geboorte^  en  de   fterfdag  van  maria 
kunnen  gevierd  worden.     Latere  Schrijvers  hebben 
hier  nog  de  eene  en  andere  befchuldiging  bijgevoegd, 
bij  voorbeeld:   dat  zij  voorgaven,  dat  het  door  hun 
geefelen  uitgedreven  bloed   zich   vermengde   met  het 
bloed   van    Christus  ;    dat  zij  zich   de  gave  van 
wonderwerken    hebben   toegefchreven  ,   en   één   van 
hen  had  zich  voor  den  Zoon  van  God  uitgegeven. 
Men  merke  op,  dat  al  deze  befcluildigingen  van  de 
vijanden  der  Geefèlaars   worden   bijgebragt,   dat  wij 
'er  zoo  veel  uit  zien,  dat  A&zo.  lieden   den   haat   der 
Geestelijken  zich  hebben   op   den  hals  gehaald,  en 
dat  waarfchijnlijk ,  zoo  men  van  hen  zelven  iets  om- 
trent hunne  gevoelens  mogt   kunnen  lezen ,    blijken 
zou,  dat  'er  onder  de  dvveepende  Geefelaars  ten  on- 

reg- 


3^6  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       regte  lieden  betrokken  zijn,  wier  brein  niet  zoo  ge- 

BOKK      j^ggi  verwrikt  was. 
Vil 
Hoofdft.       Zonderling  is  liet,  dat  de  Geefelaars  in   Arragon 

na  C.  G.  in  eenen  vermaarden  Heiligen  den  Dominikaner  vin- 

l.t  T?f^  CENTius    FERRERius    ccnen     openbaren    verdediger 
iOi  1 5 1 7« 

».  vonden.     Men  weet  dit  uit  eenen  Brief  van  gerson 

aan  denzelven  in  het  jaar  1417  gefchreven:  Epis- 
tola  mis  fa  Maghtvo  Vincentio  ^  Ord.  PraedicatP, 
Dei  feminiverbio  ferventisfimo  ,  contra  flagellant 
ies  (*) ,  in  welken  hij  denzelven  daar  van  poogde 
af  te  trekken,  zonder  dat  men  weet,  welke  uitwer- 
liing  deze  Brief  bij  ferreri  gehad  hebbe.  Doch 
GERSON  fchreef  vervolgens  nog  eene  opzettelijke  ver- 
handeling tegen  deze  Geefelaars  (f) ,  in  welke  h^ 
vele  goede  zaken  regen  het  Bijgeloof  aanvoert ,  zon- 
der te  bedenken ,  dat  zijne  redenen  ook  krachtig  vva« 
ren  tegen  elke  foort  van  eigenwilligen  Godsdienst. 

De  Geefelaars  fchenen  nu  allen  verftrooid  te  ra- 
ken, evenwel  vertoonden  zij  zich  nog  nu  en  dan. 
In  Pruis/en  was  deze  aanhang  in  het  jaar  1445  ia 
zulke  achting,  dat  hun  vrijheid  gegeven  werd,  in 
het  geheele  land  rond  te  gaan ,  te  koopen  en  te 
verkoopen.  Daar  tegen  werden  weder  in  het  jaar 
1454  te  Sangerhaufen  22  Geefelaars  van  beide  kun-!- 
nen  verbrand  ,  welke  ,  gelijk  eene  oude  Chronick 
zegt ,  ten  uiterüe  hardnekkig  waren  in  te  beweeren  , 
dat  alle  boosheid  oorfpronkelijk  was  van  de  kwade 

Ǥ^ 

(*)  Opp.  Tom.  II.  P.  II.  pag,  658, 

Ct)  ^'  c-  P^S'  Ö60-664. 


GESCHIEDENIS.  317 

«eden  der  Geestelijkheid.    Evenwel  vindt  men   nog      V 
in  het   jaar  1501   een  aantal   derzelven  in   Duitsch-    ^^^* 
iaud.    Zij  kwamen,  gelijk  men  verhaalt,  uit  Italië,  Hoofdft. 
in  grijze  rokken ,  mêt  ontblooten  hoofde  en  voeten ,  na  C.  G, 
dragende  een  klein  houten    kruisje  in  de  hand ;  zij  JoJ^gi^* 
behandelden   geen    geld  ;    dronken   wijn  noch  bier  ;  — 
aten,  uitgezonderd  zondags,  flechcs  eenmaal  daags, 
en  gebruikten  enkel  groenten  en  wortelen  met  water 
en  zout.    Hunne  boetdoeningen  namen  met  de  vijf 
jaren  een  einde. 

Maar  de  Biechtvaders  van  Christenen  ,  die  zich  Oorbiecht 
als  Biechtkinderen  aan  hun  toevertrouwden,  fchre- 
ven  aan  dezelven  op  eene  geregelde  wijze  boetdoe- 
ningen voor.  Te  weten,  in  dit  Tijdvak  had  eene 
Pausfclijke  wet  het  eerst  aan  alle  Westerfche  Chris- 
tenen als  eenen  pligt  opgelegd,  om  voor  hunne  ei* 
gene  Priesteren  op  zekere  tijden  eene  volledige  belij- 
denis van  zonden  af  te  leggen ,  en  zich  aan  de  boe- 
te te  onderwerpen,  welke  deze  hun  zouden  oplegt 
gen.  In  de  oudfte  eeuwen  der  Kerk  was  eene  open- 
bare belijdenis  van  grove  zonden  bekend ;  iu  de  Vde 
eeuw  had  leo  I  eene  geheime  belijdenis  aangepre- 
zen, doch  alleen  zware  misdaden  bedoeld;  tot  in  de 
IXde  eeuw  was  het  nog  geene  verpligting,  dat  men. 
alle  zijne  zonden  aan  eenen  Priester  belijden  moest. 
De  Kerkvergadering  te  Chalon  ^  in  het  jaar  813,  ten 
tijde  van  karel  den  Groot  en,  meldt  twee  gevoelens 
over  de  belijdenis  der  zonden;  eenige  wilden  dezelve 
alleen  aan  God  beleden  hebben;  anderen  geloofden, 
dat  dit  ook  aan  den  Priester  gefchicden  moest.  De 
vergadering  erkende  het  een  en  ander  voor  eene  nut* 

ti- 


318  KERKELIJKE 

V      tige  gewoonte;  leerde,  dat  God  eigenlijk  alleen  ds 

BOEK     Ver  gever  ^  {Remisfor  ^')   der  zonden  is;   en   erkent, 

Hoofdft.   ^'^^  ^^^   ^^°^   ^^   biecht    voor    den  Priester  enkel 

na  C.  G.  leert  ^  hoe  men  van  zonden  gereinigd  moet  worden, 

tot "^17*     ^^^  *"  ^^  ^"^  volgende  eeuwen  was  'er  geene 
■  algemeene  wet   over  de  noodzakelijkheid,   om  voor 

den  Priester  te  biechten ,  alhoewel  de  Heil.  bern- 
HARD ,  HUGO  cn  RicHARD  van  St.  Fictor ,  ook 
piETER  vanC/ugny ,  meer  op  deze  belijclenis  der  zon- 
den hebben  aangedrongen,  dan  hunne  voorgangers. 
De  bekende  gratianus  in  zijne  Decreten  voert 
wel  de  gronden  voor  en  tegen  aan ,  omtrent  de 
noodzakelijkheid  dezer  biecht,  maar  laat  het  oordeel 
echter  aan  zijne  Lezers  over,  dewijl  het  een  en  an- 
der van  wijze  en  godzalige  mannen  beweerd  was. 
De  bekende  Roomfche  Correctoren  hebben  wel  op 
die  plaats  van  gratianus  aangemerkt,  dat  het  toch 
zeker  was,  dat  'er  van  eene  doodzonde  eene  facra- 
menteele  biecht  moet  afgelegd  worden ;  maar  de  be- 
wijzen, die  zij  bijbrengen,  zijn  latere  Pausfelijke  be- 
velen; dus  blijft  het  zeker,  dat  omtrent  het  midden 
der  Xllde  eeuw,  in  een  van  de  Pausfen  goedgekeur- 
de verzameling  van  het  Kerkelijk  Regt  nog  niets 
naauwkeurig  daaromtrent  bepaald  is. 

iNNOCENTius  III  deed  dit  eerst  in  het  jaar  1215, 
op  de  Kerkvergadering  van  Lateraan ,  in  den  be- 
roemden Canon  :  Omnis  utriusque  Sexus  (  *  }• 
,,  Elk  geloovige  van  beiderlei  gedacht,  zegt  hij  daar 
ia,  zal,  tot  rijpe  Jaren  gekomen  zijnde,  (^ad  annos 

dis- 
(*3  Cone.  Later.  IV.  Can.  12.  ap.  HARD.r.  Vil./».  35. 


GESCHIEDENIS.  379 

discretionis ,')  alle  zijne  zonden  aan   zijnen   eigenen       V 
Priester,  ten  minfte  eens  in  het   jaar,   getrouw   be-     ^°™ 
lijden,  en  naar  zijn  vermogen  trachten,  om  de  hem  Hoofdft. 
opgelegde  boete  te  vervullen ,   terwijl  hij  ten   minfle  "^  C.  G. 
op  Pafchen  het  Sacrament  des  Avondmaals  eerbiedig  Jot"?fi* 
gebruiken  moet;  ten  ware  hij   misfchien  ,   naar  den  ■    ■     - 
raad  van  zijnen  eigenen  Priester,  om  eene  behoorlijke 
reden  goed  mogt  vinden,  zich  van  dit  gebruik  voor 
eenen  tijd  te  onthouden :  anders  zal  hij  bij  zijn  leven 
niet  in  de  Kerk  toegelaten  worden ,  en  na  zijn'  dood 
geene  Christelijke  begrafenis  bekomen.     Deze  heil- 
zame  verordening  zal  daarom  ook  naauwkeurig  in 
de  Kerken  afgekondigd  worden,    opdat  niemand  een 
voorwendfel  vinde  in  zijne  onwetendheid,  doch  in- 
dien iemand,  om  eene  regtmatige  reden, aan  een'  an- 
der zijne  zonden  wil  biechten:    dan  zal  hij  daar  toe 
eerst  verlof  van  zijn'  eigen  Priester  verzoeken  en  be- 
komen; naardien  de  ander  anderszins  niet  ontbinden 
of  binden  zou  kunnen.     Maar  de  Priester  zal  be- 
hoedzaam en  voorzigtig  zijn ,  opdat  hij ,  op  de  wijze 
van  eenen   bekwamen  Geneesmeester,  wijn  en  olie 
in  de   wonden  van    den  gewondden   giete;   hij  zal 
zorgvuldig  de  omftandigheden  des  zondaars  en  der 
zonde  navorfchcn,   ten  einde  daar  door  verftandige 
kennis  te  bekomen,  welken  raad  hij  hem  geven,  en 
welke  hulpmiddelen  hij  gebruiken   moet,   terwijl   hij 
velerlei  proeven  neemt  tot  genezing  van  den  kran- 
ken.     Doch   hij   wachte   zich  ,  dat  hij  noch  door 
Woorden,  noch  door  eenig  teeken,  noch  op   eenige 
andere  wijze  den  zondaar   verrade;   maar  indien  hij 
wijzer  raad  behoeft,  mag  hij  dien,  zonder  den  per- 

foon 


3*o  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       foon  te   noemen,  bij  een  ander  met  voorzigtigher^ 

BOEK     halen.    Want  die  zich  zou  verftouten,  om  de  zoii- 
VII 
Hoofdih   ^^9   ^^^    ^"   ^^"  Biechtftoel   geopenbaard,  te  ont- 

na  C.  G.  dekken,  dien  bevelen  wij,  niet  alleen  van  de  Pries- 
1^^''^'°"^' teilijke  bediening  te  ontzetten,  maar  ook,  ten  einde 
,  beüendige    boete    te    doen,    hem   in    eene    naauwe 

Kloosterbewaring  op  te  fluiten." 

Men, kan  niet  bepaaldelijk  zeggen,  welke  bijzon- 
dere reden  den  Paus  innocentius  III  bewogen  heb- 
ben, om  deze  geheime  of  zoogenoemde  Oorbiecht^ 
(  Confesfio  Auricularh  ^  )  aan  alle  Christenen  vaa 
zijne  Kerk  als  eenen  pligt  voor  te  fchrijven.  Het  is 
genoeg,  dat  door  dezelve  het  gezag  der  Geestelijk- 
heid op  eene  verbazende  wijze  werd  uitgebreid,  ge- 
lijk hcL  ook  vervolgens  zeer  gewoon  is,  dat  'er  van 
de  regterlijke  magt  in  den  Bkchtftoel  gefproken 
vi'orJt.  Dat  zijne  wet  iets  nieuws  en  ongewoons  in 
de  Kerk  behelsde  ,  wordt  thans  door  verfcheidene 
Roomfche  Schrijvers  zelven  erkend;  ook  fpreken  'er 
de  Scholastieken  in  de  XlIIde  eeuw  op  diezelfde 
wijze  van ,  gelijk  thomas  van  Aquhio ,  eonavan- 
TURA  enz.  Hier  en  daar  liet  zelfs  wel  eene  zachte 
flem  zich  tegen  deze  nieuwigheid  hooren ,  welke 
echter  fpoedig  tot  zwijgen  gebragt  werd.  Zoo  we- 
derleide  THOMAS  van  Aquino  ^  op  bevel  van  den 
Generaal  ziincr  Orde,  in  eert  bijzonder  gefchrift,  dt 
forma  ahfolutionis^  hex  gevoelen  van  eenen  Onge-« 
noemdtn  ,  dat  de  Priester  bij  de  ahfolutie  zich  niet 
behoorde  te  bedienen  van  het  Formulier:  ,,  Ik  ab^ 
fokeer  u ! "  maar  liever  van  dit :  „  De  almagtiga 
God  fciieiike  u  vrijfpreking  en  vergeving!"  welk  ge- 

voe* 


GESCHIEDENIS.  3*1 

i?oelcn  deze  Ongenoemde  met   17  redenen  verkerkt       V 
had,  welke  thomas  poogt  optelosfen,  en  daartegen     ^J^-" 
het  nu  aangenomene  formulier  op  zijne  wijze  te  hand-  pioofdfl, 
haven.  na  C.  G. 

Met  dit  al  was  dit  gezag  van  den  Biechtfloel  niet  J^t"  517! 

zoo  gevestigd,  of  het  werd  door  de  menigvuldige  • 

uitgeftrekte  aflaten  dikwerf  afgebroken.  /Iflaat  is  Aüateoo 
een  ontflag  van  de  Kerkeboete  of  ftraffe ,  welke  vaa 
tene  Gemeente ,  van  Bisfchoppen  of  Kerkvergaderin- 
gen aan  eenen  groven  zondaar  was  opgelegd.  Dus 
was  reeds  in  de  oudfte  Kerk,  in  welke  men  eene 
Kerkeboete  en  eene  Kerketucht  had  ,  door  welke 
een  berouwhebbend  zondaar,  die  uit  de  Kerk  was 
uitgefloten,  tot  boete  verpligt  was,  (aan  de  Kerk, 
niet  aan  God,)  aflaat,  ontflag,  vergeving  bekend. 
De  geoorloofd  -  of  ongeoorloofdheid  derzelve  maakte 
den  twist  uit  tusfchen  de  Regtzinnigen  en  de  Nö' 
vatianen.    Het   is   wel  zoo  ,    dat    de    Kerkleeraars 

van     TERTÜLLIANUS     af    tot    AUGUSTINUS    tOC  dik- 

wijls  deze  Kerkelijke  voldoening  als  zoodanig  voor- 
Hellen  ,  die  met  betrekking  tot  God  bewezen 
wordt,  doch  hunne  geheele  leerwijze  toont,  dat  zij 
dit  van  het  opregt  berouw  en  dadelijke  bekeering" 
Verftonden ,  welke  de  Kerk  bij  hare  boetelingen  on- 
derftelde. 

Bij  deze  mengeling  van  ftrengheid  en  zachtheid  in 
de  Kerkelijke  tucht  bleef  het  genoegzaam  gedurende 
de  zes  eerfte  eeuwen  der  Kerk;  ja  ook  voor  heime- 
lijke zonden  werd  nog  dikwijls  genoeg  openlijke  boete 
gedaan.  Doch  tevens  moet  niet  vergeten  worden , 
dat,  terwijl  aan  de  ééne  zijde  het  Monnikenleven 

XVIII.  Deel.  X  boe:- 


3ft2  KERKELIJKE 

V  boetdoeningen  zonder  eenigen  aflaat  en  zonder  op^ 
BosK  houden  invoerde,  aan  de  andere  zijde  de  nieuwe 
Hoofdft.  godsdienlligheden  en  zoogenaamde  goede  werken , 
na  C.  G.  bij  voorbeeld ,  Bedevaarten ,  ftichten  van  Kerken  eii 
10^?  17  Kloosters  ,  en  het  begiftigen  van  dezelve  ,  allengs 
1  zelve  middelen  werden  om  ontflag  te  hebben  van  de 

Kerkelijke  boete.  Hoe  zeer  deze  middelen  door  de 
Geestelijken  werden  aangeprezen ,  leert  ecne  plaats 
van  SALviANUS  in  zijn  werk  tegen  de  gierigheid d^r 
Geestelijken ,  dat  „  de  meesten  het  der  moeite  niet 
waardig  achtten ,  hunne  ondeugden  door  belijdenis 
en  voldoening ,  noch ,  het  welk  het  gemakkelijkfte 
was ,  ten  minde  door  giften  en  milddadige  handelin- 
gen af  te  koopen."  Sedert  het  einde  der  Vide  eeuw 
maakten  de  Boekan  van  joannes  jejunator  ,  of 
-den  Faster  ^  theodorus  van  Cilicië ,  beda  den 
Verwaardigen,  en  egbert  Aartsbisfchop  van 2V<t , 
over  de  boetdoeningen  eene  merkwaardige  verande- 
ring ten  aanzien  der  Kerkeboete  en  derzelver  ontflag. 
Zij  maakten  de  eerfle  eenigermate  zwaarder ,  terwlj! 
zij  de  laatfte  gemakkelijker  maakten.  Zij  bepaalden 
elke ,  ook  de  geringde ,  dikwijls  enkel  ingebeelde 
misflagen ,  niet  zonder  buiten fporigheid  in  de  opgave 
der  omQandigheden,  maar  leerden  tevens,  dat  men 
de  boete  voor  dezelve  in  eene  andere,  die  gemak- 
kelijker was  ,  kon  veranderen  ,  bij  voorbeeld  ,  in 
plaats  van  een  dag  op  water  en  brood  te  vasten  , 
kon  men  in  de  Kerk  50  Pfalmen  knielend  zingen 
enz.  Zoo  vinden  wii  een  voorbeeld  van  eenen  Rij- 
ken ,  die  eene  grove  zonde  begaan  had ,  maar  even- 
wel fpoedig  weder  in  de  gemeinfchap  der  Kerk  werd 

toe« 


GESCHIEDENIS.  323 

toegelaten,  dewijl  hij  in  zijn  verzoekfchrift  ten  dien       V 
einde  te  kennen  gaf,  dat  'er  voor  zijne  misdaad  wel     °°^^ 
zoo  vele  Pfalmen  door  anderen  gezongen  waren  en  Hoofdll. 
gevast  was,  en  ook  door  zijne  aalmoezen  zoo  rij-  na  C  G- 
keiijk   geboet  was,  dat  hij  niets  meer  noodijz  zou  I^^'^^^^^* 

ri        1     '  °  tot    1517' 

hebben,  al  leefde  hij  nog  honderd  jaren,   misfchien  

een  matig  vasten  uitgezonderd;  ook  meent  men ,  dat 
de  fpreekwijze:  pro  redemtione  animae,  Qioi  vrij' 
koopitjg  der  ziel,^  welke  men  van  foorrgelijke  gif- 
ten aan  Kerken  enz.  plag  te  gebruiken ,  van  dezen  tijd 
af  in  gebruik  zal  gekomen  zijn;  evenwel  vindt  men 
die  fpreekwijze,  welke  uit  den  Latijnfchen  Tekst 
Dan,  IV.  24.  ontleend  is,  reeds  in  de  Vde  eeuw 
in  gebruik. 

Van  de  VII  tot  de  Xllde  eeuw,  nam  de  ftreng- 
heid  der  boetdoeningen  toe,  door  het  geefelen  van 
zich  zelven;  veeljarig  omzwerven  door  vreemde  lan- 
den, en  opfluiten  in  Kloosters  enz.  Maar  te  gelij- 
ker tijd  wezen  de  Bisfchoppen  aan  de  Christenen 
een'  gemakkelijken  weg  aan,  om  van  de  Kerkeliike 
ftraffen  der  zonden  ontheven  te  worden  :  ,,  Wie 
tot  den  opbouw ,  zeggen  zij ,  of  het  herftel  van  20- 
kere  Kerk  ,  of  Bedehuis ,  eene  bepaalde  kleine  geld- 
fom  opbrengt,  dien  ontflaan  wij  in  den  Heere  van 
een  derde  of  vierde  deel  der  hem  op  te  leggen  boe- 
te." Deze  vergeving  werd  ook  door  andere  foorten 
van  milddadigheid,  door  geld  ter  verbetering  van 
wegen  en  bruggen  te  geven  ,  verkregen.  Zeldzaam 
echter  werd  die  geheele  boete  door  de  Bisfchoppen 
kwijtgefcholden ;  dit  bleef  voor  den  Paus  voorbehou- 
den. In  de  XUde  eeuw  hadden  de  Paryfcke  God- 
X  a  p-Q, 


324  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       geleerden  over  dit  onderwerp  verfchillende  gevoelenf^ 

*vfr     ^"  PiETER   de  Zanger^  (petrus  cantor,)   Kaj 

Hoofdft.  nunnik  te  6ï.  Fictor^  maakte  'er  vele  zwarigheden 

m  C.  G.  tegen ,  welke  hij  echter  aan   de  beflisfing   van   è^n 

t.^t\^H  P^us  en  de  Bisfchoppen  overlaat.    Dqzq  zeide  ondet' 

lol  1 5 ' /• 

»i  anderen  tegen  Mauritius,  Bisfchop  van  Parys ,  die 

enkel  van  het  voordeel  van  zulken  aflaat  voor  geld, 
de  Hoofdkerk  dier  ftad  aan   de  Maagd  maria   ge- 
wijd, (Eg/i/e  de  mire  Dame^')  gebouwd,   en   vier 
Abdijen  in  de  nabuurfchap  gedicht  had,  en  die  hem 
naar  zijn  gevoelen  over  deze  gebouwen  vraagde:  hij 
zou    beter   gedaan   hebben  ,  als  hij  zijne   gemeente 
vlijtig  tot  het  waarnemen  der  boete  vermaand  had. 
Dit  misbruik   ging  zoo   ver,  dat  innocentius  III 
op  de  Kerkvergadering  van   Lateranen   'er  eene  wet 
tegen  liet  opftellen  (*).     ,,  Dewijl,  zoo  luidt  deze; 
wet ,   door  onvoorzigtige  en    overvloedige    aflaten  , 
^Indulgentiae ^')  welke  fommige  Prelaten  der   Kerk 
niet  fchroomen  uit  te  deelen,   zoo   wel  de  fleutels 
der  Kerk  in  minachting  gebragt  worden ,  als  de  boet- 
doenende  genoegdoening  krachteloos  gemaakt  wordt  i 
zoo  zal,  bij   de  inwijding  eener  Kerk,   het  zij  die 
door  eenen  of  door  meer  Bisfchoppen  verrigt  wordt, 
de  aflaat  niet  verder  dan  één  jaar  uitgeftrekt  worden; 
en  wanneer  jaarlijks   de  inwijding  der  Kerk  gevierd 
wordt:  zoo  zullen  niet  meer  dan  40  dagen   van   de 
opgelegde  boeten  afgekort  worden.     Tot    dit  getal' 
van  dagen  zullen  zich  ook  de  aflaatbrieven,   welke 
om    verfcheidene    andere  redenen  gegeven   worden , 

ins- 
(*)  Can.  62.  T,  VIL  hard.  p.  66, 


GESCHIEDENIS.  325 

Insgelijks  bepalen,  dewijl  de  Roomfche    Paus  zelve,       V 
die  toch  de  volheid  der  magt  bezat,   zoodanige  ma-     °^^^ 
dging  in  dergelijke  gevallen  plag  waar  te  nemen."      Hoofdft. 
Ondertusfchen    waren   het  eigenlijk  de  Pausfelijke  "^  C.  G. 
aflaten,  die  in  dezen  tijd  alle  Kerketucht  vernietig-  10^1?! 7 

den,    door   derzelver    toepasfing  en   uitgeftrektheid. 

Reeds  verklaarde  Paus  joannes  VIII,  dat  al  de  ge-  P^usfelij- 
nen,  die  in  den  oorlog  met  de  Saracenen  in  het 
jaar  878  wlaren  omgekomen,  aflaat  zouden  genieten, 
hetwelk  men  aanmerkt  het  eerde  voorbeeld  te  zijn 
van  aflaat  voor  de  dooden.  Op  het  einde  van  deze 
eeuw  verzochten  de  Beyerfche  Bisfchoppen  den  Paus 
om  aflaat  voor  de  ziel  van  den  overledenen  Keizer 
ARNULF.  En  van  nog  meer  beteekenis  waren  de 
Pausfelijke  aflaten  bij  gelegenheid  der  kruistogten. 
.CREGORius  VII  gaf  in  1084  door  zijnen  Legaat, 
ANSELMUS,  Bisfchop  vau  Lucca,  aan  alle  aanhan- 
gers van  Keizer  hendrik  IV aflaat,  als  zij  dezen  ver- 
jaten  en  tegen  hem  de  wapens  wilden  opvatten.  Maar 
voornamelijk  kondigde  urbanus  II  op  de  Kerkverga- 
dering van  Ckrmont  in  het  jaar  109Ö  af,  dat  allen, 
die  aan  de  eerfte  door  hem  voorgeilelde  kruisvaart 
deel  zouden  nemen,  van  alle  boetdoeningen  voor  de 
zonden  ontflagen  zouden  zijn.  Ja,  fpoedig  was  het 
niet  meer  noodig,  deze  kruisvaarren  zelve  bij  te 
wonen.  Men  behoefde  flechts  eenen  foldaat  te  le- 
veren ,  of  daar  geld  toe  te  geven ,  of  anders  deze 
heilige  oorlogen  met  geld  te  onderlteunen.  De  afla- 
ten voor  deze  kruistoglen  beflemd,  werden  vervol- 
gens uitgebreid  tot  de  oorlogen  tegen  de  zooge- 
noemde  Ketters.  Op  deze  wijze  werden  deze  Paus- 
X  3  fe. 


526  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       felijke  aflaten,  die  men  volkomenen  noemde,  (/«- 

«OEK      dulgentiae  plenariae ,  )  zoo  algemeen ,  dat  millioenen 

Hoofdft.  menfchen   zonder  eenige  moeite  derzelve  deelachtig 

na  C.  G.  konden  worden.  — 

]aario73.     fjonderd    jaren   lang  waren  dezelve  in   volle   ffe- 
tot  151 7  j  o  o 

üpi  ,   ■      bruik,  toen  de  Scholastieken  hunne   onderzoekingen 

daar  over  begonnen  op  te  ftellen,  en  wel  naar  hun- 
ne gewoonte,  niet  om  dezelve  naar  waarheid  te  be- 
oordeelen ,  maar  om  door  alle  fpitsvinnigheden  de- 
zelve te  ontfchuldigen ,  te  vergoelijken  en  te  verde- 
digen; en  daar  bij  was  wel  hun  fterkfte  grond  de 
Schat  der  Kerk ,  waar  wij  hier  voor  van  gcfproken 
hebben.  De  Bisfchoppen  deden  veelal  hun  best, 
om  de  Kerkelijke  boetdoeningen  te  verlagen ,  en  aan 
de  aflaten  aanzien  re  geven,  gelijk  wiLLEM,Bisfchop 
van  Parys ,  omtrent  het  midden  der  Xlllde  eeuw  , 
beweerde:  dat  het  nuttiger  en  Gode  aangenamer 
was,  eenen  Denier^  (eene  kleine  Franfche  munt, 
een  penning , )  of  drie  eijeren  tot  den  opbouw  eener 
Kerk  te  geven,  dan  zich  als  een  beul  te  pijnigen, 
( tormentorum  poenitentialium  carnificina.  )  Even- 
wel moesten  zij  voor  den  Paus  onderdoen  ,  die 
hier  in  ook  de  volle  raagt  had  en  oefende,  en  zoo- 
danige aflaten  niet  alleen  op  verzoek  verleende,  maar 
aan  ontallijke  Christenen  vrijwillig  aanbood.  Men 
verzocht  dezelve  menigmaal  van  den  Paus.  En  eene 
Monnikenorde,  Kerk  of  Klooster  was  geholpen, 
wanneer  zij  een'  voortd urenden  Pausfeiijken  aflaat 
bezat.  De  Bedelmonniken  waren  te  meer  gezet  op 
zulke  rijke  bronnen  van  inkomften,  omdat  zij  van 
aalmoezen  leven  moesten.    Dus  hebben  wij,  in  dê 

Ge- 


GESCHIEDENIS.  327 

Gefchiedenis  der  Franciskanen  ,  reeds  gefproken  van       V 

den   zoo    vermaarden    Portiuncuïa  -  aflaat ,    welken     ^^^^ 

CHRISTUS  zelve,   op   voorbede  van  zijne   Moeder ,  pjQQfj^^ 

aan  hunnen  Stichter  zal  gegeven  hebben ,  maar  wel-  na  C.  G, 

ke  de  Heilige  franciscus  evenwel  van  den  Paus  i^!"°^i* 
°  tot  1517» 

verzocht,  omdat  misfchien  het  berigt  uit  den  Hemel  < 

niet  ieder  een  geloofwaardig  genoeg  mogt  voorko- 
men. Ook  maakre  de  Paus  in  het  eerst  zwarigheid, 
en  bepaalde  eindelijk  den  aiSaat,  welken  men  in  die 
Kerk  verkrijgen  kon,  tot  eenen  dag,  dien  namelijk 
nu  den  Feestdag  van  St»  Pieters -ketenen ^  of  den 
tweeden  Augustus;  de  Franciskanen  hebben  nader- 
hand beweerd,  dat  paulus  III  hem  tot  alle  dagen 
zal  hebben  uitgeflrekt.  Meer  andere  aflaten,  zelfs 
gedeeltelijk  voor  meer  dan  1000  jaren,  zijn  aan  deze 
Orde  verleend  geworden. 

De  Dominikanen  hebben  zich  bijzonder  den  Ro- 
zenkram  eigen  gemaakt.  Wij  hebben  elders  reeds 
gezegd,  dat  het  ten  minden  heel  onzeker  is,  dat  de 
Rozenkrans  ,  ook  de  Pfaher  en  de  Kroon  van 
Maria,  en  federt  de  XlIIde  eeuw  gemeenlijk  een 
Pater  Noster  genoemd,  den  Heiligen  dominicüS 
tot  uitvinder  zou  hebben  ,  gelijk  ook  het  woord 
Rofarium  in  de  fchrifien  der  ondfte  Dominikanen 
niet  voorkomt.  Hoe  het  zij,  de  Benedictijnen  fch rij- 
ven dit  doorgaans  aan  hem  toe,  als  ook  de  aanlei- 
ding tot  de  Broeder  f chap  van  de  Rozenkrans.  Het 
zekerfte  is,  dat  alexander  IV  in  het  jaar  1294 
aan  die  Broederfchap  volkomenen  aflaat  gefchonken 
heefr.  Eigenlijk  is  de  Rozenkrans  ontftaan  uit  de 
X  4  ge- 


528  KERKELIJKE 

V       gewoonte  der  oude  Kluizenaren  en  Monniken,   om 

BOEK     Qod  hunne  gebeden  toe  te  tellen,   waar  toe  zij  zich 
VII  ■)  j 

Hoofdft.  ^^'^   balletjes   of  kogeltjes  bedienden  ,  welke  zij  bij 
na  C.  G  honderden    bij  zich  droegen.      Tot  de  Xlde   eeuw 

jaario73.  ^^^  vvaren  dit  voornamelijk  het  Ome  Vader  fwPfal- 
eot  151 7  ■' 

m/-^.-..   —    mef),    die  zoo  menigmalen  herhaald  werden.     Van 

tijd  tot  tijd  kwam  hier  bij  het  zoogenoemde  yive 
Maria  1  dat  is,  de  groetenis  van  den  Engel  aan  de 
Heilige  Maagd;  en  vervolgens  nog  de  woorden  van 
ELIZABETH  :  gezegefid  zijt  gij  onder  de  vrouwen 
enz. ,  en  eindelijk  het  gebed  :  „  Heilige  maria  , 
Moeder  Gods,  bid  voor  ons  nu  en  in  het  uur  des 
doods !  Amen."  Alle  deze  gebeden  werden  gemaks- 
halve zoo  geordend,  dat  130  balletjes  aaneen  koord 
geregen  zoo  vele  ylve  Maria's  beteekenen  ,  welke 
weder  in  15  verdeelingen  verdeeld  zijn,  waar  telkens 
een  Pater  Noster  ingelascht  en  eene  verborgenheid 
van  het  Christendom  ter  overdenking  ingevuld  wordt; 
doch  het  begin  van  dit  alles  wordt  met  het  Credo  ^ 
of  zoogenoemd  apostolisch  Geloof,  gemaakt.  In  het 
jaar  125^  maakte  alexander  W  üXe.  Domitiikatjen  ^ 
die  als  Predikmonniken  het  woord  Gods  aan  de  hei- 
lige plaatfen  leerden,  den  aflaat  der  kruisvaarderen 
deelachtig.  Ook  hadden  de  Bedevaarten  nnzr  Rome j 
naar  het  Heilige  Land  en  naar  Compoflella,  hare 
bijzondere  aflaten.  Bij  Heiligverklaringen  fchon- 
licn  de  Pausfen  insgelijks  aflaten  voor  eenige  da- 
gen ,  of  voor  een  geheel  Jaar.  Van  eene  zeldzame 
natuur  was  de  aflaat,  welke  naar  den  wil  van  in- 
NPCENTius  III  die  genen  genieten  zouden,  die  uit 

Chris- 


GESCHIEDENIS.  329 

Ghristelijke  Godsvrucht  eene  hoer   zouden  trouwen^       V 

■om  ze  tot  eene  eerbare  vrouw  te  maken  C*\  ^°^i^ 

VII 
Daar  deze   menigte   van   aflaten   alle  oude  Kerke*  Hoofdft, 

boeten  in  der  daad  overtollig  maakte ,  zoo  moet  de  na  C.  G; 

vraae  zelfs  bij  iemand  opkomen,   waarom  deze  afla  J^^'*^°73. 
**  ■'  ^  '  tot  1517. 

ten  zelve ,  nu  'er  geene  zonden  meer  te   boeten  wa-  — — . 

ren,  niet  hebben  opgehouden?  Doch  daar  op  zal 
het  antwoord  ligt  te  vinden  zijn  in  de  onbepaalde 
magt  der  Paufen  en  de  gewigtige  voordeelen,  welke 
de  Bisfchoppen  en  Geestelijken  van  de  aflaten  trok- 
ken. Overigens  ziet  men  uit  eene  plaats  van  den 
Heiligen  thomas  ,  dat  de  Godgeleerden  van  zijn' 
tijd  niet  eens  waren  omtrent  de  kracht  der  aflaten. 
Sommigen  zeiden ,  de  aflaat  gol.l  alleen  zoo  veel, 
als  elks  geloof  en  godsvrucht  toelaten  ;  de  Kerk 
fprak  dezelven  uit ,  opdat  zij  de  menfchen  door  een» 
foort  van  vroom  bedrog  tot  goede  werken  zou  aan-^ 
fporen;  zoo  als  eene  moeder  haar  kind  beweegt  om 
te  gaan  ,  wanneer  zij  hetzelve  een  appel  belooft. 
En  kort  voor  thomas  had  willem  van  SegneJay  ^ 
Bisfchop  van  Auxerre,  in  denzelfden  zin  gezegd, 
„  dat  de  Kerk  door  de  aflaten  veel  beloofde,  het- 
welk God  niet  vervulde." 

Nooit  achter  vertoonde  zich  deze  magt  der  Pau-  Jubeljaar, 
fen  grooter  dan  door  de  inftelling  van  het  Aflaat- 
en  Jubeljaar,  in  het  jaar  1300,  door  bonifacius 
VIII.  De  Kardinaal  kajetanus  ,  Neef  en  vertrouw- 
de Vriend  van  dezen  Paus  ,  heeft  daar  van  eene 
dichterlijke  befchrijving  en  een  uitvoerig  verhaal  na- 
ge-? 
j^:*3  RA7NALD.  ad  ann.  1198.  ;;.  38. 

X5 


330  KERKELIJKE 

V       gelaten.    Volgens  dit  verhaal  verfpreidde  zich  in  het 

BOEK     jaar  1299   een  dubbelzinnig  en   naauwelijks  geloof- 

Hoofdrt    ^^^^  gerucht,  hetwelk  ook  voor  den  Paus  kwam, 

na  C.  G.  dat  al  die  genen ,  die  in  het   volgende  jaar  de  Pie- 

Jaario73.  f^y^j^erk  godvruchtig  bezoeken   zouden  ,   daar  door 

. ''  volkomenen  aflaat  zouden    verkrijgen.    De  Paus  liet 

in  alle  oude  fchriften  zoeken  naar  den  grond  van  dit 
gerucht ,  doch  vergeefs.  Evenwel  vergaderde  'er 
den  iften  Janiiarij  1300  tegen  den  avond  en  tot 
midderüacht  toe  eene  geweldige  menigte  volks  in  de 
gemelde  Kerk,  om  deze  weldaad  te  genieten;  een 
en  ander  grijsaard  fprak  ook  van  dezen  aflaat,  voor 
honderd  jaren  insgelijks  gezocht  en  verkregen.  De 
Paus  beiloot  daar  op,  met  raad  der  Kardinalen, 
hier  van  gebruik  te  maken,  en  vaardigde  eene  Bulle 
af,  waar  in  hij  zeide:  dat  hij  uit  geloofwaardige 
verhalen  van  oude  lieden  wist,  dat  de  genen,  die 
de  Pieterskerk  bezochten  ,  een  groote  aflaat  ge- 
fchonken  was.  Dewijl  hij  nu,  overeenkomfliig  zij- 
nen pligt,  het  heil  van  allen  zocht  te  bevorderen, 
.  zoo  bevestigde  hij  alle  zoodanige  aflaten,  door  zijn 
Apostolisch  gezag.  Doch,  opdat  de  Apostelen  pe- 
trus en  PAULUS  des  te  meer  vereerd  mogten  wor- 
den, hoe  vlijtiger  hunne  Kerken  van  de  Geloovigen 
bezocht  werden,  en  dezen  daar  uit  vele  geestelijke 
gaven  fcheppen  konden:  zoo  verleende  hij  aan  allen, 
die  in  het  jaar  1300,  hetwelk  met  het  voorgaande 
Kersfeest  zijnen  aanvang  genomen  had,  in  derzelver 
Kerken  boetvaardig  komen ,  of  zulks  in  het  volgen- 
de honderdfle  jaar  doen  zouden  ,  niet  alleen  eenen 
volkomenen,  maar  allervolkomenften,  (jJenisfima^^ 

af- 


GESCHIEDENIS.  331 

aflaat  en  vergeving  van  zonden.     Wie  dezen  aflaat       v 

deelachtig   wilde   zijn  ,  moest ,  als   hij  een  Romein     boek 

was,  30  dagen  achter  malkander,  maar  een   vreem- j^o^fy^^^ 

deling  15  dagen  lang,  de  gemelde  Kerken  bezoeken;  na  C.  G. 

doch  een  ieder  zou  een'  des  te  krachtiger  aflaat  be-  J^^'^''°73- 

°  tot  15 17. 

komen,  hoe  menigvuldiger  en  aandachtiger  hij   zich  — — . 

daar  zou  laten  vinden,"  Anderen  hebben  echter  be- 
denkingen tegen  dit  verhaal  gemaakt ,  en  gewild , 
dat  de  Paus  dus  zinnelijk  hebbe  willen  maken,  dat 
de  Christenheid  maar  één  huisgezin  uitmaakte,  het- 
welk den  Paus  voo^  den  gemeenfchappelijken  Vader 
erkende.  Anderen  weder  hebben  de  reden  gezocht 
in  de  geldgierigheid  en  hebzucht  van  den  Paus;  an- 
deren in  de  navolging  van  de  Eeuwfpelen ,  ( Ludi 
Seculares ^^  der  oude  Romeinen;  anderen  daar  in, 
dat  de  gemeene  man  van  eenen  honderdjarigen  af- 
laat, zoo  als  men  meermalen  gaf,  eenen  aflaat  om 
de  ioo  jaren  zal  gemaakt  hebben. 

Hoe  het  zij ,  dê  uitkomst  van  dit  Jubelfeest  over- 
trof waarfchijnlljk  verreweg  des  Paufen  verwachting. 
Niet  alleen  fpoedden  alle  vohvasfene  Romeinen  zich 
naar  de  Kerken  van  hunne  Befchermheiligen ,  gedu- 
rende het  bepaald  getal  dagen;  maar  ook  kwamen 
'er  uit  alle  landen  van  Europa  ongeloofelijke  menig- 
ten van  menfchen  in  deze  Hoofdltad.  De  vermaar- 
de Florentijnfche  Gefchisdfchrijver  joannes  villa- 
Ni,  die  daar  ook  onder  behoorde,  heeft  de  vreem- 
delingen op  aoo,ooo  berekend.  De  Kardinaal  baro- 
Niüs  noemt  het  een  wonder,  dat  het  dit  groot  ge- 
tal menfchen  nooit  aan  levensmiddelen  ontbroken 
heeft;    maar  dat  dezelve  (leeds    beterkoop  werden. 

Ook 


33*  KERKELIJKE 

V  Ook  gewaagt  hij  van  dadelijke  wonderen,  die  bij 
"vrf  ^^^^  gelegenheid  zouden  gebeurd  zijn.  Vele  zieken 
ïloofdft  werden  in  de  gemelde  Kerken  genezen;  uit  vele  be- 
na  C.  G.  zetenen  liepen  de  Duivelen  weg ,  fchreeuwende ,  dat 
£0^1^17  "^^^  alleen  zij  door  de  Apostelen  petrus  en  pau- 
m.  , —  LUS  daar  toe  genoodzaakt  werden ;  maar  dat  ook 
eene  menigte  zielen,  die  door  hunne  zonden  in  des 
Duivels  magt  geraakt  waren,  thans  door  Christus 
daar  uit  verlost  waren;  en  dat  door  de  verdienfleii 
der  Aposielen  al  de  zielen ,  die  zich  in  het  Vage« 
vuur  bevonden,  tot  de  eeuwige  heerlijkheid  geraak* 
ten.  Zelfs  verhaalt  de  Kardinaal  kajetanus  eene 
verfchijning  der  Heilige  Maagd,  die  aan  eenen  Gees- 
telijken van  zijne  Kerk  gebeurd  zal  zijn ,  waar  bij 
hem  letterlijk  verzekerd  werd,  dat  God  hem,  gelijk 
aan  alle  levenden  en  dooden ,  vergeving  van  zonden 
fclionk.  Doch,  het  geen  men  ligter  gelooven  zal, 
is,  dat  de  altaren  der  beide  Apostelen  uit  de  kleine 
giften  der  Pelgrims  meer  dan  50,000  Goudguldens 
bekomen  hebben.  Zonder  te  fpreken  van  de  rijkere 
giften  der  vermogenden.  Om  deze  reden  breidde  de 
Paus  zijn  gunstbewijs  zoo  ver  uit,  dat  hij  aan  alle 
vreemdelingen ,  welke  de  bepaalde  dagen  van  het  be- 
zoeken der  Kerken  niet  konden  vervullen,  ook  aaq 
allen,  die  door  den  dood  of  andere  verhinderingen 
in  het  volbrengen  derzelve  belet  waren  geworden, 
volkomenen  aflaat  fchonk;  en  voor  anderen,  die  de 
biecht  en  godsdienftige  aandacht  tot  het  bekomen 
dezer  weldaad  noodig,  op  het  einde  van  dit  Jubel* 
Jaar  nog  niet  verrigt  hadden  ,  uitftel  verleende  tot 
Pafchen.    Zoo  vvel  4e  Pausfen    als  de  Geloovigen 

van 


G  È  S  C  H  I  È  Ö  É  N  I  S. 


333 


Van  hunne  Kerk  bevonden  zich  zoo  wel  bij  dit  Ju*      v 
beljaar,  dat  het  nog  in  de  XlVde  eeuw  tot   50,   en     ^^^^ 
weder  tot  33 ,  en  in  de  volgende  eeuw  tot  25  jaren  Hoofdff. 
verminderd  werd ;  tot  het  eerde  verzochten   de   Ro-  na  C.  G, 
weinen  den  Paus  klemens  VI,   die  te  /ivignon  zij- 1^^"°^^^* 

nen  Zetel  had,  en  hij  (lond   in   het  jaar   1343  hun  — : 

verzoek  toe,  door  de  vermaarde  Bulle  Unigenitus ^ 
in  welke  hij,  niettegenftaande  alle  verandering  in  de- 
zen ,  op  ftraffe  van  den  ban ,  verboden  was ,  het  Ju- 
beljaar op  50  jaren  bepaalde,  omdat  het  menfehelijk 
leven  fleclits  zelden  tot  loo  jaren  reikte ,  en  omdat 
het  Jubeljaar  des  Ouden  Testaments  op  50  jaren 
bepaald  was  enz.  Daar  is  nog  -.  eene  tweede  Bulle 
van  KLEMENS  VI  voorhanden,  in  welke  onder  an- 
deren gezegd  wordt:  „  Wij  bevelen  bovendien  de 
Engelen  van  het  Paradijs,  dat  zij  de  ziel  van  zoo- 
danigen  bedevaartganger,  geheel  vrij  van  het  Vage- 
vuur, terftond  in  de  heerlijkheid  van  het  Paradijs 
zullen  inbrengen;"  doch  'er  zijn  verfcheidene blijken , 
waarom  men  deze  Bulle  voor  een  ondergefchoven 
(luk  behoort  te  verklaren. 

Verbazend  fterk  was  in  dit  Jubeljaar  1350  weder 
de  toevloed  uit  het  grootfte  deel  van  Europa.  viL- 
LANi,  die  toen  leefde,  rekent  het  getal  der  Pelgrims 
op  10,  of  1200,000,  die  van  Kersnacht  1349  tot 
Pafchen  des  volgenden  jaars  te  Rome  kwamen,  on- 
der welke  ook  Vorsten  en  Vorstinnen  waren.  An- 
dere Vorsten  verkregen  op  hun  verzoek,  fchoon 
thuis  blijvende,  dezen  aflaat,  indien  zij  flechts  zoo 
veel  tot  een  godzalig  oogmerk  betaalden ,  als  hunne 
reize  naar  Rome  gekost  zou  hebben.    De  gefchen- 

ken^ 


334  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V        ken ,  welke  de  Kerken  te  Rome  bij  deze  gelegenheid 
BOEK     ontvingen,  waren  onmetelijk  groot;  een  aanmerkelijk 
Hoofdft.  ^^^^    ^^^^    ^^"    ^^^'^  onder  de  Geestelijkheid  ver- 
na  C.  G.  deeld ,  maar  het  aanzienlijkfte  kwam  aan  de  Pausfe- 

jaario73  jjm,^  Kamer.     De  Romeinen    zelve    verrijkten   zich 

tot  1517.    •'  ■' 

m  ongemeen,   zoodat  zij  oproerig  en  trotsch  werden. 

Zij  noodzaakten  den  Pausfelijken  Legaat,  den  Kar- 
dinaal ANNiBALDO,  Haar  het  Napelfche  te  vlugten, 
omdat  hij  goedgevonden  had  voor  de  vreemdelingen 
de  dagen  tot  het  bezoeken  der  Kerken  te  verkorten, 
om  hun  de  onkosten  van  een  langer  verblijf  te  be- 
fparen.  Bij  het  vertoonen  van  den  Heiligen  Zweet- 
doek van  CHRISTUS  ,  (  Veronka^  )  werden  vele 
menfchen  doodgedrongen ,  en  op  de  terugreize  werd 
een  groot  getal  dezer  bedevaartgangers  door  de  pest, 
die  toen  in  Italië  woedde,  weggerukt. 

Men  heeft  onder  de  Openbaringen  van  de  Heilige 
BiRGiTTA  eene  ingevoegd,  waar  bij  haar  bevolen 
werd,  om  aan  klemens  VI  te  kennen  te  geven, 
dat  hij  te  Rome  komen,  en  een  Jubeljaar  uiifchrij- 
ven  zou,  maar  zonder  zoodanige  Openbaring  vond 
uRBANus  VI  redenen  genoeg,  om  in  het  jaar  1389 
het  Jubeljaar  op  33  jaren  te  bepalen.  Hij  beleefde 
hetzelve  niet ,  maar  zijn  opvolger  bonifacius  IX 
vierde  hetzelve  in  het  jaar  1390  met  eene  groote 
menigte  Pelgrims ,  hoewel  'er  uit  die  landen  geene 
tegenwoordig  waren ,  welke  den  Tegenpaus  kle» 
MENS  VII  waren  toegedaan.  De  Kerken  kregen  nu 
ook  gewigtige  gefchenken  ,  van  welke ,  zegt  diede- 
BiK  VAN  NiEM,  cenigeu  ter  verbetering  der  Kerken 
gebruikt  werden;  maar  de  meesten  vielen  in  handeu 

van 


GESCHIEDENIS.  335 

van  den  Paus  en  eenige  anderen.     Met  alle  deze       v 

groote  geldfommen  niet  voldaan ,  want  hij  was  een     ^^^^ 

onverzadclijke    flokop ,    wien    niemand  in  hebzucht  Hoofdft. 

gelijk  was,  zond  hij  nog  in   verfcheidene  Koningrij-  na  C.  G. 

ken  zijne    Makelaars,   die  zijne    aflaten   verkochten  *^^'^'°^3* 
.  tot  1517. 

aan  de  genen ,  die  zoo  veel  boden ,  als  hun  de  reize  — — 

naar  Rome  gekost  zou  hebben.    Deze  kramers  wis- 
ten van  eenvoudige  of  onbefchaafde  lieden   de  groot- 
fte  fommen   af  te   perfen,   zoodat  zij    uit  een  Rijk 
meer  dan  100,000  Gulden  bijeenbragten ,  waar  mede 
zij  vol   en  zoet  naar  Rome  keerden,  en  den  Paus 
rekenfchap   van    hunne    verrigtingen  deden.      Doch 
deze  liet  fommigen  ,  overtuigd  van  ontrouw,   in  de 
gevangenis  werpen ;  velen  ftierven  een  kwaden  dood; 
eenigen  benamen  zich  zelven  het  leven,  en  nog  an- 
deren   werden    door  de  woede  van    het  gemeen  in 
Hukken  gehouwen ;  terwijl  nog  anderen  in  Ketterijen 
gewikkeld,  ellendig  omkwamen.      Een  ongenoemde 
Kanunnik  fchrijft  in  het  Magnum  Chronicon  Belgi- 
cum,  omtrent  het  midden  der  XVde  eeuw,   dat  bo- 
NiFACius,  ook  na  het   eindigen  van  het  Jubeljaar, 
aan  verfcheidene   fteden  van   Duitschland  voor  een 
jaar  aflaat  verleend  heeft,  welke  die  genen  zouden 
genieten  ,  die  de  Kerken  aldaar  bezoeken ,   en  te  ge- 
lijk  zekere  fomme  gelds  zouden  opbrengen ,   maar 
tevens  zegt  hij ,  dat  deze  gunften  van   velen   weinig 
geacht  werden ,  omdat  zij  dezelve  meer  van  de  heb- 
zucht   dan  van  den  ijver  van   den   Paus  afleidden. 
Hetzelfde  verzekert  ook   paulus  lange.   Monnik 
te  Bofau^  in  de  eerfte   tijden   der  XVIde  eeuw,   i|| 
Zijne  Chroniek  y  *er  bijvoegende,   dat  de  Paus   'er 

zoo 


330  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       zoo  veel  geld  mede   gewonnen  hebbe,  dat  men  *eT 

BOEK     een'  kruistogt  tegen  de  Saracenen  mede  had  kunnen 
Vil 
Hoofdft.   goedmaken.    „  Maar,  ó  God!"  zegt  hij:    „WaaE 

m  C.  G,  is  het  gebleven?  daar  fpreekt  men  niet  van." 
Jaario73.      -j.      .^^  ^^^^  ^^  vierde   bonifacius  reeds  we- 
tot  1517.  .  T  ,    ,.  ,        . 

I  der  een    nieuw  Jubeljaar,  waar  toe  het  jaar   1400 

van  zelve  gelegenheid  gaf.     Ondertusfchen   melden 
DiEDERiK  VAN  NiEM,  die  tocn  zelve  te  Rome  leef* 
de  ,  en  gobelinus  persona  ,  dat  het  eigenlijk  de 
Franfchen  waren  ,  die  dit  Jubelfeest  hielden ;  omdat 
zij  dat  van  het  jaar  1390  niet  bezocht  hadden,   de- 
wijl zij  URBANus  VI  niet  voor  Paus  erkenden.    Het 
baatte  niet,  dat  Koning   karel   VI.  deze  bedevaart 
uitdrukkelijk  verbood,  omdat  hij  zijn  Rijk,  hetwelk 
thans    genoeg  verarmd  was,  niet  geheel  van  geld 
ontbloot  wilde  hebben.    Zij  bragten  evenwel  rijkelijk 
gefchenken  mede,  maar  de  meesten  werden  in  het 
Romeinfche  Gebied,  zelfs  digt  bij  Rome,  door  ftro- 
pende  foldaten ,  welke  de  colonna's  onderhielden  , 
mishandeld,  geplunderd,  en  fommigen  zelfs  van  het 
leven  beroofd.    Daarom  kwamen  'er  minder  andere 
vreemdelingen  tot  dit  Jubeljaar,  voornameliik  dewijl 
de  pest  in  Rome  was   uitgebroken,     martinus  V 
kondigde  wel  een  nieuw  Jubeljaar  aan  voor  het  jaar 
1423,  omdat  volgens  de  verordening  van   urbanüs 
VI  werkelijk  eerst  33  jaren  federt  het  zijne  verlopen 
waren ,    maar  de  oorlogsonrusten ,   die  nog  voort- 
duurden, veroorzaakten,  dat  'er  zich  flechts  weinige 
Bedevaartgangers  te  Rome  lieten  vinden. 
.  Aan  deze  fchikkingen  evenwel  kreunde  zich   ni* 
coLAUs  V  niet,  en  in  plaats  van  het  Jubeljaar  in 

bet 


GESCHIEDENIS.  33? 

het  jaar  1456  te  vieren,  fchreef  hij  het,  volgens  de  V 
fchikking  van  klemens  V ,  tegen  1450  uit.  Op  dit  *o^^ 
Feest  verloren,  volgens  aventinus  ,  560  menfchen  Hoofdf!; 
te  Rome  het  leven ,  door  het  inftorten  van  de  brug  over  na  C.  G. 
éeiïTiber.  ^eneas  sylvius  ,  die  daar  zelve  tegenwoor- j^^'I°{, 
dig  was ,  zegt  200 ,  die  tot  de  uitdeeling  van  den  .1 
zegen  naar  de  Pieterskerk  gegaan ,  of  van  daar  terug 
gekomen  waren.  Deze  gewaagt  ook  van  den  Graaf 
FREDERiK  van  C///^« ,  die  in  eenen  ouderdom  van  50 
jaren  nog  onder  de  Pelgrims  te  Ro^iie  kwam,  wiens 
wellusten  buitenfporig  leven  hem  eenen flechten naam 
had  verworven.  Na  zijne  terugkomst  leefde  hij  weder 
zoo  als  hij  altijd  geleefd  had,  en  ais  men  hem 
vraagde,  wat  voordeel  hij  van  zijne  bedevaart  ge- 
trokken had  ,  zeide  hij :  „  Mijn  Schoenmaker  is 
ook  te  Rome  geweest,  en  maakt  toch  weder  fchoe- 
nen."  De  Paus  verlengde  insgelijks  de  voordeelen  van 
het  Jubeljaar,  en  fchonk  die  op  verzoek  van  Hertog 
FiLiPS  van  Burgondiè  in  het  jaar  1450  aan  de  ftad 
Mechelen^  waar  men  de  aflaten  kon  bekomen  door 
het  bezoeken  der  Kerken ,  doch  niet  zonder  gefchen- 
ken.  In  hetzelfde  jaar  kwam  zijn  Legaat,  de  be- 
roemde Kardinaal  nicolaus  vanCufa,  naar Duitsch" 
land  en  de  Nederlanden ,  rijdende  op  eenen  muilezet 
met  een  klein  gevolg;  maar  wien  overal  Vorsten  en 
Prelaten,  Overheden,  Geestelijken  en  eene  ontelbare 
menigte  volks  met  vanen. en  kruifen  te  gemoet  ging, 
en  hem  met  gezangen  ontving,  (zoo  als  bij  voor- 
beeld :  FenJsti  defiderabilis ,  quem  exfpectabamm  'm 
tenehrh  ^^  hem  in  de  Kerken  leidde,  en  ter  zijner 
eere  den  plegtigen  Lofzajig  aanhief.  Deze  fchonk 
XVm.  Deel.  Y  aaa 


538  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       aan  allen,  die  als  berouwhebbende  biechtelingen,  in 

BOEK     ^e  kisten,  die  op  zijn'  raad  geplaatst  waren,   vrij- 

Hoofdft.  willig  eenig  geld    ten    beste    des  vaderlands  geven 

na  C.  G.  zouden ,  eene  volkomene  vergeving  van  alle  hiinnte 

■!^^'"'°^3*  zonden;  maar  geene  abfolutie  van   fchuld  en   ürafFe. 
tot  1517. 

—  Deze  laatfle,    zeide    hij,  fchenkt   de    Apostolifche 

Stoel  nooit.  Wanneer  iemand ,  voegde  hij  'er  bij, 
voor  eene  doodzonde  zevenjarige  boete  doet  naar  de 
Kerkelijke  Wetten,  of  voor  twee  derzelve  eene  veer- 
tienjarige boete  op  zich  zou  nemen,  dan  zou  hij  na 
dit  leven  geheel  geene  ftrafFe  lijden;  maar  in  het  te- 
gengeftelde  geval  moest  hij  in  het  Vagevuur  tot  den 
laatften  penning  betalen.  Doch  dewijl  het  onmoge- 
lijk was,  voor  vele  doodzonden  de  behoorlijke  boete 
te  ondergaan  ,  zoo  werd  de  aflaat  gegeven ,  welke 
uit  den  Schat  der  Kerke  vervulde  ,  het  geen 
aón  de  volkomene  genoegdoening  ontbrak;  dus  kon 
de  gezuiverde  ziel  na  den  dood  zonder  vlek  in  de 
heerlijkheid  Gods  ingaan.  Om  iedereen  gefchikt  te 
maken ,  om  den  aflaat  te  verdienen ,  Helde  hij  in  de 
(leden  Biechtvaders  aan ,  die  de  Biechtelingen ,  zon- 
der geld,  ook  in  gereferveerde  gevallen,  abfolveer- 
den;  maar  uit  de  gemelde  IdsteM  hunne  belooning 
ontvingen.  Hij  zelve  nam  niets  aan,  dan  eten  en 
drinken,  alhoewel  hij  in  der  daad  meester  van  deze 
kisten  was ;  ook  hervormde  hij  vele  misbruiken  , 
bijzonder  in  de  Kloosters.  Het  beste,  dat  deze  Le- 
gaat zeide ,  was  het  antwoord ,  hetwelk  hij  uit  eene 
mondelijke  verklaring  van  den  Paus,  op  de  vraag: 
of  een  Monnik  zonder  verlof  van  zijnen  Overfte 
lot    het    Pausfelijk   Jubeljaar    reizen    mogt  ?     gaf : 

„  Ge- 


GESCHIEDENIS.  339 

^,  Gehoorzaamheid  is  beter,  dan  aflaat  (*)."  —       V 

Tot  hier  toe  bleef  het  nog  al  onzeker ,  wanneer     ^^!* 
eigenlijk    het   Jubeljaar  gevierd   moest  worden ,   tot  Hoofdü. 
dat  eindelijk  Paus  paulus  II  in  het  jaar  1470  on-  "^  C.  G. 
veranderlijk  bepaalde,  dat  het  elk  a5fle  jaar  gevierd  J^^^  ,^J^* 
zou  worden,  en  volgens  dit  voorfchrift  vierde  zyn  ■ 
opvolger  sixTus  IV  hetzelve  in  het  jaar  1475.  Deze 
zal  ook  de  eerde  geweest  zijn,  die  dit  jaar  een  Ju. 
heijaar  genoemd  heeft.    Buitendien  liet  hij  ook   in 
andere  jaren,  naar  de  gewoonte  zijner  voorzaten, 
hier  en  daar  zijnen   aflaat  verkondigen.    Dus  kwam 
in  het  jaar  1484  een  zijner  Legaten  in  Zwahen^  met 
zoodanige  volmagt  voorzien ;   waar  hij ,   bij  gelegen- 
heid van  eene  onlangs  gewoed  hebbende  pest,    de 
arme  lieden  ,    zoo  als  paul  lange   zich  in  zijne 
Chroniek   uitdrukt,    met   onverzadelijke  begeerte   de 
veeren  uitplukte.    De  Schrijver  eener  Slavi fch e  Chm" 
niek ,   uit  wien  deze  Monnik   zijn    berigt  ontleend 
heeft,  roept  daar  over  uit:    „ó  petrus!  petrus! 
CHRISTUS  heeft  tot  u  niet  gezegd:    Melk  of  fcheef 
mijne  fchapen  !  maar  weid  haar ! " 

Volgens  de  nieuwe  fchikking  werd  dus  het  Jubel- 
jaar in  het  jaar  1500  door  alexander    VI  gevierd. 
Deze  Paus ,  de  flechtfte  onder  allen ,  die  deze  waar- 
digheid ooit   bekleed  hebben,  en  die  de  vergiffenis 
van  ailen,  aan  welken  hij  het  oniflag  hunner  zonden 
aanbood,  meer  noodig  had  dan  zij   zelven,  maakte 
hun  den  aflaat  op  eene  tot  hier  toe   ongewone  wijze 
gemakkelijk.    In   zijne  BuUe  van  aankondiging  ver- 
klaar 
(*)  Magnum  Chron  Belg, 
Y  a 


340  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       klaarde  hij,  dat  niet  alleen  te  Rome  de  volkomenfle 
*^^*     aflaat  op  alle  die  genen  wachtte,   welke  boetvaardig 
Hoofdft.  biechtende  de  Kerken  van  petrus  en  paulus,   van 
na  C.  G.  Lateranen  en   van  Maria   Maggiore  gedurende  de 
•'jQj"°f^' bepaalde  dagen  zouden   bezoeken;   insgelijks  dat   hij 
.  in  de  Pieterskerk  Opzieners  der  Boetelingen,  (/o^- 

nitentiarii ,')  met  volle  magt  benoemd  had,  om  in 
alle  voor  den  Apostolifchen  Stoel  voorbehoudene 
gevallen  te  abfolveren  ;  maar  ,  „  dat  hij  ook  te 
gelijk  met  Apostolisch  gezag  door  den  Schat  der 
Heilige  Roomfche  Kerk,  uit  Vaderlijke  toegenegen- 
heid, zoo  veel  hij  met  God  vermogt,  hulp  wilde 
bewijzen  aan  de  zielen  in  het  Vagevuur,  die  den 
bijftand  van  anderen  des  te  meer  noodig  hadden, 
hoe  minder  zij  zich  zelven  konden  helpen;  aan  zie- 
len, die  door  de  liefde  met  christus  vereenigd, 
uit  de  wereld  gegaan  zijn,  en  daarom  verdiend  heb- 
ben, dat  hun  de  aflaat  te  ftade  kome."  Hij  ver- 
gunde dus,  ingevolge  der  Goddelijke  barmhartig- 
heid, en  uit  de  volheid  zijner  Apostolifche  magt, 
dat ,  wanneer  bloedverwanten  ,  vrienden  of  andere 
geloovige  Christenen ,  met  godzalige  oogmerken  voor 
die  zielen ,  die  zich ,  tot  boete  der  flrafFe ,  welke  zij 
naar  de  Goddelijke  regtvaardigheid  verdienen ,  in  het 
Vagevuur  bevinden ,  gedurende  het  Jubeljaar ,  tot 
den  bouw  der  Pieterskerk,  eenige  aalmoes,  volgens 
het  voorfchrifc  van  die  Opzieners  der  Boetelingen  , 
en  onder  een  aandachtig  bezoeken  der  gemelde  Ker- 
ken, in  de  kist  bij- de  Pieterskerk  leggen  zouden, 
de  volkomene  aflaat  voor  de  zielen  in  het  Vagevuur, 
voor  welke  zij  deze  aalQioezen  gegeven  hebben,  als 

het 


GESCHIEDENIS.  341 

ihet  ware  als  eene  voorbidding,  (^per  modum  fu/fra-       V 
g-//,)  tot  een  vol  onrflag  van   hunne  ftrafFen  dienen     ^^^^ 
zou."    Zoodanig   een   aflaat  voor  de  zielen   in   het  fioofdil. 
Vagevuur,  waar  van  de  Heilige  thomas   reeds  ge-  "^  C.  G, 
waagd  had,  maar  die  nu  door  de.zQ   BuUe  bevestigd  Joj'^J-Jy* 
werd,  maakte,  dat  'er  een   ongemeen   groot  aantal  — — . 
koopers  op  deze  geestelijke  marktplaats  was.    In  het 
(lot    zijner  BuUe    vermaande    alexander    wel    alle 
Christenen,  om  zich  door  ootmoedig  berouw,  ver- 
betering van  zeden  en   aalmoezen   tot  het  verkrijgen 
van  dezen  aflaat  voor  te   bereiden;  maar  zijn   voor- 
beeld en  dat  van  zijn   Hof  fpoorde  daar  niet  zeer 
toe  aan,    Misfchien  heerschte  te  Rome  nooit  groe- 
ier verderf  van  zeden,  dan  toenmaals,    voornamelijk 
onder  de  Geestelijken.     Voorts  was  alexander  VI 
de  eerfte,  die  eene  bijzondere  deur,   de  gouden  deur 
genoemd,  in  de  vier  gemelde   Kerken  liet   maken, 
welke    hij  in   de  Pieterskerk,   en   Kardinalen  in   de 
drie  andere  Kerken ,  tot  een   plegtig  begin   van   het 
Jubeljaar ,  met  Kerkelijke   plegtigheden  openden  ,   en 
op  het  einde  van  hetzelve    op   gelijke   wijze   floten  ; 
eene  gewoonte,  welke  federt   alle  Paufen   behouden 
hebben. 

Nu  konden  in  het  overige  van  dit  Tijdvak  wel 
geene  Jubeljaren  meer  voorkomen  ,  maar  de  Pausfe- 
lijke  aflaat  werd  desniettemin  meer  dan  eens ,  in 
deszelfs  volle  kracht,  in  verfcheidene  landen  geveild 
en  aangeboden.  De  Duttfche  Rijksflanden  hadden 
reeds  in  het  jaar  1466  befloten  ,  dat  de  Paus  zulkeo 
aflaat  in  hun  vaderland  zou  uitfchrijven  ,  ten  einde 
daar  uit  de  kosten  tot  den  Turkfchm  oorlog  te  via- 
Y  3  den. 


34a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  den.  Dit  verzoek  herhaalden  zij  in  het  jaar  1500, 
noEK  jjjaar  de  Paus  vervulde  alleen  het  eerfte  gedeelte  des 
Hoofdfl:.  verzoeks,  omdat  het  voor  hem  voordeelig  was.  Hij 
na  C.  G  zond  den  Kardinaal  uaymund  als  zijnen  Legaat , 
10^1?!  7  ^^^  echter  door  den  Keizer  maximiliaan  en  de 
,  Keurvorsten   alleen  onder    bepalingen   werd   toegela- 

ten, omdat  men  vreesde,  dat  hij  onder  het  voor- 
wen dfel  van  den  Turkfchen  oorlog  geld  bijeen  zou 
fchrapen;  zoo  kwam  ook  joan  albert.  Koning 
van  Polen ^  met  den  Paufelijken  Nuncius  overeen, 
zoodat  hij  van  het  geld  in  Polen  voor  de  aflaten 
opgebragt,  30.C00  Dukaten  bekwam.  Zelfs  floot  men 
in  Duitschland  met  den  Legaat  een  vergelijk  in  het 
jaar  1501,  Het  Jubeljaar  zou  in  Duitschland  afge- 
kondigd worden ,  en  een  maand  of  iets  langer  du- 
ren. In  de  voornaamfte  Kerken  zouden  kisten  ge- 
plaatst worden  ,  met  vier  flcutels  voorzien,  welke 
de  Legaat,  de  Gevolmagtiï^den  der  Rijksfl:enden ,  de 
voornaamfle  peribon  m  eike  Kerk,  en  de  Stadsover- 
heid bewaren  zouden.  Dit  geld  zou  op  bevel  des 
Keizers  op  eene  door  hem  te  bepalen  plaats  gebragt 
en  eenigUjk  tot  den  Turkfchen  oorlog  gebruikt  wor- 
den; alleen  zou  de  Legaat  een  derde  gedeelte  tot 
zijne  Hofhouding  en  noodige  uitgaven  bekomen. 
Maar  dit  laatfl:e  mishaagde  den  Keizer,  en  hij  ver- 
klaarde openlijk  in  het  jaar  1503,  dat  die  dit  door 
onbetamelijke  listigheid  van  de  Rijksregeering  ver- 
kregen had,  en  gebood,  dat  men  het  geld,  hetwelk 
van  de  Kruisvaart  en  het  Jubeljaar  zou  inkomen, 
in  bewaring  zou  leggen  bij  de  voorname  en  rijke  Koop- 
lieden, FUGGERS  en  WALSER  te  Augshurg,    Maar 

de 


GESCHIEDENIS.  343 

de  Legaat  had  zijn  aandeel  reeds  weg,  en  de  Paus       V 
won  insgelijks  eene  groote  fom,  en  een  Turkfche     ^°J^ 
oorlog  kwam  niet  tot  (land.  Hoofdft. 

juLius  II  liet  zijn'  aflaat  meer  dan  eens  prediken,  na  C.  G. 
Zoo  bewilligde  hij  denzelven  in  het  jaar  1505,  op  Jot"?^?* 
verzoek  van  emanuel.  Koning  van   Portugal^  tot  ■» 

verligting  van  den  veldtogt  tegen  de  Moor  en  in 
Afrika,  Reeds  federt  het  jaar  1504  had  deze  Paus, 
zoo  wel  in  de  Noordfche  Koningrijken  ,  als  in 
Duitschland  en  Z',vitferland ,  eenen  aflaat  uitge- 
fchrevcn  voor  die  genen ,  die  den  Grootmeester  der 
Duitfche  Ridderorde  tot  den  oorlog  tegen  de  Rm- 
fen^  die  Lyfland  verwoestten,  met  geld  zouden  bij- 
ftaan,  welke  men  vindt  dat  in  Zivhferland  nog  tot 
het  jaar  1570  geduurd  heeft.  Men  heeft  nog  eenen 
Aflaatbrief,  opgedeld  door  christiaan  boomhou- 
WER  ,  Doctor  van  het  Kanonieke  Regt ,  Pfarheer 
in  Lyfland^  Pausfelljkc  Kapeüaan ,  ook  Nuncius  in 
de  Kerspels  Mentz,  Trier,  Keulen  en  Meisfen^  in 
het  jaar  1508  te  Dresden.  Daar  in  wordt  aan  de 
beide  Echtelieden,  die  hem  gekocht  hadden,  niet 
alleen  de  volkomen  aflaat  van  het  Jubeljaar;  maar 
ook  voor  hen,  hunne  ouders  en  weldoeners,  die 
met  liefde  uit  de  wereld  gegaan  zijn,  eenig  deel  aan 
alle  gebeden  ,  voorbiddingen  ,  aalmoezen  ,  vasten , 
misfen  ,  kerkelijke  uren  ,  geefelingen ,  bedevaarten , 
en  andere  geestelijke  oefeningen  toegedaan,  welke  in 
de  geheele  heilige  ftrijdende  Kerk  gefchieden. 

De  medehelper  van  dezen  Aflaatprediker  in  Z)«/Vj^/^- 

land  was  joan  tezel,  een  Dominikaner  Monnik 

Y4  in 


344  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V      in  het  Klooster  te  Pirna,  geboortii;  van  Leipzig^ 
•J^[^     die  in  het  jaar  1507  te  Dresden ,  Freyherg  en  Leip- 
Hoofdft.  2;^»  ïn  het  jaar  1508  te  Naumburg,    Erfurt ,  An- 
na  C.  G.  naberg  en  in  de  Opperlaufits ,   zijnen  last  met  eenen 
toris^?  gelukkigen   winst   aan  geld    volbragt   heeft.     Nader 
m>  ■    ...     betrof  dezen  Paus  de  derde  aflaat ,   welken  hij  reeds 
in  het  jaar  1506,  toen  hij  den  grond   tot  den  nieu- 
wen heerlijken  bouw  der  Pieterskerk  Iddt^  bijna  ge- 
heel door  Franciskaner  Monniken  fchijnt  verkondigd 
te  hebben ,  om  de  daar  toe  noodige  verbazende  kos- 
ten te   bekomen.     Dit   gelukte  hem   wel,  maar  het 
werd  in  het   vervolg  voor   de  Pausfen   de   ongeluk- 
kigfle  van  alle  aflaten,  welke  zij  uitgefchreven   heb- 
ben ;  zoo  als  onder  andere  Schrijvers  van  zijne  Kerk 
ook  de  Kardinaal  pallavicini  klaagt. 

Te  weten,  toen  zijn  opvolger  leo  X  in  de  jaren 
1514,  1515  en  1516  denzelfden  aflaat  vernieuwde, 
onder  het  voorwendfel  van  den  oorlog  met  de  Tur- 
ken, brak  hier  een  vuur  uit,  hetwelk  de  helft  van 
zyn  Rijk  verteerd  heeft.  De'  zoo  fchlelijke  herhaling 
van  deze  aflaatskramerij  moest  reeds  velen  tegen  de 
borst  fpringen.  De  verkwistende  pracht  van  den 
Paus  deed  ieder  opmerken,  dat  hij  den  aflaat  noo- 
dig  had,  om  zijne  geldverfpillingen  goed  te  maken. 
Men  wist,  dat  hij  een  deel  der  inkomfl:en  van  den- 
zelven  aan  zijne  Zuster  magdalena  gefchonken 
had ,  die  weder  den  Pausfelijken  Protonotarius , 
Doctor  der  Regten  en  Proost  joan  angelo  arcii\ï- 
BOLDi  volmagtigde,  om  ten  dezen  voor  hare  voor- 
deden jn  ^uitschland  te  zorgen ,  wiens  Onderkom-» 


GESCHIEDENIS.  345 

roisraris  joan  tezel   was.    Dit  verhaal  van  eenen       V 
Tijdgenoot  (*)  wordt  wel  door  pallavicini  tegen-     ^^^ 
gefproken,  doch  enkel  omdat  men  'er  geene  aantee-  Hoofdft. 
kening  van  vindt  in  de  Pausfeliike    Kanfelarijboeken ;  "^  C.  G, 
waar  men  ze  trouwens  ook  niet  wachten  kan.  Maar  l^Vlri^' 
daartegen  beklaagt  de  Kardinaal    zich,   dat  voor  de   ■ 
Christen  Natiën  aan  dezen  aflaat  eene  andere  ergernis 
zoo  niet  gegeven  ten  minfte  genomen  is ,  te  weten  , 
om  het  verkoopen  of  verpachten  van  denzelven  ,  doch 
tevens  geeft  hij  deze  ontfchuldiging  op,   dat  immers 
elk  Vorst  dus  handelt  met  de  belastingen,  wel  e  hij 
ingevoerd  heeft ,    en  welke  hij  doorgaans   aan  den 
meestbiedende    verpacht ,    dus     inderdaad    belijden- 
de,  dat  deze   aflaat  niet  anders   dan  een  koophan- 
del  geweest  is  van    de    Pausfelijke   Kamer  !      Nog 
merkt  guicciardini  aan,   dat,   dewijl  het  bekend 
was  ,  dat  eene  geldverzameling   hier  de  hoofdzaak 
was,  en  dewijl  de  Aflaatpredikers   hunnen   last  vrij 
onbefchaamd  ten  uitvoer  bragten,   alzoo  zij  de  ver- 
geving der  zonden  voor  overledenen   goedkoop   ver- 
kochten ,  en  zich  in   de   herbergen  en   kroegen   met 
het  fpel  vermaakten,  daar  door  op   vele   plaatfen  er- 
gernis en  ongenoegen  ontdaan   is.    Men   weet  ook , 
dat  de  Duitfche  Rijksftanden  zich   reeds   meermalen 
beklaagd  hebben  over  de  Pausfelijke  aflaten,  en  nog 
in   het  jaar    15 10   die  klagten   luidkeels    herhaalden. 
Het  fcheen  dus ,  dat  het  geduld  der  Natie  ten  einde 
moest  loopen.    Evenwel  kon  leo  X ,  die   meer  be- 
mind was ,  dan  zijn  twee  voorzaten  ,  deze  klagten ,  dit 

fpre* 
(*)  CüICCiARD.  la  Hiftoria  iTItaHa  L.  XIII.  />.  379, 

Y  5 


34^  KERKELIJKE 

V  fpreken  en  fchrijven ,  die  reeds  meer  dan  loo  jaren 
Boek  vruchteloos  herhaald  waren,  gerust  aanzien;  trou- 
Hoofdft.  wens,  men  had  reeds  op  vele  plaatfen  eene  verach- 
na  C.  G.  ting  voor  de  Pausfelijke  aflaten  betoond,  men  dreef 
10^1?!^*  '^'"  ^^"  ^^'^^  mede,  en  —  men  betaalde,  platina, 
I  zelfs   een  Pausfelijke  Hof  bediende  ,  zegt  reeds  van 

de  tijden  van  bonifacius  JX:  de  volkomene  aflaat 
was  op  zulke  wijze  verkocht  geworden,  dat  het  ge- 
zng  (Ier  Apostolifche  Sleutels  en  Brieven  begon  te 
dalen.  Het  is  bekend,  dat  erasmus  reeds  voor  het 
jaar  1516  zich  vermaakte  met  over  deze  aflaten  te 
fpotten ,  anderen  wederleiden  hem  ,  en  de  aflaat 
bleef  in  zijne  vastheid  ftaande.  Het  was  nog  ge- 
heel niet  te  voorzien  ,  en  zelfs  niet  te  gelooven , 
dat  binnen  korten  tijd  een  wel  ernftige ,  maar  toch 
met  onderzoekende  befcheidenheid  ingerigte ,  en  aan 
het  oordeel  der  Kerk  onderworpene  aanval ,  niet 
juist  op  den  Pausfelijken  aflaat  in  het  gemeen,  als 
wel  op  deszelfs  te  groote  uitgeftrektheid  en  op  de 
misbruiken,  welke  bij  de  aanprijzing  en  toediening 
van  denzelven  begaan  werden ,  niettegenflaande  alle 
ftemming  van  vele  tijdgenooten  tot  vrijer  onderzoek, 
en  al  de  bekwaamheid  van  den  ondernemer  van  de- 
zen aanval,  om  de  leere  der  aflaten  met  de  echt 
Christelijke  leere  van  de  vergeving  der  zonden  te 
vergelijken,  op,  eene  voor  elk  een  bevatbare  wijze, 
zoo  groote  uitwerking  hebben,  en  het  zoo  ongemeen 
ver  brengen  zou ,  als  met  der  daad  gebeurd  is. 
Kanoni-  Hoe  menigvuldig  en  uitgefirekt  de  aflaten  waren, 
zeringof  welke  de  Paufen ,  inzonderheid  na  de  XlIIde  eeuw, 
fprekïng   uitdeelden ,  evenwel  bleef  de  Schat  der  Kerk ,  uit 

wel'. 


GESCHIEDENIS.  347 

Weiken  zij  dezelve  namen,  zoo  als  men  toen  begon       V 

te  gelooven ,  dat  is,  de  verdienden  van   Christus,     ^^F-^ 

der   Maagd  maria  ,  en  zoo   vele  duizend  Heiligen  Hoofdft, 

zamengenomen ,  onuitputtelijk ;  ja  dezelve  vi'erd  door  ^^  C.  G. 

de  oververHien (lelijk e  goede  werken,   (^opera  f^P^^^-  \q^ -.J^ 

rogatoria ^')  van  ontalJijke  nieuwe   Heiligen  nog   da- 

gelijks  vermeerderd.      De   Asketifche  vroomheid  en  ^^"  "'^'^' 

we  Heili* 
de  roem  van  wonderwerken   gaven  wel  regt  op  de-  ggn. 

zen  verlievenen  rang  in  den  hemel ,  doch  tevens  was 
'er  eene  plegtige  verklaring,  Kanonizering ^  noodig, 
^r  zulk  een  nieuwe  Heilig  door  de  Kerk  vereerd  en 
als  voorfpraak  bij  God  aangemerkt  kon  worden. 
Elk  Bisfchop  had  tot  zoodanige  Heiligverklaring 
voorheen  in  zijn  Kerspel  regt,  doch  reeds  in  het 
jaar  993  begonnen  de  Pausfen  zich  dit  regt  aan  te 
matigen;  nogtans  vinden  wij  nog  in  het  jaar  1099 
een  voorbeeld  ,  dat  de  Aartsbisfchop  van  Keulen 
van  zijn  regt  gebruik  maakte;  het  laatfle  voorbeeld 
is  de  Heiligfpreking  van  den  Abt  güaltherius, 
( waarfchijnlijk  gauthier,)  in  het  jaar  11 53  door 
den  Aartsbisfchop  van  Rkeims  en  andere  Franfche 
BisCchoppen.  Men  houdt  gemeenelijk  Paus  alex- 
ANDER  III  voor  den  eerden,  die  in  het  jaar  1170 
dit  regt  van  Zaligfpreking  aan  zijnen  Stoel  bij  uit- 
buiting heeft  toegewezen  ,  in  eenen  Brief  aan  de  • 
Monniken  van  een  Fransch  Klooster,  welke  hij  be- 
ftraft ,  dat  fommigen  van  hen ,  door  een  duivelsch 
bedrog  misleid,  een  mensch,  die  in  dronkenfchap 
vermoord  was,  als  eenen  Heiligen  vereerden,  daar 
de  Kerk  ter  naauwernood  toelaat,  dat  'er  voor  zulk 
f  enen  gebeden  worde.    Hij  verbiedt  hen  dus,  zulks 

ver- 


348  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       verders  te  doen ,  nademaal  zij  hem ,   zonder  bewtl- 

BOEK      Uging  der   Roomfche  Kerk ,    ook    alsdan    niet   als 

Hoofdft.    ^^^'^^^  Heiligen  vereeren  mogten ,    wanneer   ''er  zelfs 

na  C.  G.  wonderen    door   hem   gedaan    waren.      Door   dezen 

"i^»'^!^,^' Paus   is    in  het  jaar    1161    eduard.   Koning  van 

tot   15 17*  ?  o 

—  ■  Engeland^  en   thëobald  ,  een   Kluizenaar   bij  Vi- 

cenza\  in  het  jaar  1164  eene  weduwe  in  Zweden^ 
HELENA,  als  ook  KNUT  de  Jongere,  Koning  van 
Denemarken;  in  het  jaar  1173  thomas  becket, 
Aartsbisfchop  van  Canterhury;  en  in  het  volgende 
jaar  bernhard,  Abt  van  Clairvaux  ^  onder  de  Hei» 
ligen  geplaatst. 

PASCHALis  III,  Tegenpaus  van  alexander  , 
fchonk  in  het  jaar  1165,  op  verzoek  van  Keizer 
FREDERIK  I,  aan  KAREL  den  Grooten  insgelijks  de» 
rang  van  Heiligen.  Doch ,  alzoo  hij  in  het  vervolg 
als  een  fcheurings  Paus  befchouwd  is  geworden , 
zoo  is  deze  Kanonizering  meer  ftilzwijgend  geduld, 
en  KARELS  godsdienftige  vereering  hier  en  daar  toe- 
gelaten, dan  in  de  geheele  Roomfche  Kerk  aange- 
nomen. Met  een  meer  algemeen  gezag  benoemde 
KLEMENS  II[  in  het  jaar  1189  den  voormaligen 
Apostel  der  Pommeranen  ,  otto  ,  Bisfchop  van 
Bamberg^  toteenen  Heiligen  van  zijne  Kerk.  bern- 
•  WARD,  Bisfchop  v3iX\  Hildesheim ,  verkreeg  dit  voor- 
regt  in  het  jaar  1192  van  coelestinus  III.  In  het 
jaar  1193  werd  deze  eer  door  denzelfden  Paus  be- 
wezen aan  gualbert,  (lichter  der  Congregatie  van 
Falombrofe,  De  Keizerin  kunigunda.  Gemalin  van 
Keizer  henrik  II,  welke  Keizer  reeds  in  het  jaar 
1152  door  EUGENius  III  voor  Heilig  verklaard  was, 
I  werd 


GESCHIEDEN  IS.  34$^ 

werd  in  het  jaar  1202  van  innocentius  III  verhe-      v 
ven   tot  dezelfde  eer,   omdat  beide  gedurende   hun     ^°^* 
huwelijk    eene   aanhoudende  kuischheid  zouden   be-  Hoofdlt. 
tracht  hebben  ,   hetwelk  echter  van  leibnitz   (*)  na  C.  G. 
en  anderen  met  recht  voor  een   vertelfeltje  gehouden  1^^^^°^^' 
wordt.  „ 

De  XlIIde  eeuw  was  boven  andere  vruchtbaar  in 
Heiligfprekingen.    Behalve  de  beroemde  Ordensllich- 
ters  DOMiNicus  en   franciscus  ,   als   ook  hunne 
voorname    Leerlingen  ,    antonius    van    Padua    en 
KL  ARA  ,   hebben  niet    weinige  Aartsbisfchoppen  en 
Bisfchoppen  daar  deel  aan  gehad.    Onder  de  Groo- 
ttn  is  bijzonder  lodewyk  IX,  Koning  van  Frank-- 
ryk ^  die  in  het  jaar  1297  Heilig  verklaard  is,  door 
Paus  BONiFACius  VIII,   nadat  men  federt  het  Jaar 
1252  over  zijne  verdienden  gefchreven  en  gewreven 
had,  zoodat  een  ezel  al  de   papieren  niet  zou  heb- 
ben kunnen  dragen,  zoo   als  bonifacius  zich  uit- 
drukte in  eene  zijner  Predikatien.    Zijn  Feestdag  is 
gefield  op  den  asften  Augustus,  en  aan    allen,  die 
op  dien  dag  zich  bij  zijn  graf  aan  zijne  voorbidding 
zouden  aanbevelen,  is  een  jaar  en  40  dagen  aflaat 
toegezegd.  —  elizabeth,  Landgravin  van  Thurin' 
gen<f  een  voorbeeld  van  wonderbare   mengehng  van 
goedheid   van   hart  en  zwakheid   van   geest,   werd 
door    GREGORius   IX    Heilig   verklaard  in   het  jaar 
1235.    De  Bedevaarten  naar  haar  Graf  waren  tot  in 
de  XVIde  eeuw  ongemeen   talrijk,  voornamelijk  de- 
wijl, gelijk  men  zeide,  uit  hare  herfenpan  een  wel- 

rie^ 
(*)  ^iS".  Brumvkcnu  T,  II.  p,  155. 


S50  KERKELIJKE 

V       riekende  olie  gevloeid  zou  zijn,   welke  de  Duitfch« 
BOEK      Ordensbroeders   te  Marburg  verkochten.    Eindelijk 
Hoofdft.   ^^^^  ^^  Landgraaf  filips  de  Grootmoedige  in    1539 
na  C.  G.  het  gebeente  dezer  Heilige ,  om  het  Bijgeloof  te  (lui- 
ten,  wegnemen,   en  elders  plaatfen,  deze  beenderen 
zijn  naderhand  op  dringend  verlangen  der  Roomschge- 
zinden   aan    den  Landkomthur  der  Duitfche    Orde 
toegezonden,  zonder  dat  men  weet,  waar  zij  thans 
beland  zijn.  Haar  Feestdag  is  bepaald  op  haren  (terf- 
dag  ^Q.\\  ipden  November. 

Zoo  vele  nieuwe  Heiligen  veroorzaakten  van  tijd 
tot  tijd  bij  verftandige  mannen  bedenkingen  en  zwa* 
righeden ,  gelijk  wij  ten  aanzien  van  de  Heil.  bir- 
GiTTA  gezien  hebben,  dat  de  vermaarde  gerson 
daar  niet  zeer  mede  in  zijn  fchik  was.  Evenwel 
bleef  de  geest  der  tijden  heerfchen,  en  de  nieuwe 
Heiligen  bleven  nog  vermenigvuldigen.  Eene  der 
vermaardften  was  catharina  van  Siena ,  wier  le- 
ven uitvoerig  befchreven  is  door  haren  Biechtvader 
RAYMUND  van  Capua^  Generaal  der  Dominikanér 
Orde;  zij  was  de  dochter  van  eenen  verwer  te  Sie^ 
ua^  en  werd  geboren  in  het  jaar  1347.  Toen  zij 
vijfjaren  oud  was  begon  zij  de  groetenis  van  den 
Engel  te  bidden,  en  werd  daar  voor  in  haar  zesde 
jaar  met  eene  hemelfche  verfchijning  beloond,  die 
voor  haar  geheele  leven  beflisfend  was.  Wij  zullen 
van  de  menigvuldige  Openbaringen,  in  welke  zij 
gemeenzaam  met  Christus  verkeerde.,  niet  gewa- 
gen; dit  ging  zoo  ver,  dat  jezus  zich  met  haar 
eens  ondertrouwde ,  haar  eenen  kostbaren  ring  aan 
den    vinger  ftekende,  met  ^tzt  woorden;    „  Hier 

me- 


GESCHIEDENIS.  3^1 

mede  verlove  ik  u  met  mij ,  uwen  Schepper  en  Ver-       V 
losfcr  ,   in  het  geloof ,   hetwelk  fleedsdurend  in   u     "^J* 
onderhouden  zal  worden ,  tot  dat  gij   in   den   hemel  Hoofdff. 
uwe  eeuwige    bruiloft    met  mij  vieren  zult. "    Nu  "^  C.  G« 
verdween  de  verfchijning ,  maar  de  ring  bleef,  doch  toricir' 
zoo  dat  niemand  denzelven  zag,  behalve  zij   alleen,  — — 
gelijk  ook  deze  en   andere   verfchijningen  alleen  op 
hare  eigene  verhalen  (leunen.    Hare  geheele  levens- 
wijze was    voorts   zonderling   door  onthouding  en 
kastijding.    Haar  Biechtvader   raymünd  vertelt  ver- 
ders, dat  JEZUS  haar  eens  de  linkerzijde  geopend, 
en  het  hart  daar  uit  genomen  hebbe,   maar  eenigen 
tijd  daar  na  had  hij  haar  zijn  eigen  hart  gefchonken. 
In  het  eerst  kwam  het  raymünd  ongeloofelijk  voor, 
dat   iemand  eenige  dagen  zonder  hart  zou  kunnen 
leven,  maar  eindelijk  moest  hij  het  gelooven,  dewijl 
bij  God  geen  ding  onmogelijk  is.  Hooger,  zou  men 
zeggen,  kon  hare  voortreffelijkheid  niet  gaan,  maar 
nu  ontving  zij  ook   van  jezus,   misfchien  in  na- 
bootzing  van  den  Heil.  franciscus,   de  teekenen 
zijner  wonden  in  haar  ligchaara,   onder  het  gevoel 
van  zoo  groote  pijn,  dat  zij  nabij  den  dood  kwam. 
Ja ,  eens  ftierf  zij  waarlijk  voor  een  korten  tijd ,  de- 
wijl haar  hart  door  hevige  liefde  voor  jezus  ver- 
fcheurd  werd;  en  terwijl  hare  ziel  van  het  ligchaam 
gefcheiden  was,  zag  zij  de  heerlijkheid  der  zaligen, 
en  de  flraffen  der  hel. 

In  hare  laatfte  jaren  moeide  zij  zich  met  de  Ker- 
kelijke en  Wereldlijke  zaken  van  dezen  tijd,  en  gaf 
dikwijls  aan  de  Pausfen  duchtige  vermaningen;  zij 
bragt  hen  van  Avigmn^   daar  zij  zelve  heen  gereisd 

was, 


352  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       was,  naar  Roma  terug,   en  wierp  zich  in  het  |aar 

BOEK      1376,  hoewel  vergeefs,  op    tot  bemiddelaarfter  lus- 

Hoofdft.  fchen  gregorius  XI  en  de  Florentijnen.  Zij  kwam, 

nü  C.  G.  op  begeerte  van  urbanus  VI ,  te  Rome ,  alwaar  zij 

jaario73.  -    ^^^  -       ^  o^  overleden  is.    Bij  haar  lijk  gebeur- 

tot  1517.  J  ^  J  J      o 

t  den,  gelijk  men  verwachten   kan,  voor  en  na  hare 

begravenis ,  menigvuldige  wonderen.  Voordat  echter 
hare  dadelijke  Heilig  f  preking  plaats  had,  oniftondeti 
daar  over  verfcheidene  twisten ,  waar  toe  de  ftukkeii 
behooren,  welke  martini  bekend  gemaakt  heeft  (*_)• 
pius  II  vervulde  eerst  in  het  jaar  1461  den  wensch 
der  Dominikanen  daaromtrent.  Doch  in  het  jaar 
3475  verbood  Paus  sixtus  IV,  op  de  klagt  der 
Franciskanen  ^  dat  men  van  de  Heilige  katharina 
geene  afbeeldingen  zou  maken  met  de  lidteekenen 
der  vijf  wonden  van  jezus  ,  alzoo  franciscüs  de 
eenige  was,  wien  jezus  met  die  eere  verwaardigd 
had.  KLEMENS  VIII  leide  in  het  jaar  1599  de  bei- 
de Ordens  een  ftilzwijgen  op,  doch  urbanus  VIII 
begunftigde  in  het  midden  der  volgende  eeuw  weder 
de  Dominikanen  in  zoo  verre, dat  hij  in  hetRomein- 
fche  Breviarium  of  Gehedehoek  deze  woorden  liet 
invoegen  :  idqite  ut  oculis  repraefentaretur ^  r adiós 
in  hnaginibus  ad  dicta  quinque  loca  pertingentes 
pia  fidelium  cura  pictis  coloribus  expres  fit  (f). 

Daar    zijn  verfcheidene    fchriften  ,   bijzonder  364. 

Brie- 
'  C*)  Procesfus  Contestationum  fuper  fanctitate  et   doe* 

trina  B.  Catharina  Sencnfn  in  Colkctt.  VV,  SS.   et  Mo-^ 
mnn.  ampliif.  T.  VI.  p.   1237. 

(1}  PAPEüROCH.  in  Jciis  SS. 


GESCHIEDENIS.  353 

Brieven  van  deze  Heilige  katharina  in  het  licht       V 
gegeven,  in  de  jaren  1707  en  1713  te  Siena  in  vijf    ^^^ 
Deelen  in  Quarto  in  het  Italiaamch»  Hoofdd, 

Het  gezelfchap  van  de  Heilige  birgiïta  en  ka-  "^  C*  G, 
THARiNA,  wordt  Volmaakter  door  eene  derde,  do- {^"J^j^* 
ROTHEA  van  Pruis fen^  eene  Boerendochter,  die  tot  - 
haar  i^aS^t  jaar  in  huwelijk  geleefd  heefc  met  een 
Dantziger  Ambachtsman,  wien  zij  negen  kindere»  • 
heeft  gebaard.  Doch  daarna  deed  zij  gelofte  van 
kuischheid  met  zijne  bewilliging,  en  ondernam  ver- 
fcheidene  Bedevaarten,  in  het  jaar  1394  liet  zij  zich 
in  den  Dom  te  Marienwerder  eene  Kluis  maken  , 
waar  zij,  van  alle  menfchelijke  zamenleving  afge- 
zonderd ,  leven  wilde  naar  eenen  regel ,  welken 
CHRISTUS  zelve  haar  zou  gegeven  hebben,  maar  zij 
overleed  in  hetzelfde  jaar  met  den  roem  van  won- 
derwerken. De  Grootmeester  der  Duitfche  Orde  en 
de  Bisfchoppen  van  derzelver  gebied  verzochten  bg- 
NiFACius  IX  om  hare  Heiligverklaring,  ook  liet  hij 
een  onderzoek  over  hare  wonderwerken  aanflellen  in 
het  jaar  1404.  Maar  dorothea  had  in  eene  van 
hare  verrukkingen  eenen  Grootmeester  der  Orde  in 
de  Hel  gezien»  Toen  zij  dit  vertelde,  had  men  haar 
het  zwijgen  opgelegd ,  ook  had  zij  aan  de  Orde 
meermalen  derzelver  hoogmoed  verweten.  Men  oor- 
deelde het  dus  niet  gevoegelijk,  verder  op  hare  Hei- 
ligfpreking  aan  te  dringen.  Evenwel  werd  zij  als 
de  Patronesfe  van  Pruisfen  aangemerkt;  men  deed 
Bedevaarten  naar  haar  graf,  en  beval  zich  aan  hare 
voorbede  bij  God  aan. 
Wij  zullen  ons  met  andere  nieuwe  Heiligen  niet 
XVIIf.  Deel.  Z  ver- 


354  KERKELIJKE 

V       verder  ophouden,  dan  dat  wij  de  voornaaraden  def- 

*°^j      zei  ver  naar  de  rijdorde  opnoemen.    Iii  het  jaar  131 3 

Hoofdft.  bewees    klemens   V  deze   eer  aan    zijnen   naasten 

na  G.  G.  voorzaat  coelestinus  V,  die  te  voren  pieter  van 

10^1  ^i'?*  -^^^^^^^  heette,  en  dien  deze  Paus  wilde,   dat  on- 

yi der  den  naam  van  den  H.  pieter.  den  Belijder  zou 

vereerd  worden.  —Vier  jaren  later  kanonizeerdePaus 
joANNES  XXII  den  onlangs  overledenen  ludwig  of 
LODEWYK ,  Bisfchop  van  Touloufe^  Broeder  van 
ROBERT  5  Koning  van  Skiïïè.  —  thomas  van  Cari" 
tilupo  ^  Bisfchop  van  Hereford  in  Engeland^  die  in 
het  jaar  1282  overleden  was,  werd  in  het  jaar  132a 
Heilig  verklaard.  —  Een  andere  veel  vermaarder 
THOMAS  van  Aquino  ^  verkreeg  dezelfde  eer  in  het 
jaar  130.3.  —  Bretagne  bezorgde  ook  eenen  Heili- 
gen in  IVO  HALLORY,  cen'  Priester  en  Tertiarins 
van  de  Orde  van  franciscus.  Hij  was  kundig  in 
de  Regtsgelcerdheid ,  en  men  noemde  hem  den  Ad- 
vokaat  der  wezen ,  weduwen  en  armen.  Hij  ftierf 
in  het  jaar  1303.  Het  volk  riep  vrij  algemeen  in 
zijn  vaderland  :  Hij  moet  gekanonizeerd  worden ! 
Dit  gebeurde  ook  in  het  jaar  1347. 

De  XVde  eeuw  leverde  ook  eenige  vermaarde  Hei- 
ligen op,  als:  bernardinus  van    Siena ^  door   ni- 
COLAUS  V  in  het  jaar   1450.    Hij  was   in  het  jaar 
.  1444  te  Aquila  in  het  Napdfche  overleden. 

Een  zijner  leerlingen,  joannes  capistranüs, 
(eigenlijk  e  Capiftrano .,  of  de  Capïfiro  .^  ook  een 
Franchkamr  uit  het  gemelde  Rijk  van  geboorte, 
heeft  veel  bewondering  verwekt.  Als  PsLisfelijke 
Legaat  en  Geloofainquifiieur  doortrok  hij  federt  het 

jaar 


GESCHIEDENIS.  35$ 

Jaar  1426  een  deel  van  Italië^  waar  bij  de  Fratri-  V 
cellen  vervolgde;  maar  ook  den  flrengen  regel  van  ^^^ 
zijne  Orde  gedeeltelijk  weder  herfklde.  In  bet  jaar  Hoofdft. 
1450  zond  NicoLAUS  V  hem ,  op  raad  van  aeneas  ^'^  C.  G, 
SYLVius  naar  Duitschland ,  om  de  zoogenoemde  ■|^t''J?j7' 
Ketters  in  Bohemen  te  bekeeren  ,  en  eencn  kruistogt  «  ■  ■■■ 
tot  ftand  te  brengen.  Hij  werd  in  het  Oostenryk- 
fche  met  den  grootften  eerbied  ontvangen,  zoodac 
men  elkander  verdrong,  om  Hechts  den  zoom  van 
zijn  kleed  aan  te  raken.  Te  Wenen  predikte  hij 
meermalen  voor  20,  of  30,006  Toehoorders  in  het 
Latijn^  hetwelk  zij  niet  verftonden,  evenwel  luis- 
terden zij  opmerkzaam  naar  hem,  meer  dan  naar 
den  Tolk,  die  zijne  woorden  in  het  Hoogduitsch 
vertaalde.  Velen,  zegt  aeneas  sylvius,  noemden 
hem  eenen  ijdelen  fnorker  en  pogcher,  die  zijnen 
loon  liever  in  de  praatjes  van  het  gemeene  volkje, 
dan  bij  God  zocht;  maar  hij  verdedigde  zich  daar- 
tegen met  grooten  nadruk.  Eindelijk  reisde  capiS- 
TRANUS  in  het  jaar  1455  naar  Hongaryen^  gelijk  hij 
voorgaf,  door  hemelfche  üemmen  derwaarts  geroe- 
pen. Op  dezen  tijd  hadden  de  Turken  Belgrads 
belegerd ,  en  de  groote  krijgsheld  joan  van  huny- 
AD  durfde  het  ontzet  niet  te  ondernemen.  Maar 
CAPiSTRANus  cene  kruisvanrt  gepredikt  en  eene  me- 
nigte volks  dus  bijeengebragt  hebbende,  viel  met 
hetzelve,  daar  hij  met  het  kruis  in  de  hand  voor- 
ging, onder  het  uitroepen  van  den  naam  jezus,  op 
de  Turken  aan,  die  hij  verfloeg  en  Belgrado  ont- 
zette. Kort  daar  na  overleed  hij  in  het  jaar  1456. 
tfl  het  jaar  1515  vergunde  leo  X,  dat  men  hem 
Z  a  als 


356  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  als  eenen  Zaligen  in  zijne  vaderftad  vereeren  raogtj 
^v^i^  hetwelk  gregorius  XV  in  het  jaar  1622  tot  alla 
Hoofdft.  Kerken  der  Franciskanen  uitftrekte.  Op  dezen  eer- 
na  C.  G.  ften  trap  der  Kanonizatie ,  de  Zaligfpreking,  ( /?^,a- 
l^j^j^j^' //y?cö//ö,)  volgde  eirdeUjk  in  het  jaar  1690  door 
-  ALEXANDER  VIII  de  dadelijke   Hdligfpreking.    ca- 

pisTRANüs  heeft:  eene  menigte  fchriften  nagelaten, 
doch  men  Iieeft  op  dezelve  in  zijne  eigene  Kerk  wei- 
nig prijs  gefield. 

In  het  jnar  1455  werd  ook  de  Spaanfche  Domini' 
kaner  ^  vincentiüs  ferreri,  die  reeds  in  het  j^ac 
1419  geltorvèn  was,  door  kalixtus  III  Heilig  ge- 
fproken.  Hij  was  bijzonder  in  het  Koningrijk  Ar- 
ragon  in  groot  aanzien,  en  werd  als  wonderdoener 
geacht,  maar  hij  begimdigde  de  dvveepende  Geefe- 
laren,  gelijk  wij  gezien  hebben.  Hij  heeft  een  Boek 
van  het  geestelijk  leven ,  of  van  den  inwendigeit 
mensch  enz.  nagelaten. 

eonaventura,  de  vermaarde  Schoolfche  Leeraar 
en  Myftiek,  Kardinaal  en  Generaal  der  Franctska- 
fier  Orde,  van  wien  wij  reeds  mecimnlen  gefproken 
hebben,  ontving  in  het  jaar  1482  van  sixtus  V  de 
waardigheid  van  Heiligen,  —  Drie  jaren  daar  na 
werd  LEOPOLD,  Markgraaf  van  Oostenryk,  door 
iNNOCENTius  V'IH  gecnnonizecrd.  Hij  had  dit 
Markgraaffchap  van  het  jaar  1096  tot  1136  bezeten, 
en  zelfs  in  den  oorlog  uitgemunt,  maar  hij  had  ook, 
tegen  zijnen  pligt,  den  Keizer  henrik  IV,  zijnen 
Schoonvader,  in  het  jaar  1105;  met  zijn  volk  verla- 
ten, toen  deze  Keizer  op  het  punt  was,  om  zij* 
nen  oproerigen  Zoon   te  bedwingen.    Hij  was  een 

groot 


GESCHIEDENIS.  357 

groot    begiinfliger    der    Geestelijkheid ,    liij    ftichtte       V 

Kloosters  en  Abdijen,  en  hij  leidde  een  godzalig  )e-     ®°'i'? 

ven ,  naar  de    denkbeelden   van   die   tijden.      En   de  {loofdrt. 

Geestelijkheid  vergold  dit ,  door  hem   als  een   heilig  -'^  C.  G, 

In3ri07^ 
man  en  wonderwerker  te  roemen,    tot   dat  eindelijk  i'^^  ici/J 

de  bovengemelde  Paus  door  óqiï   Keizer,  den  Hon-  ■    .    '^ 
gaarfchen  Koning  matthias   enz.    bewogen   werd,   / 
hem  dadelijk  onler  de  Heiiigen  te  piaatfen. 

Zoo  vele  Heiligfprckingen  waren  voor  de  zinnelij- 
ke godsvrucht  dier  tijden  een  behoefte ,  elke  nieuwe 
Heilig  gaf  voordeel  aan  het  gezag  der  Paufen  en  aan 
de  inkom  den  der  Geestelijkheid.  Bij  deze  gelegen- 
heid moet  de  aanmerking  niet  verzuimd  worden , 
dat  landen ,  (leden ,  bijzondere  khtfen  en  (landen 
van  menfchen,  zich  uit  deze  menigte  Heiligen  hun- 
nen bijzonderen  Schutsheer  en  Befcherraheiligen  ver- 
•kozen ,  gelijk  'er  ook  eene  beftelling  plaats  heeft 
omtrent  de  voorwerpen ,  ziekten ,  ongemakken ,  over 
welke  elk  dezer  Heiligen  een  bijzondere  zorg  zal 
hebben,  volgens  d'^  Roomfche  Schrijvers.  De  God- 
geleerden hebben  dus  tot  hunnen  Patroon  den  Eur 
angelist  joannes  ,  den  Heiligen  thomas  en  augus- 
TiNUs;  de  Regtsgeleerden  den  Heiligen  ivo;  de 
Geneesheeren  en  Apothekars  den  Heiligen  cosmus 
•en  DAMIANUS  ;  de  Wijsgeeren ,  Redenaars  en  Dich- 
ters  de  Heilige  katmarina  ,  (eene  gewaande  Mar- 
telaresfe  uit  de  eerde  tijden  der  IVde  eeuw,  maar 
die  ook  onder  de  XtV  Noodhulpen  gerekend  wordt, 
dat  is,  algeraeene  Befchermheiligen  in  alle  nooden;) 
de  Studenten  en  Leerlingen  den  Heiligen  gr  ego- 
Rius;  de  Schilders  den  Heiligen  lükas,  onder 
Z  3  wiens 


55»  K  E  R  K  E  L  U  K  E 

V       wiens  naam    nog  vele  flechte   fchilderijen  vertoond 

^v^r      worden;  de  Kooplieden   den    Heiligen  frumentius 

Hoofdft.   ^n  GUiDo;  de  Toonkunflenaars  den  Heiligen    Room' 

na  C.  G.  fcheii  leg  en  de  Heilige  C/ecilia;  dtSmids  den  H. 

|^^"°^|*  ELiGius  of  EL 01 ,  dus   ook  andere  ftanden,  kande- 

. naars  en  ambachtslieden  andere  Heiligen.  I "egen  de  PesP 

worden  de  H.  antoniüs,  rochus,  sebastianlts, 
ADRiANüS    en  CHRïSTOPHORus;   tegen  de   Vallende 
Ziekte  de  Heilige  valentinus;  tegen   de  Steen   de 
Heilige  liberius;  tegen   de   Koorts  de   Heilige  pe- 
tronella  ;  tegen  de  Tandpijn  de  Heilige  apollo* 
KiA ;  en  zoo  tegen  andere  kranklieden   of  volksram- 
pen  andere  Hieiligen  aangeroepen  (*). 
Levenfj-        In  tijden  zoo  vruchtbaar  aan  nieuwe  Heiligen  kon 
befclini-    |j£j  j^^jj  Befchriivers   van   derzelver  Leven  niet   ont- 
der  Heili- breken.      Elk    had   genoegzaam   zijnen  eigenen  Le- 
gen. SI-    vensbefchrijver,  van  meer  of  minder  naam  en  kun- 
tnphrsstes  ^'^ï  ^"^^''  genoegzaam  allen  daar  in  overeenkomende, 
dat  zij  zich  vooral  ophouden   met  de  verhalen   van 
de  wonderen,  door  hunnen  Heiligen   verrigt;   alleen 
een  siegbert   van   Gemblours  ^   die  het  leven  van 
den  Heiligen  guibert.  Stichter  van  zijn  Klooster, 
befchreven  heeft,  en  die  als  Monnik  den  faiaak  van 
zijne  tijden  fchijnt  te  hebben  moeten  voldoen,  heeff, 
hoe  zeer  hij  ook  zijnen  Heiligen   vereert,   van   won- 
derwerken geen  gewag  gemaakt.    Wij  zullen  geens- 
zins met  het   optellen  van  deze   Leven  shefckr  ij  veren 
den  Lezer  lastig  vallen,  doch  twee  van  de  flechtfle 
van  dezelven  mogen  wij  niet  voorbijgaan,  omdat  zij 

zoo 
(*)  FACRic.  Bibliograph.  Antlquar.  p.  359. 


GESCHIEDENIS.  359 

200  grooten  naam  gemaakt  hadden.    De   ééiie  is  si-       V 
MEON,  met  den  bijnaam  Metaphrastes.    Deze  bragt     ^^^ 
eene    groote    verzameling   bijeen  van  zoodanige  Le-  Hoofdft. 
vensbefchrijvingen   voor  de    Griek fche   Kerk ,    maar  "^  C.  G. 
die  ook  in  het  Westen  veel  toejuiching  heeft  gehad.  \^^  j^j-* 
Hij  bragt  dezelve  in  zijnen  ftijl  over,   en   omkleedde  ■ 

ze,  gtUjk  hij  zich  verbeeldde,  in  een  bcvalliger  ge- 
waad, van  waar  hij  Merai?)^*»^»??  geheeten  wordt. 
Hij  leefde,  niet  in  de  Xde  eeuw,  gelijk  leg  alla- 
Tius  en  FABRicius  gedacht  hebben,  maar  in  de 
Xllde ,  gelijk  oudin  bewezen  heefr.  simeon  was 
AoyoS-erfj?,  Rekenmeester,  een  der  hooge  Geestelij- 
ken ,  die  een  plaatsvervanger  was  van  den  Patri- 
arch, die  fomtijds  predikte,  en  ook  de  Kerkelijke 
rekeningen  nazag  en  gadefloeg.  Niettegenftaande  vele 
Roomfche  Schrijvers  zijn  werk  hoogelijk  geroemd 
hebben,  erkent  echter  de  Kardinaal  bellarminus 
zelve,  dat  hij  in  de  Levens  der  Heiligen  veel  uit 
zijn  eigen  hoofd  heeft  ingevoegd;  niet,  zoo  als  de 
zaken  waarlijk  gebeurd  zijn  ,  maar  zoo  als  zij 
hebben  kunnen  gebeuren;  dat  hij  'er  vele  gefprekken 
der  Martelaren  met  hunne  vervolgers  en  ook  zoo 
talrijke  bekeeringen  van  Heidenen  bijvoegt,  dat  zij 
heel  ongeloofltik  voorkomen;  eindelijk  ook  zoo  vele 
en  groote  wonderen ,  welke  door  het  verwoesten 
van  Heidenfche  Tempelen  en  Afgoden,  en  ook  den  * 
dood  der  vervolgers  zullen  gebeurd  zijn ,  maar  waar 
van  de  oude  Gefchiedfchrijvers  niets  gewagen.  Na 
zoodanig  goed  oordeel  over  dit  werk  van  dezen 
voorvechter  der  Roomfche  Kerk  is  het  niet  noodig 
•meer  te  zeggen. 

Z  4  De 


3^0  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  DeWesterfche  Kerk  heeft  niet  min  dan  dtOosterfche 

BORK      eenen  Levensbefchrijver  aan  te  wijzen ,  die ,   hoewel 

Hoofdft.  "og  flechtcr  dan   gene,   nogtans  een'  geruimen   tijd 

na  C.  G.  een'  grooten  nasm  gemaakt  heeft.    Men  roemt  hem 

T39rio7^ 

tot  i«;i7*  .5^™^'P"^'y'^    jACOBus  DR  voRAGiNE  ,  maat  in  het 

..i  Iiciiaansch   heet  hij,   giacomo  di    viraggio,  of 

jAcor.us    varaze,   Haar  zijne  geboorteplaats   in   het   Gentiee' 
GiNE.  Le  ■f'''^^'        '  ^'^^^  omtrent  het  jaar  1220  geboren,   trad 
gendnAu- in  het  jaar  1244  te  Genua  in  de  Orde  der  Domifji- 
rengu.den  ^,^^^^^^ .  ^^^  [;,\om  in  dezelve  in  het  jaar  1267   tot   de 
waardigheid    van    Vikaris  -  Generaal    der    Provincie 
Lombard fè,     In  het  jnar  1286  werd    hem   dit  ambt 
ontnamen  ,    evenwel    behield    hij  een   groot  gezag. 
Hij  onderwees  in  verfcheidene   Kloosters  en  Scliolen 
der  Orde   de  Godgeleerdheid  ,  en   zijne  Predikatien 
werden  gaarn  gehoord,    nicolaus   IV  fchonk  hem 
in  het  jaar   i  92  het   Aartsbisdom   Qeinia  ,   alwaar 
hii  in  het  jaar  1298  overleden  is.     Men  verhaalt  van 
licm  ,  dar  bonifacius  VIII  hem  eens   op    Aschdag  ^ 
•*in  plaats  van   de  ascb  op   zijn  hoofd  te  ftrooijen , 
di:"  in  het   aange^igt   heeft   geworpen,   en    in   plnats 
der  plegüge  woorden  :     Memento  quod  cinis  es,  et 
in    cinerem   reverteris  ,   de?e  zal  gebruikt  hebben  : 
Memerao ,    (]uod   Gihellinits   es,  et   cum     Gibellii?is 
tuis  in  nihilum  reverteris  l     Maar  anderen   hebben 
genoeg  bewezen,    dat  dit  verteltfehje  geenen  grond 
hoeft ,  te  min ,  dewijl  men   niets  van   eenig  misver- 
(land  tüsfchen  hem  en  den   Paus  weet.     Doch   zoo 
ieis  kon  met  zijnen  opvolger  in  het  Aartsbisdom  ge- 
beurd zijn. 
Hij   heeft   verfcheidene  fchriften  nagelaten;   onder 

de- 


GESCHIEDENIS.  361 

dezelve  komen   bier  in    aanmerking  zijne  Legendae      v 

Sanctornm^   of    Levensbefchrij vingen    der  Heiligen»     boek 

Men  gaf  dezen  naam  Legemlae  aan    foongelijke  ver-  fioofdfl'"' 

zamel ingen ,    omdat    uit    dezelve   op   de  Feestdagen  iia  C  G. 

der  Heiligen  in  de  Kerk  voorgelezen  werd;  ook  liad- ^^"^°73» 
"  "  '  cot  1517. 

den  zii  den    naam  Legendarius,     Deze   nieuwe  ver-  -^— - 

zaraeling  werd  met  zoo  ved  totjuictiing  ontvangen, 
dat  men  ze  de  gulden  Legende,  (^ Legenda  aurea ,^ 
noemde.  Ook  heet  zij  de  Lo>hhardifche  Hiflorie  of 
Legende^  omdat  op  de  laatfte  Levensbufchrijving 
van  den 'Heiligen  pelagiüs  eene  Korte  Langobar- 
difche  Gefchiedenis  volgt.  Zij  is  zeer  dikwijls  ge- 
drukt, en  in  verfcheidene  hedendaagfche  talen  over- 
gezet. Maar  met  de  XVlde  eeuw  verviel  haar  roem. 
MELCHiOR  CANUS  ondcr  anderen,  de  vermaarde 
Spaan fche  Dominikaner  ^  oordeelde  van  den  Schrij- 
ver dus  verachtelijk  :  Hanc  homo  f:rlpjit  ,  ferrei 
vris ,  plumbei  cordis ,  animi  certe  parum  feveri  et 
prudentis  ^  en  zoo  meer  andere  Schrijvers  uit  de 
Roomfche  Kerk ,  en  met  regt ,  wegens  de  menigvul* 
dige  laffe  verdichtfelen  ,  in  dezelve  vervat. 

Niemand  zal  zich,  na  al   het  bovewftaande ,   ver- Veieering 
wonderen ,  dat   de  vereering    der  Heiligen   in   deze  ^^"^  H^^i^^" 
eeuwen  van  Bijgeloof  ten   hoogden   top   geftegen  i's.  ^*^"* 
Daar  toe  gaven  de  Predik atien  op  de  Feestdagen  der 
Heiligen  ongemeen  veel  voedfel,   alzoo   de   Predikers 
op  dezelve  gelegenheid  namen   om    den   lof  en   ver- 
diende van  den   Heiligen   te  vermelden.     Men   heeft 
nog  vele   verzamelingen   van   zulke   Feest- Kerkrede- 
nen,  bij  voorbeeld,  van  hildebert,  Aartsbisfchop 
van  Tours  j   bernhard    van  Clairvaux^  rupert, 
Z  5  Abt 


S62  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       Abt  van  Duits,  de  Kardinaal  eonaventura,  ja- 

BOEK        COBUS    DE     VORAGINE  J     VVClkcn    IlOOgen    priiS     BERN- 

Hoofdrt.   HARD    bij  voorbeeld   ftelde    op   de  voorbidding  der 

na  C.  G.  Heiligen ,    blijkt    onder   anderen   uit  zijne  Feestrede 

jaar]o73         malachias,  zijnen   voormaligen   vriend,  wiens 

ïot  151 7     "^  -7      j  ö  7 

...  Camnij'atie  eerst   naderhand  gevolgd  is  :     „  Laten 

wij  ons  verheugen  en  juichen,'*  zegt  hij,  „  dat 
het  Hertielhof,  (^Coelestis  illa  Curia^')  thans  ééneu 
uit  ons  heeft ,  die  voor  ons  zorgt ,  en  ons  door 
zijne  verdienden  bcfchut ! "  Hij  fpreekt  vervolgens 
den  Heiligen  zelven  aan  :  „  ó  Heilige  inialachias! 
behoud  dit  huis  in  heiligheid  en  geregtigheid ,  ter» 
wijl  gij  u  over  ons  ontfermt,  die  wij,  onder  zoo 
vele  en  zoo  groote  ellende ,  de  gedachtenis  aan  uwe 
overvloeijende  liefelijkheid  levendig  uitdrukken!  (iï/e- 
tnoriam  abundantiae  fuavitatis  Tune  eructamus^ 
Wees  ons,  bidden  wij  u,  Heilige  malacmias!  een 
andere  riozes  !  of  een  andere  elias  !  deel  ons  ook 
iets  van  uwen  geest  mede!  want  gij  zijt  in  hunnen 
geest  en  in  hunne  kracht  gekomen.  O  gij  vrucht- 
bare olijfboom  in  het  Huis  des  Heeren!  ö  gij  zal- 
vende en  lichtende  vreugdeolie!  door  weldaden  be- 
gunftigende !  door  wonderen  fchitterende !  maak  ons 
dés  lichts  en  des  geestes  deelachtig,  welke  gij  ge- 
niet! O  gij  welriekende  lelie,  in  eeuwigheid  voor 
den  Heere  voortfpruitende  ,  bloeijende,  en  overal 
levendmakenden  ,  aangenamen  geur  verfpreidendel 
wiens  gedachtenis  bl;  ons  in  zegening,  wiens  fegen- 
woordigheid  in  den  hemel  vereerd  is;  geef,  üat  de 
genen ,  die  uwen  lof  zingen ,  hun  deel  aan  eene  zoo 
groote  volmaaktheid  niet  verliezen  1  '* 

Tor 


GESCHIEDENIS.  SÖ3 

Tot  de  vereering  der  Heiligen   behoort    ook  het       V 

bewaren  en  vereeren  van   derzelver  OverblijffeJen  of    ^9^^ 

■'  VII 

ReUquien ,  van  welke  men  in  deze  eeuwen  zoo  veel  i^loofdft. 

werks  maakte,  gelijk   wij   daar  reeds  vele  voorbeel-  "^  C.  G. 

Tnnr  TQ^^ 

èiw  van  ontmoet  hebben,  als  ook  dat  men  reeds  in  \^^  x^^vj, 

de  VJde  eeuw  bedriegerijen  met  dezelve  begon  aan  

te  risten.     Deze  vermeerderden  met  nieuwe  Relinui-  I^^^liq^ii- 

en  van 
en  en  nieuwe  Heiligen  in   dit   Tijdvak   van  dag   tot  christus 

dag.      VoornameiLjk   hielden  zich  de  Grieken  daar-  en  de 
mede  op ,  in  de  tijden    der   kruisvaarten ,   om    Reli-      ^  ^°    * 
fj'iïen  te  koop  te  veilen ,  gelijk   ook  in  het  Westen 
zoodanige  handel  in  ReUquien   gedreven  werd ,   dat 
verfcheidene  Franfche   Kerkvergaderingen  daar  tegen 
beQuiten  hebben   genomen,  en  ook  de  Pausfen   de- 
zelve verbieden  moesten. 
Men  behoeft  fommige  ReUquien  flechts  te  hooren  veroni» 

noemen  ,  om  derzelver  onechtheid  te  voelen.    Reeds  ^^  ^^" 
•     j  j  jj  Reliquie 

in  de  voorgaande  eeuwen  wendde  men  voor,  zweet' 

doeken  te  bezitten  van  christus  ,  met  de  afbeel- 
diüg  van  zijn  wezen,  op  dezelve  gedrukt;  geen  van 
dezelve  was  echter  zoo  geëerd ,  als  het  zoogenoem* 
de  HciUge  aangezigt ,  ( Sancta  Facies  , )  of  Fero^ 
fiica  ,  in  de  St.  Pieterskerk  te  Rome.  Men  vertel- 
de, dat,  toen  de  Zaligmaker  zijn  kruis  uitdroeg  ter 
kruifiging  ,  eene  vrouw,  veronica  ,  hem  haren 
linnen  fluijer  aangeboden  zal  hebben,  om  daarmede 
zijn  bloed  en  zweet  af  te  veegen  ;  dat  jezus  te 
gelijk  zijn  aangezigt  daar  in  gedrukt  en  haar  dit  ter 
gedachtenis  zijner  liefde  terug  gegeven  hebbe.  Dit 
zal  bewaard  gebleven  zijn,  en  fchijnt  te  Rome  reeds 
federt    het   jaar    101 1    vertoond    te   zijn.      tille- 

MONT 


3^4  KERKELIJKE 

V  MONT  (*)  heeft  dit  reeds  voor  eene  Fabel  verklaard, 
^\rn  ^"  ^^  ^^^''  waarrchijnlijke  gisfing  geopperd,  dat  ve- 
Hoofdft.  R-ONiCA  ,  in  plaats  van  een  vrouwenaara  te  zijn, 
na  C.  G.  liever  uit  misverftand  en  zacnenknooping  van  twee 
1^^''°^^ Woorden,  Fera  kon,  (^de  ware  afbeelding  van 
■■..  CHRISTUS  op  die  Zweetdoek,)   ontRaan  is.      Hoe 

het  zij,  in  het  tegenwoordig  Tijdvak  was  deze  Re- 
liquie  wezenlijk  eene  der  ailerheiligften.  Paus  ho- 
MORius  III  gebood  in  het  jaar  1223,  dat  de2e  beeld- 
tenis  jaarlijks  op  zekeren  Zondag  in  een'  kistje  van 
goud ,  zilver  en  juweelen ,  in  flatelijke  Procesfie  uit 
de  Pieterskerk  naar  het  Hospitaal  van  den  H.  Geest 
gedragen  moest  worden  door  de  Kanunniken  der 
Pieterskerk,  en  dat  men  bij  die  gelegenheid  onder 
de  armen  geld  zou  uitdeelen ,  en  door  den  Paus  de 
Mis  bediend  en  eene  Kerkrede  gehouden  zou  wor- 
den. Van  deze  f  >ort  van  godsvrucht  is  ook  boven 
*  bij  den  oorfprong  van  het  Jubeljaar  eene  fpoor  \oot* 

gekomen. 
Bloed  vsn  Sedert  de  Xde  eeuw  wilde  men  ook  op  meer  dan 
CHRbTus  ^^ue  plaats  iets  van  het  bloed  van  Christus  be- 
zitten. Doch  zoodanige  Reliquien  vermenigvuldigden 
lleeds.  In  het  jaar  1247  ontving  henrik  III,  Ko- 
ning van  Engeland,  van  de  Hoofden  der  Tempe- 
liers en  Hospitaliers  van  Jeruzalem  een  krijftallen 
kruikje  met  bloed  van  christus,  hetwelk  bij  zelve 
in  eenen  plegtigen  omgang  in  de  Westmun ft  erker  k 
bragt  ,  hetwelk  mattheus  paris  wijdloopig  be- 
fchrijft,  doch  tevens  meldt,  dat  velen  niet  gelooven 

wil- 
(*)  Mem,  pour  fervir  a  l'Hht.  Eccles.  T.  I-  p.  471» 


GESCHIEDENIS.  395 

wilden,  dat  het  waarlijk  bloed  van   den  Zaligmaker       V 
was  ,    en     het    tegenfpraken  ;     Obgunnire    is    het     ^^J^ 
woord,  hetwelk  deze  Gefchiedrchrijver  hier  gebruikt.  Hoofdft. 
Ook  werd ,  toen  de  Franfchen  en    Venetianen   Kon-  na  C.  G^ 
flaminopolen  veroverden  ,   in   het  jaar    1404  ,    door  J^^  j°^^' 
den  Abt  martin  in  het  liisdom  Bazel  wat  van  het  ■ 
bloed  van  Christus  medegebragt.     Wij  zullen  ver- 
der geene  lijst  opgeven  van  dergelijke  Reliquien,  als 
bij  voorbeeld  ,  hoofden  der  Apostelen ,    de    voorhuid 
des  Heilands ,  en  haar  van  de  Maagd  mar  ia  ,  het- 
welk in  het  jaar  1280  alles  te  Rome  'm  de  Kerk  van 
Lateraan  te  vinden  was  ,     alzoo  dit  genoeg  is ,  om 
te  bewijzen,   dat  deze  eeuwen   tijden   waren,   waar 
in  men  alles  geloofde. 

Nuttiger  is  het  aan  te  merken,  dat  te  midden  van 
deze  duisternisfen ,  hier  en  daar  een  enkel  helderder 
brein  de  waarheid  zag,  en  de  bedriegerijen  durfde 
ten  toon  ftellen,  hoewel  altijd  met  huiverigheid,  en 
met  inmengfelen  van  de  toen  algemeene  ligtgeloovig- 
beid.  Zoodanig  een  was  guibert  ,  Abt  van  No' 
gent  fous  Concy,  die  behalve  andere  fchriften  eene 
Levensbefchrijving  van  zich  zclven,  (^de  vita  fua 
five  Monodiarum  Lihri  tres ^')  en  een  werk  over  de 
Reliquien^  of  gelijk  hij  het  noemt,  over  de  onder- 
panden der  Heiligen^  heeft  nagelaten,  (^Lihri  gtia- 
tuor  de  Pignorihm  Sanctorum.  )  Uit  het  eerfte 
weten  wij,  dat  hij  geboren  is,  in  het  jaar  1053, 
uit  een  adelijk  geflacht,  en  dat  hij  Abt  van  het  bo« 
vengemelde  Klooster  geworden  is  in  het  jaar  1104, 
en  overleden  in  het  jaar  1124.  Ten  aanzien  van 
het  laatfte  zegt  hij  ons,  dat  vele  vragen  over  eenen 

tand 


66  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 


V  tand  van  Christus  ,  welken  de  naburige  Monniken 
BOEK  yan  het  Klooster  van  den  Heiligen  medardus  voor- 
Hoo^^dft.  g^ven  te  bezitten ,  hem  aanleiding  hadden  gegeven 
na  C.  G  tot  het  opftellen  van  dit  Botk.  In  het  eet/Ie  Boek 
toTi?i*7  ^^'^"^  ^^J  ^^'^  ^^  geoorloofdheid  ja  noodzakelijkheid 
,  v;in  dit  onderzoek,  en  bewijst,  dat  'er  omtrent  zoo- 

genoemde  Heiligen  menigvuldige  fprookjes  en  fabe- 
len verdicht  zijn,  dat  de  Kerk  om  die  reden  daar- 
omtrent behoedzaamheid  wil  gebruikt  hebben.  Zij 
gaat,  zegt  hij,  in  hare  behoedzaamheid  zoo  ver, 
dat  zij  zich  niet  verftout  te  zeggen ,  dat  het  lig- 
chaam  der  Bloeder-  Gods  tot  heerlijkheid  opgewekt 
is  geworden^  dewijl  het  haar  aan  bemjzen  daar  toe 
ontbreekt;  vervolgens  komt  hij  tot  de  ReJiqiiien ^ 
en  meldt  verfcheidene  voorbeelden  van  bedrog,  met 
dezelve  gepleegd.  Hem  zelven  was  het  gebeurd, 
dat  een  Geestelijke  in  eene  Kerk ,  waar  hij  tegen- 
woordig was,  een  kistje  vertoonde,  waar  in  iets  van 
het  brood  zou  zijn ,  daar  de  Zaligmaker  van  gegeten 
had ,  en  daar  bij  de  ftoutheid  had ,  om  zich  op  het 
getuigenis  van  guibert  te  beroepen,  zonder  dat  de* 
ze,  gelijk  hij  bekent,  het  durfde  wagen,  om  den 
Geestelijken  voor  eenen  Bedrieger  te  verklaren,  ge- 
lijk hij  inderdaad  was.  In  het  t:veede  Boek  komt 
hij  weder  op  den  tand,  welke  aanleiding  tot  zijn 
gefchrift  gegeven  had.  In  het  derde  Boek  handelt 
hij  bepaalder  van  de  gewaande  Reliquien  van  Chris- 
tus, welke  hij  Godslasteringen  noemt.  Op  het  derde 
Boek  volgt  een  vierde ^ (de  interiori  mundo ^^h&lw(^V& 
echter  vroeger  dan  de  overige  gefchreven  is,  en 
een  bijzonder  werk  op  zich  zelve  uitmaakt.      Het 

han- 


GESCHIEDENIS.  367 

handelt  over  gezigten  en  verfchijningen ,  en  hoe  zij       v 

naar  de  ffefteldheid  der  inwendige    wereld  verklaard     ''^^^^ 

VII 
mo.ten  worden.     Dit  werk   van    guibert,   hoewel  éïoofdft. 

hij  meestal  halverwege  ftaan  bleef,  kon  echter  na  C.  G. 
zeer  gewigtig  geweest  zijn,  om  het  Bijgeloof  tegen  P^rï°73- 
te  gaan  ,  maar  de  tijden  lieten  niet  toe ,  dat  het  veel  ■ 

afgefclireven  werd ,  dus  bleef  het  flechts  in  eenige 
Kloosterboekciijen  bewaart,  en  werkte  weinig  uit. 
De  Benedictijner  lukas  d'aciiery  heeft  het  met 
andere  werken  van  guibert  in  druk  uitgegeven  te 
Parys  in   1651  in  Folio ^ 

Veeleer  ging  het  Bijgeloof  in  de  volgende  eeu- 
wen nog  voort,  met  Reliquien  te  vereeren,  zelfs 
zoo,  dat  men  daar  mede  volhardde,  niettegeiiftaan- 
de  het  bedrog  openlijk  aangetoond  werd;  hetwelk 
de  gefchiedenis  van  het  Heilige  Bloed  te  Wihnack 
voornamelijk  bewijst.  Dit  dorp  in  de  Priegnitzer 
Mark  Brandenhiirg  was  in  het  Jaar  1383  door  een 
roofzuchtig  Edelman  met  de  Kerk  verbrand.  Toen 
de  Priester  van  hetzelve  vervolgens  ging  zoeken, 
of  'er  ook  iets  van  de  Kerkegoederen  gered  was, 
vond  hij  in  een  gat  van  den  fteenen  Altaar  drie 
Hostien,  van  welke  hij  terftond  uitflrooide,  dat  zij 
gewijd  en  met  het  bloed  van  Christus  geverfd 
waren.  Spoedig  kwamen  hem  de  wonderen  te  hulp , 
welke  door  deze  Hostien  verrigt  werden ,  en  zijn 
Bisfchop  te  Havehberg  bevestigde  de  waarheid  van 
dit  alles.  Thans  was  de  toeloop  van  Bedevaart- 
gangers derwaarts  zoo  groot,  dat  niet  alleen  het 
Dorp  maar  ook  de  Kerk  prachtig  weder  opgebouwd 
konden  worden.    Paus  urbanus   VI  zelve  fchonk 

aan 


308  K,%JR,  f^iE  L  g  K  E 

V       aan  de  Pelgrims  eeneji  aflaat.    Het  Dorp  kreeg  ftads»» 

BOEK     regten,   en   werd  met   muren  en   poorten   omringd. 

Hoofdd.  Eiii^-'^^llj'^    begonnen   verftandjge    manüen   dit   bedrog 

na  C.  G.  in  te  zien,  onder  welken  joannes  Hus,die  vermaar- 

jaario73.  ^^   Hervormer  ,   in   liet   begin   der  XVde  eeuw  de 

tot  1517.  j  sa 

„  de  eerfte  was  ,    die  zich   openlijk   in   gefchrifc   daar 

over  verklaarde  ,    en  voorbeelden    bijbragt   van  ge- 
pleegde bedriegerijen.    Onder  anderen:   Een  Burger 
van  Praags  die  eene   lamme  hand   had,  btagt  9?» 
het  Heilige  Bloed  eene  zilveren   hand  ten   offer ,  en 
wachtte  tot  op  den  derden  dag,  wat  de  Geestelijken 
daar  vaii. openlijk  zeggen  zouden.    Ook   trad  werke- 
lijk één  van  hen  voor  de  Gemeente  op,  en.rpem^e 
het  wonder,  hetwelk   aan  de   hand    gewrocht  was; 
maar  de  burger  logenftrafte  hem    voor   elks   gezigt, 
door  het  vertoonen  van   zijne   hand,  die   lam    vv^s 
als  te  voren  enz.      Vervolgens   werden   verfcheidene 
onderzoekingen  in  het  werk  gefield,   en  het  bedrog 
bleek   bij   elke  derzelve,  ook   verklaarden  zich  vele 
aanzienlijke  mannen  daaromtrent  allerduidelijkst;  doch 
alles    vruchteloos,   dewijl   de  ftad  te  veel  voordeel 
van  de  Bedevaarten  trok ,  en  zelfs   nog   in  het  jaar 
1500  aflaten   van   Rome  wist  te  verkrijgen  voor  de 
Bedevaartgangers.     Dit  duurde  tot   1550,  wanneer 
de   Euangelifche  Predikant  te    Wihnack  ^  joannes 
ELLEFELD  dezc  Hostien   verbrandde,  maar  hij   ge- 
raakte   daar  over   eenigen    tijd    in  gevangenis  ,  ea 
verloor  zijn  ambt ,  omdat  hij  het  zonder  weten  vaa 
den  Keurvorst  gedaan  had,  en   omdat  het  Domka- 
pittel te  Hnvelberg  nog  Roomsch-katholijk  en  heel 
vermogend  was. 

Kei- 


GESCHIEDENIS.  365 

Keizer  karel  IV,  een  geleerd  Vorst,  was  echter      V 
ïoo  bijgeloovig  ingenomen   met  Relignien,  dat  hij    "^* 
een  groot  aantal  van  dezelve  bijeenbragt.    Dus  ge-  Hoofdft, 
loofde  hy  de  fpeer  of  lanfie  te   bezitten ,  waar  mede  na  C.  G^ 
de  zijde  van  jezus  doorftoken  was,  als  ook  nagels  ^q^^^J^\\ 

van  zijn  kruis.    Van  Koning  lodewyk  van  Honga-  — 

ryê  kreeg  hij  in  het  jaar  1359  het  tafcïlaken  ^  daar 
de  tafel  mede  gedekt  zou  geweest  zijn ,  bij  het  laat- 
fte  Paaschmaal  van  jezus.  Nog  bezat  hij  een  ftuk 
van  het  kruis,  een  (luk  van  de  koorde,  waar  mede 
JEZUS  aan  de  geefelpaal  gebonden  was ;  van  de 
fpongie,  waar  mede  hij  aan  het  kruis  gedrenkt  werd 
en  meer  dergelijke,  en  daar  aan  fchreef  deze  Vorst 
toe,  dat  het  hem  gelukt  was,  zijn  Koningrijk  Bo' 
hemen  zoo  zeer  uit  te  breiden.  Over  den  trouW' 
ring,  welken  jozef  aan  maria  gefchonken  had  ,  ont* 
ftond  een  twist  tusfchen  de  (leden  Siena  en  Perugia , 
welke  in  het  jaar  1484  door  innocentius  VIII  ten 
voordeele  van  Perugia  werd  uitgewezen. 

Groot  was  ondertusfchen  de  verlegenheid,  wan-* 
neer  een  dubbel  of  meer  van  fommige  ReJiguien  op 
onderfcheidene  plaatfen  vertoond  werden,  waar  van 
vele  voorbeelden  voorkomen,  gerson  werd  dus  in 
140B  in  een  verfchil  betrokken  over  het  ligchaam 
ten  minde  over  het  hoofd  van  den  Heiligen  diony*- 
sius ,  hetwelk  de  Abdij  van  St,  Denys ,  maar  ook 
eene  Kerk  te  Parys  beweerde  te  bezitten.  Wij  heb- 
ben van  hem  over  dit  onderwerp  in  zijne  werken 
eenen  Brief,  waar  in  hij  (lout  weg  fchreef:  ,,  Het 
zou  'er  met  de  vereering  der  Reliquien  bij  vele  Ker- 
ken flecht  uitzien,  indien  men  elke  verfcheidenheid 

XVIII.  Deel,  Aa  om* 


370  K  E  R  K  E  L  r[  K  E 

V  omtrent  dezelve  eene  onverdra  gelijke  dwaling  v;il  de 
BOEK  noemen ;  men  moet  bovendien  het  dekfel  des  harte 
Hoofdft.  ^^^  ^^"^  goddelijke  uitlegging  wegnemen,  wanneer 
na  C.  G,  twee  Kerken  of  Ordens  van  Monniken  mogten  voor- 
tot"?!'?'  g'^ven  5  dezelfde  Reliquk  te  bezitten,  waar  van  on- 
■  tallijke  voorbeelden  zijn.    Niets  verhindert   dus  ^  dat 

de  heide  firijdige  verhalen  naast  elkander  flaan  kmi' 
nen;  fchoon  al  niet  in  waarheid,  evenwel  in  zulke 
waarfchijnlijkheid  van  gronden ,  welke  genoegzaam 
is ,  om  de  beide  voorgevens  prijfelijk  te  maken ,  en 
ze  tegen  de  btfchuldiging  van  leugen  of  dwaling  te 
befchermen;  nademaal  eene  dwaling  in  godsdienst^ 
zaken  en  een  leugen  uitdrukkelijk  fchuld  te  kennea 
geven."  De  geleerde  man  dacht  niet  aan  de  uit- 
vlugt ,  welke  men  reeds  in  de  IVde  eeuw  hier  op 
gevonden  liad  ,  dat  de  Reliquien  fomtijds  v^^onder- 
dadig  vermenigvuldigden.  Honderd  jaren  ,  nadat 
GERSON ,  ter  eere  van  den  Heiligen  dionysius,  deze 
zeldzame  Logica  had  gebruikt ,  (  mhil  prohibet  , 
ntrumque  contradictoriortim  flare  jimul  ciim  altero , ) 
hebben  verflandige  lieden  deze  hooggefchatte  Reli- 
quien openlijk  befpot. 
Vereering  Onder  al  de  Heiligen  beklom  de  Maagd  maria 
derMaagd  ^gn  hoogden  trap  van  vereering ;  zij  was  reeds  in 
het  vorig  Tijdvak  met  den  hoogden  eerbied  ver- 
eerd, maar  in  het  tegenwoordige  ging  dit  zoo  ver, 
dat  'er  weinig  aan  fcheelde,  of  zij  werd  als  eene 
Perfoon  der  Godheid  befchouwd.  Zij  heette  door- 
gaans de  Koningin  des  Hemels'^  door  haar  moest 
men  bij  Christus  alle  genade  zoeken,  die  haar  even 
niin  iets  kon  of  mogt  weigeren ,   als  een  Zoon  aan 

2^- 


GESCHIEDENIS.  371 

ajne  Moeder;   de  Roozenkrans  was  bijzonder  a&ti       V 
haar  gewijd.    Zij  gaf  aan    de  Karmeliten   hun  Sca-     ^^^ 
pulier   en  aan  de    Dominikanen   hun    Ordenskleed.  Hoofdft. 
In  hare  Kerken ,  op  hare  Feesten  en  Altaren  was  "^  C.  O. 
de  Godsvrucht  der  Christenen  veel   vuriger  dan  in  [0^1517! 
en    op    die,   welke    tot    den   dienst  van  God    en  1 

CHRISTUS  beftemd  waren.  Aan  het  Hof  des  he- 
mels was  zij  als  de  Moeder  Gods  de  eigenlijke  be. 
gunftigde  van  God  en  christus  ,  allengs  zelfs  meng- 
de zich  galanterij  in  hare  vereering.  De  Schrijvers 
van  dien  tijd  verliezen  zich  in  haren  lof,  bijzonder 
de  Heilige  bernhard  en  rupert  ,  Abt  van  Duits , 
die  haar  de  hrtiid  van  God  den  Vader  noemt;  maar 
ook  de  meer  verlichte  Abt  guibert  fchreef  een  bij- 
zonder werk  over  haren  lof,  (^de  Lande  S.  Blariae 
Liher ,')  alwaar  onder  anderen  een  gebed  aan  haar, 
grootendeels  op  rijm,  voorkomt,  in  hetwelk  deze 
regels  gevonden  worden : 

O  Maria!  quamvis  ore  te  polluto  nominera, 
Audi  tarnen ,  et  a  culpis  interim  da  requiem , 
Jugem  quoque  liac  in  vita  da  Tui  memoriam. 
Da,  Maria,  dulcis  tota,  in  futura  gloriara  , 
Da,  Maria,  Tuis  fervis  animae  munditiam , 
Da,  Johannes,  adverforum  vincere  molestiam; 
Nosmet  ambo  ad  virtutis  lineam  reducice , 
Ut  conjungi  merearaur  claritati  coelicolae. 

Men  behoeft  zich  niet   te  verwonderen ,  dat ,   bij  Onbe- 

zoodanigen  hoogen  eerbied  voor   de   Moederniaaffd ,  ^'"^"^ 

*  ^  ^    '  ontvangen 

de   Kanunniken  te    Lions   tot  de  (lelling  kwamen,  nis  van 

dal  zij  alleen  onder  alle  menfchen    zonder  erfzonde  ->iaria, 

mtvangen  was.     guibert   in    het   zoo   even  aange- 

haalde  gefchrift  zeide  ,  dat  zij   door   den  H,  Geest 

Aa  2  vaa 


tot  15 17. 


37a  KERKELrjKE 

V  van  de  erfzonde  ,  gelijk  van  de  dadelijke  zonden, 
^^^  volkomen  bevrijd  was;  maar  paschasius  radeert 
Hoofdft.  li^'d  reeds  200  jaren  vroeger  beweerd ,  dat  biaria 
na  C.  G.  noodzakelijk  van  alle  erfzonde  vrij  geweest  moet 
rnt^Tci^  ^y" »  dewijl  zij  reeds  in  moeders  lijf  geheiligd  was , 
waarom  ook  de  geheele  Kerk  hare  geboorte  vierde. 
Van  waar  de  Domheeren  van  Liof^s  hunne  meening 
ook  ontleend  mogen  hebben,  zij  voerden  in  het  jaar 
1140  in  hunne  Kerk  het  Feest  der  onbevlekte  ont- 
vangenis der  Maagd  maria  ,  (^Festum  jjnmaculatae 
concept ionis  B,  M,  Firg.')  in.  Men  heeft  wel  een' 
ouder  oorfprong  van  dit  Feest  willen  zoeken,  maar 
zonder  grond ,  trouwens ,  de  Franfche  Geleerde  ma- 
BiLLON  heeft  te  regt  opgemerkt,  dat  men  in  fom- 
mige  oude  Kalenders  de  bewoording:  Conceptio  B, 
Mariae^  welke  de  ontvangenis  van  jezus  door  ma- 
ria beduidde ,  kwalijk  verflaan  hebbe  van  de  ont- 
vangenis van  MARIA  zelve.  Hoe  het  zij,  naauwe- 
lijks  had  de  Heilige  bernhard  de  inftelling  van  het 
Feest  door  deze  Kanunniken  vernomen ,  of  hij 
fchreef  hun  eenen  langen  Brief,  om  hen  te  bcflraf- 
fen  en  te  wederleggen  ,  met  welken  Brief  later 
Roomschgczinde  Schrijvers  zeer  verlegen  zijn  ge- 
weest, omdat  dernhard  zich  daar  in  vrij  duidelijk 
verklaart,  dat  maria  even  gelijk  andere  menfchen 
erfzonde  gehad  hebbe,  waarom  fommigen  zich  be- 
holpen hebben  met  eene  fijne  onderfcheiding  tusfchen 
Conceptio  activa  en  pasjiva.  Behalven  bernhard 
waren  'er  meer  anderen,  die  van  deze  onbevlekte 
ontvangenis  van  maria  niet  wilden  hooren;  maar 
als  de  Domitiikanen  'm  de  Xlllde  eeuw  de  leer   vaa 

dea 


GESCHIEDENIS.  373 

dêfT^ffeiligen  bernhard    begonnen  te    verdedigen,       v 

en  dair  tegen  de  Hooge   School   te   Parys  de   Kerk     ^o^z 

van   Lions  voorilond,   werden  de  twisten  heviger,  Hoofdft. 

zonder  dat  de  Paufen  dit  in  langen  tijd   durfden   be*  na  C.  G. 

Ilisfen;  ook  de  Franciskanen  voerden  dit   Feest    i^-\},'^J 
'  tot  1517. 

dëft  het  jaar  12Ö2  in  hunne  Kerken  in.  

-■'Niettegenftaande  deze  twisten,  ging  men  voort ,  DePfalter 
niet  MARIA  hoogelijk  te  vereeren;  bijzonder  was  al- ^'^"^^^^ 
R.-.RT  de  Groote  in  de  Xlllde  eeuw  werkzaam  in 
fcliriften  tot  haren  lof,  onder  anderen  in  een,  het- 
welk den  titel  heeft:  Super  Euaugelium:  Misfus 
est  ,  fuhtiliter  et  eleganter  oflendens  inejfabiles 
gloriofae  Virgitiis  Marine  Latides  ^  in  hetwelk  hij 
niet  minder  dan  230  vragen  aangaande  maria  be- 
handelt; op  gelijke  wijze  heeft  thomas  van  /Iquino 
heel  breedvoerig  de  leere  van  de  Maagd  maria  in 
zijn  godgeleerd  zamenflel  met  vele  fpitsvinnigheden 
en  muggezifterijen  voorgedragen.  Inzonderheid  heeft 
de  beroemde  Franciskaner  bonaventura  hier  in 
uitgemunt,  in  wiens  werken  eens  geheele  reeks  van 
fchriften  tot  lof  van  maria  gevonden  wordt,  fchoon 
omtrent  de  echtheid  van  eenigen  derzelve  getwijfeld 
wordt.  —  Dus  heeft  men  hem ,  bij  voorbeeld ,  ook 
toegefchreven  het  Pfahnboek ,  de  Pfalter  van  ma- 
ria, hetwelk,  fchoon  niet  van  hem,  evenwel  een 
ftuk  uit  deze  eeuw  is,  waar  in  veel  op  maria 
wordt  toegepast  ,  hetwelk  in  de  oorfpronkeliike 
Pfalmen  van  God  en  Christus  gemeld  wordt.  Wij 
zullen  alleen ,  tot  eene  proeve ,  den  CXden  Pfalm 
geven:  ,,  De  Heere  heeft  tot  mijne  Lieve  Vrouw 
^,  gezegd:  Zit,  mijne  Moeder,  aan  mijne  regter- 
Aa  3  „hand! 


374  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       „  hand!    Gij  hebt  lust  in  goedheid  en   hcih'gheid; 

Bö^''      ,,  daarom  zult  gij  met  mij  regeren.     Op   uw  heilig 

Hoofdft.   >9  hoofd   ftaat    de  kroon   der   onfterfelijkheid  ,  wier 

Hn  C.  G.  „  fchittering    en    glans    niet    uitgebluscht    worden. 

]2ario;r3.      Vrouwe ,   ontferm   u  mijner !     Moeder  van  licht 

tot  1517,  "  '  ■' 

,  „  en   glans !    ftort   ons    uit   uwe   ichatten    wijsheid 

,,  Gods  in  5  kennis  van  fchranderheid  en  een  voor- 
„  beeld  van  tucht !  " 
Hetheili-  Behalve  menigvuldige  verhalen  van  verfchijningen 
ge  huisje  ^^  wonderen  van  de  Heilige  Maagd,  is  bijzonder 
rgtto.  berucht  de  gefchiedenis  van  haar  huis  en  deszelfs 
overvoering  uit  Nazareth  naar  Europa.  Namelijk, 
dus  luidt  hoofdzakelijk  de  vertelling:  De  Apostelen 
hadden  de  kamer  of  het  vertrek,  waar  in  maria 
te  Nazareth  woonde ,  in  eene  Kerk  veranderd ,  aan 
haar  toegewijd.  De  Euangelist  lukas  maakte  daar 
in  een  houten  beeld  der  Maagd,  met  haar  Kind  op 
den  arm  ,  in  deze  Kerk  werd  lang  de  godsdienst 
geoefend ;  maar  toen  nu  alles  in  het  Heilig  Land 
Muhammedaamch  was  geworden,  droegen  de  En- 
gelen dit  huis  of  Kerk  in  het  jaar  1291  uit  Naza^ 
reth  door  de  lucht  over  naar  Terfeto  in  Dalmatiê^ 
aan  de  Kust  der  Adriatifche  Zee,  Hier  ftond  het 
eenigen  tijd,  doch,  alzoo  het  niet  behoorlyk  ver- 
eerd werd,  namen  de  Engelen  het  Heilige  huis  in 
het  jaar  1294  weder  op,  en  voerden  het  over  Zee 
in  Italië^  digt  bij  Recanati,  in  een  woud,  hetwelk 
aan  zekere  vrouw  laureta  toebehoorde,  van  waar 
dit  huis  of  Kerk  den  naam  gekregen  heeft  der  H. 
MARIA  van  Loretto.  Doch  nu  (tond  de  Kerk  te 
penzaam  en  te  digt  aan  zee,  en  was  dus  niet  veilig 

voor 


GESCHIEDENIS.  375 

iroor  de  zeeroovers,  die  de  Pelgrims  kwamen  plun-       V 
deren;  de  Engelen   verplaatsen  ze  nogmaals  in   hei     ^^^* 
jaar  1295,    duizend    Ichreden  digter   bij   Recanati ,  Hoofdll. 
op  een'  heuvel,  welke  aan  twee   broeders   toekwam.  ^^  C  G. 
Wegens  de  rijkelijke  gefchenken,  welke  het  Heilige  ^^^  isi7. 
huis  ontving,  kregen  deze  Broeders   twist,  en   vat-  ■ 
ten  de  wapenen  tegen  malkanderen  op;   om  derhalve 
verdere  onheilen  voor  te  komen,   verplaatsen  de  he- 
mellingen  ,   na    eenige   maanden,   het  gebouw  voor 
het  laatst  in  het  jaar  1295,   een  boogfchoot  verder 
op  eenen  nabijgelegen  heuvel,   alwaar  het  nog  (laat, 
doch  zoo  dat  het  Heilige  Huis ,  ( la  cafa  fania  van 
de  Italianen  genoemd ,)  in  eene  groote  Kerk  geplaatst 
is  ,  welke  men    'er  over  gebouwd   heeft,  en   welke 
eenen  rijken  fchat  van  kostbaarheden  in   zich   bevat- 
te ,  doch  al  hetwelk  in  de  laatllie  omwentelingen  van 
onzen  tijd  verftrooid  is  geraakt ,   zoodat  van  het  H. 
Huis  alleen  de  m.uren  overgebleven  zijn. 
Doch  laat  ons  wederkeeren  tot  de  twisten ,   welke  Vervolg 

gevoerd  zijn  geworden   over  de   leere  van   de   onbe-  vandeon- 
,7  .  r^      1  j  bevlekte 

vlekte  ontvangenis  van  riaria.     Dezelve  werd  meer  ontvange- 
en meer  voortgeplant.     De  beroemde   Schoolgeleerde  uisvan 
uit  de  Orde  der  Franciskanen ,  joannes  duns  sco-  ^ 
Tus ,  die  in    het  jaar   1308   dezer   wereld  overleed, 
verdedigde   dit  leerftuk  met   zoo   veel  fcherpzinnig- 
heid  ,  dat  hij  daar  door  den  titel  van   Doctor  Subti' 
lis  verkreeg.     Maar   de   Dominikanen   of  Thomisten 
bleven  echter  ook   bijzonder  in  dit  (luk   verfchillen 
van  de  Scotisten.    Doch  in  het  jaar  1387   beflreed 
zekere  joannes  van  Montefono ,   of  Blongon ,   een 
geboren  Arragonier  ^  een   Dominikaner  Monnik  en 
Aa  4  Leer- 


57Ö  KERKELIJKE 

V        Leeraar  der  Godgeleerdheid  te  Parys,  deze  leer  ia 

\?n      ^^"^  openlijke  Disputatie^  waar   in  Iiij   XIV  ftellins. 

Hoofdft.  g^"»  {Thefes,')  voordroeg,   onder  welke  ook  deze 

m  C.  G  was:    „  Het  is  uitdrukkelijk   tegen  het   geloof,  te 

iü"isi7  beweeren,   dat  niet  ieder  mensch ,  behalve   chris- 

«-'^ Tus,  de  erfzonde  van  adam  ontvangen  hebbe."  De-? 

ze  en  eenige  andere  der  gemelde  ftellingen  werden 
door  de  Univerliteit  te  Parys  veroordeeld ,  en  zij  ver- 
wees den  fteller  ter  ftraffe.  Maar  montesono  be- 
riep zich  op  den  Paus ,  en  vlugtte  naar  Avignon , 
werwaarts  de  Univerfireit  vier  afgevaardigden  zond  , 
en  onder  dezen  pietkr  d'ailly,  die  hare  zaak 
met  grooten  ijver  bepleitte,  zoodat  montesono  be- 
merkende, welken  keer  de  dingen  namen,  naar  zijn 
vaderland  Arragon  terug  keerde,  en  daar  de  partij 
van  den  Tegenpaus  urban us  VI  omhelsde.  Door 
deze  overwinning  der  Hooge  School  verloren  de 
Dominikanen  veel  van  hun  aanzien  in  Frankryk  ^ 
waar  het  bijna  algemeen  tot  eenen  opftand  tegen  hen 
kwam.  Ook  kwamen  op  vele  plaaifen  wonderen 
de  leer  der  onbevlekte  ontvangenis  van  imaria  te 
hulp,  zoodat  dezelve  hoe  langer  hoe  meer  ingang 
vond. 

Dewijl  'er  evenwel  tot  nog  toe  geene  beflisfende 
iiitfpraak  over  dezen  twist  voorhanden  was,  noch 
van  de  Kerk,  noch  van  den  Paus,  geloofden  de 
Vaders  der  Kerkvergadering  van  Bazeï^  dat  zij  zich 
deze  zaak  behoorden  aan  te  trekken,  ook  nam  deze 
vergadering  in  hare  36fte  Zitting  in  September  1435! 
^en  beQuit,  dat  de  leere,  volgens  welke  de  Heilige 
ï^laagd  door  eene  voorkomende  en  werkende  bijzon* 

de- 


0  GESCHIEDENIS. 


377 


dere  genade  Gods  (leeds  van  de  erfelijke  en   dadelij-      V 
-ke  fchuld  onbevlekt  gebleven  is,  als  eene  godvruch-     "^^* 
tige,   met  den  Godsdienst,   het  Katholijk   Geloof,  f{oofd(t, 
de  gezonde   Rede  en  de   Heilige  Schrift   overeenko»  na  C.  G. 
mende  leere  van  alle  Katholijken  moet  goedgekeurd  10^1  ?f 7* 
en  aangenomen  worden ,  en  dat  het   in   het  vervolg  ■ 
aan  niemand  geoorloofd  zou  zijn,  het  tegendeel  daar 
vaii  voor  te  dragen.     Te  gelijk  vernieuwde  zij   het 
vieren  van  het  Feest  der  ontvangenis  van  mar  ia  op 
.den  Sften  December.     Paus  sixtus  IV,  zonder  ech- 
ter eenig  gewag  te  maken   van   dit   befluit,   omdat 
hetzelve  door  de  Kerkvergadering   genomen   was   na 
hare  fcheuring  van  den  Paus ,  bevestigde  het  een  an- 
der in  twee  Bullen .  eene  van  het  jaar  1477 ,  en  de 
andere  van  het  jaar  i4>-18. 

Toenmaals  en  nog  wat  na  het  jaar  1500  leefde 
jn  het  Milaneefche  de  Franchkaner  bernap.dinus 
DE  BUSTi,  de  grootfte  Lofredenaar  van  de  Heilige 
Maagd  boven  alle  anderen.  Deze  liet  eene  verzame- 
ling van  60  Predikatien  drukken,  ter  harer  eere  ge- 
houden ,  onder  den  titel :  Mariale  eximii  viri  Ber- 
nardini  ds  Busti  ^  Ordinis  Seraphici  Francisci  ^  de 
(ingulis  festivitatibus  beata  Firginis  per  modum  Ser- 
fnonum  tractans  ^  omni  TheoJogia  copiofum ;  denlgue 
utriusque  juris  auctoritatibus  applicatis  ^  et  arte 
humanitatis  refertum  ,  in  omnibus  allegationibus 
promtisjimum.  Uit  den  titel  reeds  kan  men  oordee- 
len  ,  van  welke  waarde  dit  werk  zij ,  en  welk  een  bij- 
geloovige  dweeper  deze  man  zich  betoont  te  wezen. 

Zeer   merkwaardig  ondcrtusfchen  is  het,   dat  ten 

aanzien  van  de  leer  der  onbevlekte  ontvangenis  van 

Aa  5  MA- 


378  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  MARIA  de  gewaande  Hemelfche  Openbaringen  van 
BOEK  i^QQ  voorname  Heiligen  van  dezen  tijd  zoo  regel- 
Hoofdft.  ^^g^  verfchüden.  Aan  de  Heilige  birgitta  van 
na  C.  G.  Zweden  was  door  maria  zelve  de  onbevlekte  ont- 
jsario73.  yjj.^ggyjjs  geopenbaard  geworden  ,  maar  de  Heil.  ka- 
.  tharina  van    Sieim ,    welke   7  Jaren  na  birgitta 

ftierf,  daarentegen  had  eene  veifchijning  van  God 
den  Vader,  in  welke  weder  maria  zelve  haar  zeide, 
dat  zij  als  alle  andere  menfchen  in  erfzonde  ontvan- 
gen was.  TRiTTENHEiM,  die  dit  verhaalt  (*), 
voegt  'er  bij:  „  Geen  godvruchtig  en  aandachtig 
vereerder  der  onbevlekte  Maagd  mag  zich  daar  door 
tot  een  ander  gevoelen  laten  brengen;  want  perfo- 
nen,  die  God  in  waarheid  vreezen,  zien  de  waar- 
heid en  niets  valsch ;  die  genen ,  die  hun  eigene  in- 
gevingen ftoutelijk  boven  de  waarheid  ftellen,  wor- 
den met  regt  bedrogen.  Doch  ik  ga  dit  voorbij, 
opdat  het  niet  fchijne,  dat  ik  Godgeleerdheid  in  de 
Gefchiedenis  wille  mengen." 

Nog  ging  men  voort,  over  dit  Leerftuk  te  twis- 
ten, over  hetwelk  verfcheidene  twistfchriften  voor 
en  tegen  het  licht  zagen,  tot  dat  eene  voor  de  Z)o- 
mnikanen  fchandelijke  gebeurtenis  deze  drift  eenigen 
tijd  ftremde. 

Eenige  Opperden  dezer  Orde  bedoten  in  een  Ge- 
neraal -  Kapittel  in  hst  jaar  1506,  om  het  gezag  van 
hunne  Orde,  even  gelijk  de  Franchkanen ^  door 
wonderwerken  en  verfchijningen ,  te  verheffen.  Zij 
verkozen  tot  het  tooneel  van  hunne  bedriegerijen  de 

flad 
(*)  Qhron,  Hirfaug.  ad  a.  1358. 


GESCHIEDENIS.  379 

flad  Bern,  en  tot  bun  voorwerp  zekeren  jan  jet-      V 

ZER,  een  fnijders- gezel,  dien  zij  in  iiun  Klooster    ^°^^ 

aldaar   aannamen ,  een'   eenvoudigen ,  ligtgeloovigen  Hoofdft; 

bloed.   Vier  der  Monniken ,  de  Prior ,  Lector ,  Sub-  na  C.  G. 

prior  en   de   Procurator  of  Schafmeester    van    het  F^'^^°73» 
*  cot  15 17, 

Klooster,  fpeelden  met  dezen  hun   fpel.    Na   eenige  . 

voorbereidingen  verfcheen  aan  jetzer  de  Heilige 
Maagd,  die  hem  verklaurde,  dat  haar  Zoon  niet 
langer  wilde  dulden,  dat  haar  tot  hare  eere  een 
voorregt  werd  toegefchreven  ,  hetwelk  hem  alleen 
toekwam  ,  namelijk  zonder  erfzonde  ontvangen  en 
geboren  te  zijn.  Zij  drukte  hem  ook  de  lidteeke- 
nen  van  jezus  wonden  in.  Maar  ongelukkig  be- 
gon JETZER  bedrog  te  vermoeden,  zoo  dat  hij  zich 
tegen  hunne  bedoelingen  kantte  ,  waarom  zij  hem 
meenden  te  vergeven.  De  zaak  hier  door  ruchtbaar 
geworden,  werd  onderzocht,  en  de  Paus  zelve  be- 
noemde in  het  Jaar  1508  twee  Bisfchoppen  en  eenen 
Provinciaal  der  Dominikanen  tot  Rigters ,  die  de  vier 
Monniken  veroordeelden  ,  om  ontwijd  en  aan  den 
Wereldlijken  Rigter  ter  ftraffe  overgegeven  te  wor- 
den. Ook  werden  zij  den  3ifl:en  Mei  des  gemelden 
jaars  buiten  de  poort  van  Bern  verbrand,  en  jet- 
zer ten  lande  uitgebannen. 

Men  zou  menigmalen  gelegenheid  gehad  hebben, 
om  dergelijke  ontdekkingen  van  de  valschheid  van 
voorgewende  verfchijningen  en  wonderwerken  te 
doen,  indien  de  ligtgeloovigheid  dier  tijden  en  het 
belang  der  Geestelijken  niet  hadden  medegewerkt , 
om  het  bedrog  eer  aan  te  moedigen.  Een  dervende 
Paus,  GREGORius  Xï ,  iu  het  Jaar  1378 ,  waarfchuw- 

de. 


38o  KERKELIJKE 

V       t^e,  terwijl  hij  de  gewijde  Hostie  in  de   hand  hield, 

ROEK     de  omRanders  ,  voor  mannen  en  vrouwen ,  die  hun- 
VH 
Hoofdn.  "^  eigene    herfcnfchimmen  voor  goddelijke   gezigten 

jna  C.  G.  en  openbaringen  uitgaven ,  door  welke  hij  klaagde , 
jaario73.  ^^^      ^^^  ^^^    ^^^^   geleid  te  zijn   (*);   bedoelende 

,  daar   mede  ,   gelijk    Roomsch  -  Katholijke  Schrijvers 

zelve  erkennen,  de  Heiligen  van  zijnen  tijd,  pieter 
van  Arragon,  birgitta  van  Zweden  en  cathari- 
NA  van  Siena.  De  geest  van  ligtgeloovigheid  fcheen 
wel  door  den  onderzoekenden  ernst  en  de  gispende 
heekeling  van  valla,  erasmus,  hutten  en  ande- 
ren op  het  laatfte  van  dit  Tijdvak  te  verminderen, 
maar  de  vruchten  hier  van  waren  eerst  onder  gun* 
ftiger  om  Handigheden  te  wachten. 

Men  bleef  derhalve  voortgaan ,  met  eene  menigte 
wonderen  en  verfchijningen  bijzonder  van  de  Maagd 
MARIA  te  verhalen ;  bijzonder  werd  daardoor  een  Beeld 
van  de  Lieve  Vrouw  te  Halle  in  de  Nederlanden  ver- 
maard ,  aan  wier  lof  de  geleerde ,  maar  in  den  Gods- 
dienst onvaste  en  eindelijk  dweepzieke  justus  lip- 
sius  zijne  pen  ,  gelijk  bekend  is ,  in  loffchriften 
gewijd  heefc. 

De  vereering  der  Moedermaagd  kon  niet  wel  ver- 
meerderd worden,  en  evenwel  wist  het  Bijgeloof  nog 
iets  uit  te  denken.  De  groetenis  des  Engels  aan 
MARIA,  gemeenelijk  het  Ave  Maria ^  was  reeds  in 
een  gebed  veranderd,  en  befloeg  in  den Roozenkrans 
of  het  zoogenoemd  Pater  Noster  eene  aanzienlijke 
plaats ,  zoodat  het  tienmaal  het  getal  der  Onze  Va- 
den 
(*3  GERSON  de  Examinat.  Doctr,  T,  I.  Qpp.  p.  16. 


GESCHIEDENIS.  381 

dtrs  overtrof;  maar   de  ingezetenen   van  Xanien  in       V 
het  Kleeffche  vonden  hier  bij  nog  dit  uit,   op  voor-    ^°^* 
gang  van  hunne  Geestelijkheid,   dat  'er  bij  het  in-  Hoofdfl. 
vallen  van  den  nacht  door  klokkengelui  een  teeken  ^^  C.  G. 
gegeven  werd,  om  dit  Ave  Maria  op  te   zeggen;  ^^j.  j^,fj 
jOANNES  XXII  fchonk  in  het  jaar   131 8   aan  de  ge-  — — — 
nen  ,  die  lietzelve   driemaal  knielende  onder  ernfiig 
berouw  hunner   zonden  bidden  zouden,   een'  aflaat 
van  tien  dagen.    In  de  volgende  eeuw  beval  calix- 
Tus  III,  gelijk  men  gewonelijk  gelooft,  ook  op  den 
middag  de  klok  te  luiden, opdat  ieder  een  deMaa^ia 
MARIA  op  deze  wijze  mogt  begroeten.    Eenigen  tijd 
te  voren  had  de  beroemde  Heilige  vincentius  fer- 
RERi  deze  groetenis  des  Engels  door  zijn  voorbeeld 
tot  een  gewoon  begin  der  Kerkredenen  gemaakt. 

Eindelijk  werd,  door  het  invoeren  van  nog  twee 
nieuwe  Feesten ,  dat  van  mar i a's  bezoek,  (vijtta^ 
tionis ,)  op  den  aden  Julij ,  ter  gedachtenis  van  haar 
bezoek  bij  hare  Nicht  elizabeth,  en  van  maria's 
voorfldling,  (^praefentationis  ,^  ter  gedachtenis  dat 
MARIA  door  hare  ouderen  in  den  Tempel  aan  God 
was  voorgefteld,  het  getal  van  zeven  Feesten  ter 
eere  van  maria  voltooid;  welke  zijn  conceptionis ^ 
nativiiatis,  praefentationis ,  annunciationii ,  vïfita- 
tJotjis,  purificatiofiis  et  asfumtionis. 

Over  het  geheel  vermenigvuldigden  in  dit  Tijdvak  Nieuwe 

de  Feesten  en  Heilige  dagen ;  gelijk  men  daar  van  ^"£j^^.*;" 

,r.     1      ..        ,     n  of  Heilige 

de  fprekendlte  bewijzen   heeft ,  in   den  Sacraments-  dagea. 

dagy  de  Feesten  ter  eere  van  maria,  maar  ook  van 

eiken  nieuwen  Heiligen,  en  die  van  bijzondere  Be- 

fcherm- 


38a  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V       fchermheiligen  van  enkele  Kerken  en  Kloosters ,  tn 
BOEK     andere  lieten  naauwelijks  eenen  dag  in  het  jaar  open , 
Hoofdft.   ^^^  "'^^  ^^"  ^^  vereering  van  den  eenen  of  anderen 
na  C.  G.  Heiligen  gewijd  was. 

tori?i7*  ^^^J  mogen  ook  niet  geheel  met  llllzwijgen  voor* 
— ...  -  bijgaan  een  zeer  ergerlijk  Feest ^  hetwelk  wel  niet 
Het  Feest  Qj-,(5ej.  ^q  Godsdienflige  Feesten  behoort,  maareven- 
ken.  wel  van  de  Geestelijkheid  midden  in  de  Kerken  ge- 
vierd werd ,  het  Feest  der  Gekken ,  ook  onder  den 
naam  Festum  fatuorum ,  vel  FoUorum ,  of  la  Fêt€ 
des  Foux  bekend.  Het  vond  ongetwijfeld  zijnen 
oorfprong  van  de  Saturnalien  der  Oude  Romeinen, 
welke  met  buitenfporige  dartel  -  en  wulpsheid  ge- 
vierd werden.  Het  was  hunnen  Christelijken  Na- 
komelingen niet  mogelijk,  de  vreugde  van  zulk  een: 
Volksfeest,  hetwelk  in  December  viel,  vaarwel  te 
zeggen.  Hoe  zeer  ook  ,  federt  augustinus,  de 
Kerkvaders  daar  tegen  geijverd,  en  Kerkvergaderin» 
gen  ze  verboden  hadden,  men  ging  voort  dit  Feest 
te  vieren,  met  zich  op  hetzelve  als  beesten  te  ver- 
mommen, en  allerhande  dartelheden  te  bedrijven  5 
en  deze  gewoonte,  die  eerst  in  den  Kersnacht, 
vervolgens  op  den  eerden  Januarij  gevierd  werd,  eiï 
ten  laaifte  in  openlijk  zingen ,  danfen  en  brasfeii 
veranderde,  bleef  vele  eeuwen  lang  zelfs  te  Roms 
in  zwang.  De  zoo  flecht  beruchte  Patriarch  vtn 
KonftanthwpoUn ^  in  de  Xde  eeuw,  theofylac» 
Tus,  verordende  zelfs  ,  dat  op  de  aanzienlijkde 
Feesten  vermakelijke  en  dartele  liedjes  onder  de 
Geestelijken    in   de  Kerken    gezongen   v/erden,   die 

met 


GESCHIEDENIS.  3^3 

met  danfen  verzeld  gingen   (*).    Maar  in  de  Wes-       V 
terfche  Landen   was   het  eigenlijk,   waar  de  potfen     *'^^* 
der  Saturnalien  in  een  Kerkelijk  Feest  van  de  Gees-  HoofdH. 
lelijkheid    zelve   veranderden  ;    van    dit    fchouwfpel  "^  C.  G. 
was   Fratikryk  het  hoofd tooneel ,   hetwelk  op   den  |qj"°j|' 
eerfien  Januarij ,  en  in  fomraige  Kerken  op  het  Feest  ■ 

van  JEZUS  Verfchijning  of  op  drie    Koningen   dag 
gehouden  werd  van  de  lagere  Geestelijkheid,   en  het 
welk  daar  van  den  naam   kreeg  van    Festum   HypO' 
diaconorum^   ook   Festum   Calendarum,     Deze  On- 
dergecstelijken  verkoren  in  de  Kathedraalkerken  eenen 
Bisfchop  of  Anrtshisfchop  der  Gekken ,  dien  zij  met 
belagchelijke  plegtigheden   inwijdden,   den   dienst  in 
zijne  Kerkelijke  kleeding  verrigten  en  ten  laatfte  den 
zegen  lieten  uitfpreken,  waar  bij  men  het  Aartsbis- 
fchoppelijke  kruis,  de  Bisfchopsmuts  en  Bisfchops- 
ftaf  voor    hem   uitdroeg.    In  geëximeerde  Kerken , 
die  dus  onmiddelijk  van  den  Paus  afhingen,  verko- 
zen zij  zelfs  eenen  Paus  der  Gekken ,   dien  zij  even 
zoo  grappig  de  Pausfelijke  kleeding  aantrokken,  en 
hem  als  Paus  in  de  Kerk  handelen  lieten.    Zij  zel- 
ve, en  met  hen  ook  de  Priesters,  bedreven,   gedu- 
rende dezen    Godsdienst ,  eene  menigte  zotheden , 
welke  den  Godsdienst  onteerden.    Vermomd  of  als 
Tooneelfpelers  gekleed,  met  befmeerde  aangezigten, 
of  in  vrouwenkleêren ,  dansten  zij  op   het  Koor,  en 
zongen    ontuchtige    liedjes;    voornamelijk    aten    de 
Diakenen   en   Onderdiakenen,  of  de  Koorjongens, 
worst  voor  het  oog  van  den  Priester,   die  de  mis 

deed; 
(*}  CEDRENi  Compend,  Hiit,  p.  638. 


384  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  deed ;  zij  fpeelden  met  dobbelfteenen  ;  en  wierpen 
*v?r  allerhande  ontuig  in  derzelver  wierookvat.  Als  de 
Hoofdft.  Mis  gedaan  was ,  fleeg  de  onbefchaamdheid  in 
na  C.  G.  woorden,  gebaarden  en  daden  nog  hooger;  tot  ein- 
{qj*^  °j^*  delijk  deze  buitenfporigheden  zich  ook  op  ftraat  ver- 
■  fpreidden  en  'er  deLeeken  insgelijks  deel  aan  namen. 

Naardien  deze  moedwil  in  de  Xllde  eeuw  reeds 
in  vele  Kerken  in  Frankryk  ingevoerd  was,  gaf  de 
Pausfelijke  Legaat  aldaar,  de  Kardinaal  pieter  ,  in 
het  jaar  1198  aan  odo,  Biifchop  van  Parys^  en 
eenigen  van  deszelfs  Kanunniken ,  last ,  om  dit 
Feest  der  Gekken  in  het  Kerspel  aldaar  af  te  fchaf- 
fen;  gelijk  zij  het  ook  wezenlijk  in  het  jaar  1199 
verboden.  Ook  verbood  de  Parijfche  Sijnode  van 
het  jaar  12 12  dezelfde  klugten,vvaar  bij  de  Bisfchop 
der  Gekken  zijn'  Bisfchoppelijken  Staf  ontving,  (uhi 
haculus  accipittir ;')  en  nog  nadrukkelijker  aan  de 
Monniken  en  Nonnen;  want  ook  deze  en  de  Ka- 
nunniken van  zekere  Kathedrale  Kerken  verkozen 
fomtijds  eenen  zoogenoemden  Abt  der  Gekken  , 
(  abbas  flultorum. )  Evenwel  hebben  deze  gewoon- 
ten zich  nog  eenige  eeuwen  ftaande  gehouden.  In 
Engeland  was  nog  in  het  jaar  1530  zulk  een  Spot- 
bisfchop ,  ( Episcopus  puerorum  genoemd ;  )  en  in 
de  Franfche  Kerken  vond  men  nog  in  de  XV^IIda 
eeuw  vele  overblijffelen  van  deze  kluchten,  niette- 
genftaande  vele  Kerkvergaderingen  gepoogd  hadden, 
die  te  vernietigen. 
Ezeli-  D^^'"  toe  behoort  ook  het   Ezels -feest  ^  {Festum 

feest.        aftnorum^')    hetwelk  gevierd  werd  ter   eere  van  den 
ezel,  op  welken  christus  in  Jeruzalem  was  bin- 
nen- 


GESCHIEDENIS.  3R5 

nen gereden.    Men  voerde  in  Kersnacht  in  vele  Ker-       V 
ken  van  Frrnkryk  een  Ezel  met  een  Koorhemd  of    ^°^* 
Koorkap  op  den  rug  bedekt  de  Kerk  in,  onder  het  Hoofdü. 
zingen  van  een  grappig  Latijnsch  Lied,  waar  van  ^  C.  G. 

TssriOT^ 

elke  firofe  eindigde  met  de  woorden  Hèï  Sire  Ane!  [^^  i<ii-f, 
hè !  hè !  en  hetwelk  verder  dus  luidde :  ■        ■ 

Orientis  partibus 
Adventavit  Afinus 
Pulcher  et  fortisfiinus, 
Sarcinis  aptisfitnus. 
Hè,  Sire  Ane,  hèl 

Hic  in  coUibus  Sichen 
Enutritus  fub  Ruben, 
Tranfiit  per  Jordanem 
Subiit  in  Bethleera» 
Hè,  Sire  Ane,  iiè! 

Saitu  vindt  hinnulos 
Damas  et  capreolos , 
Super  dronicdarios 
Velox  Madiancos. 
Hè,  Sire  Ane,  hè! 

Aurum  de  Arabia 
Thus  et  Myrrham  de  Saba 
Tiiüt  in  ecclefia 
Virtus  AGnaria. 
Hè,  Sire  Ane,  hh\ 

XVIII.  Deel.  Bb  Dum 


^85  KERKELIJKE 

Dum  trahit  vehicula 

BOEK 

YI£  Multa  cutn  Sarcinula, 

Hoofdft.  Ulius  uiandibula 


Dura  terit  pabula. 


na  C.  G. 

Jaar  1073, 

tuL  1517.  Hè,,Sire  Ane,  hèl 


Cum  aristis  hordeum 
Comedit  et  carduuni, 
Triticam  a  palea 
Segregat  in  area. 
Hè,  Sire  Ane,  hè! 

Amen  dicas,  Aüne, 
Jam  fatur  ex  gramine, 
Amen ,  Amen  itcra , 
Afpcriiare  vetera. 
Ilè,  Sire  Ane,  hc! 

Feest  c!er  In  de  XIV  en  de  XVde  eeuwen  werden  de  Hei- 
n^'iTv?^"  lige  dagen  of  Feesttijden  nog  vermenigvuldigd ;  dus 
den  f  lei!,  vverd  in  het  jaar  1304  een  Heilige  dag  ingefteld  ter 
FRANcis-   eere  ^^r  Lidteekenen    van   den   Heil! pen   francis- 

CÜS 

cus.  Zijne  Orde  vond  dit  te  noodiger,  omdat  de 
Dominikanen  jegens  dien  Heiligen  om  dit  voorregt 
jaloersch  waren ,  en  herhaalde  keeren  poogden ,  ook 
Heiligen  uit  hunne  Orde  met  gelijke  eereteekenen  te 
verfieren.  Zoo  vond  zich  in  het  jaar  1500  onder 
hen  te  Ferrara  eene  Non,  lucia,  die  ook  daar  op 
roemde.  i\Jaar  de  Franchkanen  vonden  doorganns 
voor  hunnen  Heilig  onderfleuning  bij  den  Paus.  On- 
der anderen  als  in  het  jaar   ii()i  een  Dominikaner 

Mon- 


GESCHIEDENIS.  587 

Monnik  thomas  in  ecne  Predikatie  gezegd  had ,  dat       V 
zeker  Martelaar  de  teekenen  van   den   levenden  God     ^^^^ 
gedragen  had,  maar  franciscüs  alleen  van  den  doo-  Hoofdft, 
den,  verbood  nicolaus  IV  hem    het  pred'ken   ge- na  C.  G« 
durende  7  jaren   en  bevestigde  openlijk   dit   wonder  Jot"?!?* 
der  genade,  hetwelk  aan  den  Heiligen  der  Franci:-  — 
kanen  gefchied  zou  zijn. 

Onder  zoo  menigvuldige  nieuwe  Feesten  en  Heilige  Andere 
dagen ,  wijdde  men  'er  flechts  zeldzaam  een  aan  de  Heilige 
Godheid  zelve  toe.  Daar  onder  behoorde  het  Feest  ' 
der  Heilige  Drieëenheid ,  hetwelk  reeds  vroeger  in 
fommige  Kerken  gevierd ,  maar  eerst  door  joannes 
XXII,  die  in  het  jaar  1334  geftorven  is,  in  zijne 
Kerk  is  ingevoerd.  Men  merkt  daar  bij  op,  dat 
hij  tegen  de  gewoonte  der  oude  Kerk  op  dit  Zon- 
dagsfeest  geboden  heeft,  knielend  een  plegtig  gebed 
in  de  Kerk  te  verrigten.  De  Sacramentsdag  ,  die 
eerst  federt  het  jaar  131 1  heel  algemeen  gevierd  is, 
ontving  door  eene  verordening  van  urbaan  VI  in 
het  jaar  1389  nog  het  bijzonder  voorregt,  dat  men 
op  denzelven  de  Misfe  mag  lezen,  zelfs  wanneer 
'er  in  een  land  Interdict  van  Godsdienst  plaats 
heeft.  Geheel  nieuw  was  het  Feest  der  lans  of 
fpeer^  met  welke  de  zijde  van  christus  aan  het 
kruis  doorftoken  zal  zijn,  en  der  nagelen  van  zijn 
kruis  ^  op  verzoek  van  Keizer  karel  IV,  door  in- 
NOCENTius  VI,  voor  Duitschland  en  Bohemen^  ia 
het  jaar  1354  verordend  op  den  Vrijdag  na  Quafi- 
modo  geniti. 

Reeds  lang  zeker  had   men  het  nadeel  van  zoo  Pogingen 
Bb  2  ve- 


388  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V      vele  en  zoodanige  Heilige  dagen  voor  het  echt  Chris- 

iioEK     tendom  behooren  in  te  zien,  thans  begon  men  al- 

Hoüfdft.  ^^"SS  daaromtrent  vrijmoediger  te  denken  en  te  fpre- 

na  C.  G.  ken ,  fchoon  nog  zonder  vruchtgevolg.     Reeds  in 

J°"'°J'^' het  jaar  1362  klaagde  de  Aartsbisfchop  simeon  van 

'  r^^tfirhury^   op  cene  Kerkvergadering  of  Sijnode, 

om  de      dat,  hoe  talrijker  de  Heilige  dagen  werden,   des  te 

FcGstcn 

enHeiüge  ^^^^  misbruiken  en  grove  buitenfporigheden  van  al- 

dagente  lerlei  foort  dezelve  onteerden;  en  evenwel  noemde 
minderen  ^^  '^^  omtrent  40  op ,  die  in  zijn  Kerspel  gevierd 
werden.  De  beroemde  Hervormers  van  den  uitwen- 
digen  ftaat  der  Kerk,  ten  tijde  der  Kerkvergadering 
van  Konftans^  zeiden  hun  gevoelen  hi=r  omtrent 
met  meer  kunde  en  vrijmoedigheid,  pieter  d'ailly 
fchreef  in  zijne  voorflagen  ter  verbetering  (*):  ,,De 
Prelaten  mogten  'er  wel  op  bedacht  zijn,  dat  in  het 
vervolg  bij  den  openbaren  Godsdienst  geene  zoo  be- 
zwarelijke  omjlagtigheid  ^  maar  veel  meer  eene  aan- 
dachtige kortheid  plaats  vond;  dat  in  de  Kerken 
niet  zoo  vele  en  velerhande  Beelden  geplaatst;  niet 
zoo  vele  nieuwe  Feesten  ingevoerd;  ^eene  nieuwe 
Kerken  gebouwd;  niet  zoo~'vele  Heiligen  gekanoni- 
zeerd  werden  ;  en  dat  het ,  de  Zondagen  en  de 
groote  Kerkelijke  Feesten  uitgezonderd,  vergund 
werd,  om  na  den  Godsdienst  te  arbeiden:  zoo  wel 
daarom ,  dewijl  op  Feest-  en  Heiligedagen  meer  zon- 
den 

(*)  Tractat.  de  Reformatioue  C.    3.  in  Cerfon,   Opfi. 
Jppend.  ad  Tom,  II.  />.  911. 


GESCHIEDENIS.  389 

den  in  kroegen,  met  danfen  en  andere  dartelheden,       y 

welke  de  ledigheid  leert,  bedreven  werden;   als  de-     boek 

VII 
wijl  de  werkdagen  voor  de  arme  lieden  naauwelijks  Hoofdft 

genoegzaam  zijn ,  om  zich  de  behoeften  des  levens  na  C.  G. 
te  verwerven.    Zijn  leerling  joan  gerson  ftelde  wel  I^^''ïo73» 
op  diezelfde   Kerkvergadering  voor ,  te  overwegen ,  .—_« * 
of  'er  niet  een  Feestdag  behoorde  verordend  te  wor- 
den ter  eere  van  jozef,  den  Maagdelijken  Bruide- 
gom der  Maagd  maria,   alzoo  dit  toch  ter  harer 
eer  en  ter  eere  van  christus  zelven  ftrekken  zou: 
„  niet,  dus  gaat  hij  echter  voort,  als  of  wij  de  ver- 
menigvuldiging der  Feesten  voor  den  gemeenen  man, 
die  van  zijnen  handenarbeid  leeft,  wilden   aanraden; 
het  zou  veel  meer  te  wenfchen  zijn ,  dat  voor  dezen 
het  getal  der  Heilige  dagen   minder  was,  zoo  als 
reeds  bij  de   voorflagen  ter  Hervorming  aangemerkt 
is;  maar  wij  fpreken  dit  voor  den  Geestelijken  ftand 
en  van  denzelven  (*). 

Maar  boven  anderen  muntte  door  nadrukkelijke 
voorftellen  over  dit  onderwerp  uit  clemangis  ,  in 
een  bijzonder  gefchrift  (f):  Met  oorlof  van  wijze 
mannen ,  zegt  hij ,  geloof  ik ,  dat  thans  zonder  nood- 
zake  nieuwe  Feestdagen  in  de  Kerk  ingefteld  worden. 

Want 

(*)  Sermo  de  vativitate  gloriofa  Ftrginis  Marite ,  et 
de  Cotnmentatione  virginei  fponfi  ejii%  Jofeph.  Opp,  Tom, 
III.  P.  III.  pag.  1358. 

(t)  -Dtf  novis  celebritatibtis  non  iujiituendis»  Opp.  p, 
143-160. 

Bb3 


390  K  E  R  K  E  L  IJ  K  E 

V  Want  daar  zijn  'er  reeds  zoo  vele,  dat  men  ze  veel 
BOEK  meer  behoorde  te  verminderen ,  omdat  zij  door  hun' 
Hoofdd  "^  menigte  in  minachting  Itomen.  God  liet  den  Is- 
na  C.  G.faeliten^  behalve  den  Sabbath,  flechts  drie  hooge 
Jaario73.  peesten  voorfchrijven  ;  maar  des  te  menigvuldiger  en 
I  ijveriger  baden  zij  in  den  Tempel.    De  godsvrucht 

der  Christenen  op  Heilige  dagen  beflaat  daar  in,  dat 
zij  zelden  in  de  Kerk  komen ,  heel  zelden  eene  Mis 
hooren,  en  ook  deze  niet  ten  einde  toe.  Het  is 
velen  genoeg  ,  als  zij  knielend  de  Lieve  Vrouw 
groeten;  den  meesten,  als  zij  een  aan  den  muur  ge- 
fchilderd  Beeld  van  eenen  Heiligen  gekuscht  heb- 
ben; maar  die,  welke  het  ligchaam  van  chPvIStus 
door  den  Priester  in  de  hoogte  hebben  zien  hefFen, 
gelooven,  dat  Christus  hun  daar  voor  zeer  ver- 
pligt  zij,  even  als  of  zij  hem  een  groot  ofFer  ge- 
bragt  hadden.  Dikwijls  kan  de  Priester  niet  ééns  de 
Mis  lezen ,  omdat  'er  niemand  bij  de  hand  is ,  die 
dienen  kan.  Ondertusfchen  vermaken  zich  de  fatzoe- 
nelijke  lieden  met  maaltijden  en  fchouwfpelen ;  maar 
de  gemeene  man  brengt  de  vierdagen  in  de  kroeg  door 
met  zuipen ,  fpelen ,  razen  en  tieren  en  andere  buiten- 
fporigheden.  Het  is  reeds  een  fpreekwoord  geworden: 
Geen  Heilige  dag  zonder  vechten  en  bloedvergieten. 
Voor  de  jeugd  van  beide  kunnen  zijn  Feesten  en  Ker- 
ken de  gefchiktfte  bekooringen  en  verleidingen  tot  dar- 
telheid en  wellust,  welke  met  alle  fchaamteloosheid 
uitgeoefend  worden.  De  Geestelijke  Gerigtshoven  ftraf- 
fen  wel  den  Landman  zeer  fcherp,  die  op  deze  dagen 
op  zijn  land  of  in  zijnen  wijnberg  arbeidt;  maar  niet 

dig 


GESCHIEDENIS.  391 

die  genen ,  die  ze  door  ondeugden  ontheiligen.  Bij  den       V 
Nachtgodsdienst ,( /^^///^ff , )  ziet  men  inzonderheid     ^^^-^ 
fchaamtelooze  topneelen  zelfs  van  Priesteren.  cleman-  fioofdfi, 
GIS  dringt  nu  des  te  meer  aan  op  een  waardig  vieren  na  C.  G. 
der  Heilige  dagen,  en  beantwoordt  verders  de  Tegen-  J^^''^°73. 
werpingen,  welke  hem  konden  gemaakt  worden,  en  hij  * 

befluit,  dat  men  liever  de  oude  Christenen  behoorde  na 
te  volgen ,  die  de  vereering  der  Heiligen  niet  zoo  ver 
hebben  uitgcftrckt ,  dat  God  daardoor  veronachtzaamd 
werd;  en  dat  het  niet  geoorloofd  is,  de  Heilige  dagen 
enkel  te  begunlligen  ,  om  het  voordeel  en  den  winst, 
welke  de  Kerken  daar  van  trekken. 

Ehiiie  van  het  Achttiende  Deel, 


»i.  ■■     "^^'-r^'-'i  *■:<■■     <■■■■■'.'     v',,f'  •  •< 


^.•'■■^*^'-'-.« 


'.*■:,  r 


i  * '  . 


-;»,•-»         S 


-     ■  f'. 


.ï^;  ••*,.•;;•.■, 


A",  ■'";■  '■  -'••; 


•;  }\      r '. 


»•■     ■■ '  ».  ■. .'  '-■■.■"  '     ••  •'   • 


'.'   *    '    •■>■,   .■• 
■     -,    *.- 

'■      •    •     •  .'i  ■ 


^'•,.?/^.-  \-\'-.u' 


>i.':-r.